BIPT gaat gsm-straling in huis meten
Telecomwaakhond BIPT gaat de gsm-straling meten in de huizen van burgers die dat wensen, en die op minder dan 300 meter van een gsm-mast wonen.
Bij ons zijn er limieten op het vermogen dat een gsm-antenne mag uitstoten en waar elke mobiele operator zich aan moet houden. Maar er zijn ook Europese regels over cumulatieve straling. Dat is een optelsom van alle straling die op een bepaalde plaats door de lucht gaat.
Niet alleen gsm-antennes geven straling af, maar ook de telefoontoestellen, wifi-toegangspunten en de signalen van de netwerken van hulpdiensten.
[related_article id=”161563″]
Om de kracht van de cumulatieve straling te kennen, moet er een meting gebeuren. En de Belgische dienst voor telecom is door Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege belast met die taak.
Gratis
De meting die het BIPT komt uitvoeren is gratis. Als je tenminste aan enkele voorwaarden voldoet. Een eerste is dat je minder dan 300 meter van een zendmast woont.
Met een kleine meter zoekt de technicus de kamer waar de straling het hoogst is. Daar stelt hij dan de meetapparatuur op om gedurende zes minuten te meten. Indien de straling te hoog is, gaat het BIPT met gespecialiseerde apparatuur op zoek naar de bijdrage die iedere antenne levert.
De resultaten van de metingen zijn niet publiek beschikbaar, vanuit privacy-overwegingen.
Nuttig?
Dit soort metingen gebeurde ook al in het verleden, maar wordt door mediabelangstelling steeds vaker aangevraagd. In 2009 en 2010 samen zijn er 155 metingen aangevraagd, dit jaar al 138.
In hoeveel van de 175 werd de norm van 20,6 volt per meter nu eigenlijk overschreden? Nooit. In 164 van de 175 metingen werd minder dan 1 V/m vastgesteld. In vier gevallen werd meer dan 3 V/M vastgesteld, wat de maximumstraling voor één antenne is. Maar die straling kwam van meerdere bronnen en ook daar was er dus geen normoverschrijding.
Telecomwaakhond BIPT gaat de gsm-straling meten in de huizen van burgers die dat wensen, en die op minder dan 300 meter van een gsm-mast wonen.
Bij ons zijn er limieten op het vermogen dat een gsm-antenne mag uitstoten en waar elke mobiele operator zich aan moet houden. Maar er zijn ook Europese regels over cumulatieve straling. Dat is een optelsom van alle straling die op een bepaalde plaats door de lucht gaat.
Niet alleen gsm-antennes geven straling af, maar ook de telefoontoestellen, wifi-toegangspunten en de signalen van de netwerken van hulpdiensten.
[related_article id=”161563″]
Om de kracht van de cumulatieve straling te kennen, moet er een meting gebeuren. En de Belgische dienst voor telecom is door Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege belast met die taak.
Gratis
De meting die het BIPT komt uitvoeren is gratis. Als je tenminste aan enkele voorwaarden voldoet. Een eerste is dat je minder dan 300 meter van een zendmast woont.
Met een kleine meter zoekt de technicus de kamer waar de straling het hoogst is. Daar stelt hij dan de meetapparatuur op om gedurende zes minuten te meten. Indien de straling te hoog is, gaat het BIPT met gespecialiseerde apparatuur op zoek naar de bijdrage die iedere antenne levert.
De resultaten van de metingen zijn niet publiek beschikbaar, vanuit privacy-overwegingen.
Nuttig?
Dit soort metingen gebeurde ook al in het verleden, maar wordt door mediabelangstelling steeds vaker aangevraagd. In 2009 en 2010 samen zijn er 155 metingen aangevraagd, dit jaar al 138.
In hoeveel van de 175 werd de norm van 20,6 volt per meter nu eigenlijk overschreden? Nooit. In 164 van de 175 metingen werd minder dan 1 V/m vastgesteld. In vier gevallen werd meer dan 3 V/M vastgesteld, wat de maximumstraling voor één antenne is. Maar die straling kwam van meerdere bronnen en ook daar was er dus geen normoverschrijding.
