Vergelijking: een internetabonnement op jouw maat
Internet is een recht, even belangrijk als water en elektriciteit. Dat besliste het Europees hof enkele jaren geleden. Net als die andere basisnutsvoorzieningen kost een fatsoenlijke internetverbinding helaas meer dan je er aan wil geven. Erg veel keuze heb je bovendien niet in België. Toch is het de moeite om eens te kijken naar de beschikbare technologieën, tarieven en formules. Weten wat de markt aanbied is echter maar de helft van de vergelijking; het is minstens even belangrijk om te weten wat je zelf nodig hebt.
Technologie
Er zijn drie belangrijke technologieën als het op internet aankomt, waarvan er slechts twee geschikt zijn voor een thuisabonnement. Wat zijn ze, en wat zijn de verschillen?
Internet komt bij je thuis toe via een kabel, of langs de lucht. Met de lucht bedoel ik het mobiele signaal: de 3 of 4G-verbinding. Hoewel mobiel internet er met rasse schreden op vooruit gaat, blijft het ongelooflijk duur in vergelijking met een traditionele verbinding. Bovendien houdt het mobiele signaal niet echt van beton, wat de betrouwbaarheid binnenshuis niet altijd ten goede komt. In grote, minder dichtbevolkte landen is een router met een simkaart soms de enige optie om degelijk met het net verbonden te zijn, maar bij ons zijn er betere keuzes.
Telefoon
De eerste optie is VDSL2, wat voor Very-high-bitrate Digital Subscriber Line staat. Het is de opvolger van ADSL, en maakt aanzienlijk hogere transfersnelheden mogelijk, tot 70 a 80 Mbps. Niet overal is VDSL2 beschikbaar, waardoor je moet oppassen wanneer je voor internet over de telefoonlijn kiest. In het slechtste geval moet je werken met ADSL. Dat staat voor assymetric digital subscriber line. De theoretische maximumsnelheid van ADSL ligt met een factor tien lager van wat er momenteel via de kabel wordt aangeboden, en die snelheid krijg je bovendien alleen wanneer je huis dicht genoeg bij de ‘centrale’ ligt, het verdeelkastje dat hopelijk niet te ver van je huis staat. Internet over de telefoonlijn kan je dus enkel nemen wanneer je weet dat je degelijke snelheden tot bij je thuis zal krijgen.
Televisie
Alternatief voor DSL is de kabel. Via de kabel zal je vrijwel altijd van de geadverteerde snelheden kunnen gebruik maken, al is hier ook een bedenking te maken. Vooral vroeger was het mogelijk dat de verbinding in je straat verzadigd geraakt, waardoor tijdens piekmoment je internet iets trager zal gaan. Vandaag zal je van dat probleem geen last meer ondervinden. Ongetwijfeld het grootste nadeel van de kabel is de uitbater: er is er maar één. Vandaag is de Belgische kabel nog steeds uitsluitend in handen van Telenet, en dat komt concurrentiële prijzen niet ten goede. De roep om het openstellen van de kabel wordt steeds luider, maar voorlopig heeft Telenet daar geen oren naar.
Kiezen
Komt het puur op snelheid aan, dan is er niet echt een keuze: kabelinternet is meer dan dubbel zo snel dan de beste VDSL2-verbinding. Het snelste kabelinternet is meteen ook het duurste internet, waardoor de telefoonlijn terug op de tafel komt te liggen. Bovendien kan je pech hebben, en is de kabel niet doorgetrokken tot in je appartement. In dat geval moet je wel opteren voor een telefoonlijnverbinding, en je vingers kruisen dat je niet terugvalt op prehistorisch ADSL-internet.
De mogelijkheden
Welke internetabonnementen zijn er dezer dagen zoals op de markt, en welke pakketdeals moet je slikken om van de voordeligste prijzen te genieten? Ik zet alles op een rijtje.
Kabel
Ik begin bij de kabel. Telenet bidet drie varianten op gewoon internet aan: Basic internet, Internet Fiber 100 en Internet Fiber 200. Basic internet is, zoals de naam al doet vermoeden, de goedkoopste optie. Voor 26,99 euro per maand ben je daarbij gesteld, maar verwacht geen ongelooflijke snelheden. De theoretische maximum downloadsnelheid ligt op 30 Mbps, een ietwat verwarrend getal voor wie niet vaak met internet bezig is. Verbindingssnelheid wordt uitgedrukt in bit (kleine b)per seconde, maar jij bent waarschijnlijk gewoon om met bytes (grote B) te werken. Downloaden kopieersnelheden worden immers in kilo- of megabytes per seconde weergegeven. Eén byte staat gelijk aan acht bits: om duidelijkheid te krijgen over de echte downloadsnelheid dien je het geadverteerde getal dus door acht te delen.
Eénpersoons-internet
Daarmee rekening houdend geeft Basic internet je dus een downloadsnelheid van 3,75 megabyte per seconde; ruim genoeg om vlot te streamen in Full HD (maar niet 4K). De uploadsnelheid is de snelheid waarmee jouw computer data naar het internet stuurt. Die ligt hier op iets minder dan 400 kilobyte per seconde (3 Mbps). Dat is dan weer bitter weinig, maar in de praktijk zal je niet zo veel data uploaden. De uploadsnelheid bepaalt vooral hoe lang het duurt om van jouw pc bestanden naar iemand anders te sturen.
De middenweg
Met Basic internet ligt je datatransfervolume op 100 GB, wat gezien de internetsnelheid wel zal volstaan.
De middelste categorie heet Internet Fiber 100. Fiber 100 kost met 49,39 euro per maand net niet dubbel zoveel als Basic internet, maar je snelheid gaat meer dan twee keer omhoog: van 30 Mbos naar 100 Mbps (12,5 MBps). Je uploadsnelheid zal verdubbelen naar 6 Mbps (bijna één megabyte per seconde) terwijl de totale transferlimiet met 50 GB stijgt. Waar Basic Internet volstaat om alleen te surfen, kan je Fiber 100 gerust met twee of drie personen delen: de internetsnelheid volstaat voor iedereen om naar believen te Youtuben of te Netflixen.
Patsernet
Een gezin met meer dan drie fervente internetters zal al snel de beperekingen van Fiber 100 ervaren, waarna het tijd wordt om diep in de buidel te tasten. Het snelste aanbod van Telenet heet Internet Fiber 200 en kost 70,79 euro. Fiber 200 is gericht op huizen waarin meerdere laptops actief zijn, misschien nog iemand op z’n desktop zit, een smart-tv is aangesloten, en enkele tablets en smartphones de ronde gaan. Je downloadsnelheid wordt met Fiber 200 opgekrikt naar 200 Mbps (25 MBps) en je uploadsnelheid wijzigt naar 12 Mbps (1,5 MBps). Dat maakt Fiber 200 de enige kabelkeuze wanneer je geregeld veel moet uploaden. De datatransferlimiet valt bovendien helemaal weg.
Pakketdeal
Telenet heeft liefst dat je niet alleen internet koopt, maar ook bij de provider aanklopt voor televisie en telefonie. Die zogenaamde pakketdeals zijn vaak voordelig. Whoppa is de zwaarste formule van Telenet: voor 75,94 euro, vijf euro meer dan Fiber 200, krijg je hetzelfde ongelimiteerde internet op al je toestellen, een vaste telefonielijn en een digitale televisie. Wil je geen vaste lijn, niet zo uitzonderlijk in deze tijden van mobiele technologie, dan heb je pech: dat zal je tien euro meer kosten. De redenering hier achter: telefonie kost tien euro, maar met het totaalaanbod krijg je een pakketvoordeel van 20 euro. Die praktijken geven de indruk dat kabelinternet duurder is dan het zou moeten zijn, maar wegens het totale gebrek aan concurrentie op de kabel is het aanbod te nemen of te laten.
Whop is de light-versie van Whoppa: voor 65 euro krijg je het Fiber 100-internet inclusief digitale televisie en een vaste telefoonlijn. Het voordeel is hier duidelijk minder uitgesproken dan bij Whoppa, maar wil je kabelinternet en digitale televisie, dan ben je hier opnieuw het voordeligst af.
Telefoonlijn
De grootste aanbieder van internet via de telefoonlijn is uiteraard Proximus, het voormalige Belgacom. Proximus is iets goedkoper dan Telenet, maar vooral bij de duurdere abonnementen zal het opvallen dat de internetprovider een aanzienlijk zwakker aanbod heeft. Een technologisch probleem ligt aan de oorzaak: Proximus werkt historisch met verbindingen via de telefoonlijn, en dus DLS. DSL is gewoon slechter en trager dan de kabel, hoe graag Proximus het ook anders zou zien. Dat maakt Proximus eigenlijk enkel concurrentiëel bij de goedkopere abonnementen.
Prijsbreker
Het basispakket van de provider heet Start. Met Start krijg je een downloadsnelheid van 50 Mbps of 6,25 MBps en dat voor 25,5 euro per maand. De uploadsnelheid staat gelimiteerd op 4 Mbps en de datatransferlimiet ligt op 100 GB per maand. In theorie is dit abonnement interessanter dan het equivalent van Telenet: je download- en uploadsnelheid ligt iets hoger, en je betaalt iets minder geld. Veel hangt natuurlijk af van de werkelijke snelheid die je uit je DSL-lijn zal krijgen.
Achterblijver
Op de tweede trap vinden we Comfort. Met het Comfort-pack zien we al duidelijk dat Proximus niet meer kan volgen met de superieure kabeltechnologie. De provider moet de kraan al helemaal open draaien wat resulteert in een theoretische maximumdownloadsnelheid van 70 Mbps of 8,75 MBps. De uploadsnelheid ligt met 5 Mbps eveneens iets lager dan wat concurrent Telenet aanbiedt, terwijl de datatransferlimiet van 150 GB per maand identiek is. Dit aanbod van Proximus heeft één belangrijke troef tegenover dat van Telenet: de kostprijs. Met 36,95 euro per maand zit Proximus flink onder de 50 euro die Telenet vraagt.
Niet in de buurt
Het snelste abonnement dat Proximus kan aanbieden heet Maxi, en hier blijft de DSL-lijn helemaal achter. De downloadsnelheid is identiek aan die van Comfort, omdat Proximus daar al de limieten van de technologie aftast. De maximum uploadsnelheid ligt hoger dan die van het goedkopere aanbod: 6 Mbps. Dat is de helft van de uploadsnelheid die Telenet aanbiedt, terwijl de downloadsnelheid bijna drie kaar lager ligt. Ook Proximus biedt in zijn duurste abonnement een onbeperkte limiet aan.
Op het vlak van prestaties kan Proximus dus helemaal niet concurreren met Telenet, al ligt het kabelmonopolie daar aan de basis. Wat de provider wel kan doen, is de prijs lager houden: het Maxi-abonnement kost slechts 46,20 euro. Dat lijkt veel goedkoper dan het alternatief van Telenet, maar in alle eerlijkheid zijn de twee abonnementen niet te vergelijken. Met Telenet betaal je meer, maar krijg je het dubbele.
Nog trager
Hoewel de snelheden van Proximus al drastisch lager liggen dan die van Telenet, zijn de geadverteerde snelheden niet gelijk aan diegenen die je ook daadwerkelijk zal krijgen. Een snelle check van mijn thuisadres toont aan dat ik nooit sneller zal surfen dan aan 63,4 MBps, terwijl de snelheid zelfs kan zakken tot 28,1 Mbps. Met 5,5 Mbps aan upload zal ik ook nooit aan de geadverteerde 6 Mbps geraken.
Ook Proximus schrikt niet terug voor het aanbieden van packs. Ook hier geld hetzelfde. Kies je voor internet van Proximus, dan kies je voor televisie en een vaste lijn bij de provider. De pakketdeals zijn in verhouding zo voordelig dat je geld de vuilbak in gooit door voor pakweg digitale televisie van Telenet te kiezen in combinatie met een Comfort Pack van Proximus. Keuze voor DSL is dus een keuze voor de portemonnee: de technologie is op alle gebieden inferieur aan wat de kabel te bieden heeft. Het belangrijkste voordeel van de telefoonlijn is dan weer dat er op z’n minst concurrentie is.
Mobiel
Hoewel Proximus moet achterblijven bij internet naar de woonkamer, heeft de provider voor mobiel internet wel een streepje voor. Het 4G-netwerk van Proximus is uitstekend, net als dat van Mobistar. Proximus was heel lang absolute kampioen van het mobiel internet, maar de operator verliest hier, na de succesvolle inhaalbeweging van Mobistar, terein. Binnenshuis wint Mobistar zelfs, en dat brengt de provider op ideeën. Zo is het sinds kort mogelijk om mobiel 4G internet als vast binnenshuis-internet te gebruiken.
De voordeligste provider voor mobiel internet is Mobile Vikings, dat op het Base-netwerk opereert. Nergens krijg je zoveel volume voor zo weinig geld, al is de dekking en vooral de snelheid van 4G merkelijk slechter dan bij Proximus en Mobistar.
Base zelf werd recent overgenomen door Telenet, zodat we ook van de kabelprovider binnenkort een flinke push op de mobiele internetmarkt mogen verwachten. Momenteel vertrouw je bij het telefoonabonnement van Telenet nog op het Mobistar-netwerk. Die provider doet het niet al te best, en heeft zeker bij de consument moeite om echt relevant te blijven.
Kleine garnalen
Naast Proximus bieden ook Scarlet, Dommel en Edpnet internetverbindingen aan over de vaste lijn. Sneller internet zal je van hen niet krijgen, integendeel, maar de kleinere providers delen wel sneller een ongelimiteerd dataverbruik uit. Zo krijg je van Dommel voor net geen 39 euro ongeveer hetzelfde als wat Proximus aanbiedt voor 46 euro. Bij Scarlet surf je al onbeperkt vanaf 25 euro per maand, maar dat via een prehistorische ADSL-verbinding aan 12 Mbps (dus 1,5 MBps). Dat kan volstaan wanneer je gewoon internet wil om je mails te checken, en niets meer. Voor 50 cent meer ben je bij Proximus veel beter af. Ga je toch op zoek naar een kleine onafhankelijke provider, houd dan rekening met de verdoken kosten. Zo biedt Edpnet je al tergend traag (500KBps) internet aan voor 19 euro, maar blijkt de huur van de lijn daarbij niet inbegrepen, zodat het meer dan zes keer snellere internet van Proximus opnieuw voordeliger uitvalt.
Conclusie: Wat te kiezen?
Waar haal je nu best je internet voor thuis? Woon je met meerdere internetminnende personen samen, en wordt er al eens gelijktijdig gedownload, gestreamd en tv gekeken, dan heb je maar één keuze: Telenet. Ik kan niet genoeg benadrukken dat het hier om een keuze om de gemonopoliseerde technologie gaat, niet om de provider zelf. Voor grootverbruikers is Fiber 200 een must, een meer bescheiden gezin zal toekomen met Fiber 100.
Woon je alleen, en hoef je niet aan turbosnelheden te downloaden, dan wordt Proximus plots wel interessant. Het Start-pakket is gezien de prijs helemaal niet slecht en wanneer er slechts één persoon tegelijkertijd de lijn zwaar benut zal de bandbreedte volstaan. Grote kanttekening: daarvoor moet de VDSL2-lijn wel tot bij jouw komen. Bij het bestellen van internet via Proximus (of de kleinere providers) kan je je adres ingeven om te checken wat de werkelijke snelheid bij je thuis zal zijn. Comfort kan dan weer volstaan voor huizen met meerdere iets minder enthousiaste internauten.
Hier zie je de internetaanbiedingen van de twee grootste providers nog eens op een rijtje. De transfersnelheden zijn voor de duidelijkheid al omgerekend naar megabytes per seconde, zoals je ze ook zal weergegeven zien wanneer je iets download.
Ook dit nog: Ongezond monopolie
In dit overzicht van het Belgische internet ben ik enthousiast over Telenet, omdat ik wel moet. Proximus en alle andere providers over de vaste lijn kunnen niet tippen aan het aanbod van de telecomprovider uit Mechelen, omdat internet via de vaste lijn stilaan veroudert aan het worden is. De vaste lijn is opengesteld voor meerdere aanbieders, een beetje naar analogie met gas en elektriciteit, maar net op dit netwerk is de concurrentie minder belangrijk.
Hoewel er al geruime tijd stemmen opgaan voor verandering heeft Telenet nog steeds alleenheerschappij over de kabelinfrastructuur, en die is veel geschikter voor het breedbandinternet van vandaag. Telenet kan dus als enige snelheden van 100 Mbps en meer aanbieden, en het bedrijf kan daar bovendien voor vragen wat het wil: je hebt geen andere keuze.
Het verplicht open stellen van de kabel, zodat er concurrentie mogelijk is, zou de prijzen van supersnel internet, en bijgevolg de consument, alleen maar ten goede komen.
Internet is een recht, even belangrijk als water en elektriciteit. Dat besliste het Europees hof enkele jaren geleden. Net als die andere basisnutsvoorzieningen kost een fatsoenlijke internetverbinding helaas meer dan je er aan wil geven. Erg veel keuze heb je bovendien niet in België. Toch is het de moeite om eens te kijken naar de beschikbare technologieën, tarieven en formules. Weten wat de markt aanbied is echter maar de helft van de vergelijking; het is minstens even belangrijk om te weten wat je zelf nodig hebt.
Technologie
Er zijn drie belangrijke technologieën als het op internet aankomt, waarvan er slechts twee geschikt zijn voor een thuisabonnement. Wat zijn ze, en wat zijn de verschillen?
Internet komt bij je thuis toe via een kabel, of langs de lucht. Met de lucht bedoel ik het mobiele signaal: de 3 of 4G-verbinding. Hoewel mobiel internet er met rasse schreden op vooruit gaat, blijft het ongelooflijk duur in vergelijking met een traditionele verbinding. Bovendien houdt het mobiele signaal niet echt van beton, wat de betrouwbaarheid binnenshuis niet altijd ten goede komt. In grote, minder dichtbevolkte landen is een router met een simkaart soms de enige optie om degelijk met het net verbonden te zijn, maar bij ons zijn er betere keuzes.
Telefoon
De eerste optie is VDSL2, wat voor Very-high-bitrate Digital Subscriber Line staat. Het is de opvolger van ADSL, en maakt aanzienlijk hogere transfersnelheden mogelijk, tot 70 a 80 Mbps. Niet overal is VDSL2 beschikbaar, waardoor je moet oppassen wanneer je voor internet over de telefoonlijn kiest. In het slechtste geval moet je werken met ADSL. Dat staat voor assymetric digital subscriber line. De theoretische maximumsnelheid van ADSL ligt met een factor tien lager van wat er momenteel via de kabel wordt aangeboden, en die snelheid krijg je bovendien alleen wanneer je huis dicht genoeg bij de ‘centrale’ ligt, het verdeelkastje dat hopelijk niet te ver van je huis staat. Internet over de telefoonlijn kan je dus enkel nemen wanneer je weet dat je degelijke snelheden tot bij je thuis zal krijgen.
Televisie
Alternatief voor DSL is de kabel. Via de kabel zal je vrijwel altijd van de geadverteerde snelheden kunnen gebruik maken, al is hier ook een bedenking te maken. Vooral vroeger was het mogelijk dat de verbinding in je straat verzadigd geraakt, waardoor tijdens piekmoment je internet iets trager zal gaan. Vandaag zal je van dat probleem geen last meer ondervinden. Ongetwijfeld het grootste nadeel van de kabel is de uitbater: er is er maar één. Vandaag is de Belgische kabel nog steeds uitsluitend in handen van Telenet, en dat komt concurrentiële prijzen niet ten goede. De roep om het openstellen van de kabel wordt steeds luider, maar voorlopig heeft Telenet daar geen oren naar.
Kiezen
Komt het puur op snelheid aan, dan is er niet echt een keuze: kabelinternet is meer dan dubbel zo snel dan de beste VDSL2-verbinding. Het snelste kabelinternet is meteen ook het duurste internet, waardoor de telefoonlijn terug op de tafel komt te liggen. Bovendien kan je pech hebben, en is de kabel niet doorgetrokken tot in je appartement. In dat geval moet je wel opteren voor een telefoonlijnverbinding, en je vingers kruisen dat je niet terugvalt op prehistorisch ADSL-internet.
De mogelijkheden
Welke internetabonnementen zijn er dezer dagen zoals op de markt, en welke pakketdeals moet je slikken om van de voordeligste prijzen te genieten? Ik zet alles op een rijtje.
Kabel
Ik begin bij de kabel. Telenet bidet drie varianten op gewoon internet aan: Basic internet, Internet Fiber 100 en Internet Fiber 200. Basic internet is, zoals de naam al doet vermoeden, de goedkoopste optie. Voor 26,99 euro per maand ben je daarbij gesteld, maar verwacht geen ongelooflijke snelheden. De theoretische maximum downloadsnelheid ligt op 30 Mbps, een ietwat verwarrend getal voor wie niet vaak met internet bezig is. Verbindingssnelheid wordt uitgedrukt in bit (kleine b)per seconde, maar jij bent waarschijnlijk gewoon om met bytes (grote B) te werken. Downloaden kopieersnelheden worden immers in kilo- of megabytes per seconde weergegeven. Eén byte staat gelijk aan acht bits: om duidelijkheid te krijgen over de echte downloadsnelheid dien je het geadverteerde getal dus door acht te delen.
Eénpersoons-internet
Daarmee rekening houdend geeft Basic internet je dus een downloadsnelheid van 3,75 megabyte per seconde; ruim genoeg om vlot te streamen in Full HD (maar niet 4K). De uploadsnelheid is de snelheid waarmee jouw computer data naar het internet stuurt. Die ligt hier op iets minder dan 400 kilobyte per seconde (3 Mbps). Dat is dan weer bitter weinig, maar in de praktijk zal je niet zo veel data uploaden. De uploadsnelheid bepaalt vooral hoe lang het duurt om van jouw pc bestanden naar iemand anders te sturen.
De middenweg
Met Basic internet ligt je datatransfervolume op 100 GB, wat gezien de internetsnelheid wel zal volstaan.
De middelste categorie heet Internet Fiber 100. Fiber 100 kost met 49,39 euro per maand net niet dubbel zoveel als Basic internet, maar je snelheid gaat meer dan twee keer omhoog: van 30 Mbos naar 100 Mbps (12,5 MBps). Je uploadsnelheid zal verdubbelen naar 6 Mbps (bijna één megabyte per seconde) terwijl de totale transferlimiet met 50 GB stijgt. Waar Basic Internet volstaat om alleen te surfen, kan je Fiber 100 gerust met twee of drie personen delen: de internetsnelheid volstaat voor iedereen om naar believen te Youtuben of te Netflixen.
Patsernet
Een gezin met meer dan drie fervente internetters zal al snel de beperekingen van Fiber 100 ervaren, waarna het tijd wordt om diep in de buidel te tasten. Het snelste aanbod van Telenet heet Internet Fiber 200 en kost 70,79 euro. Fiber 200 is gericht op huizen waarin meerdere laptops actief zijn, misschien nog iemand op z’n desktop zit, een smart-tv is aangesloten, en enkele tablets en smartphones de ronde gaan. Je downloadsnelheid wordt met Fiber 200 opgekrikt naar 200 Mbps (25 MBps) en je uploadsnelheid wijzigt naar 12 Mbps (1,5 MBps). Dat maakt Fiber 200 de enige kabelkeuze wanneer je geregeld veel moet uploaden. De datatransferlimiet valt bovendien helemaal weg.
Pakketdeal
Telenet heeft liefst dat je niet alleen internet koopt, maar ook bij de provider aanklopt voor televisie en telefonie. Die zogenaamde pakketdeals zijn vaak voordelig. Whoppa is de zwaarste formule van Telenet: voor 75,94 euro, vijf euro meer dan Fiber 200, krijg je hetzelfde ongelimiteerde internet op al je toestellen, een vaste telefonielijn en een digitale televisie. Wil je geen vaste lijn, niet zo uitzonderlijk in deze tijden van mobiele technologie, dan heb je pech: dat zal je tien euro meer kosten. De redenering hier achter: telefonie kost tien euro, maar met het totaalaanbod krijg je een pakketvoordeel van 20 euro. Die praktijken geven de indruk dat kabelinternet duurder is dan het zou moeten zijn, maar wegens het totale gebrek aan concurrentie op de kabel is het aanbod te nemen of te laten.
Whop is de light-versie van Whoppa: voor 65 euro krijg je het Fiber 100-internet inclusief digitale televisie en een vaste telefoonlijn. Het voordeel is hier duidelijk minder uitgesproken dan bij Whoppa, maar wil je kabelinternet en digitale televisie, dan ben je hier opnieuw het voordeligst af.
Telefoonlijn
De grootste aanbieder van internet via de telefoonlijn is uiteraard Proximus, het voormalige Belgacom. Proximus is iets goedkoper dan Telenet, maar vooral bij de duurdere abonnementen zal het opvallen dat de internetprovider een aanzienlijk zwakker aanbod heeft. Een technologisch probleem ligt aan de oorzaak: Proximus werkt historisch met verbindingen via de telefoonlijn, en dus DLS. DSL is gewoon slechter en trager dan de kabel, hoe graag Proximus het ook anders zou zien. Dat maakt Proximus eigenlijk enkel concurrentiëel bij de goedkopere abonnementen.
Prijsbreker
Het basispakket van de provider heet Start. Met Start krijg je een downloadsnelheid van 50 Mbps of 6,25 MBps en dat voor 25,5 euro per maand. De uploadsnelheid staat gelimiteerd op 4 Mbps en de datatransferlimiet ligt op 100 GB per maand. In theorie is dit abonnement interessanter dan het equivalent van Telenet: je download- en uploadsnelheid ligt iets hoger, en je betaalt iets minder geld. Veel hangt natuurlijk af van de werkelijke snelheid die je uit je DSL-lijn zal krijgen.
Achterblijver
Op de tweede trap vinden we Comfort. Met het Comfort-pack zien we al duidelijk dat Proximus niet meer kan volgen met de superieure kabeltechnologie. De provider moet de kraan al helemaal open draaien wat resulteert in een theoretische maximumdownloadsnelheid van 70 Mbps of 8,75 MBps. De uploadsnelheid ligt met 5 Mbps eveneens iets lager dan wat concurrent Telenet aanbiedt, terwijl de datatransferlimiet van 150 GB per maand identiek is. Dit aanbod van Proximus heeft één belangrijke troef tegenover dat van Telenet: de kostprijs. Met 36,95 euro per maand zit Proximus flink onder de 50 euro die Telenet vraagt.
Niet in de buurt
Het snelste abonnement dat Proximus kan aanbieden heet Maxi, en hier blijft de DSL-lijn helemaal achter. De downloadsnelheid is identiek aan die van Comfort, omdat Proximus daar al de limieten van de technologie aftast. De maximum uploadsnelheid ligt hoger dan die van het goedkopere aanbod: 6 Mbps. Dat is de helft van de uploadsnelheid die Telenet aanbiedt, terwijl de downloadsnelheid bijna drie kaar lager ligt. Ook Proximus biedt in zijn duurste abonnement een onbeperkte limiet aan.
Op het vlak van prestaties kan Proximus dus helemaal niet concurreren met Telenet, al ligt het kabelmonopolie daar aan de basis. Wat de provider wel kan doen, is de prijs lager houden: het Maxi-abonnement kost slechts 46,20 euro. Dat lijkt veel goedkoper dan het alternatief van Telenet, maar in alle eerlijkheid zijn de twee abonnementen niet te vergelijken. Met Telenet betaal je meer, maar krijg je het dubbele.
Nog trager
Hoewel de snelheden van Proximus al drastisch lager liggen dan die van Telenet, zijn de geadverteerde snelheden niet gelijk aan diegenen die je ook daadwerkelijk zal krijgen. Een snelle check van mijn thuisadres toont aan dat ik nooit sneller zal surfen dan aan 63,4 MBps, terwijl de snelheid zelfs kan zakken tot 28,1 Mbps. Met 5,5 Mbps aan upload zal ik ook nooit aan de geadverteerde 6 Mbps geraken.
Ook Proximus schrikt niet terug voor het aanbieden van packs. Ook hier geld hetzelfde. Kies je voor internet van Proximus, dan kies je voor televisie en een vaste lijn bij de provider. De pakketdeals zijn in verhouding zo voordelig dat je geld de vuilbak in gooit door voor pakweg digitale televisie van Telenet te kiezen in combinatie met een Comfort Pack van Proximus. Keuze voor DSL is dus een keuze voor de portemonnee: de technologie is op alle gebieden inferieur aan wat de kabel te bieden heeft. Het belangrijkste voordeel van de telefoonlijn is dan weer dat er op z’n minst concurrentie is.
Mobiel
Hoewel Proximus moet achterblijven bij internet naar de woonkamer, heeft de provider voor mobiel internet wel een streepje voor. Het 4G-netwerk van Proximus is uitstekend, net als dat van Mobistar. Proximus was heel lang absolute kampioen van het mobiel internet, maar de operator verliest hier, na de succesvolle inhaalbeweging van Mobistar, terein. Binnenshuis wint Mobistar zelfs, en dat brengt de provider op ideeën. Zo is het sinds kort mogelijk om mobiel 4G internet als vast binnenshuis-internet te gebruiken.
De voordeligste provider voor mobiel internet is Mobile Vikings, dat op het Base-netwerk opereert. Nergens krijg je zoveel volume voor zo weinig geld, al is de dekking en vooral de snelheid van 4G merkelijk slechter dan bij Proximus en Mobistar.
Base zelf werd recent overgenomen door Telenet, zodat we ook van de kabelprovider binnenkort een flinke push op de mobiele internetmarkt mogen verwachten. Momenteel vertrouw je bij het telefoonabonnement van Telenet nog op het Mobistar-netwerk. Die provider doet het niet al te best, en heeft zeker bij de consument moeite om echt relevant te blijven.
Kleine garnalen
Naast Proximus bieden ook Scarlet, Dommel en Edpnet internetverbindingen aan over de vaste lijn. Sneller internet zal je van hen niet krijgen, integendeel, maar de kleinere providers delen wel sneller een ongelimiteerd dataverbruik uit. Zo krijg je van Dommel voor net geen 39 euro ongeveer hetzelfde als wat Proximus aanbiedt voor 46 euro. Bij Scarlet surf je al onbeperkt vanaf 25 euro per maand, maar dat via een prehistorische ADSL-verbinding aan 12 Mbps (dus 1,5 MBps). Dat kan volstaan wanneer je gewoon internet wil om je mails te checken, en niets meer. Voor 50 cent meer ben je bij Proximus veel beter af. Ga je toch op zoek naar een kleine onafhankelijke provider, houd dan rekening met de verdoken kosten. Zo biedt Edpnet je al tergend traag (500KBps) internet aan voor 19 euro, maar blijkt de huur van de lijn daarbij niet inbegrepen, zodat het meer dan zes keer snellere internet van Proximus opnieuw voordeliger uitvalt.
Conclusie: Wat te kiezen?
Waar haal je nu best je internet voor thuis? Woon je met meerdere internetminnende personen samen, en wordt er al eens gelijktijdig gedownload, gestreamd en tv gekeken, dan heb je maar één keuze: Telenet. Ik kan niet genoeg benadrukken dat het hier om een keuze om de gemonopoliseerde technologie gaat, niet om de provider zelf. Voor grootverbruikers is Fiber 200 een must, een meer bescheiden gezin zal toekomen met Fiber 100.
Woon je alleen, en hoef je niet aan turbosnelheden te downloaden, dan wordt Proximus plots wel interessant. Het Start-pakket is gezien de prijs helemaal niet slecht en wanneer er slechts één persoon tegelijkertijd de lijn zwaar benut zal de bandbreedte volstaan. Grote kanttekening: daarvoor moet de VDSL2-lijn wel tot bij jouw komen. Bij het bestellen van internet via Proximus (of de kleinere providers) kan je je adres ingeven om te checken wat de werkelijke snelheid bij je thuis zal zijn. Comfort kan dan weer volstaan voor huizen met meerdere iets minder enthousiaste internauten.
Hier zie je de internetaanbiedingen van de twee grootste providers nog eens op een rijtje. De transfersnelheden zijn voor de duidelijkheid al omgerekend naar megabytes per seconde, zoals je ze ook zal weergegeven zien wanneer je iets download.
Ook dit nog: Ongezond monopolie
In dit overzicht van het Belgische internet ben ik enthousiast over Telenet, omdat ik wel moet. Proximus en alle andere providers over de vaste lijn kunnen niet tippen aan het aanbod van de telecomprovider uit Mechelen, omdat internet via de vaste lijn stilaan veroudert aan het worden is. De vaste lijn is opengesteld voor meerdere aanbieders, een beetje naar analogie met gas en elektriciteit, maar net op dit netwerk is de concurrentie minder belangrijk.
Hoewel er al geruime tijd stemmen opgaan voor verandering heeft Telenet nog steeds alleenheerschappij over de kabelinfrastructuur, en die is veel geschikter voor het breedbandinternet van vandaag. Telenet kan dus als enige snelheden van 100 Mbps en meer aanbieden, en het bedrijf kan daar bovendien voor vragen wat het wil: je hebt geen andere keuze.
Het verplicht open stellen van de kabel, zodat er concurrentie mogelijk is, zou de prijzen van supersnel internet, en bijgevolg de consument, alleen maar ten goede komen.