Opinie: smartphone-schermen zijn te groot geworden
Phablets. Komt het woord je nog bekend voor? Het woord staat voor een kruising tussen telefoons en tablets en werd voor het eerst gebruikt bij de Samsung Galaxy Note. Voor zijn tijd was het zeker een grote smartphone, met een 5,3 inch AMOLED-scherm. Klinkt misschien niet als groot, maar dat ligt meer aan de hedendaagse normen. Toen de Samsung Galaxy Note (N7000) werd gelanceerd in 2011, werden de meeste telefoons namelijk nog voorzien van 4,3 inch schermen, of zelfs kleiner – herinner je je nog de Blackberry-telefoons met fysieke toetsenborden?
- Lees ook: Zijn modulaire toestellen de toekomst?
Je kan het je mogelijk niet meer voorstellen dat we ooit met zulke kleine telefoons rondliepen. Als je tegenwoordig een smartphone aanschaft, kan je niet om de telefoons met 6 inch schermen heen. Er zijn slechts enkele 5 inch telefoons over en Apple rekt het nog iets verder met de iPhone SE. Hoewel dat toestel eigenlijk niets meer is dan een geüpdatete variant van de iPhone 8, is hij nog wel te koop en krijg je daarmee het kleinste scherm van dit moment: een 4,7 inch LCD-paneel. Dat scherm is niet alleen klein, maar ook flink verouderd. Zowel qua helderheid, als de gebruikte paneeltechniek. Als je de leeftijd van het toestel bekijkt, is dat niet zo vreemd, maar het toont wel iets anders aan, namelijk dat kleine smartphones eigenlijk niet meer levensvatbaar zijn.
RIP: Sony Xperia Z Compact
Niet alleen Apple laat zien dat er onvoldoende kleine smartphones worden verkocht om er genoeg ontwikkelingsbudget tegenaan te gooien, ook Sony ondervond dat. Jarenlang bracht het een nieuw Xperia XZ Compact-telefoon uit om de fans van kleinere toestellen binnenboord te houden. Met de XZ3-reeks kwam daar in 2019 een einde aan; nadat de XZ2 Compact bijzonder slecht verkocht, wist Sony dat er maar één uitweg was: een volledig einde van de Compact-reeks.
Het vertrek van Sony uit de markt van compacte Android-telefoons betekende dat consumenten in 2019 met hun rug tegen de muur stonden. Met de komst van de 18:9 beeldverhouding, die in 2017 op de Galaxy S8 en LG G6 was geïntroduceerd, naar steeds meer smartphones, verdween het 5 inch beeldformaat vrijwel geheel uit de winkelschappen. Nu heeft de beeldverhouding wel geholpen het formaat van grotere 6 inch toestellen hanteerbaar te houden, maar ze zijn er niet op magische wijze kleiner van geworden.
Wat wel heeft geholpen is dat de schermranden de afgelopen jaren steeds iets kleiner werden. Het begon met de dunnere schermranden op de Samsung Galaxy S8 en LG G6, en zelfs een notch op de Essential Phone PH-1. Huawei was menig concurrent te snel af met de ‘brede notch’ op de Mate 20 Pro. Hierin kon het alle benodigde techniek verwerken, zodat de andere schermranden wat dunner konden blijven. Een lang leven was deze techniek overigens niet beschoren; de Mate 20-serie werd in oktober 2018 gelanceerd, waarna Huawei in december de Nova 4, de smartphone die de huidige hole-punch inkeping tot ons bracht, introduceerde.
Is groot niet groot genoeg?
Het verdwijnen van 4 en 5 inch smartphones an sich was niet het grootste probleem. Vlak nadat de revolutie was gestart, kwam het gemiddelde schermformaat uit rond de 6 inch. Groot, maar niet te groot om comfortabel in je handen te houden of in je broekzak te steken. Wat mij betreft waren de schermen ook meer dan groot genoeg om video’s op te kijken, artikelen op te lezen of op te gamen. Precies goed, dus. Dat er grotere smartphones uitgebracht zouden worden, stond wel vast. Het was ook zeker dat Samsung daar met de Galaxy Note-lijn op vooruit zou lopen. Eveneens prima en, voor het doeleinde van de Galaxy Note-telefoons, ook een evidente keuze.
Minder evident is de keuze van andere Android-fabrikanten om de limiet steeds verder op te zoeken. ‘Hoe groot kunnen we smartphones maken zonder dat gebruikers beginnen te klagen?’ moet een vraag zijn die regelmatig voorbijkomt bij R&D-afdelingen van smartphonefabrikanten. Dat het antwoord daarop eindeloos groot is, blijkt eveneens uit recente telefoononthullingen. Op de ASUS ROG Phone 6 vind je bijvoorbeeld een 6,78 inch scherm en de Mi 11 uit 2021 kreeg zelfs een 6,81 inch scherm mee.
Je ziet daarmee nog iets meer van de film of serie die je wil kijken, de tekst die je leest, maar is dat écht nodig? Die vraag gaat over twee dingen. Enerzijds de hoeveelheid grondstoffen die voor zo’n enorm toestel nodig zijn en anderzijds of je de telefoon nog wel fijn kan vasthouden. Mensen kunnen zich aanpassen aan de omgeving, dus doen we dat ook bij ons smartphonegebruik. Koop je een immens groot toestel, dan hoort daar enige mate van handgymnastiek bij. Je wordt er in ieder geval geen snellere smartphonegebruiker van: in plaats van snel iets aanklikken, moet je eerst het toestel door je hand schuiven om de bovenkant te bereiken. Of – dat kan natuurlijk ook – je moet twee handen gebruiken.
Ervaring met de Zenfone 9
Ook dat is wat mij betreft geen vooruitgang. Als ik mijn telefoon gebruik is dat vaak tussendoor en met enige haast; mijn job als techredacteur maakt gelukkig nog niet dat ik dag in, dag uit aan mijn smartphones ben vastgekleefd. Een grotere smartphone zorgt er bij mij eigenlijk enkel voor dat ik meer tijd op het toestel spendeer. Deels omdat het formaat mij soms ‘in de weg staat’ sneller een handeling uit te voeren, en eveneens omdat het grotere scherm mij simpelweg meer aantrekt om bijvoorbeeld YouTube-video’s op te kijken.
Zonder dat ik ernaar op zoek was, deed ik bovenstaande ervaring de afgelopen weken op met een nieuwe compacte smartphone, de ASUS Zenfone 9. Het scherm heeft een 5,8 inch diagonaal, en is daarmee een van de kleinste schermen op een Android-smartphone van het moment. Voordat de telefoon was ingesteld wist ik al dat de ervaring anders zou worden dan op Samsungs Galaxy S21+ en Motorola’s Edge+, maar ik had niet dermate veel verschil verwacht.
Hoewel het schermformaat slechts 0,9 inch verschilt, zag ik een dag en nacht verschil in hoe ik het toestel gebruikte ten opzichte van de ‘grote jongens’. De Zenfone 9 wegleggen voelde makkelijker dan de Samsung of Motorola, en ik nam dan ook vaker even afscheid van de smartphone. Ook zou ik, en dat kan je als voor- of nadeel zien, minder snel lange video’s kijken op ASUS’s Zenfone. Niet vanwege het scherm zelf, maar simpelweg omdat het scherm toch iets minder aantrekt. Je kan er prima video’s op kijken, maar ik word er simpelweg minder ingezogen dan op de S21+ of Edge+.
Beter voor je (digitaal) welzijn
Met dat in je achterhoofd kun je stellen dat kleinere telefoons minder handig zijn, maar ik zie dat liever anders. Een kleiner model zorgt volgens mij ook voor verbeterde welzijn van gebruikers. De eigenaren van platformen als Facebook, Instagram en YouTube zien je maar al te graag meer tijd op hun platformen doorbrengen. Voor wat ik heb gemerkt, dragen grotere schermen zeker bij aan hun doelstellingen, en zorgt dit er tegelijkertijd voor dat je minder tijd in de échte wereld spendeert. De smartphone moet wat mij betreft een aanvulling zijn op ons leven, op onze computer en laptops – niet simpelweg nog een apparaat met dezelfde functie.
We zijn er met zijn allen aan gewend geraakt dat we altijd online moeten zijn. Dat de telefoon in het leven aanwezig hoort te zijn, maar ik ben van mening dat het niet erg zou zijn als we wat minder op onze telefoon zouden zitten. Een revolutie die werkelijk zou bijdragen aan onze kwaliteit van leven.
Dus: het is tijd voor meer kleine telefoons als de ASUS Zenfone 9. Toestellen die er niet alleen voor zorgen dat je geen handgymnastiek meer hoeft uit te voeren (wie kijkt daar naar uit), maar die ook zorgen voor verbeterde digitale welzijn. Oh, en ze passen ook nog eens beter in je broeken en zijn beter voor het milieu dan de grootste smartphones van het moment. Een 5 inch telefoon past niet binnen onze tijd, maar wat als we weer regelmatig aankondigingen gaan zien van modellen op het randje van 5 en 6 inch?
Niet besparen op specificaties
Als fabrikanten daarmee aan de slag gaan, is dan enkel nog de zorg dat ze voldoende aandacht aan de hardware besteden. ASUS heeft met de Zenfone 6 laten zien dat het prima kan en ook Google is met de Pixel 6a in staat een prima midrange/ high-end 6,1 inch smartphone te onthullen. Als we de kleine telefoons dan massaal gaan aanschaffen, is het eindelijk gedaan met de constante groei. Een 7 inch smartphone, kan jij het je al voorstellen? Smartphonefabrikanten waarschijnlijk wel.
Phablets. Komt het woord je nog bekend voor? Het woord staat voor een kruising tussen telefoons en tablets en werd voor het eerst gebruikt bij de Samsung Galaxy Note. Voor zijn tijd was het zeker een grote smartphone, met een 5,3 inch AMOLED-scherm. Klinkt misschien niet als groot, maar dat ligt meer aan de hedendaagse normen. Toen de Samsung Galaxy Note (N7000) werd gelanceerd in 2011, werden de meeste telefoons namelijk nog voorzien van 4,3 inch schermen, of zelfs kleiner – herinner je je nog de Blackberry-telefoons met fysieke toetsenborden?
- Lees ook: Zijn modulaire toestellen de toekomst?
Je kan het je mogelijk niet meer voorstellen dat we ooit met zulke kleine telefoons rondliepen. Als je tegenwoordig een smartphone aanschaft, kan je niet om de telefoons met 6 inch schermen heen. Er zijn slechts enkele 5 inch telefoons over en Apple rekt het nog iets verder met de iPhone SE. Hoewel dat toestel eigenlijk niets meer is dan een geüpdatete variant van de iPhone 8, is hij nog wel te koop en krijg je daarmee het kleinste scherm van dit moment: een 4,7 inch LCD-paneel. Dat scherm is niet alleen klein, maar ook flink verouderd. Zowel qua helderheid, als de gebruikte paneeltechniek. Als je de leeftijd van het toestel bekijkt, is dat niet zo vreemd, maar het toont wel iets anders aan, namelijk dat kleine smartphones eigenlijk niet meer levensvatbaar zijn.
RIP: Sony Xperia Z Compact
Niet alleen Apple laat zien dat er onvoldoende kleine smartphones worden verkocht om er genoeg ontwikkelingsbudget tegenaan te gooien, ook Sony ondervond dat. Jarenlang bracht het een nieuw Xperia XZ Compact-telefoon uit om de fans van kleinere toestellen binnenboord te houden. Met de XZ3-reeks kwam daar in 2019 een einde aan; nadat de XZ2 Compact bijzonder slecht verkocht, wist Sony dat er maar één uitweg was: een volledig einde van de Compact-reeks.
Het vertrek van Sony uit de markt van compacte Android-telefoons betekende dat consumenten in 2019 met hun rug tegen de muur stonden. Met de komst van de 18:9 beeldverhouding, die in 2017 op de Galaxy S8 en LG G6 was geïntroduceerd, naar steeds meer smartphones, verdween het 5 inch beeldformaat vrijwel geheel uit de winkelschappen. Nu heeft de beeldverhouding wel geholpen het formaat van grotere 6 inch toestellen hanteerbaar te houden, maar ze zijn er niet op magische wijze kleiner van geworden.
Wat wel heeft geholpen is dat de schermranden de afgelopen jaren steeds iets kleiner werden. Het begon met de dunnere schermranden op de Samsung Galaxy S8 en LG G6, en zelfs een notch op de Essential Phone PH-1. Huawei was menig concurrent te snel af met de ‘brede notch’ op de Mate 20 Pro. Hierin kon het alle benodigde techniek verwerken, zodat de andere schermranden wat dunner konden blijven. Een lang leven was deze techniek overigens niet beschoren; de Mate 20-serie werd in oktober 2018 gelanceerd, waarna Huawei in december de Nova 4, de smartphone die de huidige hole-punch inkeping tot ons bracht, introduceerde.
Is groot niet groot genoeg?
Het verdwijnen van 4 en 5 inch smartphones an sich was niet het grootste probleem. Vlak nadat de revolutie was gestart, kwam het gemiddelde schermformaat uit rond de 6 inch. Groot, maar niet te groot om comfortabel in je handen te houden of in je broekzak te steken. Wat mij betreft waren de schermen ook meer dan groot genoeg om video’s op te kijken, artikelen op te lezen of op te gamen. Precies goed, dus. Dat er grotere smartphones uitgebracht zouden worden, stond wel vast. Het was ook zeker dat Samsung daar met de Galaxy Note-lijn op vooruit zou lopen. Eveneens prima en, voor het doeleinde van de Galaxy Note-telefoons, ook een evidente keuze.
Minder evident is de keuze van andere Android-fabrikanten om de limiet steeds verder op te zoeken. ‘Hoe groot kunnen we smartphones maken zonder dat gebruikers beginnen te klagen?’ moet een vraag zijn die regelmatig voorbijkomt bij R&D-afdelingen van smartphonefabrikanten. Dat het antwoord daarop eindeloos groot is, blijkt eveneens uit recente telefoononthullingen. Op de ASUS ROG Phone 6 vind je bijvoorbeeld een 6,78 inch scherm en de Mi 11 uit 2021 kreeg zelfs een 6,81 inch scherm mee.
Je ziet daarmee nog iets meer van de film of serie die je wil kijken, de tekst die je leest, maar is dat écht nodig? Die vraag gaat over twee dingen. Enerzijds de hoeveelheid grondstoffen die voor zo’n enorm toestel nodig zijn en anderzijds of je de telefoon nog wel fijn kan vasthouden. Mensen kunnen zich aanpassen aan de omgeving, dus doen we dat ook bij ons smartphonegebruik. Koop je een immens groot toestel, dan hoort daar enige mate van handgymnastiek bij. Je wordt er in ieder geval geen snellere smartphonegebruiker van: in plaats van snel iets aanklikken, moet je eerst het toestel door je hand schuiven om de bovenkant te bereiken. Of – dat kan natuurlijk ook – je moet twee handen gebruiken.
Ervaring met de Zenfone 9
Ook dat is wat mij betreft geen vooruitgang. Als ik mijn telefoon gebruik is dat vaak tussendoor en met enige haast; mijn job als techredacteur maakt gelukkig nog niet dat ik dag in, dag uit aan mijn smartphones ben vastgekleefd. Een grotere smartphone zorgt er bij mij eigenlijk enkel voor dat ik meer tijd op het toestel spendeer. Deels omdat het formaat mij soms ‘in de weg staat’ sneller een handeling uit te voeren, en eveneens omdat het grotere scherm mij simpelweg meer aantrekt om bijvoorbeeld YouTube-video’s op te kijken.
Zonder dat ik ernaar op zoek was, deed ik bovenstaande ervaring de afgelopen weken op met een nieuwe compacte smartphone, de ASUS Zenfone 9. Het scherm heeft een 5,8 inch diagonaal, en is daarmee een van de kleinste schermen op een Android-smartphone van het moment. Voordat de telefoon was ingesteld wist ik al dat de ervaring anders zou worden dan op Samsungs Galaxy S21+ en Motorola’s Edge+, maar ik had niet dermate veel verschil verwacht.
Hoewel het schermformaat slechts 0,9 inch verschilt, zag ik een dag en nacht verschil in hoe ik het toestel gebruikte ten opzichte van de ‘grote jongens’. De Zenfone 9 wegleggen voelde makkelijker dan de Samsung of Motorola, en ik nam dan ook vaker even afscheid van de smartphone. Ook zou ik, en dat kan je als voor- of nadeel zien, minder snel lange video’s kijken op ASUS’s Zenfone. Niet vanwege het scherm zelf, maar simpelweg omdat het scherm toch iets minder aantrekt. Je kan er prima video’s op kijken, maar ik word er simpelweg minder ingezogen dan op de S21+ of Edge+.
Beter voor je (digitaal) welzijn
Met dat in je achterhoofd kun je stellen dat kleinere telefoons minder handig zijn, maar ik zie dat liever anders. Een kleiner model zorgt volgens mij ook voor verbeterde welzijn van gebruikers. De eigenaren van platformen als Facebook, Instagram en YouTube zien je maar al te graag meer tijd op hun platformen doorbrengen. Voor wat ik heb gemerkt, dragen grotere schermen zeker bij aan hun doelstellingen, en zorgt dit er tegelijkertijd voor dat je minder tijd in de échte wereld spendeert. De smartphone moet wat mij betreft een aanvulling zijn op ons leven, op onze computer en laptops – niet simpelweg nog een apparaat met dezelfde functie.
We zijn er met zijn allen aan gewend geraakt dat we altijd online moeten zijn. Dat de telefoon in het leven aanwezig hoort te zijn, maar ik ben van mening dat het niet erg zou zijn als we wat minder op onze telefoon zouden zitten. Een revolutie die werkelijk zou bijdragen aan onze kwaliteit van leven.
Dus: het is tijd voor meer kleine telefoons als de ASUS Zenfone 9. Toestellen die er niet alleen voor zorgen dat je geen handgymnastiek meer hoeft uit te voeren (wie kijkt daar naar uit), maar die ook zorgen voor verbeterde digitale welzijn. Oh, en ze passen ook nog eens beter in je broeken en zijn beter voor het milieu dan de grootste smartphones van het moment. Een 5 inch telefoon past niet binnen onze tijd, maar wat als we weer regelmatig aankondigingen gaan zien van modellen op het randje van 5 en 6 inch?
Niet besparen op specificaties
Als fabrikanten daarmee aan de slag gaan, is dan enkel nog de zorg dat ze voldoende aandacht aan de hardware besteden. ASUS heeft met de Zenfone 6 laten zien dat het prima kan en ook Google is met de Pixel 6a in staat een prima midrange/ high-end 6,1 inch smartphone te onthullen. Als we de kleine telefoons dan massaal gaan aanschaffen, is het eindelijk gedaan met de constante groei. Een 7 inch smartphone, kan jij het je al voorstellen? Smartphonefabrikanten waarschijnlijk wel.