Test

Dit is een popup

Navigeren naar een verbonden toekomst

connected car
In 2020 zal naar schatting een kwart miljard auto's op de weg connected zijn. Dit betekent simpelweg dat deze auto’s kunnen ‘praten’; niet alleen met elkaar, maar ook met de infrastructuur eromheen en met de fabrikanten. Eerder dit jaar presenteerde de Europese Commissie haar derde mobiliteitspakket, dat ernaar streeft dat alle nieuwe voertuigen in 2022 op het internet zijn aangesloten. Welkom in een nieuwe wereld.

Voor de toenemende verstedelijking en de bijbehorende implicaties voor het milieu, wordt een groot deel van de oplossing gezocht in connectiviteit. Wanneer auto’s worden ‘verbonden’ krijgen we realtime informatie over verkeer, verkeersongevallen en milieuomstandigheden. Met deze inzichten kunnen verkeersroutes worden verbeterd, wat uiteindelijk leidt tot een vermindering van de CO2-uitstoot en een enorme verbetering van de verkeersopstopping en -veiligheid. Overheden kunnen dankzij deze grootschalige toegang tot voertuigdata het gemiddelde brandstofverbruik beter monitoren en zo hun doelen voor een schonere stad bereiken.

Het mobiliteitspakket richt zich op drie belangrijke pijlers voor de toekomst van het vervoer: veiligheid, maatschappij en concurrentievermogen. De hoop is om van Europa een wereldleider te maken op het gebied van volledig autonome, veilige mobiliteit, en zo nieuwe banen, economische groei, minder verkeersopstopping en nieuwe mobiliteitsoplossingen voor ouderen en lichamelijk gehandicapten te creëren. Maar hoe ziet dit er dan uit en wat hebben we nodig om dit te realiseren?

Veilig verkeer
Het eerste, en misschien wel het meest urgente, punt dat in het mobiliteitspakket aan de orde komt, is een verbeteringsslag in de verkeersveiligheid. Het pakket gaat uit van een holistische benadering van het veiligheidsvraagstuk en is erop gericht om weggebruikers op verschillende niveaus te beschermen: van infrastructuur en voertuigontwerp tot snelheid en gedrag. Data, en specifiek de overdracht hiervan dankzij 5G, vormt de basis. Vergeleken met zijn voorgangers 3G en 4G, heeft 5G aanzienlijk minder vertragingstijd, waardoor we veel meer soorten communicatie op het netwerk kunnen vertrouwen.

Zo wordt met 5G Vehicle-to-Vehicle connectivity (V2V) mogelijk – waarmee voertuigen realtime informatie kunnen uitwisselen. Bestuurders gaan beter geïnformeerd op pad, waardoor ze efficiënter navigeren en ongevallen vermijden. Bijvoorbeeld; de bestuurder in de auto voor je ziet dat er verderop een aanrijding is gebeurd, en dat er flink op de rem wordt getrapt. Je voorganger kan je dit dan met V2V doorgeven, zodat jij nog een afrit kunt nemen wat zowel de file als jouw reistijd inkort. Ford en Vodafone testen zelfs connected voertuigtechnologie die automatisch andere bestuurders waarschuwt bij ongevallen en auto’s naar de kant stuurt om een pad vrij te maken voor hulpdiensten. Vooral in steden waar bestuurders moeite hebben om te achterhalen waar de sirenes vandaan komen is dat handig.

Auto’s delen
Wanneer het om connected voertuigen gaat, staat veiligheid om logische redenen bovenaan de prioriteitenlijst van de EU. Maar 5G heeft meer voordelen wanneer het op mobiliteit aan komt. Hoewel dankzij datagedreven snufjes reizen steeds leuker en prettiger wordt, spelen de connected voertuigen ook een belangrijke sociaaleconomische rol. Denk alleen eens aan het delen van auto’s en mobiliteit voor ouderen. Ook al kunnen we de langetermijneffecten van de toegenomen connectiviteit en zelfrijdende auto’s nog niet overzien, de samenleving verandert er zeker door. Denk bijvoorbeeld aan de communicatiemiddelen die worden geïntegreerd in nieuwe auto’s, en hoe we deze benutten. Alle auto’s in de EU zijn sinds april verplicht om een Simkaart te hebben die is aangesloten op de centrale verwerkingseenheid (CPU), eCall, die bij een verkeersongeval automatisch de hulpdiensten belt. De tijdwinst die dit oplevert is van levensbelang.

Toekomsttransformatie
Nu data steeds meer en beter beschikbaar is, ontstaan er hierdoor ook nieuwe bedrijfsmodellen en inkomstenbronnen. We zien nu al dat verzekeraars data uit iemands rijstijl benutten. Hierbij wordt bijvoorbeeld voor een verzekeringspakket gekeken naar hoe vaak iemand achter het stuur zit. Maar gezien de ontwikkelingen kan het zomaar zijn dat de traditionele bestuurdersverzekering overbodig wordt. Wanneer er zoveel data beschikbaar is die bestuurders onderweg helpt, wordt het risico op ongelukken immers ook kleiner. Het is een kwestie van tijd voordat er aan verzekeringskant innovatieve manieren worden bedacht waarmee ze kunnen concurreren met andere, meer flexibele, nieuwe spelers. Ook andere bedrijven zien we transformeren richting de toekomst, zoals autofabrikanten die aan de hand van data nieuwe, gepersonaliseerde producten en diensten creëren. Toyota heeft bijvoorbeeld onlangs aangekondigd dat het 500 miljoen dollar investeert in Uber voor de ontwikkeling van zelfrijdende technologieën als onderdeel van Toyota’s bredere ambitie richting ‘mobiliteitsbedrijf’. Hiermee navigeert het steeds verder weg van het traditionele autobedrijf dat het ooit was.

Dichttimmeren
De toekomst van Vehicle-to-Vehicle (V2V) en Vehicle-to-Infrastructure (V2I) communicatie ziet er rooskleurig uit. Het betekent echter ook dat eenvoudige systemen die we vanzelfsprekend vinden, zoals verkeerslichten, kunnen worden gehackt. Met elk nieuw aansluitpunt creëren we namelijk telkens een potentiële nieuwe ingang voor een cybercrimineel. We moeten er dus voor waken dat we ons niet laten verleiden door al het goud dat blinkt, maar vooral ook alert blijven op de risico’s. Voor fabrikanten betekent dat dat alle toegangspunten bijna helemaal dichtgetimmerd moeten zijn. Privacykwesties blijven een heikel punt, cybersecurity en goed gegevensbeheer zijn essentieel voor de ontwikkeling van connected auto’s en de onvermijdelijke introductie van autonome voertuigen.

Alleen technologie lost de problematiek rondom vervuiling, verkeersopstoppingen en -veiligheid niet op. Connectiviteit is een onderdeel van een lang overgangsproces naar het verweven van nieuwe technologieën in ons transportsysteem. Het EU-mobiliteitspakket zet de toon, maar aangezien de 5G-wereld voor iedereen nieuw en dus onbekend terrein is, is het aan overheidsinstanties, fabrikanten en dienstverleners om deze richtlijnen op een optimale manier te implementeren. De overheid, fabrikanten en verkeersmanagementorganisaties moeten samenwerken om dit te laten slagen. Met nieuwe concurrenten als Google en Amazon op de loer, moeten alle connected diensten een optimale klantervaring vooropstellen. Want het enige dat praktisch nog erger is dan geen verbinding, is een slechte verbinding.

Voor de toenemende verstedelijking en de bijbehorende implicaties voor het milieu, wordt een groot deel van de oplossing gezocht in connectiviteit. Wanneer auto’s worden ‘verbonden’ krijgen we realtime informatie over verkeer, verkeersongevallen en milieuomstandigheden. Met deze inzichten kunnen verkeersroutes worden verbeterd, wat uiteindelijk leidt tot een vermindering van de CO2-uitstoot en een enorme verbetering van de verkeersopstopping en -veiligheid. Overheden kunnen dankzij deze grootschalige toegang tot voertuigdata het gemiddelde brandstofverbruik beter monitoren en zo hun doelen voor een schonere stad bereiken.

Het mobiliteitspakket richt zich op drie belangrijke pijlers voor de toekomst van het vervoer: veiligheid, maatschappij en concurrentievermogen. De hoop is om van Europa een wereldleider te maken op het gebied van volledig autonome, veilige mobiliteit, en zo nieuwe banen, economische groei, minder verkeersopstopping en nieuwe mobiliteitsoplossingen voor ouderen en lichamelijk gehandicapten te creëren. Maar hoe ziet dit er dan uit en wat hebben we nodig om dit te realiseren?

Veilig verkeer
Het eerste, en misschien wel het meest urgente, punt dat in het mobiliteitspakket aan de orde komt, is een verbeteringsslag in de verkeersveiligheid. Het pakket gaat uit van een holistische benadering van het veiligheidsvraagstuk en is erop gericht om weggebruikers op verschillende niveaus te beschermen: van infrastructuur en voertuigontwerp tot snelheid en gedrag. Data, en specifiek de overdracht hiervan dankzij 5G, vormt de basis. Vergeleken met zijn voorgangers 3G en 4G, heeft 5G aanzienlijk minder vertragingstijd, waardoor we veel meer soorten communicatie op het netwerk kunnen vertrouwen.

Zo wordt met 5G Vehicle-to-Vehicle connectivity (V2V) mogelijk – waarmee voertuigen realtime informatie kunnen uitwisselen. Bestuurders gaan beter geïnformeerd op pad, waardoor ze efficiënter navigeren en ongevallen vermijden. Bijvoorbeeld; de bestuurder in de auto voor je ziet dat er verderop een aanrijding is gebeurd, en dat er flink op de rem wordt getrapt. Je voorganger kan je dit dan met V2V doorgeven, zodat jij nog een afrit kunt nemen wat zowel de file als jouw reistijd inkort. Ford en Vodafone testen zelfs connected voertuigtechnologie die automatisch andere bestuurders waarschuwt bij ongevallen en auto’s naar de kant stuurt om een pad vrij te maken voor hulpdiensten. Vooral in steden waar bestuurders moeite hebben om te achterhalen waar de sirenes vandaan komen is dat handig.

Auto’s delen
Wanneer het om connected voertuigen gaat, staat veiligheid om logische redenen bovenaan de prioriteitenlijst van de EU. Maar 5G heeft meer voordelen wanneer het op mobiliteit aan komt. Hoewel dankzij datagedreven snufjes reizen steeds leuker en prettiger wordt, spelen de connected voertuigen ook een belangrijke sociaaleconomische rol. Denk alleen eens aan het delen van auto’s en mobiliteit voor ouderen. Ook al kunnen we de langetermijneffecten van de toegenomen connectiviteit en zelfrijdende auto’s nog niet overzien, de samenleving verandert er zeker door. Denk bijvoorbeeld aan de communicatiemiddelen die worden geïntegreerd in nieuwe auto’s, en hoe we deze benutten. Alle auto’s in de EU zijn sinds april verplicht om een Simkaart te hebben die is aangesloten op de centrale verwerkingseenheid (CPU), eCall, die bij een verkeersongeval automatisch de hulpdiensten belt. De tijdwinst die dit oplevert is van levensbelang.

Toekomsttransformatie
Nu data steeds meer en beter beschikbaar is, ontstaan er hierdoor ook nieuwe bedrijfsmodellen en inkomstenbronnen. We zien nu al dat verzekeraars data uit iemands rijstijl benutten. Hierbij wordt bijvoorbeeld voor een verzekeringspakket gekeken naar hoe vaak iemand achter het stuur zit. Maar gezien de ontwikkelingen kan het zomaar zijn dat de traditionele bestuurdersverzekering overbodig wordt. Wanneer er zoveel data beschikbaar is die bestuurders onderweg helpt, wordt het risico op ongelukken immers ook kleiner. Het is een kwestie van tijd voordat er aan verzekeringskant innovatieve manieren worden bedacht waarmee ze kunnen concurreren met andere, meer flexibele, nieuwe spelers. Ook andere bedrijven zien we transformeren richting de toekomst, zoals autofabrikanten die aan de hand van data nieuwe, gepersonaliseerde producten en diensten creëren. Toyota heeft bijvoorbeeld onlangs aangekondigd dat het 500 miljoen dollar investeert in Uber voor de ontwikkeling van zelfrijdende technologieën als onderdeel van Toyota’s bredere ambitie richting ‘mobiliteitsbedrijf’. Hiermee navigeert het steeds verder weg van het traditionele autobedrijf dat het ooit was.

Dichttimmeren
De toekomst van Vehicle-to-Vehicle (V2V) en Vehicle-to-Infrastructure (V2I) communicatie ziet er rooskleurig uit. Het betekent echter ook dat eenvoudige systemen die we vanzelfsprekend vinden, zoals verkeerslichten, kunnen worden gehackt. Met elk nieuw aansluitpunt creëren we namelijk telkens een potentiële nieuwe ingang voor een cybercrimineel. We moeten er dus voor waken dat we ons niet laten verleiden door al het goud dat blinkt, maar vooral ook alert blijven op de risico’s. Voor fabrikanten betekent dat dat alle toegangspunten bijna helemaal dichtgetimmerd moeten zijn. Privacykwesties blijven een heikel punt, cybersecurity en goed gegevensbeheer zijn essentieel voor de ontwikkeling van connected auto’s en de onvermijdelijke introductie van autonome voertuigen.

Alleen technologie lost de problematiek rondom vervuiling, verkeersopstoppingen en -veiligheid niet op. Connectiviteit is een onderdeel van een lang overgangsproces naar het verweven van nieuwe technologieën in ons transportsysteem. Het EU-mobiliteitspakket zet de toon, maar aangezien de 5G-wereld voor iedereen nieuw en dus onbekend terrein is, is het aan overheidsinstanties, fabrikanten en dienstverleners om deze richtlijnen op een optimale manier te implementeren. De overheid, fabrikanten en verkeersmanagementorganisaties moeten samenwerken om dit te laten slagen. Met nieuwe concurrenten als Google en Amazon op de loer, moeten alle connected diensten een optimale klantervaring vooropstellen. Want het enige dat praktisch nog erger is dan geen verbinding, is een slechte verbinding.

Not Connected Carslimme autosmart city

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!