Ecologie: meer dan stroom
Elektriciteitsverbruik is maar één aspect van ecologie. Wat zijn bijvoorbeeld de effecten voor het milieu om een toestel te produceren, en wat gebeurt er met je apparatuur als deze de deur uitgaat?
Als je op een verpakking leest dat een product de groene gedachte hoog in het vaandel voert, dan betekent dit vaak dat het op een verantwoorde manier omspringt met energie. De ‘groene gedachte’ gaat echter verder dan enkel energieverbruik. Zo kan tijdens de productie van een apparaat meer energie worden besteed dan het toestel tijdens zijn levensduur zal verbruiken.
Uit een studie van de Verenigde Naties uit 2004 blijkt dat voor de productie van één computer met (CRT-)scherm met een gewicht van 24 kg niet minder dan 240 kg fossiele brandstoffen, 22 kg chemicaliën en 1.500 liter water gebruikt wordt, een totaal van 1,8 ton aan grondstoffen.
Daar bovenop moeten voor de productie verschillende (edel)metalen gedolven worden in een proces dat niet alleen energie-intensief is, maar ook vervuilend voor de omgeving. Daarnaast maken de verschillende onderdelen vaak reizen over de hele wereld tussen de verschillende productie- en assemblagecentra.
In vergelijking is voor de productie van een ijskast of een auto maar één tot twee keer het gewicht in fossiele brandstoffen nodig. De energie-impact van een computer is hierdoor, over de hele levensduur van het product bekeken, ongeveer gelijk aan die van een ijskast – een van de meest verbruikende huishoudtoestellen.
Recycleren kun je leren
In het kader van de Europese WEEE-richtlijn (‘Waste Electrical and Electronic Equipment’) kent zowel Nederland als België een systeem waarbij de verkoper, producent of invoerder van een apparaat verplicht is om een gebruikt of defect toestel terug te nemen wanneer je een nieuw exemplaar aankoopt.
In Nederland betaal je hiervoor bij de aankoop van een nieuw toestel een verwijderingsbijdrage, terwijl in België het vergelijkbare Recupel-systeem bestaat. De enkele centen of euro’s die je hiervoor extra betaalt, worden gebruikt om teruggenomen toestellen op een milieuvriendelijke manier uit de consumptieketen te halen.
Apparaten die buiten dat officiële circuit geraken, belanden vaak in ontwikkelingslanden, waar ze vaak in mensonwaardige omstandigheden met de hand uit elkaar worden gehaald om waardevolle grondstoffen zoals koper te recupereren. De rest van het apparaat wordt vervolgens gewoonweg verbrand of gedumpt.
Het verwerken van toestellen gebeurt in Europa volgens strenge richtlijnen. In de praktijk houdt dit meestal in dat eerst wordt geprobeerd om het toestel een tweede leven te geven. Is dat niet mogelijk, dan wordt het gerecycleerd. Metalen, plastics en printplaten worden van elkaar gescheiden, en waar mogelijk opnieuw verwerkt. Printplaten gaan de oven in, om zo de edelmetalen als goud terug te winnen.
In het hele recyclageproces probeert men zo veel mogelijk grondstoffen met respect voor het milieu te herwinnen. Toch is ook dit een energie-intensief proces. De eerder vernoemde studie schat dat het recycleren van een systeem vijf tot twintig keer meer energie vergt dan upgraden. Misschien iets om in het achterhoofd te houden wanneer je het zoveelste nieuwe systeem aanschaft.
RoHS
In Europa kennen we de Restricion of use of certain Hazardous Subtances-richtlijn, kortweg RoHS. Deze Europese richtlijn (2002/95/EG) moet door de lidstaten in een wetgevend kader worden gegoten. Het legt het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen zoals lood, kwik, cadmium, hexavalent chroom en broomhoudende brandvertragers aan banden op alle apparaten die worden ingevoerd of geproduceerd in de Europese Unie.
De RoHS-regelgeving is van kracht sinds juli 2006, maar producten die eraan voldoen, kennen geen specifiek label. Wel hebben veel producenten hun eigen label dat aanduidt dat hun product voldoet aan de richtlijn.
Toezicht door Greenpeace
Als we de marketingafdeling van de diverse elektronicaproducenten mogen geloven, doen ze alles wat er van hen verlangd kan worden om zo groen mogelijke producten op de markt te brengen. Een groen imago is tegenwoordig dan ook onmisbaar. Voor de modale consument is het echter onbegonnen werk om te beoordelen hoe groen een producent van elektronische apparaten te werk gaat.
Een belangrijke graadmeter is de Guide to Greener Electronics van Greenpeace. Deze graadmeter rangschikt ’s werelds achttien belangrijkste producenten van computers, mobiele telefoons, tv’s en spelcomputers. Greenpeace gaat uit van publiek beschikbare informatie over het groene beleid dat deze ondernemingen voeren.
Hierbij worden voornamelijk de doelstellingen van de ondernemingen beoordeeld, waarbij extra punten te behalen zijn als de producent werkelijk modellen beschikbaar heeft die aan deze doelstellingen beantwoorden.
Oorspronkelijk hield de rangschikking enkel rekening met het gebruik van schadelijke substanties en recyclage om het groeiend probleem van e-waste, of elektronisch afval, onder de aandacht te brengen. De huidige rangschikking neemt echter ook factoren zoals energieconsumptie mee.
Nokia meest milieubewust
Met een score van 7,3 blijkt Nokia in de laatste rangschikking de meest milieubewuste producent. Desalniettemin kreeg de Finse producent strafpunten omdat het niet actief lobbyt voor een herziene RoHS-richtlijn die het gebruik van schadelijke stoffen verder beperkt en chloor- en broomhoudende stoffen onmiddellijk verbiedt. Om dezelfde reden verloren onder andere ook Toshiba, Motorola en Philips een punt.
Sony Ericsson verovert de tweede plaats en kan de beste scores voorleggen wanneer het aankomt op het beperken van schadelijke chemische stoffen, terwijl LG Electronics net strafpunten krijgt omdat het zijn belofte heeft ingetrokken om tegen eind 2010 al zijn producten vrij te hebben van pvc en broomhoudende brandvertragers.
De indrukwekkendste daling komt op het conto van Samsung, van plaats twee naar plaats zeven, voor het intrekken van een aantal beloftes over pvc en brandvertragers en het niet publiekelijk ondersteunen van de strengere RoHS 2.0-richtlijn.
Apple zet zijn opmars voort en valt vooral op door de positieve evolutie in het gebruik van giftige chemicaliën, al scoort het bedrijf opvallend minder wanneer het op verbruik en recyclage aankomt. Hekkensluiter is alweer Nintendo, dat geen geloofwaardig recyclagebeleid voert en jaar na jaar meer CO2 uitstoot.
Elektriciteitsverbruik is maar één aspect van ecologie. Wat zijn bijvoorbeeld de effecten voor het milieu om een toestel te produceren, en wat gebeurt er met je apparatuur als deze de deur uitgaat?
Als je op een verpakking leest dat een product de groene gedachte hoog in het vaandel voert, dan betekent dit vaak dat het op een verantwoorde manier omspringt met energie. De ‘groene gedachte’ gaat echter verder dan enkel energieverbruik. Zo kan tijdens de productie van een apparaat meer energie worden besteed dan het toestel tijdens zijn levensduur zal verbruiken.
Uit een studie van de Verenigde Naties uit 2004 blijkt dat voor de productie van één computer met (CRT-)scherm met een gewicht van 24 kg niet minder dan 240 kg fossiele brandstoffen, 22 kg chemicaliën en 1.500 liter water gebruikt wordt, een totaal van 1,8 ton aan grondstoffen.
Daar bovenop moeten voor de productie verschillende (edel)metalen gedolven worden in een proces dat niet alleen energie-intensief is, maar ook vervuilend voor de omgeving. Daarnaast maken de verschillende onderdelen vaak reizen over de hele wereld tussen de verschillende productie- en assemblagecentra.
In vergelijking is voor de productie van een ijskast of een auto maar één tot twee keer het gewicht in fossiele brandstoffen nodig. De energie-impact van een computer is hierdoor, over de hele levensduur van het product bekeken, ongeveer gelijk aan die van een ijskast – een van de meest verbruikende huishoudtoestellen.
Recycleren kun je leren
In het kader van de Europese WEEE-richtlijn (‘Waste Electrical and Electronic Equipment’) kent zowel Nederland als België een systeem waarbij de verkoper, producent of invoerder van een apparaat verplicht is om een gebruikt of defect toestel terug te nemen wanneer je een nieuw exemplaar aankoopt.
In Nederland betaal je hiervoor bij de aankoop van een nieuw toestel een verwijderingsbijdrage, terwijl in België het vergelijkbare Recupel-systeem bestaat. De enkele centen of euro’s die je hiervoor extra betaalt, worden gebruikt om teruggenomen toestellen op een milieuvriendelijke manier uit de consumptieketen te halen.
Apparaten die buiten dat officiële circuit geraken, belanden vaak in ontwikkelingslanden, waar ze vaak in mensonwaardige omstandigheden met de hand uit elkaar worden gehaald om waardevolle grondstoffen zoals koper te recupereren. De rest van het apparaat wordt vervolgens gewoonweg verbrand of gedumpt.
Het verwerken van toestellen gebeurt in Europa volgens strenge richtlijnen. In de praktijk houdt dit meestal in dat eerst wordt geprobeerd om het toestel een tweede leven te geven. Is dat niet mogelijk, dan wordt het gerecycleerd. Metalen, plastics en printplaten worden van elkaar gescheiden, en waar mogelijk opnieuw verwerkt. Printplaten gaan de oven in, om zo de edelmetalen als goud terug te winnen.
In het hele recyclageproces probeert men zo veel mogelijk grondstoffen met respect voor het milieu te herwinnen. Toch is ook dit een energie-intensief proces. De eerder vernoemde studie schat dat het recycleren van een systeem vijf tot twintig keer meer energie vergt dan upgraden. Misschien iets om in het achterhoofd te houden wanneer je het zoveelste nieuwe systeem aanschaft.
RoHS
In Europa kennen we de Restricion of use of certain Hazardous Subtances-richtlijn, kortweg RoHS. Deze Europese richtlijn (2002/95/EG) moet door de lidstaten in een wetgevend kader worden gegoten. Het legt het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen zoals lood, kwik, cadmium, hexavalent chroom en broomhoudende brandvertragers aan banden op alle apparaten die worden ingevoerd of geproduceerd in de Europese Unie.
De RoHS-regelgeving is van kracht sinds juli 2006, maar producten die eraan voldoen, kennen geen specifiek label. Wel hebben veel producenten hun eigen label dat aanduidt dat hun product voldoet aan de richtlijn.
Toezicht door Greenpeace
Als we de marketingafdeling van de diverse elektronicaproducenten mogen geloven, doen ze alles wat er van hen verlangd kan worden om zo groen mogelijke producten op de markt te brengen. Een groen imago is tegenwoordig dan ook onmisbaar. Voor de modale consument is het echter onbegonnen werk om te beoordelen hoe groen een producent van elektronische apparaten te werk gaat.
Een belangrijke graadmeter is de Guide to Greener Electronics van Greenpeace. Deze graadmeter rangschikt ’s werelds achttien belangrijkste producenten van computers, mobiele telefoons, tv’s en spelcomputers. Greenpeace gaat uit van publiek beschikbare informatie over het groene beleid dat deze ondernemingen voeren.
Hierbij worden voornamelijk de doelstellingen van de ondernemingen beoordeeld, waarbij extra punten te behalen zijn als de producent werkelijk modellen beschikbaar heeft die aan deze doelstellingen beantwoorden.
Oorspronkelijk hield de rangschikking enkel rekening met het gebruik van schadelijke substanties en recyclage om het groeiend probleem van e-waste, of elektronisch afval, onder de aandacht te brengen. De huidige rangschikking neemt echter ook factoren zoals energieconsumptie mee.
Nokia meest milieubewust
Met een score van 7,3 blijkt Nokia in de laatste rangschikking de meest milieubewuste producent. Desalniettemin kreeg de Finse producent strafpunten omdat het niet actief lobbyt voor een herziene RoHS-richtlijn die het gebruik van schadelijke stoffen verder beperkt en chloor- en broomhoudende stoffen onmiddellijk verbiedt. Om dezelfde reden verloren onder andere ook Toshiba, Motorola en Philips een punt.
Sony Ericsson verovert de tweede plaats en kan de beste scores voorleggen wanneer het aankomt op het beperken van schadelijke chemische stoffen, terwijl LG Electronics net strafpunten krijgt omdat het zijn belofte heeft ingetrokken om tegen eind 2010 al zijn producten vrij te hebben van pvc en broomhoudende brandvertragers.
De indrukwekkendste daling komt op het conto van Samsung, van plaats twee naar plaats zeven, voor het intrekken van een aantal beloftes over pvc en brandvertragers en het niet publiekelijk ondersteunen van de strengere RoHS 2.0-richtlijn.
Apple zet zijn opmars voort en valt vooral op door de positieve evolutie in het gebruik van giftige chemicaliën, al scoort het bedrijf opvallend minder wanneer het op verbruik en recyclage aankomt. Hekkensluiter is alweer Nintendo, dat geen geloofwaardig recyclagebeleid voert en jaar na jaar meer CO2 uitstoot.