Review: Blur
Erg toegankelijke racer
Blur is een arcaderacegame waarbij je onderweg naar de finish power-ups oppikt waarmee je je tegenstanders tot een crash kan dwingen. De game neemt zichzelf gelukkig niet al te serieus. Daar is normaal niets verkeerd mee, maar het doet dit zo efficiënt dat de speler te snel geneigd is om dat ook niet te doen. Wie Blur in zijn eentje speelt, komt al snel terecht in de carrièremodus. Jij bent een piloot die door goed te presteren in telkens zeven races een nieuw groepje van vrijwel gelijkaardige races vrijspeelt. Dat doe je negen keer met als enige aansporing nieuwe tracks en nieuwe wagens. De ene race is al wat leuker dan de andere, maar de kans is groot dat enkel de meest vastberaden spelers een bekroning voor hun weinig coherente loopbaan zullen halen. Niet omdat Blur zo moeilijk is – al telt de game best wat taaie uitdagingen – maar omdat je het na een paar uur wel gezien hebt. De power-ups, waarmee je jezelf een snelheidsboost kan geven of een tegenstander tot stilstand of het decor in kan dwingen, zorgen wel voor wat extra opwinding, maar tegen computergestuurde rivalen voelt ook dat al snel te steriel aan.
Blur is gemaakt om online of met z’n vieren op dezelfde console tegen andere spelers te spelen. Daar is het de twintigste keer dat je de elektronica van de koploper net voor de finish met een bliksem kortsluit en hem in de laatste meters voorbij raast, nog altijd even leuk als de eerste keer.
[related_article id=”160734″]
Erg toegankelijke racer
Blur is een arcaderacegame waarbij je onderweg naar de finish power-ups oppikt waarmee je je tegenstanders tot een crash kan dwingen. De game neemt zichzelf gelukkig niet al te serieus. Daar is normaal niets verkeerd mee, maar het doet dit zo efficiënt dat de speler te snel geneigd is om dat ook niet te doen. Wie Blur in zijn eentje speelt, komt al snel terecht in de carrièremodus. Jij bent een piloot die door goed te presteren in telkens zeven races een nieuw groepje van vrijwel gelijkaardige races vrijspeelt. Dat doe je negen keer met als enige aansporing nieuwe tracks en nieuwe wagens. De ene race is al wat leuker dan de andere, maar de kans is groot dat enkel de meest vastberaden spelers een bekroning voor hun weinig coherente loopbaan zullen halen. Niet omdat Blur zo moeilijk is – al telt de game best wat taaie uitdagingen – maar omdat je het na een paar uur wel gezien hebt. De power-ups, waarmee je jezelf een snelheidsboost kan geven of een tegenstander tot stilstand of het decor in kan dwingen, zorgen wel voor wat extra opwinding, maar tegen computergestuurde rivalen voelt ook dat al snel te steriel aan.
Blur is gemaakt om online of met z’n vieren op dezelfde console tegen andere spelers te spelen. Daar is het de twintigste keer dat je de elektronica van de koploper net voor de finish met een bliksem kortsluit en hem in de laatste meters voorbij raast, nog altijd even leuk als de eerste keer.
[related_article id=”160734″]