Vraag van de maand: OLED vs QLED, wat zit er in mijn televisiescherm?
Tegenwoordig kan je met een smart-televisie al heel wat meer dan gewoon naar je favoriete programma’s kijken. Maar toch is de essentie van een televisietoestel nooit veranderd. Het beeldscherm blijft met afstand het belangrijkste component, en als we veel geld neerleggen voor een televisietoestel, dan verwachten we ook onder de indruk te zijn van de beeldkwaliteit.
Televisiefabrikanten blijven zichzelf ook uitdagen om de grenzen van de beeldkwaliteit te verleggen. In de specificaties van een televisietoestel wordt er dan ook op los gestrooid met termen als ‘4K’ en ‘8K’. Wat dat allemaal is, daar zouden we op zich al een aparte Vraag van de Maand aan kunnen wijden. Die hoge beeldkwaliteit wordt gegarandeerd door de belichtingstechniek die gebruikt wordt. Die verschilt van fabrikant tot fabrikant. LG zweert trouw aan OLED, Samsung trekt dan weer de kaart van QLED. Maar omdat niet elke consument weet waar die letters voor staan, leggen we de verschillen uit.
LCD: het einde van een tijdperk
Maar we zetten eerst een stapje terug in de tijd om de techniek te bespreken die voor OLED en QLED als de standaard voor televisieschermen gold: LCD. LCD is de afkorting voor ‘Liquid Crystal Display’. Een lcd-scherm zit dus vol met vloeibare kristalmoleculen. Die kristalmoleculen zitten samengeperst tussen glasplaatjes. Daarvoor en achter staan nog polarisatiefilters en kleurfilters (één voor rood, één voor groen, en één voor blauw). Het licht komt vanuit een backlight led-lichtbron, en passeert door de filters. Hoe hoger het voltage op het vloeibare kristal, hoe actiever de kristalmoleculen het licht zullen polariseren. Het licht uit de drie kleurfilters wordt in een prisma samengevoegd, en vormt het beeld dat wij uiteindelijk te zien krijgen.
Het grootste voordeel van LCD is dat het enorm energiezuinig is. De techniek werd daardoor lang voor verschillende soorten toestellen gebruikt: smartphones, tablets, computermonitoren, maar dus ook televisies. Het is vooral geschikt voor apparaten die maar een beperkte batterijcapaciteit hebben, maar het heeft ook beperkingen. Het kristal kan nooit al het licht tegenhouden. Daardoor kan de kleur zwart nooit helemaal scherp weergeven worden. De kleuren zijn ook minder helder als er vanuit een andere hoek dan recht van voren gekeken wordt. Bovendien is het kristal ook giftig, en kan een lcd-scherm dat kapot valt best niet zonder handschoenen opgeruimd worden. Omwille van die beperkingen beginnen televisiefabrikanten stilaan af te stappen van LCD, ten faveure van andere technieken.
OLED en QLED: de strijd om de troon
OLED is één van die nieuwe technieken die LCD moet doen vergeten. Maar de techniek is zeer anders dan LCD. OLED is de afkorting voor ‘Organic Light Emitting Diode’. Een oled is een halfgeleiderlichtbron. Van oleds kunnen lampen gemaakt worden die veel zuiniger zijn dan de traditionele gloeilamp. Veel vaker wordt het vandaag de dag gebruikt in displays. Aanvankelijk leek de techniek vooral geschikt voor kleinere en dunnere schermen van smartphones, maar televisiefabrikanten zoals LG hebben stilaan ontdekt dat de techniek van nut kan zijn voor televisieschermen. De eerste OLED-televisies waren eerder klein, maar tegenwoordig vind je zonder problemen schermen van 55-inch. OLED werkt heel wat beperkingen die LCD heeft weg. De diode kan zelf licht uitzenden als er stroom doorheen gaat, waardoor backlight niet meer noodzakelijk is. Dat maakt een grotere kijkhoek mogelijk, en ook de contrasten zijn veel helderder. Diep zwart kan via OLED wel weergeven worden. Er is wel één groot nadeel aan OLED, en dat is dat het schermen gevoelig maakt voor ‘inbranden’ of beeldretentie. Wanneer delen van het beeld gedurende lange tijd statisch blijven staan, kan het voorkomen dat de pixels permanent blijven staan op het scherm. Het fenomeen doet zich eerder uitzonderlijk voor, maar het valt nooit uit te sluiten.
Juist omwille van het risico van het inbranden, heeft Samsung OLED links laten liggen. De Zuid-Koreaanse televisiefabrikant trekt resoluut de kaart van QLED-televisies. QLED staat voor ‘Quantum Dot Light Emitting Diode’. De eerste QLED-televisie werd pas in 2017 onthuld door Samsung; de techniek staat dus nog redelijk in de kinderschoenen. QLED maakt gebruik van quantom dots met metaallegering om zuiver monochromatisch licht te produceren. Samsung gaat er zelf prat op dat QLED-televisies de enige televisies zijn die een kleurvolume van 100% kunnen laten zien. Dat moet de beelden nog scherper en helderder maken dan die van OLED-televisies. Bovendien zijn ze beter bestand tegen het inbranden. De kijkhoek van QLED-televisies is dan wel weer beperkter.
Omdat voorlopig enkel Samsung nog maar steunt op QLED, is het nog niet echt als standaard kunnen doorbreken in de televisie-industrie. Toch lijkt de techniek zeker het potentieel te bevatten om op termijn OLED te vervangen, zoals OLED ooit ook LCD heeft moeten vervangen.
Overzicht van de belangrijkste troeven
OLED | QLED |
Diepste zwartweergave | Grootste kleurvolume |
Sterker contrast tussen donker en licht | Hoogste helderheid |
Grootste kijkhoek | Minder reflectie |
Gevoelig voor inbranden | Geen risico op inbranden |
Tegenwoordig kan je met een smart-televisie al heel wat meer dan gewoon naar je favoriete programma’s kijken. Maar toch is de essentie van een televisietoestel nooit veranderd. Het beeldscherm blijft met afstand het belangrijkste component, en als we veel geld neerleggen voor een televisietoestel, dan verwachten we ook onder de indruk te zijn van de beeldkwaliteit.
Televisiefabrikanten blijven zichzelf ook uitdagen om de grenzen van de beeldkwaliteit te verleggen. In de specificaties van een televisietoestel wordt er dan ook op los gestrooid met termen als ‘4K’ en ‘8K’. Wat dat allemaal is, daar zouden we op zich al een aparte Vraag van de Maand aan kunnen wijden. Die hoge beeldkwaliteit wordt gegarandeerd door de belichtingstechniek die gebruikt wordt. Die verschilt van fabrikant tot fabrikant. LG zweert trouw aan OLED, Samsung trekt dan weer de kaart van QLED. Maar omdat niet elke consument weet waar die letters voor staan, leggen we de verschillen uit.
LCD: het einde van een tijdperk
Maar we zetten eerst een stapje terug in de tijd om de techniek te bespreken die voor OLED en QLED als de standaard voor televisieschermen gold: LCD. LCD is de afkorting voor ‘Liquid Crystal Display’. Een lcd-scherm zit dus vol met vloeibare kristalmoleculen. Die kristalmoleculen zitten samengeperst tussen glasplaatjes. Daarvoor en achter staan nog polarisatiefilters en kleurfilters (één voor rood, één voor groen, en één voor blauw). Het licht komt vanuit een backlight led-lichtbron, en passeert door de filters. Hoe hoger het voltage op het vloeibare kristal, hoe actiever de kristalmoleculen het licht zullen polariseren. Het licht uit de drie kleurfilters wordt in een prisma samengevoegd, en vormt het beeld dat wij uiteindelijk te zien krijgen.
Het grootste voordeel van LCD is dat het enorm energiezuinig is. De techniek werd daardoor lang voor verschillende soorten toestellen gebruikt: smartphones, tablets, computermonitoren, maar dus ook televisies. Het is vooral geschikt voor apparaten die maar een beperkte batterijcapaciteit hebben, maar het heeft ook beperkingen. Het kristal kan nooit al het licht tegenhouden. Daardoor kan de kleur zwart nooit helemaal scherp weergeven worden. De kleuren zijn ook minder helder als er vanuit een andere hoek dan recht van voren gekeken wordt. Bovendien is het kristal ook giftig, en kan een lcd-scherm dat kapot valt best niet zonder handschoenen opgeruimd worden. Omwille van die beperkingen beginnen televisiefabrikanten stilaan af te stappen van LCD, ten faveure van andere technieken.
OLED en QLED: de strijd om de troon
OLED is één van die nieuwe technieken die LCD moet doen vergeten. Maar de techniek is zeer anders dan LCD. OLED is de afkorting voor ‘Organic Light Emitting Diode’. Een oled is een halfgeleiderlichtbron. Van oleds kunnen lampen gemaakt worden die veel zuiniger zijn dan de traditionele gloeilamp. Veel vaker wordt het vandaag de dag gebruikt in displays. Aanvankelijk leek de techniek vooral geschikt voor kleinere en dunnere schermen van smartphones, maar televisiefabrikanten zoals LG hebben stilaan ontdekt dat de techniek van nut kan zijn voor televisieschermen. De eerste OLED-televisies waren eerder klein, maar tegenwoordig vind je zonder problemen schermen van 55-inch. OLED werkt heel wat beperkingen die LCD heeft weg. De diode kan zelf licht uitzenden als er stroom doorheen gaat, waardoor backlight niet meer noodzakelijk is. Dat maakt een grotere kijkhoek mogelijk, en ook de contrasten zijn veel helderder. Diep zwart kan via OLED wel weergeven worden. Er is wel één groot nadeel aan OLED, en dat is dat het schermen gevoelig maakt voor ‘inbranden’ of beeldretentie. Wanneer delen van het beeld gedurende lange tijd statisch blijven staan, kan het voorkomen dat de pixels permanent blijven staan op het scherm. Het fenomeen doet zich eerder uitzonderlijk voor, maar het valt nooit uit te sluiten.
Juist omwille van het risico van het inbranden, heeft Samsung OLED links laten liggen. De Zuid-Koreaanse televisiefabrikant trekt resoluut de kaart van QLED-televisies. QLED staat voor ‘Quantum Dot Light Emitting Diode’. De eerste QLED-televisie werd pas in 2017 onthuld door Samsung; de techniek staat dus nog redelijk in de kinderschoenen. QLED maakt gebruik van quantom dots met metaallegering om zuiver monochromatisch licht te produceren. Samsung gaat er zelf prat op dat QLED-televisies de enige televisies zijn die een kleurvolume van 100% kunnen laten zien. Dat moet de beelden nog scherper en helderder maken dan die van OLED-televisies. Bovendien zijn ze beter bestand tegen het inbranden. De kijkhoek van QLED-televisies is dan wel weer beperkter.
Omdat voorlopig enkel Samsung nog maar steunt op QLED, is het nog niet echt als standaard kunnen doorbreken in de televisie-industrie. Toch lijkt de techniek zeker het potentieel te bevatten om op termijn OLED te vervangen, zoals OLED ooit ook LCD heeft moeten vervangen.
Overzicht van de belangrijkste troeven
OLED | QLED |
Diepste zwartweergave | Grootste kleurvolume |
Sterker contrast tussen donker en licht | Hoogste helderheid |
Grootste kijkhoek | Minder reflectie |
Gevoelig voor inbranden | Geen risico op inbranden |