Filmreview: Moneyball
De film Moneyball vertelt het verhaal van Billy Beane, manager van het bescheiden honkbalteam Oakland A"s. Hij besluit op een dag om zijn aankopen van nieuwe spelers te baseren op statistieken in plaats van op het buikgevoel.
Zijn belangrijkste transfer hierbij is een jonge nerd die binnen de minuut de efficiëntie voor elke speler kan berekenen, over diens hele carrière op basis van de statistieken van de voorbije jaren.
De film toont niet alleen het gelijk van deze manager, maar illustreert tegelijk dat ook de menselijke factor een belangrijke rol speelt: pas wanneer Beane met de spelers gaat praten en hen gaandeweg overtuigt van zijn visie kan het team zich transformeren van een bende losers tot een haast onoverwinnelijke groep spelers die een recordaantal overwinningen op rij neerzetten.
Wie speelt de hoofdrollen?
Brad Pitt vertolkt de koppige manager die elf wedstrijden lang meewarige blikken trotseert in de hoop en overtuiging dat de cijfers uiteindelijk gelijk zullen krijgen. Jonah Hill vertolkt het even zelfzekere als timide cijfergenie.
Philip Seymour Hoffman speelt de coach van het team, de belichaming van alle sceptici die meewarig neerkijken op het doordrammende duo. De regie is in handen van Bennett Miller, die eerder al het leven van Truman Capote verfilmde.
Geloofwaardig sprookje
Ook al wordt Moneyball zelf geen kaskraker (er bestaat software om het succes van een film te voorspellen), toch is het een heuse aanrader. Vanwege het verhaal natuurlijk: niet iedereen kan een prins worden, maar in dit sprookje kunnen we geloven, al was het maar omdat het echt gebeurd is.
Er is dus hoop voor ons allemaal, als we maar hard genoeg geloven in ons eigen kunnen (en voldoende krediet krijgen van onze oversten natuurlijk). Maar ook om de uitstekende vertolkingen: Brad Pitt zorgt er niet alleen voor dat jij of je partner meteen overtuigd zijn om deze film uit te zitten; hij zet ook nog eens een uitstekende dwarskop neer, eerder een held ondanks zichzelf dan een all American hero.
Van typecasting kan de film dus alvast niet beschuldigd worden. En ook Hill en Hoffman slagen erin om hun personage vorm te geven zonder in clichés te vervallen. Voorts nog een speciale vermelding voor de realistische maar tegelijk pittige dialogen, onder andere te danken aan Aaron Sorkin.
Hij is het brein achter de razend populaire serie The West Wing, waar de dialogen ook al een heus festijn waren, en werkte ook aan het scenario van The Social Network, een film die in meer dan één opzicht met Moneyball vergeleken kan worden.
Tot slot nog één guilty pleasure: op een gegeven moment zie je naast het honkbalstadion een lichtreclame voor een softwarebedrijf. Dit softwarebedrijf leverde niet de software voor de bejubelde analyses, maar slaagt er toch weer in om zich letterlijk in de kijker te werken. Je mag driemaal raden wie het is, en dan gaan kijken of je gelijk had.
Waarom niet?
Wie denkt dat Moneyball een sportfilm is met spetterende actie en een heroïsche finale met opzwellende muziek, slaat (vergeef ons de woordspeling) de bal mis. “Het is moeilijk om niet romantisch te worden bij honkbal”, zegt Beane op een gegeven moment in de film, maar deze film doet toch aardig zijn best. Het brein haalt het van het hart, zowel bij de personages als bij de filmmakers.
De film Moneyball vertelt het verhaal van Billy Beane, manager van het bescheiden honkbalteam Oakland A"s. Hij besluit op een dag om zijn aankopen van nieuwe spelers te baseren op statistieken in plaats van op het buikgevoel.
Zijn belangrijkste transfer hierbij is een jonge nerd die binnen de minuut de efficiëntie voor elke speler kan berekenen, over diens hele carrière op basis van de statistieken van de voorbije jaren.
De film toont niet alleen het gelijk van deze manager, maar illustreert tegelijk dat ook de menselijke factor een belangrijke rol speelt: pas wanneer Beane met de spelers gaat praten en hen gaandeweg overtuigt van zijn visie kan het team zich transformeren van een bende losers tot een haast onoverwinnelijke groep spelers die een recordaantal overwinningen op rij neerzetten.
Wie speelt de hoofdrollen?
Brad Pitt vertolkt de koppige manager die elf wedstrijden lang meewarige blikken trotseert in de hoop en overtuiging dat de cijfers uiteindelijk gelijk zullen krijgen. Jonah Hill vertolkt het even zelfzekere als timide cijfergenie.
Philip Seymour Hoffman speelt de coach van het team, de belichaming van alle sceptici die meewarig neerkijken op het doordrammende duo. De regie is in handen van Bennett Miller, die eerder al het leven van Truman Capote verfilmde.
Geloofwaardig sprookje
Ook al wordt Moneyball zelf geen kaskraker (er bestaat software om het succes van een film te voorspellen), toch is het een heuse aanrader. Vanwege het verhaal natuurlijk: niet iedereen kan een prins worden, maar in dit sprookje kunnen we geloven, al was het maar omdat het echt gebeurd is.
Er is dus hoop voor ons allemaal, als we maar hard genoeg geloven in ons eigen kunnen (en voldoende krediet krijgen van onze oversten natuurlijk). Maar ook om de uitstekende vertolkingen: Brad Pitt zorgt er niet alleen voor dat jij of je partner meteen overtuigd zijn om deze film uit te zitten; hij zet ook nog eens een uitstekende dwarskop neer, eerder een held ondanks zichzelf dan een all American hero.
Van typecasting kan de film dus alvast niet beschuldigd worden. En ook Hill en Hoffman slagen erin om hun personage vorm te geven zonder in clichés te vervallen. Voorts nog een speciale vermelding voor de realistische maar tegelijk pittige dialogen, onder andere te danken aan Aaron Sorkin.
Hij is het brein achter de razend populaire serie The West Wing, waar de dialogen ook al een heus festijn waren, en werkte ook aan het scenario van The Social Network, een film die in meer dan één opzicht met Moneyball vergeleken kan worden.
Tot slot nog één guilty pleasure: op een gegeven moment zie je naast het honkbalstadion een lichtreclame voor een softwarebedrijf. Dit softwarebedrijf leverde niet de software voor de bejubelde analyses, maar slaagt er toch weer in om zich letterlijk in de kijker te werken. Je mag driemaal raden wie het is, en dan gaan kijken of je gelijk had.
Waarom niet?
Wie denkt dat Moneyball een sportfilm is met spetterende actie en een heroïsche finale met opzwellende muziek, slaat (vergeef ons de woordspeling) de bal mis. “Het is moeilijk om niet romantisch te worden bij honkbal”, zegt Beane op een gegeven moment in de film, maar deze film doet toch aardig zijn best. Het brein haalt het van het hart, zowel bij de personages als bij de filmmakers.