Test

Dit is een popup

Hoort politiek wel thuis op sociale media?

Politiek sociale media social media
Politieke partijen zetten steeds vaker in op sociale media om hun boodschappen verkocht te krijgen. Is hun aanwezigheid daar eigenlijk wel nodig?

We hebben allemaal ongetwijfeld al enige tijd op sociale media doorgebracht en ook daar politieke boodschappen voorbij zien komen. Of het nu rechtstreeks van een politieke partij komt, bepaalde partijleden of familieleden of kennissen die zich graag over bepaalde zaken willen uitlaten: we kunnen ze niet meer wegdenken. Dat is ook niet noodzakelijk erg. Het stelt ons in staat om in contact te blijven met politieke bewegingen die we graag willen ondersteunen en te zien waar ze zich allemaal mee bezighouden. Het is ook een kans voor bepaalde politieke groeperingen om een nieuw en al dan niet jonger doelpubliek aan te spreken dat zich voordien mogelijk niet zo met politiek bezighield.

Alle leuke interacties ten spijt hangen er ook enkele nadelen aan vast die we niet mogen negeren. 2021 was het jaar waarin we heel wat invloed zagen van sociale media bij belangrijke gebeurtenissen. De bestorming van het Capitool in de Verenigde Staten en de militaire coup in Myanmar in het begin van vorig jaar waren alvast geen goed begin. Ook op eigen bodem zagen we de nodige activiteit op Facebook, bij de klopjacht op Jurgen Conings.

Gebruikers komen vaak in echokamers terecht waar ze enkel hun eigen mening ondersteund zien en niet meer in contact komen met andere visies. Dit zorgt voor gevaarlijke toestanden met mogelijk lelijke resultaten. Echokamers zijn medeverantwoordelijk voor de verspreiding van een boel foutieve informatie.

Onbedoeld extremisme

Daarnaast heeft de aanwezigheid van politieke partijen op platformen zoals Facebook nog een ander effect. In het begin van oktober 2021 werd duidelijk dat er wat scheelde achter de schermen van Facebook. Er kwam dankzij klokkenluider Frances Haugen allerlei verontrustende informatie naar buiten. Zo zou het bedrijf op de hoogte zijn van de negatieve effecten die Instagram kan hebben op jonge meisjes.

Daarnaast werd er gesteld dat politieke partijen uit Europa hadden aangegeven dat ze zelf niet volledig akkoord gingen met hun eigen ‘gedwongen’ aanwezigheid op het socialemediaplatform. Het zou ertoe hebben geleid dat de partijen steeds meer ‘agressieve’ en controversiele standpunten gingen verkondigen op Instagram, om de gebruikers ervan te bereiken. Negatieve en verontwaardigde reacties van gebruikers op posts zouden immers voor meer verkeer zorgen en dus sneller opgepikt worden, waardoor de partijen een groter bereik krijgen. Een aantal Europese partijen trok aan de alarmbel om te voorkomen dat we in een te verdeeld politiek landschap terecht zouden komen.

Oplossingen

De vraag is of de voordelen van de aanwezigheid van politieke partijen wel opwegen tegen de nadelen. Als je het mij vraagt, dan schort er toch wel wat aan de huidige opstelling. Het lijkt me alvast niet gezond dat zowel wij als gebruikers als de politieke groeperingen het slachtoffer worden van de algoritmes van sociale media. Wat er het meest onder lijdt, is ten slotte onze eigen democratie. En wie is er bereid om die op te offeren? Houdt dat in dat er dan geen oplossingen zijn?

Om te beginnen kunnen we de sociale media zelf verantwoordelijk stellen. Facebook beloofde de hoeveelheid politieke inhoud die gebruikers in hun nieuwsfeed te zien krijgen te verminderen. Op 17 februari 2021 startte het met een test waarbij het de hoeveelheid politieke berichten in jouw nieuwsfeed beperkt. Die test werd in oktober van 2021 uitgebreid naar 75 landen. Met de getuigenissen van Haugen in het achterhoofd moeten we ons de vraag stellen of dit project wel echt wordt uitgevoerd en het beoogde effect heeft.

Bal bij politiek

Daarnaast zouden we zelf politieke groepen moeten vragen om afstand te nemen van sociale media. In de eerste instantie kunnen we verzoeken om dat op eigen houtje te doen. Dat lijkt echter een weinig haalbare oplossing. Het is dan immers nobel van een partij om zijn advertenties en activiteit op sociale media te laten vallen, maar zolang de rest niet meedoet, schieten ze zichzelf in de voet.

Er moet dus gezamenlijk worden beslist om de overstap te maken. Lijkt dit soort gentleman’s agreement waarschijnlijk? Niet echt. Een tweede optie is politieke partijen een verbod op te leggen om zich op sociale media te begeven. Dit zou het speelveld aanzienlijk gelijktrekken, maar de haalbaarheid hiervan is wat minder praktisch. De grote slachtoffers worden de partijen die hier veel in investeren en een grote aanhang hebben op sociale media. Zij zullen zich dan ook het felst verzetten zodra er om dit soort wetgeving gestemd moet worden.

Dan komt er nog de vraag in welke mate we individuele gebruikers moeten gaan controleren. Iedereen heeft het recht om zich op Facebook te begeven en te zeggen wat hij of zij wil, binnen bepaalde perken natuurlijk. Dat kunnen we moeilijk opvolgen, en het gaan eisen van een platform als Facebook wordt schier onmogelijk.

Gezamenlijke inspanning

We kunnen dan alleen nog aan de gebruikers van socialemediaplatformen vragen om iets van (professioneel) fatsoen aan de dag te leggen. Om te beginnen zouden we allemaal wel wat minder sociale media in ons leven kunnen gebruiken.

We worden stelselmatig overladen met irrelevante of foutieve informatie, en als daar dan nog eens meerdere politieke partijen bijkomen die je aan hun zijde proberen te scharen of gewoon iets van emotionele reactie willen uitlokken, dan zitten we natuurlijk met een groot probleem. Zeker als ze daarvoor al dan niet actief desinformatie gaan verspreiden. Ligt het antwoord bij ons, de politiek of de socialemediaplatformen?

Het is moeilijk om een boosdoener aan te duiden. We zijn allemaal verantwoordelijk voor de problemen, en we zullen dan ook allemaal samen op zoek moeten gaan naar een oplossing. Het belangrijkste is dat we dan ook echt daadwerkelijk allemaal samen actie ondernemen, voor het echt de verkeerde kant uitgaat.

We hebben allemaal ongetwijfeld al enige tijd op sociale media doorgebracht en ook daar politieke boodschappen voorbij zien komen. Of het nu rechtstreeks van een politieke partij komt, bepaalde partijleden of familieleden of kennissen die zich graag over bepaalde zaken willen uitlaten: we kunnen ze niet meer wegdenken. Dat is ook niet noodzakelijk erg. Het stelt ons in staat om in contact te blijven met politieke bewegingen die we graag willen ondersteunen en te zien waar ze zich allemaal mee bezighouden. Het is ook een kans voor bepaalde politieke groeperingen om een nieuw en al dan niet jonger doelpubliek aan te spreken dat zich voordien mogelijk niet zo met politiek bezighield.

Alle leuke interacties ten spijt hangen er ook enkele nadelen aan vast die we niet mogen negeren. 2021 was het jaar waarin we heel wat invloed zagen van sociale media bij belangrijke gebeurtenissen. De bestorming van het Capitool in de Verenigde Staten en de militaire coup in Myanmar in het begin van vorig jaar waren alvast geen goed begin. Ook op eigen bodem zagen we de nodige activiteit op Facebook, bij de klopjacht op Jurgen Conings.

Gebruikers komen vaak in echokamers terecht waar ze enkel hun eigen mening ondersteund zien en niet meer in contact komen met andere visies. Dit zorgt voor gevaarlijke toestanden met mogelijk lelijke resultaten. Echokamers zijn medeverantwoordelijk voor de verspreiding van een boel foutieve informatie.

Onbedoeld extremisme

Daarnaast heeft de aanwezigheid van politieke partijen op platformen zoals Facebook nog een ander effect. In het begin van oktober 2021 werd duidelijk dat er wat scheelde achter de schermen van Facebook. Er kwam dankzij klokkenluider Frances Haugen allerlei verontrustende informatie naar buiten. Zo zou het bedrijf op de hoogte zijn van de negatieve effecten die Instagram kan hebben op jonge meisjes.

Daarnaast werd er gesteld dat politieke partijen uit Europa hadden aangegeven dat ze zelf niet volledig akkoord gingen met hun eigen ‘gedwongen’ aanwezigheid op het socialemediaplatform. Het zou ertoe hebben geleid dat de partijen steeds meer ‘agressieve’ en controversiele standpunten gingen verkondigen op Instagram, om de gebruikers ervan te bereiken. Negatieve en verontwaardigde reacties van gebruikers op posts zouden immers voor meer verkeer zorgen en dus sneller opgepikt worden, waardoor de partijen een groter bereik krijgen. Een aantal Europese partijen trok aan de alarmbel om te voorkomen dat we in een te verdeeld politiek landschap terecht zouden komen.

Oplossingen

De vraag is of de voordelen van de aanwezigheid van politieke partijen wel opwegen tegen de nadelen. Als je het mij vraagt, dan schort er toch wel wat aan de huidige opstelling. Het lijkt me alvast niet gezond dat zowel wij als gebruikers als de politieke groeperingen het slachtoffer worden van de algoritmes van sociale media. Wat er het meest onder lijdt, is ten slotte onze eigen democratie. En wie is er bereid om die op te offeren? Houdt dat in dat er dan geen oplossingen zijn?

Om te beginnen kunnen we de sociale media zelf verantwoordelijk stellen. Facebook beloofde de hoeveelheid politieke inhoud die gebruikers in hun nieuwsfeed te zien krijgen te verminderen. Op 17 februari 2021 startte het met een test waarbij het de hoeveelheid politieke berichten in jouw nieuwsfeed beperkt. Die test werd in oktober van 2021 uitgebreid naar 75 landen. Met de getuigenissen van Haugen in het achterhoofd moeten we ons de vraag stellen of dit project wel echt wordt uitgevoerd en het beoogde effect heeft.

Bal bij politiek

Daarnaast zouden we zelf politieke groepen moeten vragen om afstand te nemen van sociale media. In de eerste instantie kunnen we verzoeken om dat op eigen houtje te doen. Dat lijkt echter een weinig haalbare oplossing. Het is dan immers nobel van een partij om zijn advertenties en activiteit op sociale media te laten vallen, maar zolang de rest niet meedoet, schieten ze zichzelf in de voet.

Er moet dus gezamenlijk worden beslist om de overstap te maken. Lijkt dit soort gentleman’s agreement waarschijnlijk? Niet echt. Een tweede optie is politieke partijen een verbod op te leggen om zich op sociale media te begeven. Dit zou het speelveld aanzienlijk gelijktrekken, maar de haalbaarheid hiervan is wat minder praktisch. De grote slachtoffers worden de partijen die hier veel in investeren en een grote aanhang hebben op sociale media. Zij zullen zich dan ook het felst verzetten zodra er om dit soort wetgeving gestemd moet worden.

Dan komt er nog de vraag in welke mate we individuele gebruikers moeten gaan controleren. Iedereen heeft het recht om zich op Facebook te begeven en te zeggen wat hij of zij wil, binnen bepaalde perken natuurlijk. Dat kunnen we moeilijk opvolgen, en het gaan eisen van een platform als Facebook wordt schier onmogelijk.

Gezamenlijke inspanning

We kunnen dan alleen nog aan de gebruikers van socialemediaplatformen vragen om iets van (professioneel) fatsoen aan de dag te leggen. Om te beginnen zouden we allemaal wel wat minder sociale media in ons leven kunnen gebruiken.

We worden stelselmatig overladen met irrelevante of foutieve informatie, en als daar dan nog eens meerdere politieke partijen bijkomen die je aan hun zijde proberen te scharen of gewoon iets van emotionele reactie willen uitlokken, dan zitten we natuurlijk met een groot probleem. Zeker als ze daarvoor al dan niet actief desinformatie gaan verspreiden. Ligt het antwoord bij ons, de politiek of de socialemediaplatformen?

Het is moeilijk om een boosdoener aan te duiden. We zijn allemaal verantwoordelijk voor de problemen, en we zullen dan ook allemaal samen op zoek moeten gaan naar een oplossing. Het belangrijkste is dat we dan ook echt daadwerkelijk allemaal samen actie ondernemen, voor het echt de verkeerde kant uitgaat.

mobielopinie

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!