Een groenere computer samenstellen
Je computer bestaat uit verschillende hardware. Maar wat verbruiken al die onderdelen apart en wat is er voor verbetering vatbaar? Gelukkig zijn er genoeg oplossingen om energie in kaart te brengen.
Kies een zuinige computer
Een zuinige computer samenstellen of kopen gaat verder dan alleen maar de zuinigste componenten kiezen. Een laag verbruik komt immers niet overeen met een hoge energie-efficiëntie. Om een extreem voorbeeld te geven: het is eenvoudig om met onderdelen van een tiental jaren geleden een computer samen te stellen die volledig belast maar 150 watt verbruikt.
Als we daar een hedendaagse, uit de kluiten gewassen configuratie tegenover stellen, die er misschien meer dan 500 watt doorheen jaagt, dan lijkt de oude computer best zuinig. De realiteit is echter anders.
Een complexe taak zoals het encoderen van een videobestand duurt op een recente machine die hiervoor eveneens aanspraak kan maken op de rekenkracht van de grafische kaart misschien maar enkele minuten, terwijl de oude machine daar wellicht uren, zo niet dagen aan verspeelt.
Waar de huidige configuratie dus het grootste gedeelte van de tijd niets doet en dan terugvalt op een veel lager verbruik, verbruikt de oude machine gemiddeld veel meer. Voor een aantal componenten kun je echter een zuiniger alternatief kopen zonder aan prestaties in te boeten.
Efficiënte voeding
Een groot gedeelte van de stroom die je computer gebruikt, gaat al verloren in de voeding. Deze voeding zet de 230V-wisselspanning van het stroomnet om in voltages gelijkspanning waarmee de diverse componenten in het systeem werken. Alleen wordt niet alle energie omgezet en gaat er een deel verloren in de vorm van warmte.
Daarom ook dat voedingen meestal voorzien zijn van een ventilator of enorme koelvinnen achteraan. De verhouding tussen het uitgangsvermogen van een voeding en de hoeveelheid stroom die hiervoor uit het stopcontact wordt gehaald, is de efficiëntie. Haalt een voeding 400 watt uit het stroomnet om hiervoor 300 watt aan vermogen aan de componenten te leveren, dan bedraagt de efficiëntie op dat ogenblik 75 procent.
Een hoge efficiëntie voorkomt dus dat er veel energie verloren gaat. Zuinige voedingen worden daarom aangeduid met een speciaal label. Een 80 Plus-certificaat garandeert bijvoorbeeld een voeding met een efficiëntie van minstens 80 procent bij alle belastingen.
Voor het gouden 80 Plus-logo is een efficiëntie van minstens 88 procent vereist bij een belasting van 20 en 100 procent, en zelfs 92 procent bij 50 procent belasting. De voorwaarden voor het 80 Plus Platinum-logo zijn nog strenger, met een efficiëntie die nergens onder de 90 mag zakken. Deze voedingen zijn dan ook dun gezaaid.
Grafische kaart
Afhankelijk van het type kan de grafische kaart een van de grootverbruikers in je computerbehuizing zijn, of slechts een klein deel van het verbruik voor zijn rekening nemen. Geïntegreerde graphics, in de processor of in de chipset, zijn meestal erg zuinig. Het verbruik gaat echter pijlsnel de hoogte in wanneer we opteren voor een aparte grafische kaart, vooral bij de krachtige exemplaren die geliefd zijn bij spelfanaten.
Zo noteren we op een van onze testracks met geïntegreerde graphics een totaalverbruik van 54 watt in onbelaste toestand. Wanneer we een Geforce GTX 450 monteren, meten we een onbelast verbruik van maar liefst 60 watt.
Een verschil van 6 watt of 4,38 kWh op jaarbasis als het systeem dagelijks twee uur met licht rekenwerk bezig is waarvoor zo’n grafische kaart niet nodig is. Heb je geen behoefte aan de rekenkracht van de grafische kaart, kies dan voor een bescheiden en zuinige geïntegreerde oplossing.
Processor
Op het verbruik van een processor is moeilijk een maat te plakken. Een goede aanwijzing is de TDP (thermal design power), die uitgedrukt wordt in watt. Laat je niet verwarren, want die wattage is geen maat van het verbruik van de processor, maar geeft aan hoeveel warmte er door het koelsysteem afgevoerd moet worden.
Aangezien de warmteontwikkeling min of meer rechtlijnig evolueert met het stroomverbruik, is de TDP meestal ook een maat voor het maximale verbruik. Binnen dezelfde processorfamilie vallen de meeste processors immers terug op dezelfde frequentie als ze niet belast worden, en dus ook op min of meer hetzelfde verbruik.
Het is pas wanneer de processor alle registers opentrekt om een ingewikkelde taak uit te voeren, dat het verbruik bij de topmodellen de hoogte inschiet. Ook hier geldt echter de kanttekening dat een snellere processor meer verbruikt, maar dit hogere verbruik wellicht ook minder lang aanhoudt.
Geheugen en harde schijf
Investeren in zuiniger geheugen is weinig zinvol als eerste stap om een energie-efficiënt systeem te bouwen. Het geheugen consumeert maar enkele watts en er zijn veel grotere winsten te behalen bij andere onderdelen. DDR2 behoort ondertussen volledig tot het verleden. Vanuit een energiestandpunt is dat een goede zaak, want DDR3-geheugen is ongeveer 30 procent zuiniger.
In aanvulling daarop breidde JEDEC de DDR3-standaard nog uit met specificaties voor lowvoltagegeheugen die werken op slechts 1,35V in plaats van de gebruikelijke 1,5V. Zo heeft Kingston in het HyperX DDR3-assortiment geheugenmodules met het achtervoegsel LoVo, wat vanzelfsprekend staat voor low voltage.
Deze modules werken op 1,25V of 1,35V, afhankelijk van de snelheid. Producent Geil heeft dan weer de Green Series-geheugenkits, bestaande uit twee geheugenmodules die werken op 1,3V. In de praktijk zullen al deze modules een besparing van hooguit enkele watt laten optekenen.
Ook bij de harde schijf valt er te besparen. Hier geldt echter hetzelfde als bij geheugen: een energiezuinige harde schijf kan het verbruik van een systeem nog met enkele watts bijschaven, maar zal geen enorm verschil maken.
Western Digital en Samsung hebben met respectievelijk de Caviar Green en EcoGreen harde schijven die roteren op slechts 5.400 TPM in plaats van de gebruikelijke 7.200 TPM. Seagates Barracuda LP-schijven draaien dan weer op 5.900 TPM. Deze lagere rotatiesnelheid resulteert in een iets zuinigere schijf, die helaas ook iets trager is.
Deze schijven zijn daarom minder geschikt als opstartschijf, maar ze kunnen uitstekend dienen voor de opslag van data, zowel in een computer als bijvoorbeeld in een NAS. Een bijkomend voordeel van de lagere snelheid is een iets lagere temperatuur.
Zuinige schermen
Bij een draagbare computer is het beeldscherm wellicht de component die de meeste stroom verbruikt. Een schermtechnologie die het verbruik van het scherm beperkt, zal in de eerste plaats een gezonde invloed hebben op je energiefactuur, maar ook de batterijduur van draagbare apparaten sterk verbeteren.
Ofwel blijft de autonomie identiek, maar weegt het toestel minder omdat er een kleinere batterij geïnstalleerd kan worden.
Een lcd-paneel geeft zelf geen licht. Om beeld te krijgen, moet er een lichtbron achter geplaatst worden. Tot voor kort werden hiervoor fluorescentielampen gebruikt, maar de industrie schakelt momenteel in sneltempo over op beeldschermen met de zuinigere led-verlichting. Die zouden 20 tot 30 procent zuiniger moeten zijn, zonder aan helderheid in te boeten. Bovendien gaan leds langer mee en bevatten ze geen kwik.
Oledtechnologie tref je momenteel voornamelijk aan als amoledscherm in draagbare elektronica, zoals duurdere mediaspelers en high-end mobiele telefoons. Het grote voordeel van oled is dat het beeldscherm zelf ook als lichtbron functioneert, en dus geen backlight meer nodig heeft.
Hierdoor zijn de schermen niet alleen zuiniger, ze zijn bovendien extreem dun. Alleen zijn dit soort schermen momenteel nog veel duurder dan conventionele ledschermen. Op grotere displays is het nog wachten. Praktische beperkingen en vooral een astronomisch prijskaartje maken dat het toepassingsgebied van oledschermen zich momenteel beperkt tot draagbare apparaten en kleinere televisies of computerschermen.
Je computer bestaat uit verschillende hardware. Maar wat verbruiken al die onderdelen apart en wat is er voor verbetering vatbaar? Gelukkig zijn er genoeg oplossingen om energie in kaart te brengen.
Kies een zuinige computer
Een zuinige computer samenstellen of kopen gaat verder dan alleen maar de zuinigste componenten kiezen. Een laag verbruik komt immers niet overeen met een hoge energie-efficiëntie. Om een extreem voorbeeld te geven: het is eenvoudig om met onderdelen van een tiental jaren geleden een computer samen te stellen die volledig belast maar 150 watt verbruikt.
Als we daar een hedendaagse, uit de kluiten gewassen configuratie tegenover stellen, die er misschien meer dan 500 watt doorheen jaagt, dan lijkt de oude computer best zuinig. De realiteit is echter anders.
Een complexe taak zoals het encoderen van een videobestand duurt op een recente machine die hiervoor eveneens aanspraak kan maken op de rekenkracht van de grafische kaart misschien maar enkele minuten, terwijl de oude machine daar wellicht uren, zo niet dagen aan verspeelt.
Waar de huidige configuratie dus het grootste gedeelte van de tijd niets doet en dan terugvalt op een veel lager verbruik, verbruikt de oude machine gemiddeld veel meer. Voor een aantal componenten kun je echter een zuiniger alternatief kopen zonder aan prestaties in te boeten.
Efficiënte voeding
Een groot gedeelte van de stroom die je computer gebruikt, gaat al verloren in de voeding. Deze voeding zet de 230V-wisselspanning van het stroomnet om in voltages gelijkspanning waarmee de diverse componenten in het systeem werken. Alleen wordt niet alle energie omgezet en gaat er een deel verloren in de vorm van warmte.
Daarom ook dat voedingen meestal voorzien zijn van een ventilator of enorme koelvinnen achteraan. De verhouding tussen het uitgangsvermogen van een voeding en de hoeveelheid stroom die hiervoor uit het stopcontact wordt gehaald, is de efficiëntie. Haalt een voeding 400 watt uit het stroomnet om hiervoor 300 watt aan vermogen aan de componenten te leveren, dan bedraagt de efficiëntie op dat ogenblik 75 procent.
Een hoge efficiëntie voorkomt dus dat er veel energie verloren gaat. Zuinige voedingen worden daarom aangeduid met een speciaal label. Een 80 Plus-certificaat garandeert bijvoorbeeld een voeding met een efficiëntie van minstens 80 procent bij alle belastingen.
Voor het gouden 80 Plus-logo is een efficiëntie van minstens 88 procent vereist bij een belasting van 20 en 100 procent, en zelfs 92 procent bij 50 procent belasting. De voorwaarden voor het 80 Plus Platinum-logo zijn nog strenger, met een efficiëntie die nergens onder de 90 mag zakken. Deze voedingen zijn dan ook dun gezaaid.
Grafische kaart
Afhankelijk van het type kan de grafische kaart een van de grootverbruikers in je computerbehuizing zijn, of slechts een klein deel van het verbruik voor zijn rekening nemen. Geïntegreerde graphics, in de processor of in de chipset, zijn meestal erg zuinig. Het verbruik gaat echter pijlsnel de hoogte in wanneer we opteren voor een aparte grafische kaart, vooral bij de krachtige exemplaren die geliefd zijn bij spelfanaten.
Zo noteren we op een van onze testracks met geïntegreerde graphics een totaalverbruik van 54 watt in onbelaste toestand. Wanneer we een Geforce GTX 450 monteren, meten we een onbelast verbruik van maar liefst 60 watt.
Een verschil van 6 watt of 4,38 kWh op jaarbasis als het systeem dagelijks twee uur met licht rekenwerk bezig is waarvoor zo’n grafische kaart niet nodig is. Heb je geen behoefte aan de rekenkracht van de grafische kaart, kies dan voor een bescheiden en zuinige geïntegreerde oplossing.
Processor
Op het verbruik van een processor is moeilijk een maat te plakken. Een goede aanwijzing is de TDP (thermal design power), die uitgedrukt wordt in watt. Laat je niet verwarren, want die wattage is geen maat van het verbruik van de processor, maar geeft aan hoeveel warmte er door het koelsysteem afgevoerd moet worden.
Aangezien de warmteontwikkeling min of meer rechtlijnig evolueert met het stroomverbruik, is de TDP meestal ook een maat voor het maximale verbruik. Binnen dezelfde processorfamilie vallen de meeste processors immers terug op dezelfde frequentie als ze niet belast worden, en dus ook op min of meer hetzelfde verbruik.
Het is pas wanneer de processor alle registers opentrekt om een ingewikkelde taak uit te voeren, dat het verbruik bij de topmodellen de hoogte inschiet. Ook hier geldt echter de kanttekening dat een snellere processor meer verbruikt, maar dit hogere verbruik wellicht ook minder lang aanhoudt.
Geheugen en harde schijf
Investeren in zuiniger geheugen is weinig zinvol als eerste stap om een energie-efficiënt systeem te bouwen. Het geheugen consumeert maar enkele watts en er zijn veel grotere winsten te behalen bij andere onderdelen. DDR2 behoort ondertussen volledig tot het verleden. Vanuit een energiestandpunt is dat een goede zaak, want DDR3-geheugen is ongeveer 30 procent zuiniger.
In aanvulling daarop breidde JEDEC de DDR3-standaard nog uit met specificaties voor lowvoltagegeheugen die werken op slechts 1,35V in plaats van de gebruikelijke 1,5V. Zo heeft Kingston in het HyperX DDR3-assortiment geheugenmodules met het achtervoegsel LoVo, wat vanzelfsprekend staat voor low voltage.
Deze modules werken op 1,25V of 1,35V, afhankelijk van de snelheid. Producent Geil heeft dan weer de Green Series-geheugenkits, bestaande uit twee geheugenmodules die werken op 1,3V. In de praktijk zullen al deze modules een besparing van hooguit enkele watt laten optekenen.
Ook bij de harde schijf valt er te besparen. Hier geldt echter hetzelfde als bij geheugen: een energiezuinige harde schijf kan het verbruik van een systeem nog met enkele watts bijschaven, maar zal geen enorm verschil maken.
Western Digital en Samsung hebben met respectievelijk de Caviar Green en EcoGreen harde schijven die roteren op slechts 5.400 TPM in plaats van de gebruikelijke 7.200 TPM. Seagates Barracuda LP-schijven draaien dan weer op 5.900 TPM. Deze lagere rotatiesnelheid resulteert in een iets zuinigere schijf, die helaas ook iets trager is.
Deze schijven zijn daarom minder geschikt als opstartschijf, maar ze kunnen uitstekend dienen voor de opslag van data, zowel in een computer als bijvoorbeeld in een NAS. Een bijkomend voordeel van de lagere snelheid is een iets lagere temperatuur.
Zuinige schermen
Bij een draagbare computer is het beeldscherm wellicht de component die de meeste stroom verbruikt. Een schermtechnologie die het verbruik van het scherm beperkt, zal in de eerste plaats een gezonde invloed hebben op je energiefactuur, maar ook de batterijduur van draagbare apparaten sterk verbeteren.
Ofwel blijft de autonomie identiek, maar weegt het toestel minder omdat er een kleinere batterij geïnstalleerd kan worden.
Een lcd-paneel geeft zelf geen licht. Om beeld te krijgen, moet er een lichtbron achter geplaatst worden. Tot voor kort werden hiervoor fluorescentielampen gebruikt, maar de industrie schakelt momenteel in sneltempo over op beeldschermen met de zuinigere led-verlichting. Die zouden 20 tot 30 procent zuiniger moeten zijn, zonder aan helderheid in te boeten. Bovendien gaan leds langer mee en bevatten ze geen kwik.
Oledtechnologie tref je momenteel voornamelijk aan als amoledscherm in draagbare elektronica, zoals duurdere mediaspelers en high-end mobiele telefoons. Het grote voordeel van oled is dat het beeldscherm zelf ook als lichtbron functioneert, en dus geen backlight meer nodig heeft.
Hierdoor zijn de schermen niet alleen zuiniger, ze zijn bovendien extreem dun. Alleen zijn dit soort schermen momenteel nog veel duurder dan conventionele ledschermen. Op grotere displays is het nog wachten. Praktische beperkingen en vooral een astronomisch prijskaartje maken dat het toepassingsgebied van oledschermen zich momenteel beperkt tot draagbare apparaten en kleinere televisies of computerschermen.