Resident Evil Village review: de perfecte mix
Resident Evil Village is niet wat je verwacht. Je hebt waarschijnlijk de trailers gezien en misschien de demo gespeeld, maar onder het oppervlak valt veel meer te ontdekken. Capcom is erin geslaagd om lekken te voorkomen en dat speelt alleen maar in je voordeel.
Village is het directe vervolg op het populaire Resident Evil 7, dat enorm goed ontvangen werd en mogelijk zelfs de survival horror-reeks van de ondergang heeft gered. Village bouwt daarop verder en kan terugvallen op geleerde lessen van de voorgaande Resident Evil-games. Capcom lijkt het juiste recept gevonden te hebben.
In RE7 lag de nadruk bijvoorbeeld een pak meer op het verkennen van je omgeving. Dat is in Resident Evil Village anders, waar actie opnieuw een belangrijkere rol speelt. De game heeft daardoor meer weg van Resident Evil 4 en de remakes van 2 en 3 die we de voorbije jaren te zien kregen. Voeg daar onvergetelijke personages en een goed verhaal aan toe en je kan Resident Evil Village een succes noemen.
Hoewel, op veel momenten is de game de ideale mix van al het bovenstaande, maar aan echte schrikmomenten ontbreekt het soms toch en de boss fights stellen wat teleur. Een groot deel van het verhaal wordt ook pas opengegooid op het einde van de game. Dit maakt sommige delen wat saaier, maar desondanks is Resident Evil Village een game die je niet wil missen.
Onvergetelijke personages
Resident Evil: Village gaat verder waar 7 eindigde. Nieuwe spelers kunnen kiezen voor een korte samenvatting zodat ze meteen mee zijn met het verhaal. Village geeft je (voor het grootste deel althans) voldoende tijd om de personages en vooral de omgevingen te leren kennen. Nog steeds doorzoek je elk hoekje op zoek naar wapens en nuttige items die je verder helpen in het verhaal. Door druppelsgewijs meer informatie te delen, blijft de game interessant.
De omgevingen zijn alvast prachtig en je zal ze ook echt willen verkennen. Er zijn verschillende gebieden die telkens inspiratie halen uit folklore, maar tegelijkertijd ook een hommage zijn aan de andere games uit de reeks. Het kasteel bijvoorbeeld doet terugdenken aan de originele Resident Evil, terwijl het stadje zelf meer aan de vierde game doet denken. Een soort van eerbetoon dus, maar tegelijkertijd overtreft Village vaak zijn voorgangers.
De focus lag in de trailers ook al op de zeer memorabele personages die Village tot leven brengt. Het is moeilijk om naast Lady Dimitrescu te kijken, als een van de slechteriken waar Ethan het tegen moet opnemen. Ze is allesbehalve alleen en met elk personage lijkt Capcom zich te laten inspireren door een ander type horror; waaraan ook de omgevingen bijdragen.
Combineer dat met een verhaal dat alles wat je dacht te weten op zijn kop zet en je krijgt een game die elke Resident Evil-fan zal kunnen plezieren. De tweede helft van het verhaal voelt misschien wat overhaast en had zeker meer ademruimte mogen krijgen binnen het geheel, maar in het algemeen zorgt Capcom voor een goede mix van Resident Evil lore en de plot rond Ethan.
Niet zo angstaanjagend
Resident Evil Village voert het horror-element deze keer wat anders uit. De focus ligt niet meteen op jumpscares (ze zijn er wel) en de sfeer, maar heeft meer een klassiek horrorgevoel. Dat wil zeggen dat je minder vaak bang gemaakt wordt door dingen die je niet kan zien, maar eerder door allerhande schepsels die maar al te graag eens van je willen proeven. Dat gevoel wordt versterkt in bepaalde scènes waar je geen toegang hebt tot je wapens en het dus gewoon op een lopen moet zetten als je wil overleven. Wat ons betreft hadden er gerust meer van deze scènes mogen zijn, want de rest van Resident Evil Village maakt je niet echt bang.
Hoewel puzzels nog steeds aanwezig zijn, hadden we hier en daar ook wel graag wat meer uitdaging gezien. Er zijn genoeg schatten om te vinden die je dan kan onderzoeken en gebruiken om verder te komen, maar de puzzels zijn nooit echt moeilijk. Het vinden van het juiste item is vaak het meest complexe element en omdat de game vrij lineair is in het vrijspelen van nieuwe ruimtes, gaat dat dus vrij eenvoudig, zeker als je de kaart gebruikt om te ontdekken waar je nog dingen te verzamelen hebt.
Sommige items kan je verkopen aan de Duke, een handelaar die je voorziet van ammo, wapens, explosieven en andere upgrades. Deze koop je met Lei, de munteenheid die je verzamelt door het verslaan van monsters of het breken van objecten. Doorheen Village kan je ook op dieren jagen voor de Duke, wat je dan weer permanente upgrades oplevert. Zijn aanwezigheid werd alvast geapprecieerd, al is het maar voor de grappige dialoog en verwijzingen naar zijn voorganger uit RE4.
Wat de rest van de inwoners van Village betreft, zal je een hoop verschillende monsters tegenkomen. Dat zorgt voor variatie, ook al kan je ze meestal gewoon verslaan door je wapen erop leeg te schieten. De minibosses vereisen iets meer strategie, maar wisten niet meteen veel indruk te maken omdat ze snel voorbij waren.
Als er iets is dat ons stoorde in de remakes van Resident Evil 2 en 3, dan was het wel het inventory-management. Gelukkig is dat in Village minder een probleem en kan je items al eens sneller stapelen of verplaatsen en ook hier zorgt The Duke voor een oplossing. Verkoop je bijvoorbeeld je wapen voor wat meer ruimte, dan kan je het later terugkopen. Een aparte interface voor crafting helpt ook de rotzooi wat beperkt te houden.
Motion sickness in Resident Evil Village
Niet iedereen heeft last van motion sickness tijdens het gamen, maar als dat wel zo is, kan je de game misschien maar beter overslaan. De reden hiervoor is het first person-perspectief met een wel heel beperkt gezichtsveld. Hierdoor maken kleine bewegingen al snel een grote impact op het beeld, waardoor je je snel misselijk zal gaan voelen. Het helpt ook niet dat je in Resident Evil Village niet echt snel kan draaien, zelfs op de hoogste muisgevoeligheid. Dit moet de immersie ten goede komen en het is de reden waarom Capcom met Resident Evil 7 de stap naar first person heeft gezet, maar het heeft dus ook zijn nadelen.
Na enkele veel te korte speelsessies leek het bij mij persoonlijk vooral te helpen om in windowed mode te spelen, met daarachter een witte achtergrond. Het dradenkruis groen en wat groter maken, helpt ook door je een punt te geven om naar te kijken. Je kan ook head bob uitzetten, zodat de camera minder op en neer spring tijdens het rondwandelen. Na deze trucjes toe te passen speelden we makkelijk enkele uren na elkaar.
Speelervaring op pc met AMD
Net zoals we dat vorig jaar zagen bij de Resident Evil 3 remake, is ook Village volledig geoptimaliseerd om gespeeld te worden op een AMD-systeem. Voor de beste prestaties raden we je dus zeker een Radeon RX 6000-serie grafische kaart aan (als je ze kan vinden) voor gaming in 1440p of zelfs 4K. Heb je er zo eentje, dan kan je dankzij de laatste drivers gebruik maken van AMD FreeSync Premium Pro voor een vlotte speelervaring met de best mogelijke HDR-prestaties. Iets dat je zeker kan gebruiken in de soms donkere omgevingen.
AMD en Capcom hebben ook samengewerkt aan de implementatie van FidelityFX, wat een hoop instellingen bevat om je game verder te optimaliseren. Denk daarbij aan CAS (Contrast Adaptive Sharpening dat zorgt voor scherpere beelden en meer detail in situaties met weinig contrast. FidelityFX CACO zorgt dan weer voor realistische schaduwen en licht. FidelityFX SPD zorgt dan weer voor betere post-processing, terwijl Variable Rate Shading ook in drukke scènes voor een voldoende hoge framerate en beeldkwaliteit zal zorgen.
Ondanks dat het om een duidelijke port van de consoleversie gaat en er weinig aandacht is besteed aan het vlotter maken van de navigatie doorheen de menu’s, draaide Resident Evil Village prima op onze pc. Er zijn voldoende instellingen die je toelaten om het maximale uit je grafische kaart te halen, zodat je zelf kan kiezen wat je belangrijk vindt.
Wat nog meer?
Hoewel je de game op sneltempo kan doorlopen in een uur of vier, raden we je aan om de tijd te nemen. Er zitten veel leuke details verstopt in de puzzels en het loont bijna altijd om de extra inspanning te leveren om een ruimte volledig af te werken. In totaal kan je zo rekenen op een tiental uur gameplay.
Zoals steeds krijg je aan het einde van je eerste playthrough Challenge Points die je kan gebruiken om bijvoorbeeld nieuwe wapens te kopen, maar ook om artwork of de Mercenaries-modus te unlocken. Deze laatste is uitermate geschikt voor iedereen die gewoon monsters wil neerschieten. Re:Verse, de online modus van Resident Evil Village, is momenteel nog niet beschikbaar en wordt pas deze zomer verwacht na enkele vertragingen.
Eindoordeel Resident Evil Village
Resident Evil Village is een van de beste Resident Evil games die we al gespeeld hebben. De game is zeker niet perfect: boss fights hadden uitdagender gekund en het verhaal had wat meer verspreid mogen worden, maar alles samen hebben we ons kostelijk geamuseerd. Capcom heeft de perfecte balans gevonden tussen het verhaal van Village en de lore van de rest van de reeks en dat kunnen we alleen maar toejuichen.
Resident Evil Village is niet wat je verwacht. Je hebt waarschijnlijk de trailers gezien en misschien de demo gespeeld, maar onder het oppervlak valt veel meer te ontdekken. Capcom is erin geslaagd om lekken te voorkomen en dat speelt alleen maar in je voordeel.
Village is het directe vervolg op het populaire Resident Evil 7, dat enorm goed ontvangen werd en mogelijk zelfs de survival horror-reeks van de ondergang heeft gered. Village bouwt daarop verder en kan terugvallen op geleerde lessen van de voorgaande Resident Evil-games. Capcom lijkt het juiste recept gevonden te hebben.
In RE7 lag de nadruk bijvoorbeeld een pak meer op het verkennen van je omgeving. Dat is in Resident Evil Village anders, waar actie opnieuw een belangrijkere rol speelt. De game heeft daardoor meer weg van Resident Evil 4 en de remakes van 2 en 3 die we de voorbije jaren te zien kregen. Voeg daar onvergetelijke personages en een goed verhaal aan toe en je kan Resident Evil Village een succes noemen.
Hoewel, op veel momenten is de game de ideale mix van al het bovenstaande, maar aan echte schrikmomenten ontbreekt het soms toch en de boss fights stellen wat teleur. Een groot deel van het verhaal wordt ook pas opengegooid op het einde van de game. Dit maakt sommige delen wat saaier, maar desondanks is Resident Evil Village een game die je niet wil missen.
Onvergetelijke personages
Resident Evil: Village gaat verder waar 7 eindigde. Nieuwe spelers kunnen kiezen voor een korte samenvatting zodat ze meteen mee zijn met het verhaal. Village geeft je (voor het grootste deel althans) voldoende tijd om de personages en vooral de omgevingen te leren kennen. Nog steeds doorzoek je elk hoekje op zoek naar wapens en nuttige items die je verder helpen in het verhaal. Door druppelsgewijs meer informatie te delen, blijft de game interessant.
De omgevingen zijn alvast prachtig en je zal ze ook echt willen verkennen. Er zijn verschillende gebieden die telkens inspiratie halen uit folklore, maar tegelijkertijd ook een hommage zijn aan de andere games uit de reeks. Het kasteel bijvoorbeeld doet terugdenken aan de originele Resident Evil, terwijl het stadje zelf meer aan de vierde game doet denken. Een soort van eerbetoon dus, maar tegelijkertijd overtreft Village vaak zijn voorgangers.
De focus lag in de trailers ook al op de zeer memorabele personages die Village tot leven brengt. Het is moeilijk om naast Lady Dimitrescu te kijken, als een van de slechteriken waar Ethan het tegen moet opnemen. Ze is allesbehalve alleen en met elk personage lijkt Capcom zich te laten inspireren door een ander type horror; waaraan ook de omgevingen bijdragen.
Combineer dat met een verhaal dat alles wat je dacht te weten op zijn kop zet en je krijgt een game die elke Resident Evil-fan zal kunnen plezieren. De tweede helft van het verhaal voelt misschien wat overhaast en had zeker meer ademruimte mogen krijgen binnen het geheel, maar in het algemeen zorgt Capcom voor een goede mix van Resident Evil lore en de plot rond Ethan.
Niet zo angstaanjagend
Resident Evil Village voert het horror-element deze keer wat anders uit. De focus ligt niet meteen op jumpscares (ze zijn er wel) en de sfeer, maar heeft meer een klassiek horrorgevoel. Dat wil zeggen dat je minder vaak bang gemaakt wordt door dingen die je niet kan zien, maar eerder door allerhande schepsels die maar al te graag eens van je willen proeven. Dat gevoel wordt versterkt in bepaalde scènes waar je geen toegang hebt tot je wapens en het dus gewoon op een lopen moet zetten als je wil overleven. Wat ons betreft hadden er gerust meer van deze scènes mogen zijn, want de rest van Resident Evil Village maakt je niet echt bang.
Hoewel puzzels nog steeds aanwezig zijn, hadden we hier en daar ook wel graag wat meer uitdaging gezien. Er zijn genoeg schatten om te vinden die je dan kan onderzoeken en gebruiken om verder te komen, maar de puzzels zijn nooit echt moeilijk. Het vinden van het juiste item is vaak het meest complexe element en omdat de game vrij lineair is in het vrijspelen van nieuwe ruimtes, gaat dat dus vrij eenvoudig, zeker als je de kaart gebruikt om te ontdekken waar je nog dingen te verzamelen hebt.
Sommige items kan je verkopen aan de Duke, een handelaar die je voorziet van ammo, wapens, explosieven en andere upgrades. Deze koop je met Lei, de munteenheid die je verzamelt door het verslaan van monsters of het breken van objecten. Doorheen Village kan je ook op dieren jagen voor de Duke, wat je dan weer permanente upgrades oplevert. Zijn aanwezigheid werd alvast geapprecieerd, al is het maar voor de grappige dialoog en verwijzingen naar zijn voorganger uit RE4.
Wat de rest van de inwoners van Village betreft, zal je een hoop verschillende monsters tegenkomen. Dat zorgt voor variatie, ook al kan je ze meestal gewoon verslaan door je wapen erop leeg te schieten. De minibosses vereisen iets meer strategie, maar wisten niet meteen veel indruk te maken omdat ze snel voorbij waren.
Als er iets is dat ons stoorde in de remakes van Resident Evil 2 en 3, dan was het wel het inventory-management. Gelukkig is dat in Village minder een probleem en kan je items al eens sneller stapelen of verplaatsen en ook hier zorgt The Duke voor een oplossing. Verkoop je bijvoorbeeld je wapen voor wat meer ruimte, dan kan je het later terugkopen. Een aparte interface voor crafting helpt ook de rotzooi wat beperkt te houden.
Motion sickness in Resident Evil Village
Niet iedereen heeft last van motion sickness tijdens het gamen, maar als dat wel zo is, kan je de game misschien maar beter overslaan. De reden hiervoor is het first person-perspectief met een wel heel beperkt gezichtsveld. Hierdoor maken kleine bewegingen al snel een grote impact op het beeld, waardoor je je snel misselijk zal gaan voelen. Het helpt ook niet dat je in Resident Evil Village niet echt snel kan draaien, zelfs op de hoogste muisgevoeligheid. Dit moet de immersie ten goede komen en het is de reden waarom Capcom met Resident Evil 7 de stap naar first person heeft gezet, maar het heeft dus ook zijn nadelen.
Na enkele veel te korte speelsessies leek het bij mij persoonlijk vooral te helpen om in windowed mode te spelen, met daarachter een witte achtergrond. Het dradenkruis groen en wat groter maken, helpt ook door je een punt te geven om naar te kijken. Je kan ook head bob uitzetten, zodat de camera minder op en neer spring tijdens het rondwandelen. Na deze trucjes toe te passen speelden we makkelijk enkele uren na elkaar.
Speelervaring op pc met AMD
Net zoals we dat vorig jaar zagen bij de Resident Evil 3 remake, is ook Village volledig geoptimaliseerd om gespeeld te worden op een AMD-systeem. Voor de beste prestaties raden we je dus zeker een Radeon RX 6000-serie grafische kaart aan (als je ze kan vinden) voor gaming in 1440p of zelfs 4K. Heb je er zo eentje, dan kan je dankzij de laatste drivers gebruik maken van AMD FreeSync Premium Pro voor een vlotte speelervaring met de best mogelijke HDR-prestaties. Iets dat je zeker kan gebruiken in de soms donkere omgevingen.
AMD en Capcom hebben ook samengewerkt aan de implementatie van FidelityFX, wat een hoop instellingen bevat om je game verder te optimaliseren. Denk daarbij aan CAS (Contrast Adaptive Sharpening dat zorgt voor scherpere beelden en meer detail in situaties met weinig contrast. FidelityFX CACO zorgt dan weer voor realistische schaduwen en licht. FidelityFX SPD zorgt dan weer voor betere post-processing, terwijl Variable Rate Shading ook in drukke scènes voor een voldoende hoge framerate en beeldkwaliteit zal zorgen.
Ondanks dat het om een duidelijke port van de consoleversie gaat en er weinig aandacht is besteed aan het vlotter maken van de navigatie doorheen de menu’s, draaide Resident Evil Village prima op onze pc. Er zijn voldoende instellingen die je toelaten om het maximale uit je grafische kaart te halen, zodat je zelf kan kiezen wat je belangrijk vindt.
Wat nog meer?
Hoewel je de game op sneltempo kan doorlopen in een uur of vier, raden we je aan om de tijd te nemen. Er zitten veel leuke details verstopt in de puzzels en het loont bijna altijd om de extra inspanning te leveren om een ruimte volledig af te werken. In totaal kan je zo rekenen op een tiental uur gameplay.
Zoals steeds krijg je aan het einde van je eerste playthrough Challenge Points die je kan gebruiken om bijvoorbeeld nieuwe wapens te kopen, maar ook om artwork of de Mercenaries-modus te unlocken. Deze laatste is uitermate geschikt voor iedereen die gewoon monsters wil neerschieten. Re:Verse, de online modus van Resident Evil Village, is momenteel nog niet beschikbaar en wordt pas deze zomer verwacht na enkele vertragingen.
Eindoordeel Resident Evil Village
Resident Evil Village is een van de beste Resident Evil games die we al gespeeld hebben. De game is zeker niet perfect: boss fights hadden uitdagender gekund en het verhaal had wat meer verspreid mogen worden, maar alles samen hebben we ons kostelijk geamuseerd. Capcom heeft de perfecte balans gevonden tussen het verhaal van Village en de lore van de rest van de reeks en dat kunnen we alleen maar toejuichen.