Google-topmannen veroordeeld in Italië

In een rechtszaak over een YouTubefilmpje waarin een tiener met het downsyndroom gepest wordt, heeft een Italiaanse rechter drie werknemers van Google veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden. Een vierde beklaagde is vrijgesproken.

Volgens de rechter hebben de Google-werknemers de Italiaanse wet overtreden door toe te laten dat enkele studenten uit Turijn in 2006 het bewuste filmpje online hebben gezet. De beklaagden in deze zaak hebben dus niet eens rechtstreeks iets te maken met de video.

Schending van de privacy
Kort nadat de eerste klachten over het filmpje binnenkwamen, heeft YouTube het verwijderd. Maar dat hield de Italiaanse rechter niet tegen om een opgeschorte gevangenisstraf van zes maanden uit te spreken wegens een schending op de privacy. Voor de beschuldiging van laster en eerroof werden ze evenwel vrijgesproken.

De Google-lui waar het over gaat, zijn David Drummond (hoofd van de juridische dienst bij Google), Peter Fleischer (privacytopman) en George Reyes (voormalig financieel directeur).

[related_article id=”158901″]

"Aanval op de principes van het internet"
Google gaat in beroep tegen de uitspraak, en reageert furieus op deze beslissing: “Dit is een aanval op de principes van de vrijheid waarop het internet gebouwd is. De Europese Unie heeft wetten die specifiek ontworpen zijn om hostingproviders niet aansprakelijk te maken, zolang ze strafbare inhoud verwijderen zodra ze op de hoogte zijn van het bestaan ervan”, gaat Google verder.

YouTube heeft het pestfilmpje slechts uren nadat het online verscheen kunnen verwijderen, en heeft samengewerkt met de Italiaanse autoriteiten om de makers ervan op te sporen.

Maar daar houdt de vlammende reactie van Google niet bij op: “Als deze principes nu zomaar aan de kant worden geschoven en elke netwerk- en communitysite verantwoordelijk gesteld wordt voor elk bericht, elke foto of elke video, dan houdt het web zoals we het vandaag kennen op met bestaan. En daarmee zouden veel economische, sociale, politieke en technologische voordelen verdwijnen.”

In een rechtszaak over een YouTubefilmpje waarin een tiener met het downsyndroom gepest wordt, heeft een Italiaanse rechter drie werknemers van Google veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden. Een vierde beklaagde is vrijgesproken.

Volgens de rechter hebben de Google-werknemers de Italiaanse wet overtreden door toe te laten dat enkele studenten uit Turijn in 2006 het bewuste filmpje online hebben gezet. De beklaagden in deze zaak hebben dus niet eens rechtstreeks iets te maken met de video.

Schending van de privacy
Kort nadat de eerste klachten over het filmpje binnenkwamen, heeft YouTube het verwijderd. Maar dat hield de Italiaanse rechter niet tegen om een opgeschorte gevangenisstraf van zes maanden uit te spreken wegens een schending op de privacy. Voor de beschuldiging van laster en eerroof werden ze evenwel vrijgesproken.

De Google-lui waar het over gaat, zijn David Drummond (hoofd van de juridische dienst bij Google), Peter Fleischer (privacytopman) en George Reyes (voormalig financieel directeur).

[related_article id=”158901″]

"Aanval op de principes van het internet"
Google gaat in beroep tegen de uitspraak, en reageert furieus op deze beslissing: “Dit is een aanval op de principes van de vrijheid waarop het internet gebouwd is. De Europese Unie heeft wetten die specifiek ontworpen zijn om hostingproviders niet aansprakelijk te maken, zolang ze strafbare inhoud verwijderen zodra ze op de hoogte zijn van het bestaan ervan”, gaat Google verder.

YouTube heeft het pestfilmpje slechts uren nadat het online verscheen kunnen verwijderen, en heeft samengewerkt met de Italiaanse autoriteiten om de makers ervan op te sporen.

Maar daar houdt de vlammende reactie van Google niet bij op: “Als deze principes nu zomaar aan de kant worden geschoven en elke netwerk- en communitysite verantwoordelijk gesteld wordt voor elk bericht, elke foto of elke video, dan houdt het web zoals we het vandaag kennen op met bestaan. En daarmee zouden veel economische, sociale, politieke en technologische voordelen verdwijnen.”