Test

Dit is een popup

Nieuws

Woorden sterven uit door spellingscontrole

Woorden sterven sneller uit en er komen steeds minder neologismen bij. Dat is allemaal de schuld van de digitale spellingscontrole, zeggen onderzoekers.

Meer dan 4% van alle boeken ter wereld zijn nu gedigitaliseerd. De collectie omvat zeven talen en gaat terug tot de zestiende eeuw. Onderzoekers analyseerden Engelse, Spaanse en Hebreeuwse teksten uit de periode 1800-2008 die gedigitaliseerd werden door Google.

“We kunnen nu niet alleen de gewone woorden analyseren, maar ook de erg zeldzame”, zegt onderzoeker Alexander Petersen van het Institutions Markets Technologies Lucca Institute for Advanced Studies in Italië. “Niet alleen die van gisteren, maar ook die van vroeger. En niet alleen van ‘vroeger’, maar van in een tijd ver voor de meeste mensen hun familiebanden kunnen nagaan.”

De wetenschappers concentreerden zich op fluctuaties van het gebruik van een bepaald woord en wanneer ze ‘stierven’ of niet meer gebruikt werden. “In tegenstelling tot dieren, die onherroepelijk uitsterven, verschijnen en verdwijnen er woorden in onze woordenschat”, aldus Petersen. Je kan een onpopulair woord dus gewoon weer in het leven roepen en het hip maken.

Digitaal krijgt de schuld
Het onderzoek wees echter uit dat woorden frequenter uitstierven in de laatste tien tot twintig jaar dan ooit daarvoor. Tegelijk komen er minder nieuwe woorden bij. Volgens de onderzoekers kan dat enerzijds aan de digitale spellingscontrole liggen. Fouten en variaties worden systematisch gefilterd voor ze gepubliceerd worden.

Anderzijds ligt dat aan onze steeds sneller draaiende maatschappij. Kortere woorden krijgen de voorkeur: ‘x-ray’ heeft het in het Engels, de leidende taal in de wetenschap, bijvoorbeeld gewonnen van ‘radiogram’ of ‘röntgenogram’.

Ook worden nieuwe woorden van de laatste twintig tot dertig jaar sneller geaccepteerd. Dat komt vooral door technologische veranderingen: zo zijn woorden als e-mail, smartphone en wifi al lang geen vreemden meer.

Wat opvalt is dat woorden na veertig jaar ofwel genoeg gebruikt werden om geaccepteerd te worden in de taal, ofwel verlaten werden. Dat komt ongeveer overeen met de tijdspanne waarin een woord in het standaardwoordenboek wordt toegevoegd. Bovendien komt dat ruwweg overeen met één generatie, waaruit de wetenschappers afleiden dat er maar één generatie nodig is om taal gevoelig te laten evolueren.

De wetenschappers detailleerden hun bevindingen op 14 maart in Scientific Reports.

Woorden sterven sneller uit en er komen steeds minder neologismen bij. Dat is allemaal de schuld van de digitale spellingscontrole, zeggen onderzoekers.

Meer dan 4% van alle boeken ter wereld zijn nu gedigitaliseerd. De collectie omvat zeven talen en gaat terug tot de zestiende eeuw. Onderzoekers analyseerden Engelse, Spaanse en Hebreeuwse teksten uit de periode 1800-2008 die gedigitaliseerd werden door Google.

“We kunnen nu niet alleen de gewone woorden analyseren, maar ook de erg zeldzame”, zegt onderzoeker Alexander Petersen van het Institutions Markets Technologies Lucca Institute for Advanced Studies in Italië. “Niet alleen die van gisteren, maar ook die van vroeger. En niet alleen van ‘vroeger’, maar van in een tijd ver voor de meeste mensen hun familiebanden kunnen nagaan.”

De wetenschappers concentreerden zich op fluctuaties van het gebruik van een bepaald woord en wanneer ze ‘stierven’ of niet meer gebruikt werden. “In tegenstelling tot dieren, die onherroepelijk uitsterven, verschijnen en verdwijnen er woorden in onze woordenschat”, aldus Petersen. Je kan een onpopulair woord dus gewoon weer in het leven roepen en het hip maken.

Digitaal krijgt de schuld
Het onderzoek wees echter uit dat woorden frequenter uitstierven in de laatste tien tot twintig jaar dan ooit daarvoor. Tegelijk komen er minder nieuwe woorden bij. Volgens de onderzoekers kan dat enerzijds aan de digitale spellingscontrole liggen. Fouten en variaties worden systematisch gefilterd voor ze gepubliceerd worden.

Anderzijds ligt dat aan onze steeds sneller draaiende maatschappij. Kortere woorden krijgen de voorkeur: ‘x-ray’ heeft het in het Engels, de leidende taal in de wetenschap, bijvoorbeeld gewonnen van ‘radiogram’ of ‘röntgenogram’.

Ook worden nieuwe woorden van de laatste twintig tot dertig jaar sneller geaccepteerd. Dat komt vooral door technologische veranderingen: zo zijn woorden als e-mail, smartphone en wifi al lang geen vreemden meer.

Wat opvalt is dat woorden na veertig jaar ofwel genoeg gebruikt werden om geaccepteerd te worden in de taal, ofwel verlaten werden. Dat komt ongeveer overeen met de tijdspanne waarin een woord in het standaardwoordenboek wordt toegevoegd. Bovendien komt dat ruwweg overeen met één generatie, waaruit de wetenschappers afleiden dat er maar één generatie nodig is om taal gevoelig te laten evolueren.

De wetenschappers detailleerden hun bevindingen op 14 maart in Scientific Reports.

historieneologismenieuwsspellingspellingscontroletaalwoord

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!