Hoe goed klinkt de duurste koptelefoon ter wereld?
Wat doet een mens met 50.000 euro? Een leuke auto kopen. Een fantastisch overvloedig, overdadig feestje bouwen. Je eigen supercomputer bouwen met PS3-toestellen. Een wereldreisje misschien? Of je spendeert het hele bedrag en meer aan de duurste koptelefoon ter wereld, van de hand van Duitse topproducent Sennheiser. We begrijpen dat een merk, dat zich focust op high-endgebruikers, stevig wilt uitpakken, maar moet dat aan een headset met toegewijde lampenversterker, die op zijn beurt nog eens vervaardigd is van marmer?
Het korte antwoord is nee. Het lange is: ja, absoluut, tenminste als je het je kan veroorloven zonder een derde hypotheek op je huis te moeten nemen. De Sennheiser HE1 is dan ook geen alledaagse koptelefoon. Je loopt niet snel even naar de winkel, waar je dan denkt “hé, die ziet er leuk uit, ik neem ’em”. Nee, om de HE1 te kùnnen kopen, kan je best een jaar vooraf een afspraak maken om eentje te bestellen, waarna je nog minstens een jaar zal mogen wachten.
Van de HE1, de opvolger van de Orpheus, in zijn eigen recht was hij ook even de duurste koptelefoon ter wereld, wordt er namelijk maar eentje per dag gemaakt. Hij bestaat uit 6.000 onderdelen, die elke met de grootste zorg aan elkaar worden bevestigd. De tweehonderd die dit jaar van de band zullen rollen, zijn ook al allemaal gereserveerd.
Waar brandt de lamp?
[related_article id=”185594″]Voor de rijke audiofiel is de HE1 het absolute pronkstuk in een verder waarschijnlijk al even indrukwekkende verzameling. Het begint met de toegewijde lampenversterker die langs de buitenkant volledig vervaardigd werd uit marmer. De acht lampen die naar boven schieten wanneer je hem aanzet, zijn elk afzonderlijk getest en uitgekozen om bij de overige zeven te passen – wil je er enkele vervangen, dan worden die ook weer afzonderlijk getest en kost je dat al snel 1.000 euro. Niets is aan het toeval overgelaten.Wanneer je hem aanzet, beginnen de lampen op te warmen; dat duurt exact even lang als het ding nodig heeft om de knoppen uit te rollen, de lampen naar boven te brengen en het deksel van de koptelefoon mechanisch op te tillen. Alles gebeurt door een motortje dat rustig zijn tijd neemt.
De headset zelf is volledig open, alles dat je beluistert, wordt perfect verstaan door je omgeving. Wanneer je een gesloten variant opzet, verdwijnt meestal de klank die naar buiten ‘lekt’. Bij de HE1 hoor je dan nog net evenveel als even tevoren. De koptelefoon is daarnaast ontzettend groot, maar toch nog enorm comfortabel.
Genante details
De luisterervaring zelf is – gelukkig, want anders zou het prijskaartje pas echt overdreven zijn – ongeëvenaard. Geen enkele koptelefoon die ik ooit probeerde weet zoveel klank, zoveel gevoel van ruimte, zoveel emotie in zo’n kleine ruimte te proppen. ‘Liquid Spirit’ van Gregory Porter klinkt zo helder als een kristallen glas, de beats zo afgemeten en Porter zo echt. Je zou naast hem kunnen staan in de studio.
Elke minieme klank wordt perfect geprojecteerd naar je oorschelpen. Het verhaal doet de ronde dat een producer ooit zijn eigen mastertape meenam om een HE1 te testen om dan met het schaamrood op de wangen weer te vertrekken: alles dat hij fout had gedaan, was onverbiddelijk op te merken.
‘Brothers in arms’ van de Dire Straits bracht bij mij teweeg wat Sennheiser voor ogen heeft. De tranen springen net niet in de ogen wanneer je de sferische intro beluistert, terwijl ik me oprecht blij voel dat ik de ervaring kan meemaken. Bij Pink Floyd’s ‘Money’ klinkt elke keer de kassa als een mokerslag op het trommelvlies. Elk detail, elke afzonderlijke noot valt waar te nemen, en het klinkt.
Wat de zot wil geven
Iets is maar zoveel waard als wat de zot ervoor wilt geven, zo luidt althans de uitspraak. Is de Sennheiser HE1 al dat geld waard? Nee, eigenlijk niet. Het is waarlijk een ongeëvenaarde ervaring, maar het is er ook eentje die bijna te kopiëren valt met een koptelefoon van 2 à 3.000 euro. Je zal deze perfectie nooit helemaal kunnen benaderen, aan de HE1 is dan ook vijf jaar aan onderzoek en ontwikkeling vooraf gegaan. Maar tenzij je echt zwemt in het geld, zal je ook al meer dan tevreden zijn met de ervaring die de HE1 tot op 95 procent weet te benaderen.
Over de HE1 schrijven voelt evenzeer aan als poëzie, als de hoofdtelefoon lijkt op een engelenkoor. Het is moeilijk om niet lyrisch te worden bij het aanschouwen van wat ik vermoedelijk nooit meer zal ervaren. Maar toch ben ik ervan overtuigd: enkel de zot zal 50.000 euro neertellen voor een koptelefoon met een marmeren versterker. Dat is dan dezelfde zot als degene die een Gibson-gitaar koopt, versierd met Swarovski-kristallen.
Wat doet een mens met 50.000 euro? Een leuke auto kopen. Een fantastisch overvloedig, overdadig feestje bouwen. Je eigen supercomputer bouwen met PS3-toestellen. Een wereldreisje misschien? Of je spendeert het hele bedrag en meer aan de duurste koptelefoon ter wereld, van de hand van Duitse topproducent Sennheiser. We begrijpen dat een merk, dat zich focust op high-endgebruikers, stevig wilt uitpakken, maar moet dat aan een headset met toegewijde lampenversterker, die op zijn beurt nog eens vervaardigd is van marmer?
Het korte antwoord is nee. Het lange is: ja, absoluut, tenminste als je het je kan veroorloven zonder een derde hypotheek op je huis te moeten nemen. De Sennheiser HE1 is dan ook geen alledaagse koptelefoon. Je loopt niet snel even naar de winkel, waar je dan denkt “hé, die ziet er leuk uit, ik neem ’em”. Nee, om de HE1 te kùnnen kopen, kan je best een jaar vooraf een afspraak maken om eentje te bestellen, waarna je nog minstens een jaar zal mogen wachten.
Van de HE1, de opvolger van de Orpheus, in zijn eigen recht was hij ook even de duurste koptelefoon ter wereld, wordt er namelijk maar eentje per dag gemaakt. Hij bestaat uit 6.000 onderdelen, die elke met de grootste zorg aan elkaar worden bevestigd. De tweehonderd die dit jaar van de band zullen rollen, zijn ook al allemaal gereserveerd.
Waar brandt de lamp?
[related_article id=”185594″]Voor de rijke audiofiel is de HE1 het absolute pronkstuk in een verder waarschijnlijk al even indrukwekkende verzameling. Het begint met de toegewijde lampenversterker die langs de buitenkant volledig vervaardigd werd uit marmer. De acht lampen die naar boven schieten wanneer je hem aanzet, zijn elk afzonderlijk getest en uitgekozen om bij de overige zeven te passen – wil je er enkele vervangen, dan worden die ook weer afzonderlijk getest en kost je dat al snel 1.000 euro. Niets is aan het toeval overgelaten.Wanneer je hem aanzet, beginnen de lampen op te warmen; dat duurt exact even lang als het ding nodig heeft om de knoppen uit te rollen, de lampen naar boven te brengen en het deksel van de koptelefoon mechanisch op te tillen. Alles gebeurt door een motortje dat rustig zijn tijd neemt.
De headset zelf is volledig open, alles dat je beluistert, wordt perfect verstaan door je omgeving. Wanneer je een gesloten variant opzet, verdwijnt meestal de klank die naar buiten ‘lekt’. Bij de HE1 hoor je dan nog net evenveel als even tevoren. De koptelefoon is daarnaast ontzettend groot, maar toch nog enorm comfortabel.
Genante details
De luisterervaring zelf is – gelukkig, want anders zou het prijskaartje pas echt overdreven zijn – ongeëvenaard. Geen enkele koptelefoon die ik ooit probeerde weet zoveel klank, zoveel gevoel van ruimte, zoveel emotie in zo’n kleine ruimte te proppen. ‘Liquid Spirit’ van Gregory Porter klinkt zo helder als een kristallen glas, de beats zo afgemeten en Porter zo echt. Je zou naast hem kunnen staan in de studio.
Elke minieme klank wordt perfect geprojecteerd naar je oorschelpen. Het verhaal doet de ronde dat een producer ooit zijn eigen mastertape meenam om een HE1 te testen om dan met het schaamrood op de wangen weer te vertrekken: alles dat hij fout had gedaan, was onverbiddelijk op te merken.
‘Brothers in arms’ van de Dire Straits bracht bij mij teweeg wat Sennheiser voor ogen heeft. De tranen springen net niet in de ogen wanneer je de sferische intro beluistert, terwijl ik me oprecht blij voel dat ik de ervaring kan meemaken. Bij Pink Floyd’s ‘Money’ klinkt elke keer de kassa als een mokerslag op het trommelvlies. Elk detail, elke afzonderlijke noot valt waar te nemen, en het klinkt.
Wat de zot wil geven
Iets is maar zoveel waard als wat de zot ervoor wilt geven, zo luidt althans de uitspraak. Is de Sennheiser HE1 al dat geld waard? Nee, eigenlijk niet. Het is waarlijk een ongeëvenaarde ervaring, maar het is er ook eentje die bijna te kopiëren valt met een koptelefoon van 2 à 3.000 euro. Je zal deze perfectie nooit helemaal kunnen benaderen, aan de HE1 is dan ook vijf jaar aan onderzoek en ontwikkeling vooraf gegaan. Maar tenzij je echt zwemt in het geld, zal je ook al meer dan tevreden zijn met de ervaring die de HE1 tot op 95 procent weet te benaderen.
Over de HE1 schrijven voelt evenzeer aan als poëzie, als de hoofdtelefoon lijkt op een engelenkoor. Het is moeilijk om niet lyrisch te worden bij het aanschouwen van wat ik vermoedelijk nooit meer zal ervaren. Maar toch ben ik ervan overtuigd: enkel de zot zal 50.000 euro neertellen voor een koptelefoon met een marmeren versterker. Dat is dan dezelfde zot als degene die een Gibson-gitaar koopt, versierd met Swarovski-kristallen.