Neil Young ontwikkelt eigen digitale audio-standaard
"Al wat je zelf doet, doe je beter" zou de leuze van Neil Young kunnen zijn. Naast een groot muzikant is hij ook een audiofiel purist en hedendaagse MP3"s voldoen volgens hem niet. Het blad Rolling Stone ontdekte een aantal patenten die Young op eigen naam zette. Die duiden erop dat hij een eigen studiostandaard aan het ontwikkelen is, aldus Rolling Stone Magazine.
Young zou zijn ideeën zelfs gepitcht hebben bij wijlen Steve Jobs, naar verluidt een verwoed vinyl-verzamelaar.
Fans van Neil Young zullen het beamen dat audio-kwaliteit altijd al uitzonderlijk belangrijk is geweest voor zijn opnames. Zijn debuut-LP uit 1968 was één van de eerste albums ooit gemasterd met Haeco-CSG technologie. Deze techniek verbeterde de weergave van stereo-opanmes op afspeelapparatuur die enkel mono kon weergeven. Zijn recentste release "Archives Vol 1" bracht hij uit op BluRay.
Ponoproducent
Met zijn eigen audio-standaard "Pono" wil Neil Young studio-masters naar het grote publiek brengen. De patenten die Young nam dateren van juni vorig jaar maar zijn nu pas publiek gemaakt door het U.S Patent and Trademark Office. Mensen hebben nu trouwens dertig dagen de tijd om een patent te betwisten.
De naam van zijn project werd deels verklapt in een persbericht van Blue Rider Press, deel van Penguin Publishing. Daarin kondigde de uitgeverij naast de memoires van de rocklegende ook "Pono" aan. Deze standaard zou in de cloud de "studio-waardige kwaliteit bieden die de producers en artiesten horen bij het maken van de opnames," aldus Blue Rider Press. De bestandsomvang zou trouwens amper groter mogen zijn als de mp3-variant.
Eind januari liet Neil Young al hints naar het nieuwe bestandsformaat vallen. Op de Dive Into Media conference betreurde hij dat hedendaagse mp3"s slechts vijf procent van de data bevatten van de originele mastertapes. Data hoef je hier niet letterlijk op te vatten aangezien analoge, magnetische data niet te vatten is in bits en bytes, maar eerder in diepte, helderheid en detail.
Young vertelde ook dat hij zijn idee voorgesteld had aan Steve Jobs. "Jobs was een pionier inzake digitale muziek, maar als hij thuis kwam luisterde hij naar vinyl", claimt Young. De twee zouden zelfs de mogelijkheden van een audiofiele iPod besproken hebben. "Had hij lang genoeg geleefd, dan had hij gedaan wat ik nu probeer te verwezenlijken", aldus Young.
"Al wat je zelf doet, doe je beter" zou de leuze van Neil Young kunnen zijn. Naast een groot muzikant is hij ook een audiofiel purist en hedendaagse MP3"s voldoen volgens hem niet. Het blad Rolling Stone ontdekte een aantal patenten die Young op eigen naam zette. Die duiden erop dat hij een eigen studiostandaard aan het ontwikkelen is, aldus Rolling Stone Magazine.
Young zou zijn ideeën zelfs gepitcht hebben bij wijlen Steve Jobs, naar verluidt een verwoed vinyl-verzamelaar.
Fans van Neil Young zullen het beamen dat audio-kwaliteit altijd al uitzonderlijk belangrijk is geweest voor zijn opnames. Zijn debuut-LP uit 1968 was één van de eerste albums ooit gemasterd met Haeco-CSG technologie. Deze techniek verbeterde de weergave van stereo-opanmes op afspeelapparatuur die enkel mono kon weergeven. Zijn recentste release "Archives Vol 1" bracht hij uit op BluRay.
Ponoproducent
Met zijn eigen audio-standaard "Pono" wil Neil Young studio-masters naar het grote publiek brengen. De patenten die Young nam dateren van juni vorig jaar maar zijn nu pas publiek gemaakt door het U.S Patent and Trademark Office. Mensen hebben nu trouwens dertig dagen de tijd om een patent te betwisten.
De naam van zijn project werd deels verklapt in een persbericht van Blue Rider Press, deel van Penguin Publishing. Daarin kondigde de uitgeverij naast de memoires van de rocklegende ook "Pono" aan. Deze standaard zou in de cloud de "studio-waardige kwaliteit bieden die de producers en artiesten horen bij het maken van de opnames," aldus Blue Rider Press. De bestandsomvang zou trouwens amper groter mogen zijn als de mp3-variant.
Eind januari liet Neil Young al hints naar het nieuwe bestandsformaat vallen. Op de Dive Into Media conference betreurde hij dat hedendaagse mp3"s slechts vijf procent van de data bevatten van de originele mastertapes. Data hoef je hier niet letterlijk op te vatten aangezien analoge, magnetische data niet te vatten is in bits en bytes, maar eerder in diepte, helderheid en detail.
Young vertelde ook dat hij zijn idee voorgesteld had aan Steve Jobs. "Jobs was een pionier inzake digitale muziek, maar als hij thuis kwam luisterde hij naar vinyl", claimt Young. De twee zouden zelfs de mogelijkheden van een audiofiele iPod besproken hebben. "Had hij lang genoeg geleefd, dan had hij gedaan wat ik nu probeer te verwezenlijken", aldus Young.
