Review: WWE All Stars
Eigen stijl en moves
WWE-games hebben al een behoorlijke geschiedenis op hun palmares staan. De stoere vechtjassen worden al vele jaren in een game gegoten, maar het lukt zelden om die titels echt leuk te maken omdat ze zo ‘realistisch’ worden gemaakt. Kan WWE All Stars een gezonde balans tussen de twee vinden? Vanaf het ogenblik dat je de eerste gevechten achter de rug hebt, kun je al snel de conclusie trekken als je vergelijkt met voorgaande WWE-games. All Stars is verre van realistisch, maar het is wel de leukste WWE-game tot nog toe. De regels van de WWE worden niet altijd strikt gevolgd, maar dat is ook helemaal niet erg. Je kunt met in totaal dertig vechters, vijftien legendes en vijftien hedendaagse helden, aan de slag, elk met hun eigen stijl en moves.
WWE All Stars heeft een heel zachte leercurve, zonder in te boeten aan diepgang. Je hebt twee bewegingstypes: grijpen en aanvallen. Van elk heb je zowel een trage als snelle versie. Het is aan jou om de bewegingen van je tegenstander goed te lezen en te counteren met snelle en trage bewegingen. Weg is de uitputtingsbalk waar je rekening mee moet houden; vanaf nu kun je gewoon slaan en schoppen zoveel je maar wilt. Dit bevordert niet alleen de snelheid van het spel, het schakelt ook een hoop frustraties uit. De belangrijkste spelmodus is Path of Champions. Hierin word je met behulp van een luchtig verhaal doorheen drie ladders van telkens tien gevechten geloodst. De drie grote eindvechters die je opwachten zijn The Undertaker, Randy Orton en D-Generation X. In principe lijkt het gewoon een aaneenschakeling van gevechten, maar de verschillende omgevingen en vooraf gerenderde tussenfilmpjes voegen genoeg toe om interessant te blijven. Alle originele atleten hebben trouwens de verschillende scènes en hun personage van stemmen voorzien.
In een andere modus, Fantasy Warfare, voorziet het spel interessante gevechten tussen twee roosters. De meeste combinaties zijn bijzonder leuk en verrassend, terwijl andere wel heel raar uitkomen. CM Punk tegen ‘Stone Cold’ Steve Austin is leuk, maar Jimmy ‘Superfly’ Snuka tegen Kane voelt ietwat geforceerd aan. Gelukkig worden alle vijftien wedstrijden voorzien van genoeg videomateriaal dat op een knappe manier is gemonteerd. Behalve de dertig vechters kun je nog steeds je eigen personage aanmaken. Qua uitzicht kun je heel veel aanpassen, terwijl je voor je unieke bewegingen moet kiezen tussen alle bestaande moves in het spel. Grafisch ziet WWE All Stars er niet bloedmooi uit, maar het weet wel perfect de sfeer weer te geven. Alle helden en legenden zien er goed uit en hun bewegingen worden mooi naar het scherm vertaald. Soms zijn er her en der wat clipping-problemen waar de ene helft verdwijnt in de andere, maar gezien de pure fun van het spel kijk je daar snel.. euh… doorheen.
[related_article id=”160734″]
Eigen stijl en moves
WWE-games hebben al een behoorlijke geschiedenis op hun palmares staan. De stoere vechtjassen worden al vele jaren in een game gegoten, maar het lukt zelden om die titels echt leuk te maken omdat ze zo ‘realistisch’ worden gemaakt. Kan WWE All Stars een gezonde balans tussen de twee vinden? Vanaf het ogenblik dat je de eerste gevechten achter de rug hebt, kun je al snel de conclusie trekken als je vergelijkt met voorgaande WWE-games. All Stars is verre van realistisch, maar het is wel de leukste WWE-game tot nog toe. De regels van de WWE worden niet altijd strikt gevolgd, maar dat is ook helemaal niet erg. Je kunt met in totaal dertig vechters, vijftien legendes en vijftien hedendaagse helden, aan de slag, elk met hun eigen stijl en moves.
WWE All Stars heeft een heel zachte leercurve, zonder in te boeten aan diepgang. Je hebt twee bewegingstypes: grijpen en aanvallen. Van elk heb je zowel een trage als snelle versie. Het is aan jou om de bewegingen van je tegenstander goed te lezen en te counteren met snelle en trage bewegingen. Weg is de uitputtingsbalk waar je rekening mee moet houden; vanaf nu kun je gewoon slaan en schoppen zoveel je maar wilt. Dit bevordert niet alleen de snelheid van het spel, het schakelt ook een hoop frustraties uit. De belangrijkste spelmodus is Path of Champions. Hierin word je met behulp van een luchtig verhaal doorheen drie ladders van telkens tien gevechten geloodst. De drie grote eindvechters die je opwachten zijn The Undertaker, Randy Orton en D-Generation X. In principe lijkt het gewoon een aaneenschakeling van gevechten, maar de verschillende omgevingen en vooraf gerenderde tussenfilmpjes voegen genoeg toe om interessant te blijven. Alle originele atleten hebben trouwens de verschillende scènes en hun personage van stemmen voorzien.
In een andere modus, Fantasy Warfare, voorziet het spel interessante gevechten tussen twee roosters. De meeste combinaties zijn bijzonder leuk en verrassend, terwijl andere wel heel raar uitkomen. CM Punk tegen ‘Stone Cold’ Steve Austin is leuk, maar Jimmy ‘Superfly’ Snuka tegen Kane voelt ietwat geforceerd aan. Gelukkig worden alle vijftien wedstrijden voorzien van genoeg videomateriaal dat op een knappe manier is gemonteerd. Behalve de dertig vechters kun je nog steeds je eigen personage aanmaken. Qua uitzicht kun je heel veel aanpassen, terwijl je voor je unieke bewegingen moet kiezen tussen alle bestaande moves in het spel. Grafisch ziet WWE All Stars er niet bloedmooi uit, maar het weet wel perfect de sfeer weer te geven. Alle helden en legenden zien er goed uit en hun bewegingen worden mooi naar het scherm vertaald. Soms zijn er her en der wat clipping-problemen waar de ene helft verdwijnt in de andere, maar gezien de pure fun van het spel kijk je daar snel.. euh… doorheen.
[related_article id=”160734″]