Test

Dit is een popup

Samsung Central Station CA750

Je komt thuis, legt je notebook binnen een straal van één meter van je beeldscherm en hebt meteen toegang tot al je randapparatuur en het internet. Sciencefiction, zeg je? Echt niet.

Any technology distinguishable from magic is insufficiently advanced”, schreef sciencefictionauteur Arthur C. Clarke begin jaren ’70. Anders gezegd: de beste technologie heeft altijd een beetje weg van magie. De Central Station van Samsung brengt ons alvast een stap dichter bij een draadloze toekomst.

De Samsung Central Station is een aanrader voor wie graag al zijn aansluitingen groepeert. Het zijn eigenlijk twee toestellen in één. Er is het beeldscherm (verkrijgbaar in 23 inch en 27 inch) en de USB-hub, ingewerkt in de voet van het scherm.

Alles draadloos
De term USB-hub is eigenlijk te beperkt, want er huizen wel meer aansluitingen in dat voetstuk. Zo zie ik een hoofdtelefoon- of luidsprekeraansluiting, een HDMI-poort, twee USB 3.0-connectors en twee USB 2.0-aansluitingen.

Aan de achterkant heb je een VGA-aansluiting en een ethernetpoort. Het scherm zelf is mat en wordt omgeven door een fraaie blinkende rand, waarvan het buitenste stukje doorzichtig is. De voet kreeg, op een glanzende zwarte strook na, de look van geborsteld staal mee. De Central Station mag er kortom wel wezen.

Het interessantste is natuurlijk de voet en meer bepaald het feit dat de hub ook draadloos werkt. Om dat voor elkaar te krijgen, moet ik eerst de meegeleverde software op mijn notebook installeren. Dat gaat relatief makkelijk, rekening houdend met het feit dat computers zelden exact doen wat je vraagt.

Daarna steek ik het meegeleverde USB-dongeltje in een vrije poort en wacht ik tot de Central Station mijn computer gevonden heeft. Dat dongeltje is trouwens zo vormgegeven dat je er niet snel ergens mee achter blijft hangen.

Slaapproblemen
Het duurt maar een paar seconden voordat scherm en dongle elkaar gevonden hebben, waarna de Central Station gaat worstelen met schermresoluties. De automatische afstelling werkt perfect, ik heb alleen wat problemen nadat ik mijn notebook een nacht in slaapstand heb gezet.

Dan volgden de berichten als “the wireless monitor has connected” en “the wireless monitor has disconnected” elkaar in sneltempo op, zonder dat het scherm van de Central Station teken van leven geeft. De VGA-aansluiting werkt pas als ik de configuratietool van mijn grafische kaart open, een gekke kronkel die zich op mijn notebook met elk extern scherm voordoet.

Als ik de Central Station eenmaal heb opgesteld, met mijn externe harde schijf, mijn draadloze toetsenbord en muis en mijn internetkabel aan de draadloze hub en enkel nog het dongeltje in mijn notebook, wordt mijn leven er een stuk makkelijker op. ’s Avonds klap ik mijn notebook dicht en neem ik hem mee naar huis.

Zodra ik hem ’s morgens in de buurt van de Central Station weer openklap, floept het scherm automatisch aan en kan ik met mijn externe toetsenbord en muis verdergaan waar ik gebleven was. En dat zonder ook maar één kabel te moeten aansluiten.

Technisch gezien is het geen kattenpis om de data van vier USB-toestellen en het scherm draadloos te versturen. Daarvoor doet Samsung een beroep op een eigen protocol dat geen storing zou moeten veroorzaken in bestaande bluetooth- of wifi-verbindingen.

Er is natuurlijk wel een beperking: om de snelheid van de twee ingebouwde USB 3.0-poorten volledig te kunnen benutten, moet je de meegeleverde kabel aan een vrije USB 3.0-poort van je computer aansluiten. Ook de ethernetpoort waar je je internetkabel in hangt, is niet de snelste.

Niet zonder scherm
Het scherm van de Central Station is al wat je van een hedendaagse monitor kan verwachten. Ik test de 23-inchversie, een scherm met een maximumresolutie van 1.920 x 1.080 pixels. Dankzij de ledverlichting zou het scherm ook behoorlijk zuinig moeten zijn. De monitor hangt aan de hub-voet met een dubbele scharnier.

Je kan dus de kijkhoogte aanpassen, maar je kan het scherm ook naar voor en naar achter kantelen. Geen klachten daar, maar eigenlijk is het wel jammer dat je de draadloze hub en het scherm niet apart kan krijgen. De combinatie is immers verre van gratis en als je thuis al een degelijk scherm hebt, voelt het een beetje als overspel om dit in huis te halen.

De Central Station is in de eerste plaats bedoeld voor notebookgebruikers die liefst zo weinig mogelijk met kabels willen klooien wanneer ze met hun draagbare computer aan hun bureau aankomen en wanneer ze weer moeten vertrekken. Toch zie ik mezelf deze combinatie ook met mijn desktopcomputer thuis gebruiken, omdat alle kabels dan op één plaats georganiseerd kunnen worden. Spijtig dat ik al een goed scherm heb.

Samsung Central Station CA750
prijs: 359 euro (23 inch) (juni 2011)

PRO: weer een stap richting draadloze toekomst, automagische verbinding, goed scherm.
CONTRA: niet zonder scherm verkrijgbaar, prijzig, soms wispelturig na slaapstand.

Je komt thuis, legt je notebook binnen een straal van één meter van je beeldscherm en hebt meteen toegang tot al je randapparatuur en het internet. Sciencefiction, zeg je? Echt niet.

Any technology distinguishable from magic is insufficiently advanced”, schreef sciencefictionauteur Arthur C. Clarke begin jaren ’70. Anders gezegd: de beste technologie heeft altijd een beetje weg van magie. De Central Station van Samsung brengt ons alvast een stap dichter bij een draadloze toekomst.

De Samsung Central Station is een aanrader voor wie graag al zijn aansluitingen groepeert. Het zijn eigenlijk twee toestellen in één. Er is het beeldscherm (verkrijgbaar in 23 inch en 27 inch) en de USB-hub, ingewerkt in de voet van het scherm.

Alles draadloos
De term USB-hub is eigenlijk te beperkt, want er huizen wel meer aansluitingen in dat voetstuk. Zo zie ik een hoofdtelefoon- of luidsprekeraansluiting, een HDMI-poort, twee USB 3.0-connectors en twee USB 2.0-aansluitingen.

Aan de achterkant heb je een VGA-aansluiting en een ethernetpoort. Het scherm zelf is mat en wordt omgeven door een fraaie blinkende rand, waarvan het buitenste stukje doorzichtig is. De voet kreeg, op een glanzende zwarte strook na, de look van geborsteld staal mee. De Central Station mag er kortom wel wezen.

Het interessantste is natuurlijk de voet en meer bepaald het feit dat de hub ook draadloos werkt. Om dat voor elkaar te krijgen, moet ik eerst de meegeleverde software op mijn notebook installeren. Dat gaat relatief makkelijk, rekening houdend met het feit dat computers zelden exact doen wat je vraagt.

Daarna steek ik het meegeleverde USB-dongeltje in een vrije poort en wacht ik tot de Central Station mijn computer gevonden heeft. Dat dongeltje is trouwens zo vormgegeven dat je er niet snel ergens mee achter blijft hangen.

Slaapproblemen
Het duurt maar een paar seconden voordat scherm en dongle elkaar gevonden hebben, waarna de Central Station gaat worstelen met schermresoluties. De automatische afstelling werkt perfect, ik heb alleen wat problemen nadat ik mijn notebook een nacht in slaapstand heb gezet.

Dan volgden de berichten als “the wireless monitor has connected” en “the wireless monitor has disconnected” elkaar in sneltempo op, zonder dat het scherm van de Central Station teken van leven geeft. De VGA-aansluiting werkt pas als ik de configuratietool van mijn grafische kaart open, een gekke kronkel die zich op mijn notebook met elk extern scherm voordoet.

Als ik de Central Station eenmaal heb opgesteld, met mijn externe harde schijf, mijn draadloze toetsenbord en muis en mijn internetkabel aan de draadloze hub en enkel nog het dongeltje in mijn notebook, wordt mijn leven er een stuk makkelijker op. ’s Avonds klap ik mijn notebook dicht en neem ik hem mee naar huis.

Zodra ik hem ’s morgens in de buurt van de Central Station weer openklap, floept het scherm automatisch aan en kan ik met mijn externe toetsenbord en muis verdergaan waar ik gebleven was. En dat zonder ook maar één kabel te moeten aansluiten.

Technisch gezien is het geen kattenpis om de data van vier USB-toestellen en het scherm draadloos te versturen. Daarvoor doet Samsung een beroep op een eigen protocol dat geen storing zou moeten veroorzaken in bestaande bluetooth- of wifi-verbindingen.

Er is natuurlijk wel een beperking: om de snelheid van de twee ingebouwde USB 3.0-poorten volledig te kunnen benutten, moet je de meegeleverde kabel aan een vrije USB 3.0-poort van je computer aansluiten. Ook de ethernetpoort waar je je internetkabel in hangt, is niet de snelste.

Niet zonder scherm
Het scherm van de Central Station is al wat je van een hedendaagse monitor kan verwachten. Ik test de 23-inchversie, een scherm met een maximumresolutie van 1.920 x 1.080 pixels. Dankzij de ledverlichting zou het scherm ook behoorlijk zuinig moeten zijn. De monitor hangt aan de hub-voet met een dubbele scharnier.

Je kan dus de kijkhoogte aanpassen, maar je kan het scherm ook naar voor en naar achter kantelen. Geen klachten daar, maar eigenlijk is het wel jammer dat je de draadloze hub en het scherm niet apart kan krijgen. De combinatie is immers verre van gratis en als je thuis al een degelijk scherm hebt, voelt het een beetje als overspel om dit in huis te halen.

De Central Station is in de eerste plaats bedoeld voor notebookgebruikers die liefst zo weinig mogelijk met kabels willen klooien wanneer ze met hun draagbare computer aan hun bureau aankomen en wanneer ze weer moeten vertrekken. Toch zie ik mezelf deze combinatie ook met mijn desktopcomputer thuis gebruiken, omdat alle kabels dan op één plaats georganiseerd kunnen worden. Spijtig dat ik al een goed scherm heb.

Samsung Central Station CA750
prijs: 359 euro (23 inch) (juni 2011)

PRO: weer een stap richting draadloze toekomst, automagische verbinding, goed scherm.
CONTRA: niet zonder scherm verkrijgbaar, prijzig, soms wispelturig na slaapstand.

centralstationdraadlooshubreviewssamsung

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!