Oculus Rift of HTC Vive: welke moet je hebben?
2016 moet het jaar worden voor virtual reality met de lancering van de HTC Vive en de Oculus Rift. Wij kregen vorig jaar talrijke demo’s van beide brillen, maar een demo in VR laat je altijd achter met een wauw-gevoel omdat de fabrikant perfect weet wat er goed werkt op 10 tot 30 minuten testtijd. We hebben de headsets ondertussen drie maanden in ons bezit, tijd voor een grondige analyse tussen beide om voorbij de wauw te kijken.
Snel indruk maken
De HTC Vive is de beste VR-headset wanneer je iemand snel onder de indruk wilt krijgen. Hij ondersteunt ‘room-scale’, wat betekent dat je een ruimte kan vrijmaken waarin je kan rondwandelen in VR. Je hebt minimaal 1,5m bij 2m nodig, maar je kan tot 4,5m bij 4,5m gaan wanneer je daar de ruimte voor hebt. Wanneer je in VR door die ruimte kan wandelen, met je controllers als verlengstuk van je handen, maakt dat indruk.
Iedereen die het geluk heeft om een demo te krijgen van VR, zal na een half uur met beide headsets waarschijnlijk ook voor de Vive kiezen. Het heeft iets magisch, rondwandelen in een wereld die niet de jouwe is. Maar dat blijft niet zo. Net als bij een huwelijk is het nieuwe er al snel af met de HTC Vive, maar dat betekent niet dat de wittebroodsweken teleurstellen.
Gimmick
Bewegen in VR is een gimmick, althans zo ervaren wij het. Het is fijn om tussendoor te doen, om na een paar weken iets nieuws te ervaren dat pas is verschenen, maar echt gamen hoort er (nog) niet bij. Dat heeft vooral te maken met de spellen die voor de techniek zijn ontwikkeld. De twee beste spellen worden met de Vive meegeleverd: Fantastic Contraption en Job Simulator. Beide zijn leuk om te doen, maar het zijn meer minigames dan echte spellen. Een showcase voor de indrukwekkende technologie, iets wat Wii Sports destijds ook was.
De Oculus Rift is al sinds 2012 in ontwikkeling, maar zij hebben zich puur gefocust op de headset om zo compleet mogelijk op de markt te brengen. Het resultaat is de meest comfortabele VR-ervaring die ook aanvoelt als een afgewerkt product. Oculus brengt pas later dit jaar zijn Touch-controllers uit die ook room-scale zouden moeten werken, maar voor ons hoeft het room-scale-aspect niet. Gewoon wat bewegen in de zetel of er net voor met je Touch-controllers is perfect om van VR-games te genieten op lange termijn. Oculus levert voorlopig een Xbox One-controller met zijn headset, en die doet eigenlijk prima dienst om aangenaam de virtuele wereld te ontdekken.
Zonnestralen
Op technologisch vlak zijn de Rift en de Vive nagenoeg identiek. Beide hebben per oog een 1.080 x 1.200 pixels AMOLED-paneel aan 90 Hz met een kijkhoek van 110 graden vanaf de lens. Hoe dichter het paneel op je oog zit, hoe groter de kijkhoek, hoe realistischer de ervaring omdat je minder door een ‘koker’ lijkt te kijken. 180 graden is perfect, maar ook niet realistisch omdat het AMOLED-paneel bijna tegen je oogbol zou moeten zitten. Ter vergelijking: de Gear VR haalt niet de kaap van 100 graden en heeft meer een tunnelvisie dan de Vive en de Rift. Beide headsets maken gebruik van Fresnell-lenzen om van een scherp beeld te genieten, ondanks dat het scherm op enkele centimeters van je ogen zit.
Op vlak van lenzen is er wel een duidelijk verschil tussen beide headsets. Qua specificaties lijken ze identiek, maar de ervaring is anders. De Oculus Rift toont minder het pixelraster van het AMOLED-paneel en toont mooiere kleuren. Nadeel is wel dat je bij contrastrijke beelden (vooral witte tekst op een zwarte achtergrond) een zonnestraal-effect ervaart dat de letters een schijn meekrijgen over je beeld. Heel vervelend, maar het zorgt er wel voor dat het beeld bij de Rift bijna tot in de hoeken scherp wordt weergegeven.
De HTC Vive heeft geen last van dat effect, maar je moet met de Vive meer rondkijken om tekst scherp te kijken. Vanuit je ooghoeken iets lezen lukt niet bij weinig tekst, terwijl dat toch een natuurlijke reflex is om te doen. Uitdrukkelijk rondkijken met je headset is de boodschap, maar in de praktijk went het wel snel. Algemeen moeten we hier de Oculus Rift als overwinnaar uitroepen door zijn betere lenskwaliteit, ook al moet je er het vervelende zonnestraal-effect bijnemen.
Comfortabel
Op vlak van comfort heeft Oculus een gigantische voorsprong op de HTC Vive. De ingebouwde headset is een absolute plus, maar vooral de pasvorm en de gewichtsverdeling is veel beter. De Oculus Rift kan je urenlang op je hoofd houden, zonder dat je ergens last van krijgt. De HTC Vive drukt veel sterker op je voorhoofd, wat duidelijk merkbaar is na langere sessies. De grotere vorm is wel een voordeel voor brildragers, iets wat een pijnlijke affaire werd met de Rift door zijn compacte pasvorm en geen mogelijkheid om de lensafstand tot je ogen te veranderen.
Oculus heeft zowel de USB 3.0-aansluiting als HDMI in één kabel verwerkt en subtiel aan de zijkant van de headset verwerkt, wat heel aangenaam aanvoelt bij hoofdbewegingen. De Vive heeft drie kabels (4 als je de hoofdtelefoonaansluiting meetelt) die over je hoofd lopen naar achter, en dat stoort. Zeker wanneer je met de Vive rondloopt in room-scale wordt je regelmatig uit je ervaring gerukt door de kabels waarover je struikelt. Hier voel je dat HTC een korter ontwikkelproces heeft moeten doorlopen, met een minder afgelikt resultaat als gevolg.
Wat we dan wel knap vinden, is de camera die in de Vive headset zit om je omgeving te zien zonder dat je de bril moet afzetten. Dat gebeurt niet in fotokwaliteit, maar met een monochroom silhouet waardoor je de contouren van alles rondom je kan inschatten. Heel handig om eerst je controller en de hoofdtelefoon op een tafel te leggen, voordat je de headset afzet. Of andersom: om de controllers op te pakken wanneer je de headset hebt opgezet.
Installeren
Door het room-scale onderdeel heb je met de HTC Vive wel een pak meer installatiewerk dan bij Oculus. De HTC Vive-doos neemt dan ook epische proporties aan met 18 verschillende onderdelen. Een half uur installeren ben je minimum kwijt, tegenover een handvol minuten voor de Oculus Rift. Het installatiegemak ligt hoger bij Oculus, omdat alles in de software zit verwerkt. Je hoeft niets apart te installeren zoals SteamVR bij Steam, alles zit in één programma. Elke dummy kan ermee aan de slag.
Door de lange set van kabels die naar de Vive gaan en de verschillende sensors kan je niet zomaar op één minuut in VR duiken. Tenzij je echt ergens een aparte ruimte hebt speciaal voor de Vive waar niets verandert aan de omgeving en je de bril met zijn kabels gewoon mag laten rondslingeren. Wie dat laatste niet heeft, is telkens 5 minuten kwijt om alles goed te leggen (kabels, stekkers in stopcontacten, kalibreren) voordat je in VR kan rondwandelen. Bij Oculus neem je gewoon de headset die met één kabel verbonden is met je pc, je neemt de sensor die je ergens voor je neerzet, en je bent vertrokken. Geen kalibratie, geen massa kabels en voedingsadapters waarmee je rekening moet houden, alles wordt gevoed via usb.
Spelbibliotheken
Qua comfort, afwerking en beeldkwaliteit gaat Oculus met de pluimen lopen, maar de HTC Vive heeft zich aan de Steam-kar gekoppeld. Het referentieplatform voor games bevat nu al meer dan 400 VR-spellen, tegenover ongeveer 60 bij Oculus een half jaar na de lancering. Wie fulltime in VR wil leven, moet op Steam zijn. Bovendien zitten al je gamende vrienden vermoedelijk toch al op Steam, terwijl Oculus met zijn aparte Store helemaal opnieuw moet starten. Steam heeft veel meer promo’s doorheen het jaar, met goedkopere spellen als gevolg.
Daar tegenover staat wel dat er een absurde wildgroei is ontstaan op Steam waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet. Welk spel is nu goed en welk is gewoon een projectje van een hobbyontwikkelaar? Elke week komen er gemiddeld een tiental spellen bij. Oculus ziet toe op de content die het in zijn online winkel plaatst, en plakt er ook een misselijkheidsgraad op gaande van groen tot geel tot oranje. De store is ook veel gemakkelijker om doorheen te bladeren in VR en de software-installatie van Oculus over de hele lijn is een pak gebruiksvriendelijker dan de HTC Vive. Beide hebben hun voor- en nadelen, maar door de regelmatige kortingen neigen we toch meer naar onze Steambibliotheek ondanks dat de omgeving meer Spartaans oogt.
Belangrijke kanttekening: je kan de Oculus Rift ook perfect gebruiken in combinatie met Steam. Je zal enkel merken dat wanneer je de opties room-scale en touch-controllers uitschakelt, dat het aantal spellen drastisch slinkt omdat Steam-ontwikkelaars sterk de focus leggen op de technologie van de HTC Vive. De bediening is ook niet zo handig, omdat je geen touch-controllers hebt. Starten vanaf je desktop en dan pas de bril opzetten is de boodschap.
Exclusiviteit
Oculus heeft exclusieve titels ontwikkeld voor de Rift, maar na een hele klucht heeft het toch beslist om die ook voor de HTC Vive beschikbaar te stellen. Dat fnuikt de extra troef om de Rift te kopen, maar in het beginstadium van VR lijkt het ons niet meer dan logisch dat elk spel op alle platformen beschikbaar is voor maximale impact. Andersom kan het soms wel even duren voordat een spelvan de Vive beschikbaar is op Oculus door de langere certificering in de Oculus Store en het gebrek aan touch-controllers waardoor de bediening regelmatig moet worden aangepast. Ook het gebrek aan Touch-controllers en room-scale zorgt voor een beperkte doorstroming van Steam naar Oculus.
HTC heeft een knap technologisch hoogstandje afgeleverd met de Vive. Room-scale werkt zoals het hoort met geen zichtbare vertragingen ongeacht je handelingen. Elke beweging wordt perfect vertaald naar virtual reality. Bepaalde ervaringen en demo’s spelen daar handig op in, maar echte spellen waar je uren in kan verdrinken hebben we nog niet ervaren in room-scale. HTC is nu wel gestart met enkele exclusieve games voor de Vive te ontwikkelen om het tij te keren, maar verwacht niet eerder dan ergens in 2017.
Conclusie
De HTC Vive maakt gebruik van de meer geavanceerde technologie en is indrukwekkender om te beleven, maar room-scale heeft maar een beperkte meerwaarde. Na een maand voel je het gimmick-gehalte opkomen, en dat wringt de Vive de nek om. De samenwerking met Steam is goud waard en zorgt ervoor dat het een flinke vuist kan maken tegen Oculus, maar onze keuze van de redactie op dit ogenblik is de Oculus Rift.
[related_article id=”181017″]Oculus heeft alles duidelijk op een rijtje: installatiegemak, draagcomfort, alles in één kabel, geen aparte stopcontacten nodig, geïntegreerde hoofdtelefoon, strak design, de lijst blijft maar doorlopen. Tijdens onze eerste maand was de Vive/Rift-tijdsverdeling 70/30, maar na drie maanden is de verhouding helemaal anders: 20/80. Enkel exclusieve titels spelen we nog op de Vive, maar alle multiplatformspellen spelen we op de Oculus Rift. Zelfs in de Steam-store, zonder bewegingscontrollers voorlopig.Wie vandaag de dag een VR-headset wil kopen, haalt best een Oculus Rift in huis. Met de lancering van de Touch-controllers eind 2016 wordt de ervaring nog sterker, en bovenal is het draagcomfort toch wel het allerbelangrijkste. Wie een bril draagt heeft geen keuze en moet voor de HTC Vive kiezen, tenzij je wil overschakelen naar lenzen. Beide brillen zijn sowieso het summum van VR op dit ogenblik, maar elke nieuwe technologie kost geld. Veel geld in dit geval, daarom zouden we eerder aanraden om toch nog even te wachten tot de spelbibliotheek beter gevuld is en de brillen mogelijk in prijs gaan dalen. Wie niet kan wachten en in de spits van de technologiewereld wil zitten, zal zijn geldbuidel moeten opentrekken.
2016 moet het jaar worden voor virtual reality met de lancering van de HTC Vive en de Oculus Rift. Wij kregen vorig jaar talrijke demo’s van beide brillen, maar een demo in VR laat je altijd achter met een wauw-gevoel omdat de fabrikant perfect weet wat er goed werkt op 10 tot 30 minuten testtijd. We hebben de headsets ondertussen drie maanden in ons bezit, tijd voor een grondige analyse tussen beide om voorbij de wauw te kijken.
Snel indruk maken
De HTC Vive is de beste VR-headset wanneer je iemand snel onder de indruk wilt krijgen. Hij ondersteunt ‘room-scale’, wat betekent dat je een ruimte kan vrijmaken waarin je kan rondwandelen in VR. Je hebt minimaal 1,5m bij 2m nodig, maar je kan tot 4,5m bij 4,5m gaan wanneer je daar de ruimte voor hebt. Wanneer je in VR door die ruimte kan wandelen, met je controllers als verlengstuk van je handen, maakt dat indruk.
Iedereen die het geluk heeft om een demo te krijgen van VR, zal na een half uur met beide headsets waarschijnlijk ook voor de Vive kiezen. Het heeft iets magisch, rondwandelen in een wereld die niet de jouwe is. Maar dat blijft niet zo. Net als bij een huwelijk is het nieuwe er al snel af met de HTC Vive, maar dat betekent niet dat de wittebroodsweken teleurstellen.
Gimmick
Bewegen in VR is een gimmick, althans zo ervaren wij het. Het is fijn om tussendoor te doen, om na een paar weken iets nieuws te ervaren dat pas is verschenen, maar echt gamen hoort er (nog) niet bij. Dat heeft vooral te maken met de spellen die voor de techniek zijn ontwikkeld. De twee beste spellen worden met de Vive meegeleverd: Fantastic Contraption en Job Simulator. Beide zijn leuk om te doen, maar het zijn meer minigames dan echte spellen. Een showcase voor de indrukwekkende technologie, iets wat Wii Sports destijds ook was.
De Oculus Rift is al sinds 2012 in ontwikkeling, maar zij hebben zich puur gefocust op de headset om zo compleet mogelijk op de markt te brengen. Het resultaat is de meest comfortabele VR-ervaring die ook aanvoelt als een afgewerkt product. Oculus brengt pas later dit jaar zijn Touch-controllers uit die ook room-scale zouden moeten werken, maar voor ons hoeft het room-scale-aspect niet. Gewoon wat bewegen in de zetel of er net voor met je Touch-controllers is perfect om van VR-games te genieten op lange termijn. Oculus levert voorlopig een Xbox One-controller met zijn headset, en die doet eigenlijk prima dienst om aangenaam de virtuele wereld te ontdekken.
Zonnestralen
Op technologisch vlak zijn de Rift en de Vive nagenoeg identiek. Beide hebben per oog een 1.080 x 1.200 pixels AMOLED-paneel aan 90 Hz met een kijkhoek van 110 graden vanaf de lens. Hoe dichter het paneel op je oog zit, hoe groter de kijkhoek, hoe realistischer de ervaring omdat je minder door een ‘koker’ lijkt te kijken. 180 graden is perfect, maar ook niet realistisch omdat het AMOLED-paneel bijna tegen je oogbol zou moeten zitten. Ter vergelijking: de Gear VR haalt niet de kaap van 100 graden en heeft meer een tunnelvisie dan de Vive en de Rift. Beide headsets maken gebruik van Fresnell-lenzen om van een scherp beeld te genieten, ondanks dat het scherm op enkele centimeters van je ogen zit.
Op vlak van lenzen is er wel een duidelijk verschil tussen beide headsets. Qua specificaties lijken ze identiek, maar de ervaring is anders. De Oculus Rift toont minder het pixelraster van het AMOLED-paneel en toont mooiere kleuren. Nadeel is wel dat je bij contrastrijke beelden (vooral witte tekst op een zwarte achtergrond) een zonnestraal-effect ervaart dat de letters een schijn meekrijgen over je beeld. Heel vervelend, maar het zorgt er wel voor dat het beeld bij de Rift bijna tot in de hoeken scherp wordt weergegeven.
De HTC Vive heeft geen last van dat effect, maar je moet met de Vive meer rondkijken om tekst scherp te kijken. Vanuit je ooghoeken iets lezen lukt niet bij weinig tekst, terwijl dat toch een natuurlijke reflex is om te doen. Uitdrukkelijk rondkijken met je headset is de boodschap, maar in de praktijk went het wel snel. Algemeen moeten we hier de Oculus Rift als overwinnaar uitroepen door zijn betere lenskwaliteit, ook al moet je er het vervelende zonnestraal-effect bijnemen.
Comfortabel
Op vlak van comfort heeft Oculus een gigantische voorsprong op de HTC Vive. De ingebouwde headset is een absolute plus, maar vooral de pasvorm en de gewichtsverdeling is veel beter. De Oculus Rift kan je urenlang op je hoofd houden, zonder dat je ergens last van krijgt. De HTC Vive drukt veel sterker op je voorhoofd, wat duidelijk merkbaar is na langere sessies. De grotere vorm is wel een voordeel voor brildragers, iets wat een pijnlijke affaire werd met de Rift door zijn compacte pasvorm en geen mogelijkheid om de lensafstand tot je ogen te veranderen.
Oculus heeft zowel de USB 3.0-aansluiting als HDMI in één kabel verwerkt en subtiel aan de zijkant van de headset verwerkt, wat heel aangenaam aanvoelt bij hoofdbewegingen. De Vive heeft drie kabels (4 als je de hoofdtelefoonaansluiting meetelt) die over je hoofd lopen naar achter, en dat stoort. Zeker wanneer je met de Vive rondloopt in room-scale wordt je regelmatig uit je ervaring gerukt door de kabels waarover je struikelt. Hier voel je dat HTC een korter ontwikkelproces heeft moeten doorlopen, met een minder afgelikt resultaat als gevolg.
Wat we dan wel knap vinden, is de camera die in de Vive headset zit om je omgeving te zien zonder dat je de bril moet afzetten. Dat gebeurt niet in fotokwaliteit, maar met een monochroom silhouet waardoor je de contouren van alles rondom je kan inschatten. Heel handig om eerst je controller en de hoofdtelefoon op een tafel te leggen, voordat je de headset afzet. Of andersom: om de controllers op te pakken wanneer je de headset hebt opgezet.
Installeren
Door het room-scale onderdeel heb je met de HTC Vive wel een pak meer installatiewerk dan bij Oculus. De HTC Vive-doos neemt dan ook epische proporties aan met 18 verschillende onderdelen. Een half uur installeren ben je minimum kwijt, tegenover een handvol minuten voor de Oculus Rift. Het installatiegemak ligt hoger bij Oculus, omdat alles in de software zit verwerkt. Je hoeft niets apart te installeren zoals SteamVR bij Steam, alles zit in één programma. Elke dummy kan ermee aan de slag.
Door de lange set van kabels die naar de Vive gaan en de verschillende sensors kan je niet zomaar op één minuut in VR duiken. Tenzij je echt ergens een aparte ruimte hebt speciaal voor de Vive waar niets verandert aan de omgeving en je de bril met zijn kabels gewoon mag laten rondslingeren. Wie dat laatste niet heeft, is telkens 5 minuten kwijt om alles goed te leggen (kabels, stekkers in stopcontacten, kalibreren) voordat je in VR kan rondwandelen. Bij Oculus neem je gewoon de headset die met één kabel verbonden is met je pc, je neemt de sensor die je ergens voor je neerzet, en je bent vertrokken. Geen kalibratie, geen massa kabels en voedingsadapters waarmee je rekening moet houden, alles wordt gevoed via usb.
Spelbibliotheken
Qua comfort, afwerking en beeldkwaliteit gaat Oculus met de pluimen lopen, maar de HTC Vive heeft zich aan de Steam-kar gekoppeld. Het referentieplatform voor games bevat nu al meer dan 400 VR-spellen, tegenover ongeveer 60 bij Oculus een half jaar na de lancering. Wie fulltime in VR wil leven, moet op Steam zijn. Bovendien zitten al je gamende vrienden vermoedelijk toch al op Steam, terwijl Oculus met zijn aparte Store helemaal opnieuw moet starten. Steam heeft veel meer promo’s doorheen het jaar, met goedkopere spellen als gevolg.
Daar tegenover staat wel dat er een absurde wildgroei is ontstaan op Steam waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet. Welk spel is nu goed en welk is gewoon een projectje van een hobbyontwikkelaar? Elke week komen er gemiddeld een tiental spellen bij. Oculus ziet toe op de content die het in zijn online winkel plaatst, en plakt er ook een misselijkheidsgraad op gaande van groen tot geel tot oranje. De store is ook veel gemakkelijker om doorheen te bladeren in VR en de software-installatie van Oculus over de hele lijn is een pak gebruiksvriendelijker dan de HTC Vive. Beide hebben hun voor- en nadelen, maar door de regelmatige kortingen neigen we toch meer naar onze Steambibliotheek ondanks dat de omgeving meer Spartaans oogt.
Belangrijke kanttekening: je kan de Oculus Rift ook perfect gebruiken in combinatie met Steam. Je zal enkel merken dat wanneer je de opties room-scale en touch-controllers uitschakelt, dat het aantal spellen drastisch slinkt omdat Steam-ontwikkelaars sterk de focus leggen op de technologie van de HTC Vive. De bediening is ook niet zo handig, omdat je geen touch-controllers hebt. Starten vanaf je desktop en dan pas de bril opzetten is de boodschap.
Exclusiviteit
Oculus heeft exclusieve titels ontwikkeld voor de Rift, maar na een hele klucht heeft het toch beslist om die ook voor de HTC Vive beschikbaar te stellen. Dat fnuikt de extra troef om de Rift te kopen, maar in het beginstadium van VR lijkt het ons niet meer dan logisch dat elk spel op alle platformen beschikbaar is voor maximale impact. Andersom kan het soms wel even duren voordat een spelvan de Vive beschikbaar is op Oculus door de langere certificering in de Oculus Store en het gebrek aan touch-controllers waardoor de bediening regelmatig moet worden aangepast. Ook het gebrek aan Touch-controllers en room-scale zorgt voor een beperkte doorstroming van Steam naar Oculus.
HTC heeft een knap technologisch hoogstandje afgeleverd met de Vive. Room-scale werkt zoals het hoort met geen zichtbare vertragingen ongeacht je handelingen. Elke beweging wordt perfect vertaald naar virtual reality. Bepaalde ervaringen en demo’s spelen daar handig op in, maar echte spellen waar je uren in kan verdrinken hebben we nog niet ervaren in room-scale. HTC is nu wel gestart met enkele exclusieve games voor de Vive te ontwikkelen om het tij te keren, maar verwacht niet eerder dan ergens in 2017.
Conclusie
De HTC Vive maakt gebruik van de meer geavanceerde technologie en is indrukwekkender om te beleven, maar room-scale heeft maar een beperkte meerwaarde. Na een maand voel je het gimmick-gehalte opkomen, en dat wringt de Vive de nek om. De samenwerking met Steam is goud waard en zorgt ervoor dat het een flinke vuist kan maken tegen Oculus, maar onze keuze van de redactie op dit ogenblik is de Oculus Rift.
[related_article id=”181017″]Oculus heeft alles duidelijk op een rijtje: installatiegemak, draagcomfort, alles in één kabel, geen aparte stopcontacten nodig, geïntegreerde hoofdtelefoon, strak design, de lijst blijft maar doorlopen. Tijdens onze eerste maand was de Vive/Rift-tijdsverdeling 70/30, maar na drie maanden is de verhouding helemaal anders: 20/80. Enkel exclusieve titels spelen we nog op de Vive, maar alle multiplatformspellen spelen we op de Oculus Rift. Zelfs in de Steam-store, zonder bewegingscontrollers voorlopig.Wie vandaag de dag een VR-headset wil kopen, haalt best een Oculus Rift in huis. Met de lancering van de Touch-controllers eind 2016 wordt de ervaring nog sterker, en bovenal is het draagcomfort toch wel het allerbelangrijkste. Wie een bril draagt heeft geen keuze en moet voor de HTC Vive kiezen, tenzij je wil overschakelen naar lenzen. Beide brillen zijn sowieso het summum van VR op dit ogenblik, maar elke nieuwe technologie kost geld. Veel geld in dit geval, daarom zouden we eerder aanraden om toch nog even te wachten tot de spelbibliotheek beter gevuld is en de brillen mogelijk in prijs gaan dalen. Wie niet kan wachten en in de spits van de technologiewereld wil zitten, zal zijn geldbuidel moeten opentrekken.