Voor- en nadelen van pocketcamera’s
De grote verdienste van een pocketcamera is dat het een videocamera is die je altijd kan meenemen zonder dat het een sleur wordt.
De meeste zakcamera’s zijn trouw aan hun naam en passen inderdaad in een jaszak. Het compacte formaat zorgt wel voor de nodige beperkingen: een optische zoom is (meestal) afwezig en de gebruikte beeldsensor is eerder aan de kleine kant.
Het gevolg is dat pocketcamera’s, vergeleken met hun grotere en duurdere broers, lang niet zo goed presteren bij minder licht. Maar aan de andere kant zijn ze goedkoop genoeg om bijvoorbeeld mee op kamp te nemen of op een avontuurlijke tocht, zonder dat je allerlei beschermende tassen nodig hebt.
Enorm aanbod
Het aanbod aan pocketcamera’s is groot. Heel wat merken hebben meerdere modellen in de winkels liggen, en eigenlijk verbaast dat me wel een beetje. Al bij al zijn er niet zo gek veel verschillen tussen al die pocketcamera’s, die meestal in Full HD kunnen filmen.
De Kodak Play Touch (179 euro) en de Sony Bloggie Touch (199 euro) zijn typische pocketcamera’s: enigszins gevormd als een mobiele telefoon, met aan de ene kant een groot aanraakscherm en aan de andere kant een lens. Het scherm kan je niet zwenken of kantelen, dus het is iets moeilijker om deze camera’s te gebruiken om vanuit de hoogte of laag bij de grond te filmen. Ik vermoed stilletjes dat ze meestal op ooghoogte worden gebruikt.
Maar het kan ook anders, zoals de Panasonic HX-DC1 (189 euro) of de Sanyo Xacti VPC-CG100 (200 euro) bewijzen. Deze camera’s hebben wél een uitklapbaar schermpje en je houdt ze vast zoals een pistool. Met deze greep kan je met één hand nog vrij stabiel filmen, wat echt een voordeel is.
Beide beschikken over een optische zoom (respectievelijk 5x en 12x) en uiteraard ook over digitale zoommogelijkheden. Van die laatste ben ik geen fan, wegens het kwaliteitsverlies, maar heel af en toe kan het toch handig zijn.
Waterbestendig
En als een pocketcamera perfect in een jaszak past, wat dan met de momenten dat je geen jas bij hebt? Op een warme zomerdag, om maar iets te zeggen?
Daar is de Toshiba Camileo Clip (89 euro) voor gemaakt. De camera is bijzonder compact (4,6 x 8 x 6,1 cm) en weegt amper 85 gram. Aan de achterkant zit een clip om hem aan je riem of een ander kledingstuk vast te maken. Met zo’n bevestigingsmethode wil het wel eens fout gaan, en daarom is de behuizing bestand tegen waterspatten. De filmpjes die je maakt, kan je herbekijken op het kleine scherm van 1,5 inch, of via HDMI naar een platte tv sturen.
De grote verdienste van een pocketcamera is dat het een videocamera is die je altijd kan meenemen zonder dat het een sleur wordt.
De meeste zakcamera’s zijn trouw aan hun naam en passen inderdaad in een jaszak. Het compacte formaat zorgt wel voor de nodige beperkingen: een optische zoom is (meestal) afwezig en de gebruikte beeldsensor is eerder aan de kleine kant.
Het gevolg is dat pocketcamera’s, vergeleken met hun grotere en duurdere broers, lang niet zo goed presteren bij minder licht. Maar aan de andere kant zijn ze goedkoop genoeg om bijvoorbeeld mee op kamp te nemen of op een avontuurlijke tocht, zonder dat je allerlei beschermende tassen nodig hebt.
Enorm aanbod
Het aanbod aan pocketcamera’s is groot. Heel wat merken hebben meerdere modellen in de winkels liggen, en eigenlijk verbaast dat me wel een beetje. Al bij al zijn er niet zo gek veel verschillen tussen al die pocketcamera’s, die meestal in Full HD kunnen filmen.
De Kodak Play Touch (179 euro) en de Sony Bloggie Touch (199 euro) zijn typische pocketcamera’s: enigszins gevormd als een mobiele telefoon, met aan de ene kant een groot aanraakscherm en aan de andere kant een lens. Het scherm kan je niet zwenken of kantelen, dus het is iets moeilijker om deze camera’s te gebruiken om vanuit de hoogte of laag bij de grond te filmen. Ik vermoed stilletjes dat ze meestal op ooghoogte worden gebruikt.
Maar het kan ook anders, zoals de Panasonic HX-DC1 (189 euro) of de Sanyo Xacti VPC-CG100 (200 euro) bewijzen. Deze camera’s hebben wél een uitklapbaar schermpje en je houdt ze vast zoals een pistool. Met deze greep kan je met één hand nog vrij stabiel filmen, wat echt een voordeel is.
Beide beschikken over een optische zoom (respectievelijk 5x en 12x) en uiteraard ook over digitale zoommogelijkheden. Van die laatste ben ik geen fan, wegens het kwaliteitsverlies, maar heel af en toe kan het toch handig zijn.
Waterbestendig
En als een pocketcamera perfect in een jaszak past, wat dan met de momenten dat je geen jas bij hebt? Op een warme zomerdag, om maar iets te zeggen?
Daar is de Toshiba Camileo Clip (89 euro) voor gemaakt. De camera is bijzonder compact (4,6 x 8 x 6,1 cm) en weegt amper 85 gram. Aan de achterkant zit een clip om hem aan je riem of een ander kledingstuk vast te maken. Met zo’n bevestigingsmethode wil het wel eens fout gaan, en daarom is de behuizing bestand tegen waterspatten. De filmpjes die je maakt, kan je herbekijken op het kleine scherm van 1,5 inch, of via HDMI naar een platte tv sturen.