Chiptekort: is er licht aan het einde van de tunnel?
Het wereldwijde chiptekort laat niemand onberoerd. Als je het voorbije anderhalf jaar op zoek was naar nieuwe smartphones, computeronderdelen, laptops, hoofdtelefoons of een nieuwe wagen, dan is de kans reëel dat je daar de impact van hebt gevoeld. Veel verschillende industrieën kwamen door het tekort aan chips in de problemen en moesten hun productie aan banden leggen. Bij sommige fabrikanten staan de productieprocessen nog steeds op een laag pitje en die situatie kan nog even aanhouden. De wereld lijkt zich nu stapsgewijs voorbij de coronapandemie te willen begeven, maar het einde van het tekort van halfgeleiders is daarmee zeker nog niet in zicht.
Start chiptekort
Het chiptekort vindt zijn oorsprong bij de start van de coronapandemie en is een samenspel van allerlei cruciale factoren. Bij de aanvang van de pandemie werd een grote hoeveelheid mensen gedwongen om thuis te blijven en van thuis uit te werken. Dat zorgde voor een drastisch toegenomen vraag naar nieuwe computers, laptops, consoles, onderdelen en datacentra. Daarnaast zagen de autofabrikanten de vraag naar nieuwe auto’s drastisch kelderen omdat iedereen thuisbleef. Zij besloten om in hun orders van halfgeleiders te knippen. De automobielindustrie werkt doorgaans met een strakke logistieke keten en heel beperkte voorraden om de kosten zo laag mogelijk te houden. De fabrikanten van halfgeleiders kregen daarmee meer ruimte om aan de stijgende vraag naar consumentenelektronica te voldoen.
Na enige tijd bleek dat de interesse in wagens veel sneller dan verwacht weer normaliseerde, waardoor de automobielindustrie terug op zoek moest naar chips. De productie van halfgeleiders zat echter al op zijn maximale capaciteit om de stormloop naar elektronica bij te kunnen houden, waardoor de autofabrikanten terug achteraan in de rij moesten gaan staan. De vraag werd plots veel groter dan het aanbod, waardoor elke industrie die afhankelijk was van chips met logistieke problemen kwam te zitten. Daarbovenop komen dan nog eens de effecten van de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China die olie op het vuur gooit. In 2020 besliste het Witte Huis dat SMCI, China’s grootste fabrikant van halfgeleiders, niet meer zomaar chips aan Amerikaanse bedrijven mocht verkopen. Dit dwong de fabrikanten in de VS om hun chips bij het Taiwanese TSMC en Zuid-Koreaanse Samsung te bestellen die niet meer in staat waren om hun productie nog verder te verhogen. Dit en nog enkele andere losse factoren, zoals droogtes in Taiwan en een volledig verstoorde logistieke keten, zorgden voor een ‘perfecte’ cocktail die enkele van de grootste industrieën op de knieën kreeg. En sommigen zitten nog altijd in die benarde positie.
Getroffen industrieën
Het effect dat de tekorten op de markt hebben, is enorm. Volgens een schatting van Goldman Sachs zijn er in de Verenigde Staten 169 verschillende industrieën getroffen door de gebrekkige logistieke bevoorrading. De zwaarste klappen zijn hier echter wel voor de automobielindustrie. In januari van dit jaar gaven Ford en Toyota al aan dat ze hun productie moesten terugschroeven vanwege een tekort aan chips. Een bijkomend probleem bij de autofabrikanten is dat ze vaak gebruikmaken van iets oudere chips die de producenten van halfgeleiders niet steeds voorhanden hebben. Daardoor moeten ze dus iets langer wachten op chips, wat extra druk zet op hun logistieke keten.
Het chiptekort liet zich echter nog niet zo hard voelen bij smartphonefabrikanten, maar speelde wel steeds mee in de strategische planning. Veel van de grote fabrikanten slaan grote hoeveelheden chips op die ze in hun toestellen kunnen verwerken. Deze buffer geeft ze wat bewegingsruimte, maar ook dit zou volgens analisten op een kantelpunt zitten. Als het inderdaad zover komt dat ook smartphonefabrikanten zonder chips komen te zitten, dan heeft dit mogelijk een effect op veel consumenten. De gemiddelde prijs van een smartphone zal globaal stijgen en daarmee de interesse in meer high-end toestellen laten afnemen. Samsung koos er recent ook voor om zijn Galaxy Note-reeks dit jaar niet uit te brengen. De kans bestaat dat ze deze toestellen gewoon willen integreren in hun Galaxy Z Fold-serie, maar volgens enkele stemmen zou dit ook het gevolg zijn van een strategische keuze om niet met het chiptekort om te moeten gaan.
Een bijkomende industrie die mee in de klappen deelt, is die van de grafische kaarten. Deze zijn zeer afhankelijk van nieuwe chips en krijgen bovendien te maken met een bijkomend probleem: de populariteit van cryptomining. Steeds meer mensen houden zich bezig met het delven van de cryptomunten, waar ze grafische kaarten voor nodig hebben en liefst zoveel mogelijk. De gigantische vraag en het beperkte aanbod hebben, zeker in combinatie met de aanwezigheid van een legioen aan scalpers, de prijzen van de grafische kaarten de voorbije maanden de hoogte in doen schieten.
Productie
Is het dan zo moeilijk om de productie van halfgeleiders op te schalen? Chips zijn enorm ingewikkelde componenten, en ook de fabricage ervan neemt enkele maanden in beslag. Die gebeurt bovendien in speciale fabrieken en dat onder zeer specifieke omstandigheden. De productie neemt ook enkele maanden in beslag. Het tekort aan halfgeleiders zorgde er wel voor dat het Westen is beginnen nadenken over zijn afhankelijkheid van de Aziatische landen als het op dit soort cruciale technologie aankomt. Volgens een rapport van de Semiconductor Industry Association waren de Verenigde Staten in 1990 nog verantwoordelijk voor ongeveer 37 procent van de totale productie van halfgeleiders. In 2020 zou dat nog slechts 12 procent zijn en komt 75 procent van de totale productie uit Azië. Binnen een groter steunpakket van 2 biljoen dollar heeft Amerikaans president Biden 50 miljard dollar opzijgezet om de binnenlandse productie van chips terug omhoog te krikken. Hiermee hopen ze hun eigen afhankelijkheid van de Aziatische fabrikanten af te kunnen bouwen en weer een technologische leiderspositie in te nemen.
Ook binnen Europa horen we gelijkaardige stemmen. De Europese Commissie meldde in mei van 2021 dat 22 EU-lidstaten samen de productie van chips binnen de EU verder willen uitbouwen. Ook in onze contreien heeft men het belang gezien van een vlotte logistieke keten op gebied van halfgeleiders. Daarnaast zou het voor Europa ook interessant zijn om zich buiten de handelsoorlog van de Verenigde Staten en China te houden en wat meer zelfbedruipend te worden.
De vraag blijft natuurlijk hoe de rest van Azië op deze ontwikkelingen zal reageren. Ook Samsung zou verder investeren om zijn productie van chips op te krikken. Daarnaast zal ook China niet wachten op de reactie van de VS om voor een leiderspositie te gaan. Ongeacht alle investeringen van Europa en de Verenigde Staten neemt het uitbouwen van alle nodige infrastructuur enorm veel tijd in beslag. Het zal dus nog enkele jaren duren alvorens de eerste chips van de band rollen.
Vooruitzichten
De hamvraag is momenteel dus wanneer we het het einde van het chiptekort zullen zien. Dat antwoord hangt af van meerdere onvoorspelbare factoren en is dus niet zo makkelijk te geven. Sommige bedrijven proberen de moed erin te houden en zeggen dat alle problemen na 2021 van de baan zijn. Analisten durven dit vaak tegenspreken en vermoeden dat we ook in 2022 nog wel de nodige hinder zullen ondervinden. Dankzij de technologische vooruitgang hebben we steeds meer nood aan toestellen en machines die afhankelijk zijn van halfgeleiders. De vraag kan en zal enkel maar stijgen, dus er is zeker nood aan een verhoging van de productie.
Het chiptekort is natuurlijk ook niet enkel kommer en kwel. Het heeft ervoor gezorgd dat we meer zijn beginnen nadenken over onze afhankelijkheid van verre buitenlandse actoren en de mogelijke oplossingen. Zowel Europa als de Verenigde Staten lijken klaar om zich opnieuw op de productie van halfgeleiders te storten, wat ons veel weerbaarder zou maken als de volgende componentencrisis zich aandient.
Alle inspanningen ten spijt neemt het bouwen van fabrieken en het maken van halfgeleiders enorm veel tijd in beslag en zullen we nog even moeten wachten alvorens we hier de vruchten van kunnen plukken. Dit geldt natuurlijk ook enkel als de plannen genoeg rijpen om ook effectief in de praktijk te worden omgezet.
Het einde van de problemen is waarschijnlijk nog lang niet in zicht.
Het wereldwijde chiptekort laat niemand onberoerd. Als je het voorbije anderhalf jaar op zoek was naar nieuwe smartphones, computeronderdelen, laptops, hoofdtelefoons of een nieuwe wagen, dan is de kans reëel dat je daar de impact van hebt gevoeld. Veel verschillende industrieën kwamen door het tekort aan chips in de problemen en moesten hun productie aan banden leggen. Bij sommige fabrikanten staan de productieprocessen nog steeds op een laag pitje en die situatie kan nog even aanhouden. De wereld lijkt zich nu stapsgewijs voorbij de coronapandemie te willen begeven, maar het einde van het tekort van halfgeleiders is daarmee zeker nog niet in zicht.
Start chiptekort
Het chiptekort vindt zijn oorsprong bij de start van de coronapandemie en is een samenspel van allerlei cruciale factoren. Bij de aanvang van de pandemie werd een grote hoeveelheid mensen gedwongen om thuis te blijven en van thuis uit te werken. Dat zorgde voor een drastisch toegenomen vraag naar nieuwe computers, laptops, consoles, onderdelen en datacentra. Daarnaast zagen de autofabrikanten de vraag naar nieuwe auto’s drastisch kelderen omdat iedereen thuisbleef. Zij besloten om in hun orders van halfgeleiders te knippen. De automobielindustrie werkt doorgaans met een strakke logistieke keten en heel beperkte voorraden om de kosten zo laag mogelijk te houden. De fabrikanten van halfgeleiders kregen daarmee meer ruimte om aan de stijgende vraag naar consumentenelektronica te voldoen.
Na enige tijd bleek dat de interesse in wagens veel sneller dan verwacht weer normaliseerde, waardoor de automobielindustrie terug op zoek moest naar chips. De productie van halfgeleiders zat echter al op zijn maximale capaciteit om de stormloop naar elektronica bij te kunnen houden, waardoor de autofabrikanten terug achteraan in de rij moesten gaan staan. De vraag werd plots veel groter dan het aanbod, waardoor elke industrie die afhankelijk was van chips met logistieke problemen kwam te zitten. Daarbovenop komen dan nog eens de effecten van de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China die olie op het vuur gooit. In 2020 besliste het Witte Huis dat SMCI, China’s grootste fabrikant van halfgeleiders, niet meer zomaar chips aan Amerikaanse bedrijven mocht verkopen. Dit dwong de fabrikanten in de VS om hun chips bij het Taiwanese TSMC en Zuid-Koreaanse Samsung te bestellen die niet meer in staat waren om hun productie nog verder te verhogen. Dit en nog enkele andere losse factoren, zoals droogtes in Taiwan en een volledig verstoorde logistieke keten, zorgden voor een ‘perfecte’ cocktail die enkele van de grootste industrieën op de knieën kreeg. En sommigen zitten nog altijd in die benarde positie.
Getroffen industrieën
Het effect dat de tekorten op de markt hebben, is enorm. Volgens een schatting van Goldman Sachs zijn er in de Verenigde Staten 169 verschillende industrieën getroffen door de gebrekkige logistieke bevoorrading. De zwaarste klappen zijn hier echter wel voor de automobielindustrie. In januari van dit jaar gaven Ford en Toyota al aan dat ze hun productie moesten terugschroeven vanwege een tekort aan chips. Een bijkomend probleem bij de autofabrikanten is dat ze vaak gebruikmaken van iets oudere chips die de producenten van halfgeleiders niet steeds voorhanden hebben. Daardoor moeten ze dus iets langer wachten op chips, wat extra druk zet op hun logistieke keten.
Het chiptekort liet zich echter nog niet zo hard voelen bij smartphonefabrikanten, maar speelde wel steeds mee in de strategische planning. Veel van de grote fabrikanten slaan grote hoeveelheden chips op die ze in hun toestellen kunnen verwerken. Deze buffer geeft ze wat bewegingsruimte, maar ook dit zou volgens analisten op een kantelpunt zitten. Als het inderdaad zover komt dat ook smartphonefabrikanten zonder chips komen te zitten, dan heeft dit mogelijk een effect op veel consumenten. De gemiddelde prijs van een smartphone zal globaal stijgen en daarmee de interesse in meer high-end toestellen laten afnemen. Samsung koos er recent ook voor om zijn Galaxy Note-reeks dit jaar niet uit te brengen. De kans bestaat dat ze deze toestellen gewoon willen integreren in hun Galaxy Z Fold-serie, maar volgens enkele stemmen zou dit ook het gevolg zijn van een strategische keuze om niet met het chiptekort om te moeten gaan.
Een bijkomende industrie die mee in de klappen deelt, is die van de grafische kaarten. Deze zijn zeer afhankelijk van nieuwe chips en krijgen bovendien te maken met een bijkomend probleem: de populariteit van cryptomining. Steeds meer mensen houden zich bezig met het delven van de cryptomunten, waar ze grafische kaarten voor nodig hebben en liefst zoveel mogelijk. De gigantische vraag en het beperkte aanbod hebben, zeker in combinatie met de aanwezigheid van een legioen aan scalpers, de prijzen van de grafische kaarten de voorbije maanden de hoogte in doen schieten.
Productie
Is het dan zo moeilijk om de productie van halfgeleiders op te schalen? Chips zijn enorm ingewikkelde componenten, en ook de fabricage ervan neemt enkele maanden in beslag. Die gebeurt bovendien in speciale fabrieken en dat onder zeer specifieke omstandigheden. De productie neemt ook enkele maanden in beslag. Het tekort aan halfgeleiders zorgde er wel voor dat het Westen is beginnen nadenken over zijn afhankelijkheid van de Aziatische landen als het op dit soort cruciale technologie aankomt. Volgens een rapport van de Semiconductor Industry Association waren de Verenigde Staten in 1990 nog verantwoordelijk voor ongeveer 37 procent van de totale productie van halfgeleiders. In 2020 zou dat nog slechts 12 procent zijn en komt 75 procent van de totale productie uit Azië. Binnen een groter steunpakket van 2 biljoen dollar heeft Amerikaans president Biden 50 miljard dollar opzijgezet om de binnenlandse productie van chips terug omhoog te krikken. Hiermee hopen ze hun eigen afhankelijkheid van de Aziatische fabrikanten af te kunnen bouwen en weer een technologische leiderspositie in te nemen.
Ook binnen Europa horen we gelijkaardige stemmen. De Europese Commissie meldde in mei van 2021 dat 22 EU-lidstaten samen de productie van chips binnen de EU verder willen uitbouwen. Ook in onze contreien heeft men het belang gezien van een vlotte logistieke keten op gebied van halfgeleiders. Daarnaast zou het voor Europa ook interessant zijn om zich buiten de handelsoorlog van de Verenigde Staten en China te houden en wat meer zelfbedruipend te worden.
De vraag blijft natuurlijk hoe de rest van Azië op deze ontwikkelingen zal reageren. Ook Samsung zou verder investeren om zijn productie van chips op te krikken. Daarnaast zal ook China niet wachten op de reactie van de VS om voor een leiderspositie te gaan. Ongeacht alle investeringen van Europa en de Verenigde Staten neemt het uitbouwen van alle nodige infrastructuur enorm veel tijd in beslag. Het zal dus nog enkele jaren duren alvorens de eerste chips van de band rollen.
Vooruitzichten
De hamvraag is momenteel dus wanneer we het het einde van het chiptekort zullen zien. Dat antwoord hangt af van meerdere onvoorspelbare factoren en is dus niet zo makkelijk te geven. Sommige bedrijven proberen de moed erin te houden en zeggen dat alle problemen na 2021 van de baan zijn. Analisten durven dit vaak tegenspreken en vermoeden dat we ook in 2022 nog wel de nodige hinder zullen ondervinden. Dankzij de technologische vooruitgang hebben we steeds meer nood aan toestellen en machines die afhankelijk zijn van halfgeleiders. De vraag kan en zal enkel maar stijgen, dus er is zeker nood aan een verhoging van de productie.
Het chiptekort is natuurlijk ook niet enkel kommer en kwel. Het heeft ervoor gezorgd dat we meer zijn beginnen nadenken over onze afhankelijkheid van verre buitenlandse actoren en de mogelijke oplossingen. Zowel Europa als de Verenigde Staten lijken klaar om zich opnieuw op de productie van halfgeleiders te storten, wat ons veel weerbaarder zou maken als de volgende componentencrisis zich aandient.
Alle inspanningen ten spijt neemt het bouwen van fabrieken en het maken van halfgeleiders enorm veel tijd in beslag en zullen we nog even moeten wachten alvorens we hier de vruchten van kunnen plukken. Dit geldt natuurlijk ook enkel als de plannen genoeg rijpen om ook effectief in de praktijk te worden omgezet.
Het einde van de problemen is waarschijnlijk nog lang niet in zicht.