Test

Dit is een popup

MSI Superstation review: hoe ‘super’ is een pc van 10.000 euro?

De MSI Superstation is een extreme high-end PC met de snelste hardware van dit moment. Wordt het prijskaartje van 10.000 euro gerechtvaardigd?

MSI laat de spierballen rollen. Samen met Arctic Secrets, specialist in het bouwen van custom high-end pc’s, bokste de componentenfabrikant de MSI Superstation in elkaar: een computer van net geen 10.000 euro met de strafste hardware van het moment, die ook menig gamer zal doen watertanden.

Wij haalden de Superstation naar ons testlab en vergelijken hem met de Predator Orion 9000 van Acer, een rasechte game-pc in een configuratie van 4.600 euro. Waar zitten de verschillen en hoe uitgesproken zijn die in een systeem van ettelijke duizenden euro’s?

Stijlvolle kast

MSI en Arctic Secrets hebben bij het bouwen van deze Superstation het uiterlijk niet uit het oog verloren. Het systeem is gericht op zowel professionals als hardcore gamers, en dat zie je ook terug in het ontwerp. Waar de Acer Predator Orion 9000 duidelijk de gamingkaart trekt met een futuristisch design, oogt de Superstation soberder en professioneler zonder een grijze muis te zijn.

De kast, een Corsair Crystal 570X RGB, is volledig opgetrokken uit gehard glas zodat je er langs alle kanten in kan kijken. Naast enkele ledstrips aan de randen, is ook nagenoeg elk component voorzien van RGB-verlichting. Alleen het reservoir voor de waterkoeling geeft geen licht. De leds zijn nochtans aanwezig, maar konden niet meer worden aangesloten op het moederbord – een MSI X299 Gaming M7 ACK.

De verlichting is gesynchroniseerd en kan in verschillende scenario’s worden ingesteld, afhankelijk van de uitstraling die je nastreeft. Standaard kleurt de kast een stijlvol wit, dat naar rood evolueert als het systeem te veel opwarmt. Mag het wat frivoler, dan stel je de regenbooggloed in.

Beeld: Arctic Secrets

Het waterkoelsysteem van EK Waterblocks houdt niet alleen de processor koel, maar ook de twee grafische kaarten. Om de warmte van de radiatoren af te voeren zijn zes ML120 PRO RGB fans van Corsair voorzien. Ook die geven licht en zijn uitgerust met magnetic levitation lagers waardoor de koeling muisstil is, zelfs bij hogere toerentallen. Stoffilters langs de voor- en bovenzijde zorgen dat vuil uit de kast blijft.

Alle onderdelen – met uitzondering van moederbord, processor en grafische kaarten – zijn afkomstig van Corsair. Dat brengt één nadeel met zich mee: de grootste NVMe SSD die Corsair in zijn portfolio heeft, is de 800 GB Neutron NX500. Hadden we dit systeem zelf gebouwd, zouden we er een Samsung 960 Pro met één of twee terabyte in hebben gestopt. Niet dat je aan opslag tekort komt, er zit ook nog een 3 TB Seagate Barracuda in de kast, maar als je dan toch een ‘superstation’ bouwt, doe je liever geen toegevingen.

De processor

MSI kiest in deze Superstation voor de Intel Core i9-7980XE als hart voor het systeem. Die processor heeft maar liefst 18 rekenkernen (36 threads) met een basiskloksnelheid van 2,6 GHz en is daardoor erg geschikt voor het uitvoeren van parallelle taken, zoals het renderen van video of 3D-ontwerpen. Voor gaming weegt de kloksnelheid doorgaans zwaarder door dan het aantal kernen. De Predator Orion 9000 van Acer heeft een Intel Core i7-7800X met ‘slechts’ zes kernen (12 threads) aan boord, maar die zijn een stuk hoger geklokt op 3,5 GHz.

Voor de Physics Score in 3D Mark wordt alleen naar de gameprestaties van de CPU gekeken. Een hogere score is beter.

Toch komt de Superstation hier wel degelijk beter uit de gaming benchmark 3D Mark, en wel om twee redenen. Ondanks de lagere basiskloksnelheid, ligt de maximale turbosnelheid van de Core i9 met 4,2 GHz hoger dan de 4 GHz van de Core i7. Ten tweede ondersteunt de Core i9-7980XE Intels Turbo Boost Max 3.0-technologie. Daarmee identificeert de processor de best presterende rekenkernen en wordt hun kloksnelheid verder opgekrikt. In geval van de Core i9-7980XE kan een deel van de kernen zo aan een kloksnelheid van 4,4 GHz werken, en dat gedurende lange tijd dankzij de goede koeling van het systeem (daarover later meer).

2x GTX 1080 Ti

Nvidia’s GeForce GTX 1080 Ti is de eerste grafische kaart die op z’n eentje in acceptabele kwaliteit overweg kan met 4K-spellen. Het spreekt voor zich dat MSI voor deze Superstation met ‘acceptabel’ geen genoegen nam, dus propte de fabrikant twee exemplaren van de kaart in zijn bak. Omdat ook de grafische kaarten watergekoeld zijn, is geen ventilatorkoeling nodig. Resultaat: twee dunne kaartjes die een stuk koeler draaien dan hun tegenhangers mét fans in de Predator Orion 9000. Je leest het goed: ook de gamemachine van Acer levert twee GTX 1080 Ti’s in SLI.

Het resultaat laat zich al raden. De efficiëntere waterkoeling van de MSI Superstation zorgt ervoor dat hij grafisch nog net iets beter voor de dag komt dan de Orion 9000. In onze 4K-benchmark dipt hij nooit onder 56 frames per seconde, waar het systeem van Acer een paar extra frames laat vallen. Bovendien draaien de GTX 1080 Ti’s bij hoge load een stuk koeler in de Superstation, al is ook de temperatuur bij de Predator Orion 9000 nog steeds aanvaardbaar. Beide systemen volstaan alleszins om vandaag op de hoogste instellingen comfortabel in 4K te gamen.

Ter referentie zetten we beide systemen ook nog eens tegenover de MSI Infinite A, een couranter gamingsysteem van vorige zomer met Intel Core i7-7700, MSI GeForce GTX 1070 Gaming Z, 16 GB RAM, en een toenmalige adviesprijs van 1.799 euro. We gebruiken voor deze vergelijking de gemiddelde frames per seconde in de benchmark van Rise of the Tomb Raider, met DirectX 12 actief.

Super(work)station?

Dat deze 10.000 euro kostende bak van MSI een ‘superstation’ is om te gamen, mag ondertussen duidelijk zijn. Voor dat geld hadden we niets anders verwacht. De specificaties brengen hem evenwel ook op het terrein van de workstations. Die zijn gewoonlijk met Intel Xeon-processors en Nvidia Quadro’s uitgerust, maar de Intel Core i9 en GTX 1080 Ti in SLI kunnen hier zeker met concurreren. Voor een uitgebreid overzicht van het verschil tussen Core en Xeon, verwijzen we je graag naar dit artikel.

We haalden er daarom ook eens een rasechte workstation bij: de HP Z6 G4 in een configuratie met twee Intel Xeon Gold 6132-processors geklokt op 2,6 GHz, een Nvidia Quadro P4000 en 96 GB RAM. Totale prijskaartje? Eveneens om en bij de 10.000 euro.

Workstations worden veelal gebruikt voor 3D-ontwerpen of zware videobewerking, en dat stelt andere eisen dan het draaien van games. De processor moet niet alleen snel zijn, maar vooral ook veel simultane bewerkingen kunnen uitvoeren. Dat betekent dat je voordeel haalt uit een hoog aantal processorkernen. De 18 rekenkernen van de Core i9-7980XE worden hier tegenover de gecombineerde 28 kernen van twee Xeon Gold 6132’s gezet.

Om beide systemen te vergelijken op hun workstation-kwaliteiten, maken we gebruik van de gespecialiseerde SPECwpc-benchmark die een heel gamma aan tests op de computers los laat, verdeeld over zes verschillende categorieën van applicaties. Voor alle resultaten geldt hoe hoger de score, hoe beter.

Puur op prestaties gekeken, overtreft MSI’s Superstation de HP G6 op nagenoeg alle vlakken, al is het soms maar met een kleine marge (zie resultaten onderaan dit artikel). Los daarvan bestaan er evenwel nog andere redenen waarom je voor bepaald professioneel gebruik wel beter een Xeon-processor boven een Core-processor verkiest. Alles hangt af van het specifieke werk dat je voor ogen hebt.

Conclusie

Om terug te komen op de vraag in de titel: hoe ‘super’ is een pc van 10.000 euro? Bijzonder super. MSI heeft hier flink met de spierballen gerold en levert een geslaagd paradepaardje af. De Superstation ziet er bijzonder mooi uit en is absurd krachtig. Moet je hem daarom ook kopen? Wellicht niet. Tenzij je een enthousiasteling met een te diepe portefeuille bent. Wie vandaag op het hoogste grafische niveau wil gamen, kan dat ook al aan de helft van de prijs. In een professionele omgeving heeft deze bak misschien nog een plaats, maar beschouw deze pc toch vooral als een krachttoer van MSI en een blik op de toekomst van pc-prestaties.

MSI laat de spierballen rollen. Samen met Arctic Secrets, specialist in het bouwen van custom high-end pc’s, bokste de componentenfabrikant de MSI Superstation in elkaar: een computer van net geen 10.000 euro met de strafste hardware van het moment, die ook menig gamer zal doen watertanden.

Wij haalden de Superstation naar ons testlab en vergelijken hem met de Predator Orion 9000 van Acer, een rasechte game-pc in een configuratie van 4.600 euro. Waar zitten de verschillen en hoe uitgesproken zijn die in een systeem van ettelijke duizenden euro’s?

Stijlvolle kast

MSI en Arctic Secrets hebben bij het bouwen van deze Superstation het uiterlijk niet uit het oog verloren. Het systeem is gericht op zowel professionals als hardcore gamers, en dat zie je ook terug in het ontwerp. Waar de Acer Predator Orion 9000 duidelijk de gamingkaart trekt met een futuristisch design, oogt de Superstation soberder en professioneler zonder een grijze muis te zijn.

De kast, een Corsair Crystal 570X RGB, is volledig opgetrokken uit gehard glas zodat je er langs alle kanten in kan kijken. Naast enkele ledstrips aan de randen, is ook nagenoeg elk component voorzien van RGB-verlichting. Alleen het reservoir voor de waterkoeling geeft geen licht. De leds zijn nochtans aanwezig, maar konden niet meer worden aangesloten op het moederbord – een MSI X299 Gaming M7 ACK.

De verlichting is gesynchroniseerd en kan in verschillende scenario’s worden ingesteld, afhankelijk van de uitstraling die je nastreeft. Standaard kleurt de kast een stijlvol wit, dat naar rood evolueert als het systeem te veel opwarmt. Mag het wat frivoler, dan stel je de regenbooggloed in.

Beeld: Arctic Secrets

Het waterkoelsysteem van EK Waterblocks houdt niet alleen de processor koel, maar ook de twee grafische kaarten. Om de warmte van de radiatoren af te voeren zijn zes ML120 PRO RGB fans van Corsair voorzien. Ook die geven licht en zijn uitgerust met magnetic levitation lagers waardoor de koeling muisstil is, zelfs bij hogere toerentallen. Stoffilters langs de voor- en bovenzijde zorgen dat vuil uit de kast blijft.

Alle onderdelen – met uitzondering van moederbord, processor en grafische kaarten – zijn afkomstig van Corsair. Dat brengt één nadeel met zich mee: de grootste NVMe SSD die Corsair in zijn portfolio heeft, is de 800 GB Neutron NX500. Hadden we dit systeem zelf gebouwd, zouden we er een Samsung 960 Pro met één of twee terabyte in hebben gestopt. Niet dat je aan opslag tekort komt, er zit ook nog een 3 TB Seagate Barracuda in de kast, maar als je dan toch een ‘superstation’ bouwt, doe je liever geen toegevingen.

De processor

MSI kiest in deze Superstation voor de Intel Core i9-7980XE als hart voor het systeem. Die processor heeft maar liefst 18 rekenkernen (36 threads) met een basiskloksnelheid van 2,6 GHz en is daardoor erg geschikt voor het uitvoeren van parallelle taken, zoals het renderen van video of 3D-ontwerpen. Voor gaming weegt de kloksnelheid doorgaans zwaarder door dan het aantal kernen. De Predator Orion 9000 van Acer heeft een Intel Core i7-7800X met ‘slechts’ zes kernen (12 threads) aan boord, maar die zijn een stuk hoger geklokt op 3,5 GHz.

Voor de Physics Score in 3D Mark wordt alleen naar de gameprestaties van de CPU gekeken. Een hogere score is beter.

Toch komt de Superstation hier wel degelijk beter uit de gaming benchmark 3D Mark, en wel om twee redenen. Ondanks de lagere basiskloksnelheid, ligt de maximale turbosnelheid van de Core i9 met 4,2 GHz hoger dan de 4 GHz van de Core i7. Ten tweede ondersteunt de Core i9-7980XE Intels Turbo Boost Max 3.0-technologie. Daarmee identificeert de processor de best presterende rekenkernen en wordt hun kloksnelheid verder opgekrikt. In geval van de Core i9-7980XE kan een deel van de kernen zo aan een kloksnelheid van 4,4 GHz werken, en dat gedurende lange tijd dankzij de goede koeling van het systeem (daarover later meer).

2x GTX 1080 Ti

Nvidia’s GeForce GTX 1080 Ti is de eerste grafische kaart die op z’n eentje in acceptabele kwaliteit overweg kan met 4K-spellen. Het spreekt voor zich dat MSI voor deze Superstation met ‘acceptabel’ geen genoegen nam, dus propte de fabrikant twee exemplaren van de kaart in zijn bak. Omdat ook de grafische kaarten watergekoeld zijn, is geen ventilatorkoeling nodig. Resultaat: twee dunne kaartjes die een stuk koeler draaien dan hun tegenhangers mét fans in de Predator Orion 9000. Je leest het goed: ook de gamemachine van Acer levert twee GTX 1080 Ti’s in SLI.

Het resultaat laat zich al raden. De efficiëntere waterkoeling van de MSI Superstation zorgt ervoor dat hij grafisch nog net iets beter voor de dag komt dan de Orion 9000. In onze 4K-benchmark dipt hij nooit onder 56 frames per seconde, waar het systeem van Acer een paar extra frames laat vallen. Bovendien draaien de GTX 1080 Ti’s bij hoge load een stuk koeler in de Superstation, al is ook de temperatuur bij de Predator Orion 9000 nog steeds aanvaardbaar. Beide systemen volstaan alleszins om vandaag op de hoogste instellingen comfortabel in 4K te gamen.

Ter referentie zetten we beide systemen ook nog eens tegenover de MSI Infinite A, een couranter gamingsysteem van vorige zomer met Intel Core i7-7700, MSI GeForce GTX 1070 Gaming Z, 16 GB RAM, en een toenmalige adviesprijs van 1.799 euro. We gebruiken voor deze vergelijking de gemiddelde frames per seconde in de benchmark van Rise of the Tomb Raider, met DirectX 12 actief.

Super(work)station?

Dat deze 10.000 euro kostende bak van MSI een ‘superstation’ is om te gamen, mag ondertussen duidelijk zijn. Voor dat geld hadden we niets anders verwacht. De specificaties brengen hem evenwel ook op het terrein van de workstations. Die zijn gewoonlijk met Intel Xeon-processors en Nvidia Quadro’s uitgerust, maar de Intel Core i9 en GTX 1080 Ti in SLI kunnen hier zeker met concurreren. Voor een uitgebreid overzicht van het verschil tussen Core en Xeon, verwijzen we je graag naar dit artikel.

We haalden er daarom ook eens een rasechte workstation bij: de HP Z6 G4 in een configuratie met twee Intel Xeon Gold 6132-processors geklokt op 2,6 GHz, een Nvidia Quadro P4000 en 96 GB RAM. Totale prijskaartje? Eveneens om en bij de 10.000 euro.

Workstations worden veelal gebruikt voor 3D-ontwerpen of zware videobewerking, en dat stelt andere eisen dan het draaien van games. De processor moet niet alleen snel zijn, maar vooral ook veel simultane bewerkingen kunnen uitvoeren. Dat betekent dat je voordeel haalt uit een hoog aantal processorkernen. De 18 rekenkernen van de Core i9-7980XE worden hier tegenover de gecombineerde 28 kernen van twee Xeon Gold 6132’s gezet.

Om beide systemen te vergelijken op hun workstation-kwaliteiten, maken we gebruik van de gespecialiseerde SPECwpc-benchmark die een heel gamma aan tests op de computers los laat, verdeeld over zes verschillende categorieën van applicaties. Voor alle resultaten geldt hoe hoger de score, hoe beter.

Puur op prestaties gekeken, overtreft MSI’s Superstation de HP G6 op nagenoeg alle vlakken, al is het soms maar met een kleine marge (zie resultaten onderaan dit artikel). Los daarvan bestaan er evenwel nog andere redenen waarom je voor bepaald professioneel gebruik wel beter een Xeon-processor boven een Core-processor verkiest. Alles hangt af van het specifieke werk dat je voor ogen hebt.

Conclusie

Om terug te komen op de vraag in de titel: hoe ‘super’ is een pc van 10.000 euro? Bijzonder super. MSI heeft hier flink met de spierballen gerold en levert een geslaagd paradepaardje af. De Superstation ziet er bijzonder mooi uit en is absurd krachtig. Moet je hem daarom ook kopen? Wellicht niet. Tenzij je een enthousiasteling met een te diepe portefeuille bent. Wie vandaag op het hoogste grafische niveau wil gamen, kan dat ook al aan de helft van de prijs. In een professionele omgeving heeft deze bak misschien nog een plaats, maar beschouw deze pc toch vooral als een krachttoer van MSI en een blik op de toekomst van pc-prestaties.

desktopmsimsi superstationtechzoneworkstation

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!