Switch Supernap 7: achter de schermen van een zwaarbewaakt datacenter
De rage van de cloud bereikt dezer dagen ongekende hoogtes, zowat alle moderne technologie draait op z’n minst deels in de mysterieuze wolk. De cloud is echter verre van onzichtbaar: alle data staat ergens op fysieke servers in grote gebouwen: datacenters.
Supernap
Bij zo’n datacenter raak je niet zomaar binnen, en bij Switch nemen ze beveiliging al helemaal serieus. ZDNet kreeg in de marge van VeeamOn samen met enkele andere journalisten toegang tot Supernap 7, met dank aan OffsiteDataSync, een Amerikaans bedrijf gespecialiseerd in high availability en back-up van gegevens.
Supernap staat voor Super Network Acces Point, de zeven impliceert dat Switch meer dan één Supernap-datacenter heeft. Intussen staan er acht gebouwen rond Las Vegas in Nevada. 500 kilometer verder in Reno werkt Switch aan een negende en ook in Italië moet in de nabije toekomst een Supernap komen.
Beveiliging en show
Wij nemen een kijkje in gebouw zeven, dat vlak naast het nieuwste datacenter ligt: Supernap 8. De beelden in dit stuk zijn afkomstig van datacenter 8: de beveiliging binnen was ongezien strikt, en foto’s nemen uitdrukkelijk verboden. De beelden werden door Switch ter beschikking gesteld, maar ze verschillen niet of nauwelijks van het gebouw waar wij doorheen wandelden.
Het datacenter zelf is omgeven door een grote muur en achter die muur schuilt een klein leger beveiligingsagenten. In impressionante zwarte vechtkledij houden zij de wacht. Om binnen te raken passeren we in kleine groepjes een lobby waar we onze identiteitskaart moeten afgeven aan een loket. Door het raam van dat loket zien we volautomatische wapens en een heleboel schermen die allerlei data weergeven. Norse, de leuke visuele weergave van cyberaanvallen in de wereld, prijkt op één van de schermen. Het mag duidelijk zijn: we bevinden ons in Amerika en we moeten onder de indruk zijn.
Differentiatie
Is een dergelijke beveiliging geen overkill? “Er is heel wat concurrentie op de markt. Met OffsiteDataSync kiezen we onder andere voor de Supernap omdat het een manier is om ons te onderscheiden van de concurrentie”, verduidelijkt CEO Matt Chesterton.
Datacenters zijn verzamelingen van servers, gekoppeld aan supersnelle toegang tot het internet. Die servers zijn in het geval van publieke datacenters van verschillende klanten afkomstig. Switch verhuurt het gebouw, de klant voorziet de servers. Een datacenter heeft als hoofdopdracht de machinerie koel te houden. Rek na rek met high-end computerapparatuur produceert enorme hoeveelheden warmte, en die moet zo goed mogelijk worden afgevoerd.
In een klassiek datacenter staan de servers op een valse vloer. Die vloer is geperforeerd en door de openingen komt koude lucht. Een verre van ideaal systeem, niet in het minst met dank aan de wetten van de fysica: koude lucht stijgt niet.
‘Modern’ design
Switch noemt z’n Supernaps ‘moderne’ datacenters. Stichter Rob Roy gooide het design van zijn gebouwen over een heel andere boeg. Buiten staan gigantische machines. Die units staan in voor de koeling. De frisse lucht die ze naar binnen pompen wordt soms gekoeld door de airco, maar niet altijd.
Fris in de woestijn
“Frisse lucht?”, denkt de geografisch geïnformeerde lezer nu misschien. “Ligt Las Vegas dan niet in de woestijn?” Zeker en vast, de grond is er droog en de zon schroeit, maar de lucht in Nevada is verrassend koel. Toch is dat niet de hoofdreden van Switch om voor Las Vegas te kiezen. De manager van het datacenter legt uit: “Nevada is erg stabiel. Hier zijn geen orkanen, aardbevingen, tornado’s of andere natuurrampen. Bovendien is onze water- en stroomvoorziening hier gegarandeerd, iets wat in pakweg Californië niet het geval is”.
Switch gebruikt desalniettemin meer dan voldoende stroom. 500 megawatt voor alle Supernaps op de Las Vegas-campus om precies te zijn, waarvan 100 voor Supernap 7. De manager illustreert: “Kies drie hotels op de strip naar keuze, samen gebruiken ze maximaal 495 megawatt.” Toch is Supernap 7 niet monsterlijk slecht voor het milieu. “Tegen het einde van dit jaar draaien we voor honderd procent op hernieuwbare energie.”
De ruggengraat
Die energie komt toe in het midden van het datacenter. Daar loopt een lange gang: de powerspine. In de powerspine staan stroomkasten in drie verschillende kleuren. Mooi, dat zeker, maar het heeft ook een praktisch nut. “De kleuren duiden stroomcircuits aan. Klanten kiezen voor twee van de drie circuits, zo hebben de servers redundantie, moest één circuit wegvallen.”
Het datacenter zelf ziet er uit zoals je zou verwachten: lange gangen met zoemende servers doen hun ding, met de occasionele technicus er tussenin. Het hele boeltje is luid, maar we laten ons vertellen dat klassieke datacenters met de geperforeerde vloer een stuk meer lawaai produceren.
Hete gang
De servers staan telkens met hun rug tegen een soort kamer neergepoot. Die kamer loopt tot naar het plafond. De afgesloten ruimte achter de servers noemen we een hot aisle of, in onze knullige taal, een hete gang. De gang verraadt hoe het koelsysteem in de praktijk in z’n werk gaat.
De grote koelinstallaties voeren frisse lucht aan. Die wordt langs boven door tussen de servers verspreid. “Koude lucht daalt, dus het is efficiënt om die bovenaan te deponeren”, vertelt onze gids ons trots. De servers zuigen die frisse lucht langs voren aan en blazen langs de achterkant hete lucht in de hot aisle. Die hete lucht verdwijnt achter het valse plafond naar boven. “Door de warme en de koude lucht te scheiden ontstaat er een veel betere circulatie, en krijgen de servers te allen tijde lucht van de juiste temperatuur. Dat verlengt de levensduur van de apparatuur drastisch.
Vals plafond
Achter het valse plafond schuilt een grote ruimte waar de warme lucht aan zelfreflectie kan doen. Door middel van drukverschillen blijft de circulatie wel aan de gang: langzaam verdwijnt de hete lucht naar buiten toe. “Of we hergebruiken hem”, klinkt het. “Als het buiten te koud is vullen we de buitenlucht aan met een deeltje gerecycleerde warmte, maar in een noodgeval kunnen we de warme lucht opnieuw door de airco halen en het hele datacenter zo koelen.
In het hele datacenter valt ons vooral het oog voor design op. Dit gebouw is zonder twijfel in de eerste plaats functioneel, maar een tweede belangrijke taak is om potentiële klanten te overdonderen. Zo zijn de ‘Exit’-bordjes voor de nooduitgang nauwelijks zichtbaar: ze lichten immers op in hetzelfde rood als de esthetische details in de gangen.
Tier IV
Esthetiek terzijde kan Switch trots zijn op z’n datacenters. Supernap 8 kan uitpakken met een Tier IV-rating van het onafhankelijke Uptime Instituut, dat een label op de betrouwbaarheid van datacenters plakt. Tier IV is de hoogste rating, en Switch is de enige aanbieder van publieke datacenters die met het label kan uitpakken.
We verlaten het datacenter geëscorteerd door de bebaarde ex-mariniers. “Ik weet niet of de baardgroei hier verplicht is, maar daar lijkt het wel op”, aldus Chesterton.
Op 26 november organiseren ZDNet en Smart Business een gratis seminarie over Cloud & Business Continuity. Meer informatie en mogelijkheid om in te schrijven, vindt u op www.businessmeetsit.be.
De rage van de cloud bereikt dezer dagen ongekende hoogtes, zowat alle moderne technologie draait op z’n minst deels in de mysterieuze wolk. De cloud is echter verre van onzichtbaar: alle data staat ergens op fysieke servers in grote gebouwen: datacenters.
Supernap
Bij zo’n datacenter raak je niet zomaar binnen, en bij Switch nemen ze beveiliging al helemaal serieus. ZDNet kreeg in de marge van VeeamOn samen met enkele andere journalisten toegang tot Supernap 7, met dank aan OffsiteDataSync, een Amerikaans bedrijf gespecialiseerd in high availability en back-up van gegevens.
Supernap staat voor Super Network Acces Point, de zeven impliceert dat Switch meer dan één Supernap-datacenter heeft. Intussen staan er acht gebouwen rond Las Vegas in Nevada. 500 kilometer verder in Reno werkt Switch aan een negende en ook in Italië moet in de nabije toekomst een Supernap komen.
Beveiliging en show
Wij nemen een kijkje in gebouw zeven, dat vlak naast het nieuwste datacenter ligt: Supernap 8. De beelden in dit stuk zijn afkomstig van datacenter 8: de beveiliging binnen was ongezien strikt, en foto’s nemen uitdrukkelijk verboden. De beelden werden door Switch ter beschikking gesteld, maar ze verschillen niet of nauwelijks van het gebouw waar wij doorheen wandelden.
Het datacenter zelf is omgeven door een grote muur en achter die muur schuilt een klein leger beveiligingsagenten. In impressionante zwarte vechtkledij houden zij de wacht. Om binnen te raken passeren we in kleine groepjes een lobby waar we onze identiteitskaart moeten afgeven aan een loket. Door het raam van dat loket zien we volautomatische wapens en een heleboel schermen die allerlei data weergeven. Norse, de leuke visuele weergave van cyberaanvallen in de wereld, prijkt op één van de schermen. Het mag duidelijk zijn: we bevinden ons in Amerika en we moeten onder de indruk zijn.
Differentiatie
Is een dergelijke beveiliging geen overkill? “Er is heel wat concurrentie op de markt. Met OffsiteDataSync kiezen we onder andere voor de Supernap omdat het een manier is om ons te onderscheiden van de concurrentie”, verduidelijkt CEO Matt Chesterton.
Datacenters zijn verzamelingen van servers, gekoppeld aan supersnelle toegang tot het internet. Die servers zijn in het geval van publieke datacenters van verschillende klanten afkomstig. Switch verhuurt het gebouw, de klant voorziet de servers. Een datacenter heeft als hoofdopdracht de machinerie koel te houden. Rek na rek met high-end computerapparatuur produceert enorme hoeveelheden warmte, en die moet zo goed mogelijk worden afgevoerd.
In een klassiek datacenter staan de servers op een valse vloer. Die vloer is geperforeerd en door de openingen komt koude lucht. Een verre van ideaal systeem, niet in het minst met dank aan de wetten van de fysica: koude lucht stijgt niet.
‘Modern’ design
Switch noemt z’n Supernaps ‘moderne’ datacenters. Stichter Rob Roy gooide het design van zijn gebouwen over een heel andere boeg. Buiten staan gigantische machines. Die units staan in voor de koeling. De frisse lucht die ze naar binnen pompen wordt soms gekoeld door de airco, maar niet altijd.
Fris in de woestijn
“Frisse lucht?”, denkt de geografisch geïnformeerde lezer nu misschien. “Ligt Las Vegas dan niet in de woestijn?” Zeker en vast, de grond is er droog en de zon schroeit, maar de lucht in Nevada is verrassend koel. Toch is dat niet de hoofdreden van Switch om voor Las Vegas te kiezen. De manager van het datacenter legt uit: “Nevada is erg stabiel. Hier zijn geen orkanen, aardbevingen, tornado’s of andere natuurrampen. Bovendien is onze water- en stroomvoorziening hier gegarandeerd, iets wat in pakweg Californië niet het geval is”.
Switch gebruikt desalniettemin meer dan voldoende stroom. 500 megawatt voor alle Supernaps op de Las Vegas-campus om precies te zijn, waarvan 100 voor Supernap 7. De manager illustreert: “Kies drie hotels op de strip naar keuze, samen gebruiken ze maximaal 495 megawatt.” Toch is Supernap 7 niet monsterlijk slecht voor het milieu. “Tegen het einde van dit jaar draaien we voor honderd procent op hernieuwbare energie.”
De ruggengraat
Die energie komt toe in het midden van het datacenter. Daar loopt een lange gang: de powerspine. In de powerspine staan stroomkasten in drie verschillende kleuren. Mooi, dat zeker, maar het heeft ook een praktisch nut. “De kleuren duiden stroomcircuits aan. Klanten kiezen voor twee van de drie circuits, zo hebben de servers redundantie, moest één circuit wegvallen.”
Het datacenter zelf ziet er uit zoals je zou verwachten: lange gangen met zoemende servers doen hun ding, met de occasionele technicus er tussenin. Het hele boeltje is luid, maar we laten ons vertellen dat klassieke datacenters met de geperforeerde vloer een stuk meer lawaai produceren.
Hete gang
De servers staan telkens met hun rug tegen een soort kamer neergepoot. Die kamer loopt tot naar het plafond. De afgesloten ruimte achter de servers noemen we een hot aisle of, in onze knullige taal, een hete gang. De gang verraadt hoe het koelsysteem in de praktijk in z’n werk gaat.
De grote koelinstallaties voeren frisse lucht aan. Die wordt langs boven door tussen de servers verspreid. “Koude lucht daalt, dus het is efficiënt om die bovenaan te deponeren”, vertelt onze gids ons trots. De servers zuigen die frisse lucht langs voren aan en blazen langs de achterkant hete lucht in de hot aisle. Die hete lucht verdwijnt achter het valse plafond naar boven. “Door de warme en de koude lucht te scheiden ontstaat er een veel betere circulatie, en krijgen de servers te allen tijde lucht van de juiste temperatuur. Dat verlengt de levensduur van de apparatuur drastisch.
Vals plafond
Achter het valse plafond schuilt een grote ruimte waar de warme lucht aan zelfreflectie kan doen. Door middel van drukverschillen blijft de circulatie wel aan de gang: langzaam verdwijnt de hete lucht naar buiten toe. “Of we hergebruiken hem”, klinkt het. “Als het buiten te koud is vullen we de buitenlucht aan met een deeltje gerecycleerde warmte, maar in een noodgeval kunnen we de warme lucht opnieuw door de airco halen en het hele datacenter zo koelen.
In het hele datacenter valt ons vooral het oog voor design op. Dit gebouw is zonder twijfel in de eerste plaats functioneel, maar een tweede belangrijke taak is om potentiële klanten te overdonderen. Zo zijn de ‘Exit’-bordjes voor de nooduitgang nauwelijks zichtbaar: ze lichten immers op in hetzelfde rood als de esthetische details in de gangen.
Tier IV
Esthetiek terzijde kan Switch trots zijn op z’n datacenters. Supernap 8 kan uitpakken met een Tier IV-rating van het onafhankelijke Uptime Instituut, dat een label op de betrouwbaarheid van datacenters plakt. Tier IV is de hoogste rating, en Switch is de enige aanbieder van publieke datacenters die met het label kan uitpakken.
We verlaten het datacenter geëscorteerd door de bebaarde ex-mariniers. “Ik weet niet of de baardgroei hier verplicht is, maar daar lijkt het wel op”, aldus Chesterton.
Op 26 november organiseren ZDNet en Smart Business een gratis seminarie over Cloud & Business Continuity. Meer informatie en mogelijkheid om in te schrijven, vindt u op www.businessmeetsit.be.