Westartup: een portaal voor start-ups
Westartup.eu brengt aspirant-starters in contact met mentors uit de zakenwereld, die niets liever willen dan hun kennis delen.
Westartup.eu is het geesteskind van Leo Exter, een man met al heel wat kilometers achter de kiezen. Exter werd in Rusland geboren maar studeerde aan de Valdosta State universiteit in de VS. Na enkele jaren daar te hebben doorgebracht behaalde hij een diploma aan de Antwerpse Vlerick Business School waar de man naar eigen zeggen leerde dat hij nog niets wist. Enkele jaren geleden begon het bij hem te kriebelen. Leo wilde zelf iets starten, en ging online op zoek naar informatie. Wat bleek: een duidelijk online portaal voor aspirant-start-up-stichters bestond niet. Leo had zijn idee gevonden.
Online starten
In 2009 richte hij Westartup op in Brussel. Het doel: een snelle en efficiënte methode ontwikkelen om start-ups uit de startblokken te jagen. Vandaag telt zijn website bijna 3.800 leden, verspreid over 84 landen. De online gemeenschap bestaat uit stichters met een idee en hun zakenpartners. Verder wordt de site gefrequenteerd door investeerders en vooral door mentors: mensen die hun door de jaren heen vergaarde expertise ter beschikking van de jeugd willen stellen.
Aangezien Leo zijn website zelf uit de grond moest stampen, is hij als ervaringsdeskundige als geen ander geplaatst om advies te geven aan toekomstige bedrijfsleiders, en hij doet dat dan ook met plezier.
Toen Leo begon aan Westartup had hij al enige ervaring. Exter werkte sinds 1999 als webdesigner bij Coca Cola. “Ik weet wat ik wil van een website, maar ik weet niet hoe ik het moet verwezenlijken”, zo schetst hij zijn kennis. Toch begon hij er aan, met z’n eigen geld. De eerste stap naar succes was het vinden van een goede zakenpartner.
Vertrouwen en chemie
Leo: “Een start-up is niet te vergelijken met een gewoon bedrijf. Als je daar aan de slag gaat, dan zit je vast met collega’s die er al werkten, of het nu klikt of niet. Je moet op je werk aanwezig zijn en overeenkomen met je collega’s, want daar wordt je voor betaald. In de vroege fase van een start-up moet niemand iets. Je zoekt een medeoprichter, investeert geld en werkt aan een idee, maar geen van beide is verplicht om mee te doen.”
“Iedereen kan er op ieder moment de brui aan geven zolang er nog geen winstgevende zaak bestaat. Daarom is het volgens mij van essentieel belang dat je in zee gaat met iemand die je vertrouwt, die in jou gelooft en waarmee je overeenkomt. Er moet chemie zijn, anders hoef je er niet aan te beginnen. De attitude en compabiliteit van je collega’s is belangrijker dan hun kennis. Dat laatste kan je gaandeweg leren, het eerste niet.”
Zwoegen
Met het team verzameld en het idee uitgewerkt, is het een kwestie van doorzetten. “Je moet blijven zwoegen”, aldus Leo. “Dat is het moeilijkste. Mensen zullen zeggen dat je idee tijdverspilling is, dat je beter iets anders zou doen. Het zal zwaar zijn, je zal te maken krijgen met tegenslag en zeker in het begin kan de verleiding groot zijn om te stoppen.”
In de vroege jaren van de start-up knoopte Leo de eindjes bij elkaar door te werken als consultant. “Gelukkig had ik niet te veel werk”, lacht hij, “anders was ik waarschijnlijk in de verleiding gekomen om Westartup op te geven.” Eens de website momentum kreeg, ging het echter gemakkelijker. Nu helpt de start-up om andere start-ups van de grond te krijgen, en met succes.
Iedere aspirant-starter die zijn idee wil pitchen op de website moet vijf op het eerste zicht eenvoudige vraagjes beantwoorden: Geef een korte samenvatting van je plan. Welk probleem los je op, en voor wie? Hoe ga je dat probleem oplossen? Waar zit het geld? Hoe ga je de wereld warm maken voor je bedrijf?
“Antwoorden op die vragen zijn de basis, het absolute minimum, voor een succesvol zakenplan”, weet Leo “Het gaat om een checklist waarbij sommigen met hun neus op de feiten gedrukt worden en inzien dat ze nog heel wat werk voor de boeg hebben wat het concreet maken van hun idee betreft.”
Geen hulp
Dat komt volgens Leo omdat onze educatie niet voldoende focust op het zelf starten van een zaak. Ook vanuit de regering komt er niet zo veel hulp. “Er zijn wel projecten, maar zowel Europa als België zijn er nog maar net mee bezig, en het resultaat is niet altijd even fraai. Europa heeft nog maar amper expertise op het gebied van start-ups, en dat zie je. Projecten richten zich momenteel op instellingen waar Europa gemakkelijk mee kan werken, zoals universiteiten en bijhorende spin-offs”. Die laatste zijn start-ups die ontstaan uit onderzoek van een universiteit. “De bestaande programma’s hebben dus niet echt betrekking op de klassieke start-up, bestaande uit twee mensen, een idee, een businessplan, twee laptops en een garage.”
Voor Leo is Brussel de ideale locatie. De Europese instellingen zijn hier gevestigd en in zijn hoedanigheid van start-up goeroe kan hij hier de vinger aan de pols houden. Verder is de ondernemer niet zo positief over de Belgische hoofdstad. “Op Europa na biedt Brussel momenteel geen enkele meerwaarde. Je start hier een start-up omdat je hier bent, er is geen reden om speciaal naar hier te komen.”
Hubs
Is de VS dan de place to be? “De mentaliteit is daar anders en de investeringen liggen er veel hoger, maar ook binnen Europa zijn er hotspots, zogenaamde hubs. Berlijn is een grote, al heeft die stad volgens mij haar beste tijd gehad, ook Kopenhagen en Parijs zijn momenteel goede plaatsen om aan de slag te gaan en vooral Londen heeft een erg goed klimaat voor innovatieve beginnelingen.” Van een echt Europees ecosysteem kunnen we echter niet spreken vindt Leo: “De Unie is heel verdeeld op dat gebied.”
“Het gebrek aan educatie en steun in de Benelux mag echter geen excuus zijn om geen bedrijf op te starten”, benadrukt Leo nog. “Uiteindelijk moet je het zelf doen, zonder hulp. Jij moet een start-up uit de grond stampen, en jij moet hard werken en zwoegen tot je resultaat hebt. Spijtig genoeg zit die mentaliteit er hier niet zo in. Niet enkel in België en Nederland, maar in heel Europa draait de ondernemingszin op een laag pitje”, vindt hij. “Dus als je een goed idee hebt, begin er gewoon aan. Neem je lot in eigen handen en steek je handen uit de mouwen. Veel innovatieve ideeën kunnen van overal werken, zelfs vanuit de Jungle van Cambodja.”
Westartup.eu brengt aspirant-starters in contact met mentors uit de zakenwereld, die niets liever willen dan hun kennis delen.
Westartup.eu is het geesteskind van Leo Exter, een man met al heel wat kilometers achter de kiezen. Exter werd in Rusland geboren maar studeerde aan de Valdosta State universiteit in de VS. Na enkele jaren daar te hebben doorgebracht behaalde hij een diploma aan de Antwerpse Vlerick Business School waar de man naar eigen zeggen leerde dat hij nog niets wist. Enkele jaren geleden begon het bij hem te kriebelen. Leo wilde zelf iets starten, en ging online op zoek naar informatie. Wat bleek: een duidelijk online portaal voor aspirant-start-up-stichters bestond niet. Leo had zijn idee gevonden.
Online starten
In 2009 richte hij Westartup op in Brussel. Het doel: een snelle en efficiënte methode ontwikkelen om start-ups uit de startblokken te jagen. Vandaag telt zijn website bijna 3.800 leden, verspreid over 84 landen. De online gemeenschap bestaat uit stichters met een idee en hun zakenpartners. Verder wordt de site gefrequenteerd door investeerders en vooral door mentors: mensen die hun door de jaren heen vergaarde expertise ter beschikking van de jeugd willen stellen.
Aangezien Leo zijn website zelf uit de grond moest stampen, is hij als ervaringsdeskundige als geen ander geplaatst om advies te geven aan toekomstige bedrijfsleiders, en hij doet dat dan ook met plezier.
Toen Leo begon aan Westartup had hij al enige ervaring. Exter werkte sinds 1999 als webdesigner bij Coca Cola. “Ik weet wat ik wil van een website, maar ik weet niet hoe ik het moet verwezenlijken”, zo schetst hij zijn kennis. Toch begon hij er aan, met z’n eigen geld. De eerste stap naar succes was het vinden van een goede zakenpartner.
Vertrouwen en chemie
Leo: “Een start-up is niet te vergelijken met een gewoon bedrijf. Als je daar aan de slag gaat, dan zit je vast met collega’s die er al werkten, of het nu klikt of niet. Je moet op je werk aanwezig zijn en overeenkomen met je collega’s, want daar wordt je voor betaald. In de vroege fase van een start-up moet niemand iets. Je zoekt een medeoprichter, investeert geld en werkt aan een idee, maar geen van beide is verplicht om mee te doen.”
“Iedereen kan er op ieder moment de brui aan geven zolang er nog geen winstgevende zaak bestaat. Daarom is het volgens mij van essentieel belang dat je in zee gaat met iemand die je vertrouwt, die in jou gelooft en waarmee je overeenkomt. Er moet chemie zijn, anders hoef je er niet aan te beginnen. De attitude en compabiliteit van je collega’s is belangrijker dan hun kennis. Dat laatste kan je gaandeweg leren, het eerste niet.”
Zwoegen
Met het team verzameld en het idee uitgewerkt, is het een kwestie van doorzetten. “Je moet blijven zwoegen”, aldus Leo. “Dat is het moeilijkste. Mensen zullen zeggen dat je idee tijdverspilling is, dat je beter iets anders zou doen. Het zal zwaar zijn, je zal te maken krijgen met tegenslag en zeker in het begin kan de verleiding groot zijn om te stoppen.”
In de vroege jaren van de start-up knoopte Leo de eindjes bij elkaar door te werken als consultant. “Gelukkig had ik niet te veel werk”, lacht hij, “anders was ik waarschijnlijk in de verleiding gekomen om Westartup op te geven.” Eens de website momentum kreeg, ging het echter gemakkelijker. Nu helpt de start-up om andere start-ups van de grond te krijgen, en met succes.
Iedere aspirant-starter die zijn idee wil pitchen op de website moet vijf op het eerste zicht eenvoudige vraagjes beantwoorden: Geef een korte samenvatting van je plan. Welk probleem los je op, en voor wie? Hoe ga je dat probleem oplossen? Waar zit het geld? Hoe ga je de wereld warm maken voor je bedrijf?
“Antwoorden op die vragen zijn de basis, het absolute minimum, voor een succesvol zakenplan”, weet Leo “Het gaat om een checklist waarbij sommigen met hun neus op de feiten gedrukt worden en inzien dat ze nog heel wat werk voor de boeg hebben wat het concreet maken van hun idee betreft.”
Geen hulp
Dat komt volgens Leo omdat onze educatie niet voldoende focust op het zelf starten van een zaak. Ook vanuit de regering komt er niet zo veel hulp. “Er zijn wel projecten, maar zowel Europa als België zijn er nog maar net mee bezig, en het resultaat is niet altijd even fraai. Europa heeft nog maar amper expertise op het gebied van start-ups, en dat zie je. Projecten richten zich momenteel op instellingen waar Europa gemakkelijk mee kan werken, zoals universiteiten en bijhorende spin-offs”. Die laatste zijn start-ups die ontstaan uit onderzoek van een universiteit. “De bestaande programma’s hebben dus niet echt betrekking op de klassieke start-up, bestaande uit twee mensen, een idee, een businessplan, twee laptops en een garage.”
Voor Leo is Brussel de ideale locatie. De Europese instellingen zijn hier gevestigd en in zijn hoedanigheid van start-up goeroe kan hij hier de vinger aan de pols houden. Verder is de ondernemer niet zo positief over de Belgische hoofdstad. “Op Europa na biedt Brussel momenteel geen enkele meerwaarde. Je start hier een start-up omdat je hier bent, er is geen reden om speciaal naar hier te komen.”
Hubs
Is de VS dan de place to be? “De mentaliteit is daar anders en de investeringen liggen er veel hoger, maar ook binnen Europa zijn er hotspots, zogenaamde hubs. Berlijn is een grote, al heeft die stad volgens mij haar beste tijd gehad, ook Kopenhagen en Parijs zijn momenteel goede plaatsen om aan de slag te gaan en vooral Londen heeft een erg goed klimaat voor innovatieve beginnelingen.” Van een echt Europees ecosysteem kunnen we echter niet spreken vindt Leo: “De Unie is heel verdeeld op dat gebied.”
“Het gebrek aan educatie en steun in de Benelux mag echter geen excuus zijn om geen bedrijf op te starten”, benadrukt Leo nog. “Uiteindelijk moet je het zelf doen, zonder hulp. Jij moet een start-up uit de grond stampen, en jij moet hard werken en zwoegen tot je resultaat hebt. Spijtig genoeg zit die mentaliteit er hier niet zo in. Niet enkel in België en Nederland, maar in heel Europa draait de ondernemingszin op een laag pitje”, vindt hij. “Dus als je een goed idee hebt, begin er gewoon aan. Neem je lot in eigen handen en steek je handen uit de mouwen. Veel innovatieve ideeën kunnen van overal werken, zelfs vanuit de Jungle van Cambodja.”