Eenvoudig bestanden delen met JumpShare
Je vindt Jumpshare onderaan dit artikel of op deze website, waar je sowieso even moet langsgaan om een account aan te maken. Vul je naam en e-mailadres in, kies een wachtwoord van minstens zes tekens lang en druk op "Sign Up". Als alles in orde is kom je meteen in de webinterface van Jumpshare terecht, waar je uitgenodigd wordt om de Windows-app te installeren.
Met een druk op "Install" en het eventuele wegklikken van enkele Windows-waarschuwingen is de installatie al gefikst. Klik op "Launch" om Jumpshare te starten. Na enkele tellen verschijnt het icoon met de kangoeroe in het systeemvak, en er wordt ook een venster geopend met enkele handige tips. Zo leer je dat je maar een bestand naar het Jumpshare-icoon moet slepen om het te delen, de link wordt automatisch naar je klembord gekopieerd zodat je hem overal kan invoegen. Hou je de Alt-toets ingedrukt terwijl je bestanden naar het icoon sleept, dan wordt de zogenaamde Share Box geopend. Daarmee kan je snel bestanden delen via mail, Facebook of Twitter. Voor je de Windows-app kan gebruiken, moet je ook daar even inloggen.
[download_file]
Als je op het Jumpshare-icoontje klikt, krijg je een lijst te zien van de laatste bestanden die je hebt gedeeld. Van daaruit kan je ook snel weer snelkoppelingen kopiëren om ze met andere mensen te delen. Rechts onder het Jumpshare-vakje zie je een belletje staan dat aangeeft hoeveel meldingen je hebt, bijvoorbeeld van mensen die bestanden met jou delen. Klik je op het belletje, dan word je naar de webinterface van Jumpshare geleid.
Met een klik op het tandwiel krijg je een menu te zien met onder andere de optie "Take screenshot", maar eerst klik je even op "Preferences". De opties in het tabblad "General" kan je zelf even bekijken en aanpassen indien nodig, interessanter is het tabblad "Shortcuts". Daar kan je immers zelf de sneltoetsen instellen om bijvoorbeeld een bestand te uploaden en meteen de link te kopiëren.
Het handigste overzicht van je activiteiten krijg je in de online interface. Staat die niet meer open, dan kan je gewoon weer surfen naar www.jumpshare.com via je browser of het icoon in het systeemvak. De interface is wel een beetje verwarrend: het lijkt alsof je een overzicht krijgt van je bestanden, maar eigenlijk zie je mappen staan, die exact dezelfde naam hebben gekregen als de bestanden die je geüpload hebt. Open je zo’n map, dan kan je bovenaan op het potloodicoon klikken om de naam van de map te wijzigen.
Ga je met je muisaanwijzer over een map of bestand, dan verschijnt er een tandwieltje. Zo kan je bestanden of mappen delen, maar ook verwijderen. Wil je mappen samenvoegen, dan klik je bovenaan op "Select", vink je de mappen aan en druk je op "Merge". Dan moet je enkel nog de naam van de nieuwe map kiezen. Om de dingen simpel te houden, kan je in Jumpshare geen mappen in mappen aanmaken, er is altijd maar één niveau.
Je vindt Jumpshare onderaan dit artikel of op deze website, waar je sowieso even moet langsgaan om een account aan te maken. Vul je naam en e-mailadres in, kies een wachtwoord van minstens zes tekens lang en druk op "Sign Up". Als alles in orde is kom je meteen in de webinterface van Jumpshare terecht, waar je uitgenodigd wordt om de Windows-app te installeren.
Met een druk op "Install" en het eventuele wegklikken van enkele Windows-waarschuwingen is de installatie al gefikst. Klik op "Launch" om Jumpshare te starten. Na enkele tellen verschijnt het icoon met de kangoeroe in het systeemvak, en er wordt ook een venster geopend met enkele handige tips. Zo leer je dat je maar een bestand naar het Jumpshare-icoon moet slepen om het te delen, de link wordt automatisch naar je klembord gekopieerd zodat je hem overal kan invoegen. Hou je de Alt-toets ingedrukt terwijl je bestanden naar het icoon sleept, dan wordt de zogenaamde Share Box geopend. Daarmee kan je snel bestanden delen via mail, Facebook of Twitter. Voor je de Windows-app kan gebruiken, moet je ook daar even inloggen.
[download_file]
Als je op het Jumpshare-icoontje klikt, krijg je een lijst te zien van de laatste bestanden die je hebt gedeeld. Van daaruit kan je ook snel weer snelkoppelingen kopiëren om ze met andere mensen te delen. Rechts onder het Jumpshare-vakje zie je een belletje staan dat aangeeft hoeveel meldingen je hebt, bijvoorbeeld van mensen die bestanden met jou delen. Klik je op het belletje, dan word je naar de webinterface van Jumpshare geleid.
Met een klik op het tandwiel krijg je een menu te zien met onder andere de optie "Take screenshot", maar eerst klik je even op "Preferences". De opties in het tabblad "General" kan je zelf even bekijken en aanpassen indien nodig, interessanter is het tabblad "Shortcuts". Daar kan je immers zelf de sneltoetsen instellen om bijvoorbeeld een bestand te uploaden en meteen de link te kopiëren.
Het handigste overzicht van je activiteiten krijg je in de online interface. Staat die niet meer open, dan kan je gewoon weer surfen naar www.jumpshare.com via je browser of het icoon in het systeemvak. De interface is wel een beetje verwarrend: het lijkt alsof je een overzicht krijgt van je bestanden, maar eigenlijk zie je mappen staan, die exact dezelfde naam hebben gekregen als de bestanden die je geüpload hebt. Open je zo’n map, dan kan je bovenaan op het potloodicoon klikken om de naam van de map te wijzigen.
Ga je met je muisaanwijzer over een map of bestand, dan verschijnt er een tandwieltje. Zo kan je bestanden of mappen delen, maar ook verwijderen. Wil je mappen samenvoegen, dan klik je bovenaan op "Select", vink je de mappen aan en druk je op "Merge". Dan moet je enkel nog de naam van de nieuwe map kiezen. Om de dingen simpel te houden, kan je in Jumpshare geen mappen in mappen aanmaken, er is altijd maar één niveau.
