Test

Dit is een popup

Polulaire videocontainers

Codecproblemen zal je voornamelijk tegenkomen bij video en minder bij audio. Er zijn immers zoveel videocodecs en afgeleiden ervan, dat het bijna onmogelijk te voorspellen is of jouw computer een filmpje kan afspelen – zelfs al zit het bestand verpakt in een gangbare container.

VLC Media Player kan standaard met heel wat codecs overweg. Als je liever een andere speler gebruikt, dan kan je op zoek gaan naar het K-Lite Codec Pack en dat installeren op je pc.

Container: AVI – Extensie: .avi
AVI (Audio Video Interleave) werd in 1992 door Microsoft geïntroduceerd en kan verschillende audio- en videostromen bevatten, alhoewel hij er meestal slechts eentje van elk bevat. De container is niet zo geschikt voor gebruik met moderne codecs als DivX of H.264, maar door allerlei technische hacks kan het wel. Daardoor is hij nog steeds erg populair. 

Container: MOV – Extensie: .mov
Deze container maakt deel uit van het QuickTime-multimediaframework dat ontwikkeld is door Apple. Hij kan naast audio en video ook ondertitels of speciale effecten bevatten. Bovendien kan hij verwijzingen bevatten naar gegevens in een ander bestand. Door zijn opbouw is deze container erg geschikt voor in-place montagewerk.

Container: MP4 Extensie: .mp4, .m4a, .m4p, .m4v
MPEG-4 Part 14: dit is een container die deel uitmaakt van de MPEG-4-standaard. Hij is gebaseerd op (en dus grotendeels hetzelfde als) de MOV-container van Apple. Naast de officiële extensie .mp4 worden .m4a, .m4p en .m4v gebruikt.

Deze extensies zijn vooral door iTunes populair gemaakt en staan respectievelijk voor bestanden met enkel audio, bestanden met door FairPlay-DRM beveiligde audio en bestanden met enkel video.

Container: Matroska – Extensie: .mkv
Matroska is een openbron containerformaat voor multimedia. Het werd speciaal ontwikkeld met het oog op flexibiliteit en uitbreidingsmogelijkheden. Daarom is het erg populair op het internet voor het verdelen van bestanden met meerdere audio- en subtiteltracks. Ondersteuning op gewone (hardware-)spelers is eerder uitzonderlijk voor dit formaat, maar begint hier en daar toch op te duiken.

Weigert je mediaspeler een video of song af te spelen, dan ligt dat bijna altijd aan een ontbrekende codec. Hieronder vind je de meest courante videocodecs.

Codec: MPEG-2 Part 2
Vooral gebruikt bij: dvd’s

Dit is de videocodec die onder andere gebruikt wordt voor dvd. Hij begint ondertussen wel wat gedateerd te worden, maar is enorm wijd verspreid. Hij wordt ook ondersteund door de standaarden voor digitale tv in de VS en Europa (ATSC en DVB), en ook blu-ray kan van deze codec gebruikmaken.

Binnen de MPEG-2-standaard zijn er verschillende profielen die betrekking hebben op de manier waarop de compressie gebeurt en levels die aanduiden welke resolutie en framerates er gebruikt worden. Zo maakt dvd gebruik van Main Profile/Main Level, en HDTV van Main Profile/High Level.

Codec: MPEG-4 Part 2 (DivX, XviD)
Vooral gebruikt bij: digitale filmbestanden

Sinds enige jaren een van de populairste codecs op het internet. DivX en XviD (de opensource-implementatie van DivX) zijn toepassingen van deze standaard.

Jammer genoeg bestaat er ook erg veel verwarring rond deze codec, want net zoals bij MPEG-2 zijn er ook bij MPEG-4 een aantal verschillende profielen en levels. Een iPod, om maar een voorbeeld te noemen, ondersteunt naast H.264 alleen MPEG-4 SP (Simple Profile), en kan dus geen DivX-bestanden afspelen.

Daarnaast gebruiken DivX-bestanden soms bepaalde technische eigenschappen die op heel wat spelers niet ondersteund worden. Wanneer een toestel MPEG-4-ondersteuning adverteert, zegt dat dus eigenlijk niet zoveel. Er is immers geen verplichting voor hardwarespelers om alle profielen en eigenschappen te ondersteunen.

In zo’n geval is de kans groot dat het toestel enkel met het Simple Profile om kan, waar je eigenlijk weinig aan hebt.

Codec: MPEG-4 Part 10 (H.264, AVC)
Vooral gebruikt bij: blu-ray

Vooral gekend als H.264 of AVC (Advanced Video Coding). Dit wordt momenteel gezien als dé state-of-the-art-codec, ontworpen om een goede videokwaliteit te behouden bij een sterkere compressie dan bij de vorige standaarden. De codec is ook ontworpen met het oog op flexibiliteit, en kan gebruikt worden voor hoge en lage resoluties, en bij hoge en lage bitrates. Net zoals zijn voorgangers is hij voorzien van een heleboel profielen en levels. Net zoals bij MPEG-4 Part 2 is de kans op verwarring erg groot, wat de ondersteuning door hardwarespelers betreft.

Codec: WMV
Vooral gebruikt bij: streaming video

De videocodec WMV – die door Microsoft ontwikkeld werd – is ook erg populair op het internet, vooral omdat hij erg geschikt is voor streamingdoeleinden. Er bestaat ook een HD-variant, die eigenlijk een extensie is van WMV9 en HDTV-resoluties (720p en 1.080p) ondersteunt. Enkele films werden ook op dvd gezet in WMV HD. Terminator 2 was de eerste film die zo werd uitgebracht. Deze filmbestanden kunnen afgespeeld worden op een pc.

Codec: VC-1
Vooral gebruikt bij: blu-ray

VC-1 is de naam die gebruikt wordt voor een SMPTE-standaard (Society of Motion Picture and Television Engineers) gebaseerd op de WMV9-videocodec van Microsoft. Deze standaard wordt gezien als een alternatief voor MPEG-4 Part 10. VC-1 is eigenlijk een superset (een ‘overkoepelende’ verzameling die een deelverzameling omvat) van WMV9. Ook deze codec wordt verplicht ondersteund door blu-rayspelers. Hij wordt ook gebruikt in de Xbox 360.

Codecproblemen zal je voornamelijk tegenkomen bij video en minder bij audio. Er zijn immers zoveel videocodecs en afgeleiden ervan, dat het bijna onmogelijk te voorspellen is of jouw computer een filmpje kan afspelen – zelfs al zit het bestand verpakt in een gangbare container.

VLC Media Player kan standaard met heel wat codecs overweg. Als je liever een andere speler gebruikt, dan kan je op zoek gaan naar het K-Lite Codec Pack en dat installeren op je pc.

Container: AVI – Extensie: .avi
AVI (Audio Video Interleave) werd in 1992 door Microsoft geïntroduceerd en kan verschillende audio- en videostromen bevatten, alhoewel hij er meestal slechts eentje van elk bevat. De container is niet zo geschikt voor gebruik met moderne codecs als DivX of H.264, maar door allerlei technische hacks kan het wel. Daardoor is hij nog steeds erg populair. 

Container: MOV – Extensie: .mov
Deze container maakt deel uit van het QuickTime-multimediaframework dat ontwikkeld is door Apple. Hij kan naast audio en video ook ondertitels of speciale effecten bevatten. Bovendien kan hij verwijzingen bevatten naar gegevens in een ander bestand. Door zijn opbouw is deze container erg geschikt voor in-place montagewerk.

Container: MP4 Extensie: .mp4, .m4a, .m4p, .m4v
MPEG-4 Part 14: dit is een container die deel uitmaakt van de MPEG-4-standaard. Hij is gebaseerd op (en dus grotendeels hetzelfde als) de MOV-container van Apple. Naast de officiële extensie .mp4 worden .m4a, .m4p en .m4v gebruikt.

Deze extensies zijn vooral door iTunes populair gemaakt en staan respectievelijk voor bestanden met enkel audio, bestanden met door FairPlay-DRM beveiligde audio en bestanden met enkel video.

Container: Matroska – Extensie: .mkv
Matroska is een openbron containerformaat voor multimedia. Het werd speciaal ontwikkeld met het oog op flexibiliteit en uitbreidingsmogelijkheden. Daarom is het erg populair op het internet voor het verdelen van bestanden met meerdere audio- en subtiteltracks. Ondersteuning op gewone (hardware-)spelers is eerder uitzonderlijk voor dit formaat, maar begint hier en daar toch op te duiken.

Weigert je mediaspeler een video of song af te spelen, dan ligt dat bijna altijd aan een ontbrekende codec. Hieronder vind je de meest courante videocodecs.

Codec: MPEG-2 Part 2
Vooral gebruikt bij: dvd’s

Dit is de videocodec die onder andere gebruikt wordt voor dvd. Hij begint ondertussen wel wat gedateerd te worden, maar is enorm wijd verspreid. Hij wordt ook ondersteund door de standaarden voor digitale tv in de VS en Europa (ATSC en DVB), en ook blu-ray kan van deze codec gebruikmaken.

Binnen de MPEG-2-standaard zijn er verschillende profielen die betrekking hebben op de manier waarop de compressie gebeurt en levels die aanduiden welke resolutie en framerates er gebruikt worden. Zo maakt dvd gebruik van Main Profile/Main Level, en HDTV van Main Profile/High Level.

Codec: MPEG-4 Part 2 (DivX, XviD)
Vooral gebruikt bij: digitale filmbestanden

Sinds enige jaren een van de populairste codecs op het internet. DivX en XviD (de opensource-implementatie van DivX) zijn toepassingen van deze standaard.

Jammer genoeg bestaat er ook erg veel verwarring rond deze codec, want net zoals bij MPEG-2 zijn er ook bij MPEG-4 een aantal verschillende profielen en levels. Een iPod, om maar een voorbeeld te noemen, ondersteunt naast H.264 alleen MPEG-4 SP (Simple Profile), en kan dus geen DivX-bestanden afspelen.

Daarnaast gebruiken DivX-bestanden soms bepaalde technische eigenschappen die op heel wat spelers niet ondersteund worden. Wanneer een toestel MPEG-4-ondersteuning adverteert, zegt dat dus eigenlijk niet zoveel. Er is immers geen verplichting voor hardwarespelers om alle profielen en eigenschappen te ondersteunen.

In zo’n geval is de kans groot dat het toestel enkel met het Simple Profile om kan, waar je eigenlijk weinig aan hebt.

Codec: MPEG-4 Part 10 (H.264, AVC)
Vooral gebruikt bij: blu-ray

Vooral gekend als H.264 of AVC (Advanced Video Coding). Dit wordt momenteel gezien als dé state-of-the-art-codec, ontworpen om een goede videokwaliteit te behouden bij een sterkere compressie dan bij de vorige standaarden. De codec is ook ontworpen met het oog op flexibiliteit, en kan gebruikt worden voor hoge en lage resoluties, en bij hoge en lage bitrates. Net zoals zijn voorgangers is hij voorzien van een heleboel profielen en levels. Net zoals bij MPEG-4 Part 2 is de kans op verwarring erg groot, wat de ondersteuning door hardwarespelers betreft.

Codec: WMV
Vooral gebruikt bij: streaming video

De videocodec WMV – die door Microsoft ontwikkeld werd – is ook erg populair op het internet, vooral omdat hij erg geschikt is voor streamingdoeleinden. Er bestaat ook een HD-variant, die eigenlijk een extensie is van WMV9 en HDTV-resoluties (720p en 1.080p) ondersteunt. Enkele films werden ook op dvd gezet in WMV HD. Terminator 2 was de eerste film die zo werd uitgebracht. Deze filmbestanden kunnen afgespeeld worden op een pc.

Codec: VC-1
Vooral gebruikt bij: blu-ray

VC-1 is de naam die gebruikt wordt voor een SMPTE-standaard (Society of Motion Picture and Television Engineers) gebaseerd op de WMV9-videocodec van Microsoft. Deze standaard wordt gezien als een alternatief voor MPEG-4 Part 10. VC-1 is eigenlijk een superset (een ‘overkoepelende’ verzameling die een deelverzameling omvat) van WMV9. Ook deze codec wordt verplicht ondersteund door blu-rayspelers. Hij wordt ook gebruikt in de Xbox 360.

codecmultimediatechzonevideo

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!