Een op vijf jongeren pest op internet
Meer dan 22 procent van de jongeren maakt zich schuldig aan online pesten, zo blijkt uit een Belgisch onderzoek.
Pestkoppen die het internet gebruiken om slachtoffers te maken, zijn vaker jongens. Ze studeren in veel gevallen aan het technisch secundair onderwijs of hebben laaggeschoolde ouders. Chatberichten zijn het populairste middel om te cyberpesten.
De universiteit van Leuven onderzocht welke risico’s jongeren tussen 15 en 19 jaar opzoeken bij het gebruik van sociaalnetwerksites zoals Netlog (vergelijkbaar met Hyves in Nederland), Facebook en MySpace. Uit het onderzoek blijkt dat cyberpesten vaak voorkomt.
Van de meer dan achthonderd Belgische jongeren die voor het onderzoek een vragenlijst hebben beantwoord, geeft 22,5 procent toe aan cyberpesten te doen.
Bijna de helft van de jongeren is getuige geweest van online pesten. 12 procent is er slachtoffer van en heeft ‘brutale’ en ‘pijnlijke’ berichten van de pestkoppen ontvangen. Van de jongeren zegt 6 procent op een andere manier belachelijk te zijn gemaakt op internet.
Gemengde gevoelens
Cyberpesters hebben gemengde gevoelens bij wat ze doen. Ongeveer 20 procent zegt zich goed te voelen, terwijl 27 procent zich er slecht bij voelt. Een op de drie beweert "geen gevoelens" te hebben bij zijn of haar daden.
Volgens de onderzoekers lopen slachtoffers een groter risico om ook in de echte wereld het slachtoffer te worden van pesten. Aan de andere kant is de kans ook groter dat ze zelf anderen gaan pesten.
Als meisjes het slachtoffer worden van cyberpesters, zullen zij sneller hulp zoeken bij een volwassene of iemand uit de eigen groep.
Veel zelfvertrouwen
De onderzoekers peilden ook naar specifieke karaktertrekken van cyberpesters en gingen na hoe ze zich elders op internet gedragen. Jongeren met veel zelfvertrouwen pesten het vaakst. In vergelijking met andere jongeren zijn ze ook het vaakst bezig op netwerksites.
Kinderen die een goede relatie hebben met hun ouders pesten minder, en zijn er ook minder het slachtoffer van.
Meer dan 22 procent van de jongeren maakt zich schuldig aan online pesten, zo blijkt uit een Belgisch onderzoek.
Pestkoppen die het internet gebruiken om slachtoffers te maken, zijn vaker jongens. Ze studeren in veel gevallen aan het technisch secundair onderwijs of hebben laaggeschoolde ouders. Chatberichten zijn het populairste middel om te cyberpesten.
De universiteit van Leuven onderzocht welke risico’s jongeren tussen 15 en 19 jaar opzoeken bij het gebruik van sociaalnetwerksites zoals Netlog (vergelijkbaar met Hyves in Nederland), Facebook en MySpace. Uit het onderzoek blijkt dat cyberpesten vaak voorkomt.
Van de meer dan achthonderd Belgische jongeren die voor het onderzoek een vragenlijst hebben beantwoord, geeft 22,5 procent toe aan cyberpesten te doen.
Bijna de helft van de jongeren is getuige geweest van online pesten. 12 procent is er slachtoffer van en heeft ‘brutale’ en ‘pijnlijke’ berichten van de pestkoppen ontvangen. Van de jongeren zegt 6 procent op een andere manier belachelijk te zijn gemaakt op internet.
Gemengde gevoelens
Cyberpesters hebben gemengde gevoelens bij wat ze doen. Ongeveer 20 procent zegt zich goed te voelen, terwijl 27 procent zich er slecht bij voelt. Een op de drie beweert "geen gevoelens" te hebben bij zijn of haar daden.
Volgens de onderzoekers lopen slachtoffers een groter risico om ook in de echte wereld het slachtoffer te worden van pesten. Aan de andere kant is de kans ook groter dat ze zelf anderen gaan pesten.
Als meisjes het slachtoffer worden van cyberpesters, zullen zij sneller hulp zoeken bij een volwassene of iemand uit de eigen groep.
Veel zelfvertrouwen
De onderzoekers peilden ook naar specifieke karaktertrekken van cyberpesters en gingen na hoe ze zich elders op internet gedragen. Jongeren met veel zelfvertrouwen pesten het vaakst. In vergelijking met andere jongeren zijn ze ook het vaakst bezig op netwerksites.
Kinderen die een goede relatie hebben met hun ouders pesten minder, en zijn er ook minder het slachtoffer van.
