Voorraad internetadressen slinkt snel
Van alle 4,3 miljard internetadressen is al 95 procent opgebruikt, zo blijkt uit cijfers van de koepelvereniging van beheersorganisaties voor IP-adressen.
In de wereld zijn er vijf organisaties die de numerieke internetadressen beheren, de regionale internetregisters (RIR). Samen worden ze vertegenwoordigd door de NRO, de Number Resource Organisation.
En de NRO heeft een weinig opbeurende boodschap bij haar presentatie van de cijfers: “Dit is een mijlpaal in het leven van het internet en betekent dat we binnenkort de laatste blokken van IPv4 aan de RIR’s toewijzen.”
Het blok van de vorige vijf procent, dus van 90 naar 95 procent, is nog maar pas in januari aangesneden. Een kleine tien maanden geleden dus, wat meteen al te raden geeft hoelang de laatste vijf procent zal meegaan.
Zeldzaamheid
Een IP-adres van het type IPv4 is nog steeds nodig om op het internet te kunnen. Servers zijn dan wel bereikbaar door een internetadres zoals www.zdnet.nl, steeds zit er ook een numeriek adres achter.
Er zijn wel technieken om meerdere machines achter één numeriek adres te parkeren, met een technologie die network address translation heet. Maar ook deze technologie kent haar beperkingen, wat dus maakt dat IPv4-adressen felbegeerd zijn.
Oplossing IPv6
De oplossing van het tekort aan IPv4-adressen is het gebruik van de langere IPv6-adressen. Omdat deze langer zijn, zijn er ook meer combinaties mogelijk. 340.282.366.920.938.463.463.374.607.431.768.211.456 om precies te zijn.
Maar IPv6 vraagt ook technologische aanpassingen, en niet veel bedrijven zijn daar klaar voor. Google en Facebook maken zich klaar voor IPv6, maar kleinere bedrijven blijven nogal achter.
De NRO vraagt dan ook om IPv6-acties te ondernemen, voordat er een enorme toestroom komt op de adressen, die de stabiliteit van het internet in gevaar kan brengen.
Van alle 4,3 miljard internetadressen is al 95 procent opgebruikt, zo blijkt uit cijfers van de koepelvereniging van beheersorganisaties voor IP-adressen.
In de wereld zijn er vijf organisaties die de numerieke internetadressen beheren, de regionale internetregisters (RIR). Samen worden ze vertegenwoordigd door de NRO, de Number Resource Organisation.
En de NRO heeft een weinig opbeurende boodschap bij haar presentatie van de cijfers: “Dit is een mijlpaal in het leven van het internet en betekent dat we binnenkort de laatste blokken van IPv4 aan de RIR’s toewijzen.”
Het blok van de vorige vijf procent, dus van 90 naar 95 procent, is nog maar pas in januari aangesneden. Een kleine tien maanden geleden dus, wat meteen al te raden geeft hoelang de laatste vijf procent zal meegaan.
Zeldzaamheid
Een IP-adres van het type IPv4 is nog steeds nodig om op het internet te kunnen. Servers zijn dan wel bereikbaar door een internetadres zoals www.zdnet.nl, steeds zit er ook een numeriek adres achter.
Er zijn wel technieken om meerdere machines achter één numeriek adres te parkeren, met een technologie die network address translation heet. Maar ook deze technologie kent haar beperkingen, wat dus maakt dat IPv4-adressen felbegeerd zijn.
Oplossing IPv6
De oplossing van het tekort aan IPv4-adressen is het gebruik van de langere IPv6-adressen. Omdat deze langer zijn, zijn er ook meer combinaties mogelijk. 340.282.366.920.938.463.463.374.607.431.768.211.456 om precies te zijn.
Maar IPv6 vraagt ook technologische aanpassingen, en niet veel bedrijven zijn daar klaar voor. Google en Facebook maken zich klaar voor IPv6, maar kleinere bedrijven blijven nogal achter.
De NRO vraagt dan ook om IPv6-acties te ondernemen, voordat er een enorme toestroom komt op de adressen, die de stabiliteit van het internet in gevaar kan brengen.