Opinie: Technologie maakt ons lui
We verwachten steeds meer van technologie en leggen bedrijven het vuur aan de schenen, waardoor zij gedwongen worden om aan een hoog tempo verder te innoveren. Technologie evolueert ook exponentieel sneller en innovaties volgen elkaar alsmaar sneller op. Sinds de introductie van artificiële intelligentie aan het grote publiek is de verwachting ontstaan dat bepaalde zaken vanzelf moeten gebeuren. Wij moeten dus steeds minder doen en laten de technologie de moeite doen die wij niet willen doen. Makkelijker gezegd: technologie maakt ons lui.
In den beginne was er Google
De laatste jaren is het me vooral opgevallen dat de verwachtingen alsmaar hoger liggen op het vlak van technologie. Artificiële intelligentie (AI) wordt bijvoorbeeld met de dag slimmer zodat we zelf minder moeten nadenken. Waarom zou je zelf nog opzoeken wat voor weer het gaat worden, als je het gewoon aan Google kan vragen? Dat is slechts een van de manieren waarop AI onze levens makkelijker kan maken, maar ook voor het tijdperk van AI en smartphones werden we al luier gemaakt door technologie.
De introductie van het internet en de computer in het gemiddelde huishouden kan je beschouwen als het begin van de luiheid. Plots moesten we niet meer naar de bibliotheek om informatie te verkrijgen, maar konden we terecht bij Wikipedia voor willekeurige weetjes. Ook een telefoonboek doorbladeren om het telefoonnummer van een of andere dienst te vinden, was niet meer nodig. Allerlei fysieke acties werden in een klap vervangen door een goed gerichte zoekopdracht op Google.
Begrijp me niet verkeerd, ik zie Google niet als oorzaak van de luiheid, maar het heeft wel een groot aandeel in het hele gebeuren. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het onderwijs vandaag en pakweg dertig jaar geleden toen het internet nog bestond, zie je al een duidelijk verschil. Studenten hebben nu makkelijk toegang tot een quasi eindeloze verzameling aan bronnen op het internet en moeten zelden nog op zoek naar een fysiek boek in de bibliotheek. En zelfs als dat wel zo is, kan het geen kwaad om eerst op zoek te gaan naar een al dan niet legale pdf op het internet.
Extra hersenen in je broekzak
De luiheid komt, wat mij betreft, in sterke mate voort uit het internet. Het geeft ons toegang tot een onuitputtelijke informatiebron, al moeten we natuurlijk wel kritisch zijn over die informatie. Het fenomeen van de smartphone heeft de situatie daarnaast een serieuze duw in de rug gegeven. Waar we eerst nog voor onze computer moesten gaan zitten, was zelfs die verplaatsing niet meer nodig. Ook op onze smartphone konden we een zoekopdracht ingeven om aan bepaalde informatie te komen. De krant moeten we niet meer gaan kopen, we moeten niet meer wachten op Frank Deboosere voor het weerbericht en een vreemde taal leren, lijkt plots onnodig met Google Translate.
Niet alleen de fysieke verplaatsingen om aan informatie te komen, maar ook mentale inspanningen worden onnodig. Elk jaar opnieuw klagen leerlingen dat ze geen wiskunde nodig hebben omdat hun smartphone een rekentoestel heeft en het zou niet de eerste keer zijn dat een taak Engels eerst in het Nederlands is geschreven en vervolgens door Google Translate is gehaald.
Slim huis, lui huishouden
Het smart home zie ik als een broeihaard van luiheid. Hoe slimmer je huis, hoe luier je wordt. Het principe van een smart home is dat zowat alles geregeld kan worden met je smartphone en smart speakers waaraan je stemcommando’s geeft. Het licht aandoen (en van kleur laten veranderen) kan tegenwoordig met een simpel stemcommando aan Google. Voor je thermostaat hoef je ook niet meer aan knoppen te draaien en ook televisies ondersteunen spraakinvoer, waardoor een afstandsbediening overbodig wordt. De deur zelf openen en sluiten hoeft bovendien ook niet meer met een slim slot en als je niet weet welke muziek je wil horen, kan je nu aan je smart speaker vragen om een willekeurige playlist van een bepaald genre af te spelen op Spotify. Zo kan je genieten van leuke deuntjes terwijl je robotstofzuiger het hele huis voor je stofzuigt. Recent zijn er nog slimme rolluiken verschenen, waardoor je ook daarvoor met een simpele tik op je smartphone een kamer kan verduisteren of verlichten. In de toekomst zullen deze slimme huizen nog slimmer worden en dat komt de luiheid van de bewoners niet ten goede.
Het sneeuwbaleffect
Dit hele plaatje past tot slot bijzonder goed binnen het principe van het sneeuwbaleffect. We zijn klein begonnen door het internet naar onze huizen te brengen waardoor we via onze computers toegang hadden tot enorm veel informatie. Intussen worden volledige huizen bestuurd door artificiële intelligentie en spraakassistenten zoals Google Assistant en Siri. Een commando intikken wordt steeds vaker vervangen door een spraakcommando en in het geval van een vraag wordt het antwoord liefst meteen voorgelezen zodat we het zelf niet eens meer moeten lezen. Die technologiesneeuwbal is nog lang niet uitgerold en de luiheid die hij met zich meebrengt, heeft zijn toppunt bijgevolg nog niet bereikt. Dan rest er mij nu nog één ding: de spellingscontrole over dit artikel laten gaan, omdat ik zelf te lui ben om het na te lezen.
We verwachten steeds meer van technologie en leggen bedrijven het vuur aan de schenen, waardoor zij gedwongen worden om aan een hoog tempo verder te innoveren. Technologie evolueert ook exponentieel sneller en innovaties volgen elkaar alsmaar sneller op. Sinds de introductie van artificiële intelligentie aan het grote publiek is de verwachting ontstaan dat bepaalde zaken vanzelf moeten gebeuren. Wij moeten dus steeds minder doen en laten de technologie de moeite doen die wij niet willen doen. Makkelijker gezegd: technologie maakt ons lui.
In den beginne was er Google
De laatste jaren is het me vooral opgevallen dat de verwachtingen alsmaar hoger liggen op het vlak van technologie. Artificiële intelligentie (AI) wordt bijvoorbeeld met de dag slimmer zodat we zelf minder moeten nadenken. Waarom zou je zelf nog opzoeken wat voor weer het gaat worden, als je het gewoon aan Google kan vragen? Dat is slechts een van de manieren waarop AI onze levens makkelijker kan maken, maar ook voor het tijdperk van AI en smartphones werden we al luier gemaakt door technologie.
De introductie van het internet en de computer in het gemiddelde huishouden kan je beschouwen als het begin van de luiheid. Plots moesten we niet meer naar de bibliotheek om informatie te verkrijgen, maar konden we terecht bij Wikipedia voor willekeurige weetjes. Ook een telefoonboek doorbladeren om het telefoonnummer van een of andere dienst te vinden, was niet meer nodig. Allerlei fysieke acties werden in een klap vervangen door een goed gerichte zoekopdracht op Google.
Begrijp me niet verkeerd, ik zie Google niet als oorzaak van de luiheid, maar het heeft wel een groot aandeel in het hele gebeuren. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het onderwijs vandaag en pakweg dertig jaar geleden toen het internet nog bestond, zie je al een duidelijk verschil. Studenten hebben nu makkelijk toegang tot een quasi eindeloze verzameling aan bronnen op het internet en moeten zelden nog op zoek naar een fysiek boek in de bibliotheek. En zelfs als dat wel zo is, kan het geen kwaad om eerst op zoek te gaan naar een al dan niet legale pdf op het internet.
Extra hersenen in je broekzak
De luiheid komt, wat mij betreft, in sterke mate voort uit het internet. Het geeft ons toegang tot een onuitputtelijke informatiebron, al moeten we natuurlijk wel kritisch zijn over die informatie. Het fenomeen van de smartphone heeft de situatie daarnaast een serieuze duw in de rug gegeven. Waar we eerst nog voor onze computer moesten gaan zitten, was zelfs die verplaatsing niet meer nodig. Ook op onze smartphone konden we een zoekopdracht ingeven om aan bepaalde informatie te komen. De krant moeten we niet meer gaan kopen, we moeten niet meer wachten op Frank Deboosere voor het weerbericht en een vreemde taal leren, lijkt plots onnodig met Google Translate.
Niet alleen de fysieke verplaatsingen om aan informatie te komen, maar ook mentale inspanningen worden onnodig. Elk jaar opnieuw klagen leerlingen dat ze geen wiskunde nodig hebben omdat hun smartphone een rekentoestel heeft en het zou niet de eerste keer zijn dat een taak Engels eerst in het Nederlands is geschreven en vervolgens door Google Translate is gehaald.
Slim huis, lui huishouden
Het smart home zie ik als een broeihaard van luiheid. Hoe slimmer je huis, hoe luier je wordt. Het principe van een smart home is dat zowat alles geregeld kan worden met je smartphone en smart speakers waaraan je stemcommando’s geeft. Het licht aandoen (en van kleur laten veranderen) kan tegenwoordig met een simpel stemcommando aan Google. Voor je thermostaat hoef je ook niet meer aan knoppen te draaien en ook televisies ondersteunen spraakinvoer, waardoor een afstandsbediening overbodig wordt. De deur zelf openen en sluiten hoeft bovendien ook niet meer met een slim slot en als je niet weet welke muziek je wil horen, kan je nu aan je smart speaker vragen om een willekeurige playlist van een bepaald genre af te spelen op Spotify. Zo kan je genieten van leuke deuntjes terwijl je robotstofzuiger het hele huis voor je stofzuigt. Recent zijn er nog slimme rolluiken verschenen, waardoor je ook daarvoor met een simpele tik op je smartphone een kamer kan verduisteren of verlichten. In de toekomst zullen deze slimme huizen nog slimmer worden en dat komt de luiheid van de bewoners niet ten goede.
Het sneeuwbaleffect
Dit hele plaatje past tot slot bijzonder goed binnen het principe van het sneeuwbaleffect. We zijn klein begonnen door het internet naar onze huizen te brengen waardoor we via onze computers toegang hadden tot enorm veel informatie. Intussen worden volledige huizen bestuurd door artificiële intelligentie en spraakassistenten zoals Google Assistant en Siri. Een commando intikken wordt steeds vaker vervangen door een spraakcommando en in het geval van een vraag wordt het antwoord liefst meteen voorgelezen zodat we het zelf niet eens meer moeten lezen. Die technologiesneeuwbal is nog lang niet uitgerold en de luiheid die hij met zich meebrengt, heeft zijn toppunt bijgevolg nog niet bereikt. Dan rest er mij nu nog één ding: de spellingscontrole over dit artikel laten gaan, omdat ik zelf te lui ben om het na te lezen.