Vlieg naar je werk met een jetpack
James Bond maakte er in Thunderball al gebruik van, en elke jongen droomt ervan. Maar het Nieuw-Zeelandse Martin Aircraft brengt het als eerste op de markt: een jetpack, oftewel een rugzakturbine.
Het toestel wordt vervaardigd uit koolstofvezelcomposiet en weegt ongeveer 113 kilogram, zonder veiligheidsuitrusting. Het is anderhalve meter hoog, net geen twee meter breed en anderhalve meter lang. Vliegen doe je dankzij een 2l L V4 2 stroke-motor die 200 pk of 150 kW kan leveren. Mensen met hoogtevrees moeten echter oppassen: het vliegplafond van dit eenmanstuig wordt geschat op iets meer dan 2.400 meter.
Noodlanding
Er is altijd risico verbonden aan vliegen. Martin Aircraft bouwt daarom redundante systemen in, die de jetpack overnemen wanneer het hoofdsysteem uitvalt. Bij een noodlanding kan de piloot een schakelaar omklikken die een kleine parachute uitklapt, vergelijkbaar met de airbag in een auto.
Kleine vertical take-off and landing-toestellen (VTOL) lijken in niets op helikopters of vliegtuigen, maar Martin Aircraft leeft alle regels voor kleine toestellen na. De jetpack is veilig te besturen en de veiligste tot op heden, zo klinkt het.
Benzine tanken
Het toestel werkt op gewone benzine, maar bereid je alvast voor op vreemde blikken aan het tankstation. Per tankbeurt kun je dertig minuten vliegen.
Helaas mag niet iedereen dit staaltje techniek de lucht in nemen. Dankzij de twee joysticks is het dan wel makkelijker te besturen dan een gewone helikopter, maar Martin Aircraft verkoopt niemand een jetpack zonder dat hij aan zijn speciaal ontworpen trainingsprogramma heeft deelgenomen. Piloten moeten ook tussen 60 en 110 kilogram wegen.
Hoeveel kost het?
Na negen prototypes hebben de makers een goed idee van de prijsklasse: voor 86.000 Nieuw-Zeelandse dollars ofwel 44.700 euro heb je je eigen jetpack. Dat is ongeveer evenveel als een erg luxueuze auto. Martin Aircraft verwacht wel dat de prijs zal dalen, zodra de productie op gang komt en er meerdere toestellen verkocht worden.
Wanneer kan ik ermee naar het werk?
Daarvoor moet je nog even geduld oefenen. De luchtverkeerstechnologie is niet geavanceerd genoeg voor jetpacks, maar er wordt gewerkt aan een snelweg-in-de-lucht-systeem: 3D-snelwegen, gebaseerd op gps-routes. Eerste tests blijken positief, al lijkt het ons sterk dat de technologie de komende tien jaar nog geïmplementeerd wordt.
Tot dan blijft het bij pleziertochtjes, net zoals bij jetski’s en sneeuwscooters.
James Bond maakte er in Thunderball al gebruik van, en elke jongen droomt ervan. Maar het Nieuw-Zeelandse Martin Aircraft brengt het als eerste op de markt: een jetpack, oftewel een rugzakturbine.
Het toestel wordt vervaardigd uit koolstofvezelcomposiet en weegt ongeveer 113 kilogram, zonder veiligheidsuitrusting. Het is anderhalve meter hoog, net geen twee meter breed en anderhalve meter lang. Vliegen doe je dankzij een 2l L V4 2 stroke-motor die 200 pk of 150 kW kan leveren. Mensen met hoogtevrees moeten echter oppassen: het vliegplafond van dit eenmanstuig wordt geschat op iets meer dan 2.400 meter.
Noodlanding
Er is altijd risico verbonden aan vliegen. Martin Aircraft bouwt daarom redundante systemen in, die de jetpack overnemen wanneer het hoofdsysteem uitvalt. Bij een noodlanding kan de piloot een schakelaar omklikken die een kleine parachute uitklapt, vergelijkbaar met de airbag in een auto.
Kleine vertical take-off and landing-toestellen (VTOL) lijken in niets op helikopters of vliegtuigen, maar Martin Aircraft leeft alle regels voor kleine toestellen na. De jetpack is veilig te besturen en de veiligste tot op heden, zo klinkt het.
Benzine tanken
Het toestel werkt op gewone benzine, maar bereid je alvast voor op vreemde blikken aan het tankstation. Per tankbeurt kun je dertig minuten vliegen.
Helaas mag niet iedereen dit staaltje techniek de lucht in nemen. Dankzij de twee joysticks is het dan wel makkelijker te besturen dan een gewone helikopter, maar Martin Aircraft verkoopt niemand een jetpack zonder dat hij aan zijn speciaal ontworpen trainingsprogramma heeft deelgenomen. Piloten moeten ook tussen 60 en 110 kilogram wegen.
Hoeveel kost het?
Na negen prototypes hebben de makers een goed idee van de prijsklasse: voor 86.000 Nieuw-Zeelandse dollars ofwel 44.700 euro heb je je eigen jetpack. Dat is ongeveer evenveel als een erg luxueuze auto. Martin Aircraft verwacht wel dat de prijs zal dalen, zodra de productie op gang komt en er meerdere toestellen verkocht worden.
Wanneer kan ik ermee naar het werk?
Daarvoor moet je nog even geduld oefenen. De luchtverkeerstechnologie is niet geavanceerd genoeg voor jetpacks, maar er wordt gewerkt aan een snelweg-in-de-lucht-systeem: 3D-snelwegen, gebaseerd op gps-routes. Eerste tests blijken positief, al lijkt het ons sterk dat de technologie de komende tien jaar nog geïmplementeerd wordt.
Tot dan blijft het bij pleziertochtjes, net zoals bij jetski’s en sneeuwscooters.