MIT maakt teleportatie mogelijk
De prestigieuze Amerikaanse universiteit MIT is er na jaren onderzoek in geslaagd kleine objecten en eenvoudige levensvormen te teleporteren over een korte afstand.
Teleportatie is al lang geen sciencefiction meer: in 2004 slaagden twee onafhankelijke teams van wetenschappers uit de VS en Oostenrijk er al in de kwantumtoestand van atomen te kopiëren en te verzenden. “We zijn erin geslaagd een object zonder fysieke link te verzenden wanneer we dat wensen”, verklaarde professor Rainier Platt van de universiteit van Innsbruck toen. “Dat wil zeggen: bij een druk op de knop.”
Goliath en kwantummechanica
Na zes jaar intensief onderzoek heeft men in de VS nu eindelijk de grote doorbraak bereikt. Maar niet zonder slag of stoot: “Het aantal variabelen waarmee je rekening moet houden is enorm”, verklaart MIT-professor Charles H. Fort. “Teleportatie wordt kwantummechanisch bekeken: je teleporteert geen fysieke deeltjes, maar hun eigenschappen."
"Bij levende wezens zou je niet alleen hun uiterlijke kenmerken opslaan, maar ook hun dromen, wensen en gevoelens. Deze berg informatie kopieer je naar andere atomen, waarna je het origineel vernietigt. Om het nog lastiger te maken, zijn sommige van die variabelen ook schijnbaar incompatibel. Volgens de theorie van Heisenberg kun je bijvoorbeeld nooit gelijktijdig de waarde van energie en tijd vastleggen, omdat tussen die twee grootheden een onzekerheidsrelatie heerst. Een ander paar met die relatie is plaats en impuls.”
Op de vraag hoe de wetenschap deze theorie heeft overwonnen, is het antwoord kort: “U begrijpt dat we dit voorlopig liever geheimhouden, of toch tot wanneer wij ons onderzoek afronden.”
Opzienbarend
Toch is deze ontdekking opzienbarend: de Amerikanen teleporteren succesvol stofdeeltjes, paperclips en zelfs verschillende (weliswaar overleden) fruitvliegjes. “We concentreren ons eerst op levenloze objecten”, voegt Fort nog toe. “Bewegende lichamen verhogen immers enkel de moeilijkheidsgraad. Grotere stillevens zijn nu eerst aan de orde: fruit, balpennen of zelfs actiepoppen komen op onze testtafel.”
Hoewel de weg nog lang is, heeft het team er vertrouwen in. Binnen enkele jaren zou het mogelijk moeten zijn kleine levensvormen zoals konijnen, katten en vissen succesvol van de ene plek naar de andere te teleporteren.
De prestigieuze Amerikaanse universiteit MIT is er na jaren onderzoek in geslaagd kleine objecten en eenvoudige levensvormen te teleporteren over een korte afstand.
Teleportatie is al lang geen sciencefiction meer: in 2004 slaagden twee onafhankelijke teams van wetenschappers uit de VS en Oostenrijk er al in de kwantumtoestand van atomen te kopiëren en te verzenden. “We zijn erin geslaagd een object zonder fysieke link te verzenden wanneer we dat wensen”, verklaarde professor Rainier Platt van de universiteit van Innsbruck toen. “Dat wil zeggen: bij een druk op de knop.”
Goliath en kwantummechanica
Na zes jaar intensief onderzoek heeft men in de VS nu eindelijk de grote doorbraak bereikt. Maar niet zonder slag of stoot: “Het aantal variabelen waarmee je rekening moet houden is enorm”, verklaart MIT-professor Charles H. Fort. “Teleportatie wordt kwantummechanisch bekeken: je teleporteert geen fysieke deeltjes, maar hun eigenschappen."
"Bij levende wezens zou je niet alleen hun uiterlijke kenmerken opslaan, maar ook hun dromen, wensen en gevoelens. Deze berg informatie kopieer je naar andere atomen, waarna je het origineel vernietigt. Om het nog lastiger te maken, zijn sommige van die variabelen ook schijnbaar incompatibel. Volgens de theorie van Heisenberg kun je bijvoorbeeld nooit gelijktijdig de waarde van energie en tijd vastleggen, omdat tussen die twee grootheden een onzekerheidsrelatie heerst. Een ander paar met die relatie is plaats en impuls.”
Op de vraag hoe de wetenschap deze theorie heeft overwonnen, is het antwoord kort: “U begrijpt dat we dit voorlopig liever geheimhouden, of toch tot wanneer wij ons onderzoek afronden.”
Opzienbarend
Toch is deze ontdekking opzienbarend: de Amerikanen teleporteren succesvol stofdeeltjes, paperclips en zelfs verschillende (weliswaar overleden) fruitvliegjes. “We concentreren ons eerst op levenloze objecten”, voegt Fort nog toe. “Bewegende lichamen verhogen immers enkel de moeilijkheidsgraad. Grotere stillevens zijn nu eerst aan de orde: fruit, balpennen of zelfs actiepoppen komen op onze testtafel.”
Hoewel de weg nog lang is, heeft het team er vertrouwen in. Binnen enkele jaren zou het mogelijk moeten zijn kleine levensvormen zoals konijnen, katten en vissen succesvol van de ene plek naar de andere te teleporteren.