Een op vijf Belgen schrijft computerprogramma
Twintig procent van de Belgen schreef al eens een computerprogramma. Bij jongeren heeft al elf procent een programmeertaal gebruikt.
De cijfers zijn afkomstig van Eurostat, de statistiekendienst van de Europese Unie, en worden vrijgegeven naar aanleiding van de e-skillsweek. Van 26 tot 30 maart wil Europa met dit initiatief de interesse van jonge mensen in ICT stimuleren.
Eurostat peilt naar de computergeletterdheid in Europa. Uit dat onderzoek blijkt dat bij 16- tot 74-jarigen het gebruik van een pc variëert van 50 procent in Roemenië, tot 96 procent in Zweden. Ook Nederland, Luxemburg en Denemarken scoren hoog met 94 procent. In België ligt dit op 85 procent.
Jongeren tussen 16 en 24 jaar zijn een pak meer ervaren met computers. In vrijwel alle landen heeft 96 procent of meer al een computer gebruikt. Enkel Bulgarije (87 procent), Frankijk (93 procent), Italië (90 procent) en Roemenië (81 procent) scoren hier wat lager.
Een opvallend cijfer is dat tien procent van alle jongeren en twintig procent van de gehele EU-bevolking ooit al een computerprogramma heeft geschreven. België volgt daarbij het gemiddelde met elf procent van alle jongeren en twintig procent van de volledige bevolking.
Daarmee doet ons land het beter dan Duitsland (respectievelijk 9 en 18 procent) of Nederland (9 en 12 procent). Finland en Zweden scoren het hoogst. Hier ging respectievelijk 37 en 34 procent van de bevolking al eens met een programmeertaal aan de slag.
Afgestudeerden
Eurostat berekende verder dat er in 2009 3,4 procent van alle afgestudeerden een diploma computerwetenschappen haalde. Dat is een daling ten opzichte van 2005 toen dit nog vier procent bedroeg. In België gaat het dezelfde trend op met 3,8 procent in 2005 en 1,9 procent in 2009.
Dat staat in contrast met de berichten dat het aantal informaticastudenten in België elk jaar stijgt. Al kan dat deels te maken hebben met de omschrijving. Zo heeft Eurostat het specifiek over computerwetenschappen met specialisaties zoals besturingssystemen, netwerken, softwareontwikkeling en dataverwerking. Anderzijds wordt bijvoorbeeld hardwareontwikkeling niet meegeteld omdat dit onder werktuigkunde (engineering) valt.
Twintig procent van de Belgen schreef al eens een computerprogramma. Bij jongeren heeft al elf procent een programmeertaal gebruikt.
De cijfers zijn afkomstig van Eurostat, de statistiekendienst van de Europese Unie, en worden vrijgegeven naar aanleiding van de e-skillsweek. Van 26 tot 30 maart wil Europa met dit initiatief de interesse van jonge mensen in ICT stimuleren.
Eurostat peilt naar de computergeletterdheid in Europa. Uit dat onderzoek blijkt dat bij 16- tot 74-jarigen het gebruik van een pc variëert van 50 procent in Roemenië, tot 96 procent in Zweden. Ook Nederland, Luxemburg en Denemarken scoren hoog met 94 procent. In België ligt dit op 85 procent.
Jongeren tussen 16 en 24 jaar zijn een pak meer ervaren met computers. In vrijwel alle landen heeft 96 procent of meer al een computer gebruikt. Enkel Bulgarije (87 procent), Frankijk (93 procent), Italië (90 procent) en Roemenië (81 procent) scoren hier wat lager.
Een opvallend cijfer is dat tien procent van alle jongeren en twintig procent van de gehele EU-bevolking ooit al een computerprogramma heeft geschreven. België volgt daarbij het gemiddelde met elf procent van alle jongeren en twintig procent van de volledige bevolking.
Daarmee doet ons land het beter dan Duitsland (respectievelijk 9 en 18 procent) of Nederland (9 en 12 procent). Finland en Zweden scoren het hoogst. Hier ging respectievelijk 37 en 34 procent van de bevolking al eens met een programmeertaal aan de slag.
Afgestudeerden
Eurostat berekende verder dat er in 2009 3,4 procent van alle afgestudeerden een diploma computerwetenschappen haalde. Dat is een daling ten opzichte van 2005 toen dit nog vier procent bedroeg. In België gaat het dezelfde trend op met 3,8 procent in 2005 en 1,9 procent in 2009.
Dat staat in contrast met de berichten dat het aantal informaticastudenten in België elk jaar stijgt. Al kan dat deels te maken hebben met de omschrijving. Zo heeft Eurostat het specifiek over computerwetenschappen met specialisaties zoals besturingssystemen, netwerken, softwareontwikkeling en dataverwerking. Anderzijds wordt bijvoorbeeld hardwareontwikkeling niet meegeteld omdat dit onder werktuigkunde (engineering) valt.