Test

Dit is een popup

Opinie: genoeg geklaag over privacy

We roepen allemaal dat we meer online privacy willen. Maar weinigen onder ons doen er ook iets aan. Hoeveel is jouw privacy je waard?

Grote technologiebedrijven verdienen tonnen geld met de data die wij dagelijks genereren. Facebook, Amazon, Google, Netflix en Apple halen er hun profijt uit. We willen het niet en we klagen erover. Onze privacy zou in het gedrang komen. Maar vanwaar dat geklaag en waarom verandert er niets?

Mensen zijn goed in talloze zaken. We vliegen naar de maan en terug, we sturen een wagen de ruimte in en we duiken naar de diepste plekken van de oceaan. Toch slagen we er maar niet in de discussie over dataprivacy af te ronden en voor eens en altijd een overeenkomst te vinden tussen persoonlijke data en gebruikerservaring of advertentiemodellen. Klinkt eenvoudig, maar het is complexer dan je wil. Dagelijks halen de grote technologiebonzen geld uit de data die wij genereren door te klikken, swipen en te downloaden. Vaak halen bedrijven die data binnen zonder dat we eigenlijk goed weten hoe, waarom en waarvoor. Soms zelfs zonder dat we toestemming hebben gegeven.

Veel mensen liggen er ook niet wakker van. Maar als je slapende honden wakker maakt, dan beginnen ze te blaffen. Van zodra er in de media berichten verschijnen over datalekken bij bedrijven zijn we de eerste om recht te staan en te beginnen zeuren. Maar is dat geklaag wel passend? Zeker wel. Je kan er zelfs iets aan doen

Creepy

Misschien heb je het wel al meegemaakt, of minstens over gelezen. Je bent op een feestje met vrienden aan het praten over een bepaald product op bol.com of een nieuw model van je favoriete automerk. Niet veel later open je je smartphone en open je Facebook, Instagram of eender welke website en krijg je gewoon de advertenties te zien waarover je het net nog had. Of die keer dat je in de krant las dat een groot bedrijf waarvan jij een goede klant bent, een enorme datalek kende waarbij de persoonlijke informatie van duizenden klanten zomaar op straat lag. Dat zijn allemaal creepy momenten die we liever niet willen.

Maar ondertussen blijven mensen delen, klikken, liken, swipen en nog meer klikken. Soms uit interesse, soms gewoon omdat we verveeld zijn. We bezoeken dagelijks honderden websites en klikken zonder nadenken op ‘accepteer cookies’. We willen meer privacy, maar we slagen er maar niet in om het onder controle te krijgen. Ik wil deze uitspraak even nuanceren. Ik besef maar al te goed dat, wanneer je bij bepaalde websites niet op ‘accepteren’ klikt, je ofwel niet verder mag naar de website ofwel een heel gebrekkige versie van de website te zien krijgt. Maar die gevallen zijn schaars.

Een privacy paradox

Los van de talloze websites zijn er ook verschillende (online) applicaties die ons de laatste tijd hebben wakkergeschud. Zo kwam er vanuit Rusland plots FaceApp, een applicatie waarmee je je eigen selfies in één tik jaren ouder kon maken. Het bedrijf erachter maakte gebruik van A.I. en…  je gebruikersdata. In de privacyvoorwaarden van FaceApp stond heel duidelijk aangegeven dat het bedrijf talloze data zal gebruiken voor verschillende doeleinden. Toch zag je op sociale media overal ter wereld mensen grappige selfies van zichzelf posten. Het is als het ware een privacy paradox. Iedereen is voorvechter van meer privacy, maar toch blijven we die voorwaarden accepteren. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen geneigd zijn om voor bepaalde diensten te gaan betalen op voorwaarde dat er geen data wordt geoogst.

“We willen het niet, we klagen erover, maar er verandert niets.”

‘Da’s gemakkelijk’

Waarschijnlijk zal je nu denken ‘die heeft gemakkelijk praten, wat kunnen wij er nu aan veranderen’. En gelijk heb je. Toch kunnen we als gebruikers zelf ook veel doen om onze persoonlijke gegevens beter te beschermen. Verder is het natuurlijk noodzakelijk dat bedrijven beseffen dat ze het zogenaamde ‘digitale humanisme’ op hun agenda zetten. De laatste jaren duiken er steeds meer rechtszaken en mediaberichten op die vragen om digitale privacy te herbekijken zodanig dat ze op lange termijn op een positieve manier kan worden ingezet.

Veel bedrijven gebruiken privacyvoorwaarden om het echte gebruik te verdoezelen. Vaak stellen bedrijven als Google, Amazon en ook Apple dat gegevens worden bijgehouden om de dienstverlening te verbeteren. Zo kwamen zowel Google Assistant en Apple’s Siri deze maand in het nieuws omwille van het feit dat medewerkers constant gesprekken horen die in de verste verte niet voor hen bedoeld zijn. Ook al wisten we als gebruiker perfect dat we de voorwaarden van Google geaccepteerd hebben, toch willen we niet dat onze persoonlijke gesprekken worden opgenomen en nadien beluisterd worden door medewerkers. Dat is de balans die bedrijven moeten opzoeken en oplossen.

privacy

Online privacy: wat kan je eraan doen?

Er zijn verschillende kleine dingen die je kan doen om je privacy beter te beschermen. Hieronder een kort lijstje:

  1. Verander de privacy-instellingen van bijvoorbeeld Facebook of Twitter. Op die manier kan je al een heleboel zaken tegenhouden.
  2. Verwijder de sociale media-accounts die je niet meer gebruikt.
  3. Probeer zo weinig mogelijk gebruik te maken van publieke WiFi-punten.

Een tweede vraag die we ons stellen is de volgende: wat hebben we ervoor over als consument zodat marketeers, ontwikkelaars en grote techbedrijven ons toch een zo gepersonaliseerd mogelijke gebruikerservaring kunnen aanbieden?

We moeten een soort balans zien te vinden waarbij we kunnen leven met het ‘afgeven’ van bepaalde gegevens, maar langs de andere kant moeten bedrijven er ook mee leren leven dat persoonlijke gegevens persoonlijk zijn, en dat mensen dat altijd zo gaan willen behouden. Google probeert nu die balans op te zoeken en lanceerde recent een proefproject waarbij gebruikers opgedeeld worden in groepen op basis van interesse. Advertenties zullen dus niet meer getoond worden door de tracking van cookies, maar door de groep waar jij als gebruiker in zit. Het project zit in de Privacy Sandbox en draagt de naam FLoC. Alles daarover kan je in dit analysestuk lezen.

Grote technologiebedrijven verdienen tonnen geld met de data die wij dagelijks genereren. Facebook, Amazon, Google, Netflix en Apple halen er hun profijt uit. We willen het niet en we klagen erover. Onze privacy zou in het gedrang komen. Maar vanwaar dat geklaag en waarom verandert er niets?

Mensen zijn goed in talloze zaken. We vliegen naar de maan en terug, we sturen een wagen de ruimte in en we duiken naar de diepste plekken van de oceaan. Toch slagen we er maar niet in de discussie over dataprivacy af te ronden en voor eens en altijd een overeenkomst te vinden tussen persoonlijke data en gebruikerservaring of advertentiemodellen. Klinkt eenvoudig, maar het is complexer dan je wil. Dagelijks halen de grote technologiebonzen geld uit de data die wij genereren door te klikken, swipen en te downloaden. Vaak halen bedrijven die data binnen zonder dat we eigenlijk goed weten hoe, waarom en waarvoor. Soms zelfs zonder dat we toestemming hebben gegeven.

Veel mensen liggen er ook niet wakker van. Maar als je slapende honden wakker maakt, dan beginnen ze te blaffen. Van zodra er in de media berichten verschijnen over datalekken bij bedrijven zijn we de eerste om recht te staan en te beginnen zeuren. Maar is dat geklaag wel passend? Zeker wel. Je kan er zelfs iets aan doen

Creepy

Misschien heb je het wel al meegemaakt, of minstens over gelezen. Je bent op een feestje met vrienden aan het praten over een bepaald product op bol.com of een nieuw model van je favoriete automerk. Niet veel later open je je smartphone en open je Facebook, Instagram of eender welke website en krijg je gewoon de advertenties te zien waarover je het net nog had. Of die keer dat je in de krant las dat een groot bedrijf waarvan jij een goede klant bent, een enorme datalek kende waarbij de persoonlijke informatie van duizenden klanten zomaar op straat lag. Dat zijn allemaal creepy momenten die we liever niet willen.

Maar ondertussen blijven mensen delen, klikken, liken, swipen en nog meer klikken. Soms uit interesse, soms gewoon omdat we verveeld zijn. We bezoeken dagelijks honderden websites en klikken zonder nadenken op ‘accepteer cookies’. We willen meer privacy, maar we slagen er maar niet in om het onder controle te krijgen. Ik wil deze uitspraak even nuanceren. Ik besef maar al te goed dat, wanneer je bij bepaalde websites niet op ‘accepteren’ klikt, je ofwel niet verder mag naar de website ofwel een heel gebrekkige versie van de website te zien krijgt. Maar die gevallen zijn schaars.

Een privacy paradox

Los van de talloze websites zijn er ook verschillende (online) applicaties die ons de laatste tijd hebben wakkergeschud. Zo kwam er vanuit Rusland plots FaceApp, een applicatie waarmee je je eigen selfies in één tik jaren ouder kon maken. Het bedrijf erachter maakte gebruik van A.I. en…  je gebruikersdata. In de privacyvoorwaarden van FaceApp stond heel duidelijk aangegeven dat het bedrijf talloze data zal gebruiken voor verschillende doeleinden. Toch zag je op sociale media overal ter wereld mensen grappige selfies van zichzelf posten. Het is als het ware een privacy paradox. Iedereen is voorvechter van meer privacy, maar toch blijven we die voorwaarden accepteren. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen geneigd zijn om voor bepaalde diensten te gaan betalen op voorwaarde dat er geen data wordt geoogst.

“We willen het niet, we klagen erover, maar er verandert niets.”

‘Da’s gemakkelijk’

Waarschijnlijk zal je nu denken ‘die heeft gemakkelijk praten, wat kunnen wij er nu aan veranderen’. En gelijk heb je. Toch kunnen we als gebruikers zelf ook veel doen om onze persoonlijke gegevens beter te beschermen. Verder is het natuurlijk noodzakelijk dat bedrijven beseffen dat ze het zogenaamde ‘digitale humanisme’ op hun agenda zetten. De laatste jaren duiken er steeds meer rechtszaken en mediaberichten op die vragen om digitale privacy te herbekijken zodanig dat ze op lange termijn op een positieve manier kan worden ingezet.

Veel bedrijven gebruiken privacyvoorwaarden om het echte gebruik te verdoezelen. Vaak stellen bedrijven als Google, Amazon en ook Apple dat gegevens worden bijgehouden om de dienstverlening te verbeteren. Zo kwamen zowel Google Assistant en Apple’s Siri deze maand in het nieuws omwille van het feit dat medewerkers constant gesprekken horen die in de verste verte niet voor hen bedoeld zijn. Ook al wisten we als gebruiker perfect dat we de voorwaarden van Google geaccepteerd hebben, toch willen we niet dat onze persoonlijke gesprekken worden opgenomen en nadien beluisterd worden door medewerkers. Dat is de balans die bedrijven moeten opzoeken en oplossen.

privacy

Online privacy: wat kan je eraan doen?

Er zijn verschillende kleine dingen die je kan doen om je privacy beter te beschermen. Hieronder een kort lijstje:

  1. Verander de privacy-instellingen van bijvoorbeeld Facebook of Twitter. Op die manier kan je al een heleboel zaken tegenhouden.
  2. Verwijder de sociale media-accounts die je niet meer gebruikt.
  3. Probeer zo weinig mogelijk gebruik te maken van publieke WiFi-punten.

Een tweede vraag die we ons stellen is de volgende: wat hebben we ervoor over als consument zodat marketeers, ontwikkelaars en grote techbedrijven ons toch een zo gepersonaliseerd mogelijke gebruikerservaring kunnen aanbieden?

We moeten een soort balans zien te vinden waarbij we kunnen leven met het ‘afgeven’ van bepaalde gegevens, maar langs de andere kant moeten bedrijven er ook mee leren leven dat persoonlijke gegevens persoonlijk zijn, en dat mensen dat altijd zo gaan willen behouden. Google probeert nu die balans op te zoeken en lanceerde recent een proefproject waarbij gebruikers opgedeeld worden in groepen op basis van interesse. Advertenties zullen dus niet meer getoond worden door de tracking van cookies, maar door de groep waar jij als gebruiker in zit. Het project zit in de Privacy Sandbox en draagt de naam FLoC. Alles daarover kan je in dit analysestuk lezen.

beveiligingopinieprivacy

Gerelateerde artikelen

Volg ons

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

ICT Jaarboek 2021-2022 – TechPulse Business

Bestel nu!