Geen taks, wel een heffing
De veelbesproken kopieerheffing op informatiedragers is volgens Auvibel geen taks, maar wel een vergoeding. Ook zijn er flink wat toestellen en dragers die er voorlopig aan ontsnappen zolang er geen consensus over is.
Bij Auvibel zelf krijgen we eerst en vooral te horen dat het niet om een kopieertaks gaat. “Het is een vergoeding ten gunste van de auteurs, artiesten en producenten van geluids- en audiovisuele werken”, zegt algemeen directeur François Stroobant. “Wij zijn de staat niet, wij zijn een organisatie die artiesten, auteurs en producenten vertegenwoordigt.”
Scheiding tussen heffing en recht op kopie
In principe is er een scheiding tussen de heffing en het recht om een thuiskopie te maken. Zo is dit laatste bij wet toegelaten en hangt dit niet af van het feit of je Auvibel hebt betaald op de drager in kwestie. Toch is er een heffing op bepaalde producten, die op haar beurt weer los staat van het feit of die worden gebruikt voor een thuiskopie.
De lijst met producten waarop heffingen gelden werd onderhandeld in samenspraak met een speciale commissie waar zowel de industrie als de consumenten in zijn vertegenwoordigd. Dat gaat onder meer om Agoria, het VBO, Unizo en Fedis voor de sector, en consumentenorganisaties OIVO en Test-Aankoop voor de consument.
Uitzonderingen
Tegelijk is er een lijst met producten waarover geen consensus werd bereikt. Het gaat hier, zoals vermeld in het Koninklijk Besluit, om e-lezers, spelconsoles met harde schijf, PDA’s met mp3- of mp4-functie (video) en niet-beschrijfbare Blu-rayschijven.
Over deze producten komt wel een studie die het statuut en/of de evolutie van de producten volgt. Het is dus niet uitgesloten dat deze producten in de toekomst alsnog een heffing krijgen. Ook is het de bedoeling dat de tarieven in de toekomst regelmatig worden aangepast aan de gangbare opslagcapaciteit en de inflatie.
De veelbesproken kopieerheffing op informatiedragers is volgens Auvibel geen taks, maar wel een vergoeding. Ook zijn er flink wat toestellen en dragers die er voorlopig aan ontsnappen zolang er geen consensus over is.
Bij Auvibel zelf krijgen we eerst en vooral te horen dat het niet om een kopieertaks gaat. “Het is een vergoeding ten gunste van de auteurs, artiesten en producenten van geluids- en audiovisuele werken”, zegt algemeen directeur François Stroobant. “Wij zijn de staat niet, wij zijn een organisatie die artiesten, auteurs en producenten vertegenwoordigt.”
Scheiding tussen heffing en recht op kopie
In principe is er een scheiding tussen de heffing en het recht om een thuiskopie te maken. Zo is dit laatste bij wet toegelaten en hangt dit niet af van het feit of je Auvibel hebt betaald op de drager in kwestie. Toch is er een heffing op bepaalde producten, die op haar beurt weer los staat van het feit of die worden gebruikt voor een thuiskopie.
De lijst met producten waarop heffingen gelden werd onderhandeld in samenspraak met een speciale commissie waar zowel de industrie als de consumenten in zijn vertegenwoordigd. Dat gaat onder meer om Agoria, het VBO, Unizo en Fedis voor de sector, en consumentenorganisaties OIVO en Test-Aankoop voor de consument.
Uitzonderingen
Tegelijk is er een lijst met producten waarover geen consensus werd bereikt. Het gaat hier, zoals vermeld in het Koninklijk Besluit, om e-lezers, spelconsoles met harde schijf, PDA’s met mp3- of mp4-functie (video) en niet-beschrijfbare Blu-rayschijven.
Over deze producten komt wel een studie die het statuut en/of de evolutie van de producten volgt. Het is dus niet uitgesloten dat deze producten in de toekomst alsnog een heffing krijgen. Ook is het de bedoeling dat de tarieven in de toekomst regelmatig worden aangepast aan de gangbare opslagcapaciteit en de inflatie.