Overal internet in huis in 5 stappen
De komst van het draadloze internet, a.k.a. wifi, veranderde ons leven. Helaas betekent draadloos niet altijd zorgeloos. Terwijl we vroeger slechts de kabel in onze computer moesten duwen, en problemen veel minder vaak voorkwamen, zitten we nu regelmatig te vloeken omdat we geen verbinding kunnen maken. Voorkomen is beter dan genezen, dus wij helpen jou je huis te perfectioneren voor wifi. In vijf stappen.
Over het ideale thuisnetwerk valt veel te zeggen, en haast geen enkel netwerk is perfect. Tenzij je zelf iets kent van elektriciteit en het installeren van internet in een huis, is het een Mission Impossible. Wij proberen jou aan de hand van vijf stappen zo goed als het kan door het digitale doolhof te loodsen. Wie liever geen moeite doet, is nog steeds het beste af met een gewone ethernetkabel.
Stap 1: Bezint eer ge begint
Goed begonnen is half gewonnen, en dat is bij het plaatsen van internet niet anders. Als je slechte verbindingen en woordenboeken vol vloekwoorden wilt vermijden, kan je er maar beter voor zorgen dat je meteen goed vertrokken bent. Hang je router bijvoorbeeld niet in je garage of je kelder, en steek hem niet tegen de muur achter een aquarium. Water is niet alleen dodelijk voor je toestel – en je huis – als het contact maakt, het filtert ook je verbinding. En dan ben je bij voorbaat verloren. Let daarom ook op waterleidingen die in de buurt lopen.
Een goed begin begint daarom bij de bouwplannen. Een internetprovider is doorgaans bereid zich naar jouw wensen aan te passen als het op de plaatsing van de router aankomt. Als je een nieuwbouw neerzet, moet je je hiervoor echter niet naar hen richten, maar naar je architect en de aannemer. De bouwplannen geven namelijk de doorslag: staat de garage aangegeven als doelplaats in het techniekenplan, dan zal je internet daar moeten binnenkomen. Renoveer je (een deel) van een gebouw, dan ben je helaas gedoemd tot het aanvaarden van wat voorhanden is.
De tweede fase, na het tactisch kiezen van je centrale aansluitingspunt, is nagaan of dat wel effectief de beste keuze is. Je router in een kleine bezemkast zetten, heeft namelijk evenveel zin als het ding achter een aquarium te plaatsen. Water is niet de enige stof die je signalen blokkeert, ook muren en isolatieplaten werken erg hard tegen. Wil je de beste verbinding kunnen garanderen, dan kies je beter voor een zo open mogelijke ruimte. De woonkamer, bijvoorbeeld.
De derde fase is het voorzien van voldoende aansluitingspunten. We zeiden net al dat een gewone ethernetkabel nog steeds de snelste en meest stabiele verbinding geeft, en daarom kan het handig zijn om in je huis of appartement voldoende kabelaansluitingen te voorzien. Voor je servers, NAS en andere vaste toestellen zoals game consoles zijn gewone kabels de beste keuze. Zo kan jij, of je kinderen, zonder grieven online gamen met je vrienden.
Gebruik wel je gezond verstand: op het toilet of in je bed heb je geen kabelaansluiting nodig. Daar volstaat een wifiverbinding, tenzij je graag Call of Duty speelt terwijl duty calls.
Stap 2: Keuze van je provider
Tegenwoordig lijken we maar twee opties te hebben wanneer we een provider kiezen voor telefonie, internet en digitale televisie: Telenet of Proximus. Die laatste hinkt met zijn netwerk dan nog eens hopeloos achterop op de eerste. Zo beschikt Proximus bijvoorbeeld niet over internet via de kabel en moet het zijn klanten trachten te bereiken via de telefoonlijn. Zit je op die vermaledijde telefoonlijn, dan hangt het er nog van af of je op VDSL2 kan aansluiten, of gedoemd bent tot rondzwerven op de oudere ADSL-lijn. Voor beide alternatieven van de veel snellere kabelaansluiting moet je bovendien dicht genoeg bij de centrale verdeelkast voor jouw gebied wonen, of je zal je elke dag opnieuw ergeren aan de snelheid van je internet.
Met andere woorden: als je pech hebt, is je keuze meteen in jouw plaats gemaakt. Jezelf uitgebreid informeren, kan echter nooit kwaad. Het hangt natuurlijk ook voor een groot deel af van je surfgewoontes en die van je huisgenoten. Fans van Netflix moeten haast altijd voor één van de duurdere abonnementen kiezen, of ze zitten halverwege de maand op smallband.
Ben je een rebel en tegen het idee van een monopolist, dan valt Telenet weg en moet je elders kijken. Elders is het echter huilen met de pet op.
Stap 3: Internetversterkers
Je router staat centraal in je huis, alle kabels zijn getrokken en werken normaal. Fantastisch! Maar als dat huis iets groter uitgevallen is dan gedacht, of je hebt een hoekje ontdekt waar je graag met je tablet gaat zitten, dan is het zonde als dat net een zogenaamde ‘blind spot’ is. Een blinde vlek waar je wifiverbinding net niet geraakt. Bovendien beschikken tablets doorgaans niet over een ethernetaansluiting.
De eenvoudigste oplossing biedt zich aan wanneer je fase drie van stap één goed hebt doorlopen. Als je voldoende, strategische aansluitingspunten hebt voorzien voor ethernetkabels, plug je simpelweg een access point in, en daar is de kous mee af. Heb je moeite met een gewoon access point te vinden, dan kan je altijd een oude router gebruiken. Schakel gewoon de DHCP uit en je hebt praktisch hetzelfde resultaat. Niet alle routers zijn lelijke ondingen; het kan dus geen kwaad als ze zichtbaar zijn.
Heb je door omstandigheden geen vrije aansluiting in de buurt, dan hoef je gelukkig nog niet te wanhopen. Met een range extender kan je het bereik van je wifiverbinding makkelijk vergroten. Je moet dan wel vrede nemen met een tragere verbinding. Als vuistregel mag je rekenen dat elke extender je snelheid ongeveer halveert. Hoe verder je je toestelletje installeert, hoe trager die verbinding zal zijn. Installeren gebeurt door in te pluggen in een stopcontact en in te stellen via je browser. Kan het nog eenvoudiger?
Een tweede oplossing voor een blind spot, zonder aansluiting in de buurt, vind je in zogenaamde ‘powerlines’. Dit zijn bakjes die je in een stopcontact plugt en zo je internet vervoeren. Bij de duurdere modellen krijg je naast ethernetaansluiting(en) bovendien ook een draadloze internetverzender. Zorg er wel voor dat het gebruikte stopcontact op hetzelfde net is aangesloten als je centrale modem, anders helpt het niet. Probeer het bij voorkeur ook rechtstreeks in een stopcontact te steken en niet in een stekkerdoos, zodat je niet aan kwaliteit moet inboeten.
Stap 4: Gaten controleren
Hoe goed je je netwerk ook gepland hebt, gaten kunnen altijd vallen door onvoorziene omstandigheden. Een muur die meer metaal bevat dan je dacht, bijvoorbeeld. Wanneer je alles geïnstalleerd hebt, kan het daarom de moeite lonen om je huis te doorlopen en eventuele zwarte gaten en blinde vlekken in kaart te brengen. Wanneer jij of eventuele gasten dan toch eens internet nodig hebt op één van die plaatsen, kan dat zonder problemen.
Eén van de makkelijkste manieren om dit te controleren, is via Ekahau HeatMapper. Je kan dit programma gratis downloaden op je laptop en meteen aan de slag gaan. Het moet wel op je laptop, want je moet rondlopen met je toestel om je netwerk in kaart te kunnen brengen.
Stap 5: Randapparatuur
Je thuisnetwerk is uiteraard nooit af zonder er enkele leuke toestellen op aan te sluiten. In de toekomst zal je zelfs je wasmachine kunnen aansluiten op je netwerk dankzij het Internet der Dingen. Het kan dan ook nuttig zijn om daar nu al rekening mee te houden en een deftige internetverbinding te voorzien in je keuken. Op die manier zal je vanop afstand je vaatwas kunnen programmeren.
Verder wil je vast ook proberen om een mediacenter aan je netwerk te hangen, dus ook hier moet je strategisch nadenken over je internetverbinding en de sterkte ervan op de verschillende plaatsen in je stulpje. Een NAS sluit je bijvoorbeeld best aan via een ethernetkabel – via wifi is echt af te raden omdat je dan aan veel slechtere prestaties komt. Om een goeie verbinding met je NAS te garanderen, voorzie je je ook beter van een gigabitrouter.
Wil je een Chromecast gebruiken, dan kan dat enkel via een wifinetwerk. Die verbinding moet wel zo optimaal mogelijk zijn, of je zit wederom met kreupele prestaties. En zo is je ideale thuisnetwerk compleet.
De komst van het draadloze internet, a.k.a. wifi, veranderde ons leven. Helaas betekent draadloos niet altijd zorgeloos. Terwijl we vroeger slechts de kabel in onze computer moesten duwen, en problemen veel minder vaak voorkwamen, zitten we nu regelmatig te vloeken omdat we geen verbinding kunnen maken. Voorkomen is beter dan genezen, dus wij helpen jou je huis te perfectioneren voor wifi. In vijf stappen.
Over het ideale thuisnetwerk valt veel te zeggen, en haast geen enkel netwerk is perfect. Tenzij je zelf iets kent van elektriciteit en het installeren van internet in een huis, is het een Mission Impossible. Wij proberen jou aan de hand van vijf stappen zo goed als het kan door het digitale doolhof te loodsen. Wie liever geen moeite doet, is nog steeds het beste af met een gewone ethernetkabel.
Stap 1: Bezint eer ge begint
Goed begonnen is half gewonnen, en dat is bij het plaatsen van internet niet anders. Als je slechte verbindingen en woordenboeken vol vloekwoorden wilt vermijden, kan je er maar beter voor zorgen dat je meteen goed vertrokken bent. Hang je router bijvoorbeeld niet in je garage of je kelder, en steek hem niet tegen de muur achter een aquarium. Water is niet alleen dodelijk voor je toestel – en je huis – als het contact maakt, het filtert ook je verbinding. En dan ben je bij voorbaat verloren. Let daarom ook op waterleidingen die in de buurt lopen.
Een goed begin begint daarom bij de bouwplannen. Een internetprovider is doorgaans bereid zich naar jouw wensen aan te passen als het op de plaatsing van de router aankomt. Als je een nieuwbouw neerzet, moet je je hiervoor echter niet naar hen richten, maar naar je architect en de aannemer. De bouwplannen geven namelijk de doorslag: staat de garage aangegeven als doelplaats in het techniekenplan, dan zal je internet daar moeten binnenkomen. Renoveer je (een deel) van een gebouw, dan ben je helaas gedoemd tot het aanvaarden van wat voorhanden is.
De tweede fase, na het tactisch kiezen van je centrale aansluitingspunt, is nagaan of dat wel effectief de beste keuze is. Je router in een kleine bezemkast zetten, heeft namelijk evenveel zin als het ding achter een aquarium te plaatsen. Water is niet de enige stof die je signalen blokkeert, ook muren en isolatieplaten werken erg hard tegen. Wil je de beste verbinding kunnen garanderen, dan kies je beter voor een zo open mogelijke ruimte. De woonkamer, bijvoorbeeld.
De derde fase is het voorzien van voldoende aansluitingspunten. We zeiden net al dat een gewone ethernetkabel nog steeds de snelste en meest stabiele verbinding geeft, en daarom kan het handig zijn om in je huis of appartement voldoende kabelaansluitingen te voorzien. Voor je servers, NAS en andere vaste toestellen zoals game consoles zijn gewone kabels de beste keuze. Zo kan jij, of je kinderen, zonder grieven online gamen met je vrienden.
Gebruik wel je gezond verstand: op het toilet of in je bed heb je geen kabelaansluiting nodig. Daar volstaat een wifiverbinding, tenzij je graag Call of Duty speelt terwijl duty calls.
Stap 2: Keuze van je provider
Tegenwoordig lijken we maar twee opties te hebben wanneer we een provider kiezen voor telefonie, internet en digitale televisie: Telenet of Proximus. Die laatste hinkt met zijn netwerk dan nog eens hopeloos achterop op de eerste. Zo beschikt Proximus bijvoorbeeld niet over internet via de kabel en moet het zijn klanten trachten te bereiken via de telefoonlijn. Zit je op die vermaledijde telefoonlijn, dan hangt het er nog van af of je op VDSL2 kan aansluiten, of gedoemd bent tot rondzwerven op de oudere ADSL-lijn. Voor beide alternatieven van de veel snellere kabelaansluiting moet je bovendien dicht genoeg bij de centrale verdeelkast voor jouw gebied wonen, of je zal je elke dag opnieuw ergeren aan de snelheid van je internet.
Met andere woorden: als je pech hebt, is je keuze meteen in jouw plaats gemaakt. Jezelf uitgebreid informeren, kan echter nooit kwaad. Het hangt natuurlijk ook voor een groot deel af van je surfgewoontes en die van je huisgenoten. Fans van Netflix moeten haast altijd voor één van de duurdere abonnementen kiezen, of ze zitten halverwege de maand op smallband.
Ben je een rebel en tegen het idee van een monopolist, dan valt Telenet weg en moet je elders kijken. Elders is het echter huilen met de pet op.
Stap 3: Internetversterkers
Je router staat centraal in je huis, alle kabels zijn getrokken en werken normaal. Fantastisch! Maar als dat huis iets groter uitgevallen is dan gedacht, of je hebt een hoekje ontdekt waar je graag met je tablet gaat zitten, dan is het zonde als dat net een zogenaamde ‘blind spot’ is. Een blinde vlek waar je wifiverbinding net niet geraakt. Bovendien beschikken tablets doorgaans niet over een ethernetaansluiting.
De eenvoudigste oplossing biedt zich aan wanneer je fase drie van stap één goed hebt doorlopen. Als je voldoende, strategische aansluitingspunten hebt voorzien voor ethernetkabels, plug je simpelweg een access point in, en daar is de kous mee af. Heb je moeite met een gewoon access point te vinden, dan kan je altijd een oude router gebruiken. Schakel gewoon de DHCP uit en je hebt praktisch hetzelfde resultaat. Niet alle routers zijn lelijke ondingen; het kan dus geen kwaad als ze zichtbaar zijn.
Heb je door omstandigheden geen vrije aansluiting in de buurt, dan hoef je gelukkig nog niet te wanhopen. Met een range extender kan je het bereik van je wifiverbinding makkelijk vergroten. Je moet dan wel vrede nemen met een tragere verbinding. Als vuistregel mag je rekenen dat elke extender je snelheid ongeveer halveert. Hoe verder je je toestelletje installeert, hoe trager die verbinding zal zijn. Installeren gebeurt door in te pluggen in een stopcontact en in te stellen via je browser. Kan het nog eenvoudiger?
Een tweede oplossing voor een blind spot, zonder aansluiting in de buurt, vind je in zogenaamde ‘powerlines’. Dit zijn bakjes die je in een stopcontact plugt en zo je internet vervoeren. Bij de duurdere modellen krijg je naast ethernetaansluiting(en) bovendien ook een draadloze internetverzender. Zorg er wel voor dat het gebruikte stopcontact op hetzelfde net is aangesloten als je centrale modem, anders helpt het niet. Probeer het bij voorkeur ook rechtstreeks in een stopcontact te steken en niet in een stekkerdoos, zodat je niet aan kwaliteit moet inboeten.
Stap 4: Gaten controleren
Hoe goed je je netwerk ook gepland hebt, gaten kunnen altijd vallen door onvoorziene omstandigheden. Een muur die meer metaal bevat dan je dacht, bijvoorbeeld. Wanneer je alles geïnstalleerd hebt, kan het daarom de moeite lonen om je huis te doorlopen en eventuele zwarte gaten en blinde vlekken in kaart te brengen. Wanneer jij of eventuele gasten dan toch eens internet nodig hebt op één van die plaatsen, kan dat zonder problemen.
Eén van de makkelijkste manieren om dit te controleren, is via Ekahau HeatMapper. Je kan dit programma gratis downloaden op je laptop en meteen aan de slag gaan. Het moet wel op je laptop, want je moet rondlopen met je toestel om je netwerk in kaart te kunnen brengen.
Stap 5: Randapparatuur
Je thuisnetwerk is uiteraard nooit af zonder er enkele leuke toestellen op aan te sluiten. In de toekomst zal je zelfs je wasmachine kunnen aansluiten op je netwerk dankzij het Internet der Dingen. Het kan dan ook nuttig zijn om daar nu al rekening mee te houden en een deftige internetverbinding te voorzien in je keuken. Op die manier zal je vanop afstand je vaatwas kunnen programmeren.
Verder wil je vast ook proberen om een mediacenter aan je netwerk te hangen, dus ook hier moet je strategisch nadenken over je internetverbinding en de sterkte ervan op de verschillende plaatsen in je stulpje. Een NAS sluit je bijvoorbeeld best aan via een ethernetkabel – via wifi is echt af te raden omdat je dan aan veel slechtere prestaties komt. Om een goeie verbinding met je NAS te garanderen, voorzie je je ook beter van een gigabitrouter.
Wil je een Chromecast gebruiken, dan kan dat enkel via een wifinetwerk. Die verbinding moet wel zo optimaal mogelijk zijn, of je zit wederom met kreupele prestaties. En zo is je ideale thuisnetwerk compleet.