Intel Kaby Lake Core i5-7600K geanalyseerd: teleurstellende verbetering
Intel kondigde zonet zijn eerste zevende generatie Kaby Lake-processors voor de desktop aan. Kaby Lake komt naar de desktop in de vorm van enkele klassieke Core i7-, Core i5- en Core i3-processors alsook een overklokbare K-variant in iedere categorie. Wij gaan al kort aan de slag met een splinternieuwe Core i5-7600K. We zetten de chip puur ter illustratie tegenover een Core i5-6600 van de Skylake-generatie. Hoewel we de K-chip niet overklokken, gaat de rechtstreekse vergelijking niet helemaal op: de Core i5-K heeft met 91 watt immers een hoger TDP dan de ‘gewone’ Core i5 van de zesde generatie.
4K en autonomie
In de laptop rechtvaardigt Kaby Lake zijn bestaan vooral door de verbeteringen in efficiëntie die de autonomie omhoog krikken. De aanwezigheid van een ‘media engine’ op de chip, die hardwarematig om kan met 4K en zo de processor zwaar ontlast wanneer je een dergelijk hogeresolutiefilmpje wil afspelen, was de grootste troef. In een desktop spelen dergelijke verbeteringen een veel kleinere rol. Kaby Lake moet het hebben van zijn prestaties en dat is moeilijk. Met Broadwell verkleinde Intel het bakproces van zijn cpu’s van 22 nm naar 14 nm. Met Skylake werd de hele architectuur aangepast. Voor Kaby Lake kan Intel alleen nog optimaliseren en de marge daarvoor is klein.
Het valt onmiddellijk op dat Intel het belang van meer paardenkracht begrijpt. De Core i5-7600K heeft een basiskloksnelheid van 3,8 GHz met een turboboostfrequentie van maar liefst 4,2 GHz. Vergelijk dat met de Core i5-6600K (zelfde TDP) met zijn basisklok van 3,5 GHz.
Tests
We zetten de Core i5-7600K tegenover de Core i5-6600 in verschillende benchmarktests. De gewone Core i5-6600 heeft een basiskloksnelheid van 3,3 GHz met een boost tot 3,9 GHz. De vergelijking moet ons vooral leren waar de verbeteringen van Kaby Lake vandaan komen. We testten de chips in een systeem een systeem met 16 GB DDR4-RAM van Corsair, een 256 GB Evo 840-SSD van Samsung en een kersvers Z270 Gaming Pro Carbon-moederbord van MSI. Beide chips passen in dezelfde LGA 1151-socket die Intel al enkele jaren meedraait.
We beginnen met een klassieker: CineBench R15. Met die Benchmark wordt telkens dezelfde scène gerenderd en krijgt iedere chip een score op basis van snelheid. Kaby Lake doet het hier ongeveer 15 procent beter dan de Skylake-chip.
Handbrake vertelt ons hetzelfde verhaal. We transcodeerden een 4K mp4-videobestand van net geen twee minuten lang naar een mkv-bestand met een 1080p-resolutie. Kaby Lake klaarde de klus 16 procent sneller dan zijn (lichtere) voorganger.
GeekBench, een populaire test die de kracht van een processor vergelijkt zowel per rekenkern als met alle kernen tezamen, bevestigt al het bovenstaande. In de Single Core-test van de chips zien we een score die ongeveer 10 procent hoger ligt voor Kaby Lake. Bij de test van de Multi-Core-prestaties stijgt dat verschil naar net geen 15 procent.
Extra kloksnelheid
Extra kloksnelheid is een eenvoudig te begrijpen verbetering. Een snellere chip kan meer werk verzetten, en dat komt zowat alle rekenintensieve applicaties ten goede. Veel populaire cpu-tests focussen op rendering omdat het renderen van een scene de processor-intensieve taak bij uitstek is. In de praktijk kies je voor een rendermachine beter voor een chip met hyperthreading, zoals de eveneens nieuwe (en overklokbare) Core i7-7700K. De nieuwe Core i5 lijkt ons eerder een perfecte chip voor de gamer die mikt op een gebalanceerd systeem. De extra kloksnelheid laat zich in dat geval duidelijk voelen, zeker bij zwaardere moderne spellen. Omdat de focus op de processor ligt, kijken we naar de Physics-score van 3D-mark om de impact van de cpu in een game-scenario in te schatten. Al naargelang de test zien we opnieuw een verbetering van 12 procent tot zelfs 17 procent in de zware Fire Strike-test.
De AIDA64-benchmark, en uitgebreide test van een grote diversiteit aan werklasten, staaft al het bovenstaande. In vrijwel alle scenario’s scoort onze Kaby Lake-K rond de 14 procent beter dan Skylake. De AES-benchmark van die test is nog interessant om te bekijken. Die test toont de encryptiekwaliteiten van de chip met het AES-algoritme en geeft je op die manier een idee van de snelheid waarmee onder andere WinRar of WinZip maar ook BitLocker of TrueCrypt zullen werken.
We nemen hier twee Core i5-chips als voorbeeld, maar de bevindingen kan je doortrekken naar de andere nieuwe Intelprocessors. De nieuwe chips krijgen allemaal een hogere kloksnelheid en het percentage waarmee die frequentie klimt geeft een goede indicatie van het percentage waarmee de prestaties van de processor omhoog gaat.
Weinig ruimte
‘PAO’ heet de opvolger van Tick Tock: Process, Architecture, Optimalization. Kaby Lake moet het beste voorstellen dat Intel kan en zal maken op de 14 nm-architectuur. Het krimpen van het proces kregen we echter met Broadwell, de introductie van een nieuwe architectuur met Skylake. Intel mag het draaien of keren hoe het wel, er was nooit veel marge voor revolutionaire verbeteringen met Kaby Lake.
De Core i5 demonstreert dat. Hoewel de chip ontegensprekelijk significant beter presteert dan zijn voorganger en zeker eigenaars van een Haswell-i5 serieus een upgrade mogen overwegen, is het heel duidelijk waar Intel de extra pk’s heeft uitgeperst. De vergelijking toont aan hoe de betere prestaties van de chip vrijwel recht evenredig zijn met de verhoogde kloksnelheid. De prestatiewinst ligt rond de 14 procent, terwijl de chip ongeveer 12 procent sneller is.
De optimalisatiestap lijkt Intel te hebben toegestaan chips van een gelijkaardig TDP een hogere kloksnelheid te geven, maar verder zien we weinig significante verbeteringen. Het mag duidelijk zijn dat de Kaby Lake-architectuur zeker niet inherent sneller is dan Skylake.
Conclusie
[related_article id=”210300″]Uiteindelijk wil je als desktopfanaat vooral weten of de nieuwe chips hun geld waard zijn, en op basis van de Core i5-7600K is het antwoord een volmondig ja. Vanuit een consumentenstandpunt is Kaby Lake over de ganse lijn beter dan Skylake. Bekijk je de verbetering als techneut, dan stelt Kaby Lake’s vernieuwing op de desktop, of eerder het gebrek daaraan, toch wat teleur.
Intel kondigde zonet zijn eerste zevende generatie Kaby Lake-processors voor de desktop aan. Kaby Lake komt naar de desktop in de vorm van enkele klassieke Core i7-, Core i5- en Core i3-processors alsook een overklokbare K-variant in iedere categorie. Wij gaan al kort aan de slag met een splinternieuwe Core i5-7600K. We zetten de chip puur ter illustratie tegenover een Core i5-6600 van de Skylake-generatie. Hoewel we de K-chip niet overklokken, gaat de rechtstreekse vergelijking niet helemaal op: de Core i5-K heeft met 91 watt immers een hoger TDP dan de ‘gewone’ Core i5 van de zesde generatie.
4K en autonomie
In de laptop rechtvaardigt Kaby Lake zijn bestaan vooral door de verbeteringen in efficiëntie die de autonomie omhoog krikken. De aanwezigheid van een ‘media engine’ op de chip, die hardwarematig om kan met 4K en zo de processor zwaar ontlast wanneer je een dergelijk hogeresolutiefilmpje wil afspelen, was de grootste troef. In een desktop spelen dergelijke verbeteringen een veel kleinere rol. Kaby Lake moet het hebben van zijn prestaties en dat is moeilijk. Met Broadwell verkleinde Intel het bakproces van zijn cpu’s van 22 nm naar 14 nm. Met Skylake werd de hele architectuur aangepast. Voor Kaby Lake kan Intel alleen nog optimaliseren en de marge daarvoor is klein.
Het valt onmiddellijk op dat Intel het belang van meer paardenkracht begrijpt. De Core i5-7600K heeft een basiskloksnelheid van 3,8 GHz met een turboboostfrequentie van maar liefst 4,2 GHz. Vergelijk dat met de Core i5-6600K (zelfde TDP) met zijn basisklok van 3,5 GHz.
Tests
We zetten de Core i5-7600K tegenover de Core i5-6600 in verschillende benchmarktests. De gewone Core i5-6600 heeft een basiskloksnelheid van 3,3 GHz met een boost tot 3,9 GHz. De vergelijking moet ons vooral leren waar de verbeteringen van Kaby Lake vandaan komen. We testten de chips in een systeem een systeem met 16 GB DDR4-RAM van Corsair, een 256 GB Evo 840-SSD van Samsung en een kersvers Z270 Gaming Pro Carbon-moederbord van MSI. Beide chips passen in dezelfde LGA 1151-socket die Intel al enkele jaren meedraait.
We beginnen met een klassieker: CineBench R15. Met die Benchmark wordt telkens dezelfde scène gerenderd en krijgt iedere chip een score op basis van snelheid. Kaby Lake doet het hier ongeveer 15 procent beter dan de Skylake-chip.
Handbrake vertelt ons hetzelfde verhaal. We transcodeerden een 4K mp4-videobestand van net geen twee minuten lang naar een mkv-bestand met een 1080p-resolutie. Kaby Lake klaarde de klus 16 procent sneller dan zijn (lichtere) voorganger.
GeekBench, een populaire test die de kracht van een processor vergelijkt zowel per rekenkern als met alle kernen tezamen, bevestigt al het bovenstaande. In de Single Core-test van de chips zien we een score die ongeveer 10 procent hoger ligt voor Kaby Lake. Bij de test van de Multi-Core-prestaties stijgt dat verschil naar net geen 15 procent.
Extra kloksnelheid
Extra kloksnelheid is een eenvoudig te begrijpen verbetering. Een snellere chip kan meer werk verzetten, en dat komt zowat alle rekenintensieve applicaties ten goede. Veel populaire cpu-tests focussen op rendering omdat het renderen van een scene de processor-intensieve taak bij uitstek is. In de praktijk kies je voor een rendermachine beter voor een chip met hyperthreading, zoals de eveneens nieuwe (en overklokbare) Core i7-7700K. De nieuwe Core i5 lijkt ons eerder een perfecte chip voor de gamer die mikt op een gebalanceerd systeem. De extra kloksnelheid laat zich in dat geval duidelijk voelen, zeker bij zwaardere moderne spellen. Omdat de focus op de processor ligt, kijken we naar de Physics-score van 3D-mark om de impact van de cpu in een game-scenario in te schatten. Al naargelang de test zien we opnieuw een verbetering van 12 procent tot zelfs 17 procent in de zware Fire Strike-test.
De AIDA64-benchmark, en uitgebreide test van een grote diversiteit aan werklasten, staaft al het bovenstaande. In vrijwel alle scenario’s scoort onze Kaby Lake-K rond de 14 procent beter dan Skylake. De AES-benchmark van die test is nog interessant om te bekijken. Die test toont de encryptiekwaliteiten van de chip met het AES-algoritme en geeft je op die manier een idee van de snelheid waarmee onder andere WinRar of WinZip maar ook BitLocker of TrueCrypt zullen werken.
We nemen hier twee Core i5-chips als voorbeeld, maar de bevindingen kan je doortrekken naar de andere nieuwe Intelprocessors. De nieuwe chips krijgen allemaal een hogere kloksnelheid en het percentage waarmee die frequentie klimt geeft een goede indicatie van het percentage waarmee de prestaties van de processor omhoog gaat.
Weinig ruimte
‘PAO’ heet de opvolger van Tick Tock: Process, Architecture, Optimalization. Kaby Lake moet het beste voorstellen dat Intel kan en zal maken op de 14 nm-architectuur. Het krimpen van het proces kregen we echter met Broadwell, de introductie van een nieuwe architectuur met Skylake. Intel mag het draaien of keren hoe het wel, er was nooit veel marge voor revolutionaire verbeteringen met Kaby Lake.
De Core i5 demonstreert dat. Hoewel de chip ontegensprekelijk significant beter presteert dan zijn voorganger en zeker eigenaars van een Haswell-i5 serieus een upgrade mogen overwegen, is het heel duidelijk waar Intel de extra pk’s heeft uitgeperst. De vergelijking toont aan hoe de betere prestaties van de chip vrijwel recht evenredig zijn met de verhoogde kloksnelheid. De prestatiewinst ligt rond de 14 procent, terwijl de chip ongeveer 12 procent sneller is.
De optimalisatiestap lijkt Intel te hebben toegestaan chips van een gelijkaardig TDP een hogere kloksnelheid te geven, maar verder zien we weinig significante verbeteringen. Het mag duidelijk zijn dat de Kaby Lake-architectuur zeker niet inherent sneller is dan Skylake.
Conclusie
[related_article id=”210300″]Uiteindelijk wil je als desktopfanaat vooral weten of de nieuwe chips hun geld waard zijn, en op basis van de Core i5-7600K is het antwoord een volmondig ja. Vanuit een consumentenstandpunt is Kaby Lake over de ganse lijn beter dan Skylake. Bekijk je de verbetering als techneut, dan stelt Kaby Lake’s vernieuwing op de desktop, of eerder het gebrek daaraan, toch wat teleur.
