Hoe kan je gamen op een oude laptop?
Laten we eerlijk zijn: elke zichzelf respecterende pc-gamer droomt van een overkill monsterdesktop met een GeForce GTX 1080 Ti, Intel Core i9-7900K en 32GB RAM-geheugen aan boord. Helaas moeten we ook de kaas op onze boterham verdienen en is het onverantwoord om zoveel uit te geven aan een gamingbuild. Gelukkig hoef je niet iedere paar jaar je spaarvarkentje te verbrijzelen voor een nieuwe grafische kaart.
Een stotterend beeld is een nachtmerrie voor iedere gamer, maar je hoeft geen volledig nieuwe setup aan te schaffen om het aantal frames per seconde aardig op te krikken. Meer zelfs, een interne grafische kaart is tegenwoordig geen noodzaak meer. Zo kan je investeren in een externe gpu, maar daarvoor heb je wel een USB-C-aansluiting nodig. Zo kan je gamen op een slanke laptop zonder grafische kaart onder de motorkap. Beschik je niet over USB-C, dan kan je de rekenkracht van een serverpark benuttigen door een spelletje in de cloud te spelen.
Gamen in de cloud
Al lang beperken de mogelijkheden van de cloud zich niet meer tot je mailbox of opslagruimte (zoals Google Drive of OneDrive). Tegenwoordig kunnen haast alle denkbare diensten ondergebracht worden op een virtuele wolk. Je foto’s op Facebook, je muziek op Spotify, noem maar op. Sinds enkele jaren kwam daar een nieuwe telg bij: gamen in de cloud.
Het concept van cloud gaming is vindingrijk. Je speelt de games rechtstreeks op een server ergens op het internet, in plaats van een fysieke computer thuis. Zo hoef je zelf niet in een krachtpatser te investeren, maar doe je beroep op een externe machine. Al het rekenwerk gebeurt in een datacenter en je hebt enkel nog scherm, muis, toetsenbord (of controller) en een basistoestel nodig om verbinding te maken met de gamingdienst. Dat kan een simpele pc of laptop zijn, maar ook een tablet of mediastreamer. De beelden worden vanuit de server als gecomprimeerde videostream naar je apparaat gestuurd.
Cloud gaming heeft zijn voor- en nadelen. Zo hoef je niet telkens te investeren in een nieuwe spelcomputer of pc. Shoppen in een multimediawinkel om je favoriete spelletjes uit de rekken te halen, is passé. Je krijgt een bibliotheek boordevol videogames voorgeschoteld, selecteert er eentje uit en je kan meteen aan de slag. Over savefiles hoef je je ook geen zorgen te maken: je kan op elk toestel meteen verder waar je was gebleven. De keerzijde van het medaillon zijn de latency-tijden, die kunnen pieken tot 100 ms. Te hoog voor de hardcore gamer, en je moet bovendien ook beschikken over een goede en stabiele internetverbinding.
De technologie staat nog in zijn kinderschoentjes, zo veel is duidelijk. Momenteel is Nvidia’s GeForce Now-service de meest interessante optie. Je logt in op je eigen accounts (bijvoorbeeld Steam, Origin of UPlay), installeert en speelt een spelletje dat je al in je bezit hebt. Voor twintig uur op een systeem met een GTX 1060-gpu tel je 25 dollar neer; betaal je meer, krijg je meer rekenkracht. In België duurt het wel nog enkele maanden voordat je kan genieten van deze dienst. Ben je in het bezit van een Nvidia Shield-tablet, dan kan je wel al gebruikmaken van GeForce Now voor 9,99 euro per maand. Andere belangrijke spelers op de markt zijn GameFly Streaming, PlayStation Now en LiquidSky.
Externe gpu kopen
Haat je input lag als de pest, dan laat je cloud gaming beter links liggen. Wel kan je (sinds kort) een externe grafische kaart koppelen aan je computer. Dit brengt wel een beperking met zich mee: je machine moet immers beschikken over een moderne USB-C-poort die Thunderbolt 3 ondersteunt. Deze ontbreken op oude laptops, maar zo kan je wel gamen op een ultraslanke laptop, zoals de Dell XPS 13. Een uitstekende upgrade boven de geïntegreerde graphics én je moet geen compromissen sluiten in autonomie of vormfactor. Weg met dikke laptops met schreeuwlelijke rode accenten. Op het werk of school geniet je van een lange batterijduur; thuis knal je tegenstanders af tijdens een potje Counter-Strike.
Thunderbolt 3 is de standaard van dienst op een compatibele USB-C- poort. De bliksemsnelle technologie ondersteunt snelheden tot 40 gigabit per seconde, vergelijkbaar met een PCIe 3.0 x4-slot. Dat is vier keer sneller, met twee keer meer videobandbreedte dan welke kabel ook. De oudere usb-poorten daarentegen ondersteunen geen Thunderbolt en kunnen dus minder grote datapakketjes sturen, waardoor het gebruik van een externe gpu niet ideaal was. Sinds de intrede van USB-C zijn deze uitwendige grafische kaartjes een pak interessanter geworden.
Ben je zelf geen begiftigd knutselaar, dan heb je maar twee componenten nodig: een behuizing en een grafische kaart. Omdat de technologie nog maar recent doorbrak, zijn de kosten wel erg hoog: voor een case leg je al snel 500 euro neer. Populaire behuizingen zijn bijvoorbeeld de Razer Core, MSI GUS en Akitio Node. Vooral deze laatste is interessant omdat hij een pak goedkoper is (300 dollar), maar je kan hem niet eenvoudig in België vinden. Wil je het kostenplaatje drukken, dan kan je ook je eigen eGPU ineen stellen, mits kennis van zaken.
Een leuke kanttekening is de laatste update van Appless besturingssysteem. macOS High Sierra bevat nu de nodige drivers om Thunderbolt 3 te ondersteunen, waardoor virtual reality mogelijk wordt op een Mac. Bovendien kondigde Valve aan dat het SteamVR voor Mac in bèta beschikbaar maakt.
Barebones
Ontbreekt de nodige USB-C-poort voor een eGPU, en spreekt cloud gaming je niet aan? Zonde, je zal je buidel moeten opentrekken en een nieuw systeem aanschaffen. Maar wat koop je het best: een desktop of een laptop? Wil je crème-de-la-crème prestaties, dan zal een desktopsysteem je voorkeur genieten. Toch verkiezen vele gamers een laptop, want een vaste computer versleur je bijvoorbeeld niet eenvoudig naar een LAN-party. Daarvoor maak je wel enkele opofferingen. Zo is het haast onmogelijk om zelf een laptop ineen te steken, en is het niet eenvoudig om hem nadien open te breken en componenten te vervangen. Voor je het weet is je setup gedateerd, en moet je opnieuw in een kersverse build investeren. Een dure grap.
Met een blik op de toekomst is het niet onverstandig om te snuffelen in de markt van zogenaamde barebone laptops. Dit zijn doe-het-zelf-kitjes: op het eerste zicht krijg je een volwaardige laptop, maar onder de motorkap ontbreken nog enkele componenten. Een barebone bevat (meestal) enkel de behuizing, toetsenbord, scherm en moederbord. Andere componenten, zoals een processor of grafische kaart, steek je er nadien zelf in. Wil je later je infrastructuur upgraden, dan hoef je enkel de componenten te verwijderen en te vervangen. Bovendien zijn barebone notebooks over het algemeen goedkoper dan laptops van bekende merken zoals Lenovo of Asus, en heb je meer vrijheid onder de motorkap. In de meeste gaminglaptops steekt bijvoorbeeld een Intel Core i7-cpu, maar voor de doorsnee gamer is die overkill: zijn goedkopere broer Intel Core i5 volstaat in de meeste gevallen.
Barebones komen in allerlei geuren en kleuren, dus best kijk je even naar de specificaties. Niet alle behuizingen voorzien immers ruimte voor een gpu of extra harde schijf. Hou er daarnaast rekening mee dat deze laptopskeletten meestal geen voorgeïnstalleerd besturingssysteem bevatten; dat zal je zelf moeten aanschaffen (of bijvoorbeeld Linux installeren). Bovendien zijn barebones een pak logger dan voorgebouwde systemen. Deze bouwpakketten hebben dus afgelijnde voor- en nadelen, maar wil je binnen enkele jaren een nieuwe grafische kaart aanschaffen zonder een hele nieuwe laptop te kopen, dan zijn barebones een interessante optie.
Laten we eerlijk zijn: elke zichzelf respecterende pc-gamer droomt van een overkill monsterdesktop met een GeForce GTX 1080 Ti, Intel Core i9-7900K en 32GB RAM-geheugen aan boord. Helaas moeten we ook de kaas op onze boterham verdienen en is het onverantwoord om zoveel uit te geven aan een gamingbuild. Gelukkig hoef je niet iedere paar jaar je spaarvarkentje te verbrijzelen voor een nieuwe grafische kaart.
Een stotterend beeld is een nachtmerrie voor iedere gamer, maar je hoeft geen volledig nieuwe setup aan te schaffen om het aantal frames per seconde aardig op te krikken. Meer zelfs, een interne grafische kaart is tegenwoordig geen noodzaak meer. Zo kan je investeren in een externe gpu, maar daarvoor heb je wel een USB-C-aansluiting nodig. Zo kan je gamen op een slanke laptop zonder grafische kaart onder de motorkap. Beschik je niet over USB-C, dan kan je de rekenkracht van een serverpark benuttigen door een spelletje in de cloud te spelen.
Gamen in de cloud
Al lang beperken de mogelijkheden van de cloud zich niet meer tot je mailbox of opslagruimte (zoals Google Drive of OneDrive). Tegenwoordig kunnen haast alle denkbare diensten ondergebracht worden op een virtuele wolk. Je foto’s op Facebook, je muziek op Spotify, noem maar op. Sinds enkele jaren kwam daar een nieuwe telg bij: gamen in de cloud.
Het concept van cloud gaming is vindingrijk. Je speelt de games rechtstreeks op een server ergens op het internet, in plaats van een fysieke computer thuis. Zo hoef je zelf niet in een krachtpatser te investeren, maar doe je beroep op een externe machine. Al het rekenwerk gebeurt in een datacenter en je hebt enkel nog scherm, muis, toetsenbord (of controller) en een basistoestel nodig om verbinding te maken met de gamingdienst. Dat kan een simpele pc of laptop zijn, maar ook een tablet of mediastreamer. De beelden worden vanuit de server als gecomprimeerde videostream naar je apparaat gestuurd.
Cloud gaming heeft zijn voor- en nadelen. Zo hoef je niet telkens te investeren in een nieuwe spelcomputer of pc. Shoppen in een multimediawinkel om je favoriete spelletjes uit de rekken te halen, is passé. Je krijgt een bibliotheek boordevol videogames voorgeschoteld, selecteert er eentje uit en je kan meteen aan de slag. Over savefiles hoef je je ook geen zorgen te maken: je kan op elk toestel meteen verder waar je was gebleven. De keerzijde van het medaillon zijn de latency-tijden, die kunnen pieken tot 100 ms. Te hoog voor de hardcore gamer, en je moet bovendien ook beschikken over een goede en stabiele internetverbinding.
De technologie staat nog in zijn kinderschoentjes, zo veel is duidelijk. Momenteel is Nvidia’s GeForce Now-service de meest interessante optie. Je logt in op je eigen accounts (bijvoorbeeld Steam, Origin of UPlay), installeert en speelt een spelletje dat je al in je bezit hebt. Voor twintig uur op een systeem met een GTX 1060-gpu tel je 25 dollar neer; betaal je meer, krijg je meer rekenkracht. In België duurt het wel nog enkele maanden voordat je kan genieten van deze dienst. Ben je in het bezit van een Nvidia Shield-tablet, dan kan je wel al gebruikmaken van GeForce Now voor 9,99 euro per maand. Andere belangrijke spelers op de markt zijn GameFly Streaming, PlayStation Now en LiquidSky.
Externe gpu kopen
Haat je input lag als de pest, dan laat je cloud gaming beter links liggen. Wel kan je (sinds kort) een externe grafische kaart koppelen aan je computer. Dit brengt wel een beperking met zich mee: je machine moet immers beschikken over een moderne USB-C-poort die Thunderbolt 3 ondersteunt. Deze ontbreken op oude laptops, maar zo kan je wel gamen op een ultraslanke laptop, zoals de Dell XPS 13. Een uitstekende upgrade boven de geïntegreerde graphics én je moet geen compromissen sluiten in autonomie of vormfactor. Weg met dikke laptops met schreeuwlelijke rode accenten. Op het werk of school geniet je van een lange batterijduur; thuis knal je tegenstanders af tijdens een potje Counter-Strike.
Thunderbolt 3 is de standaard van dienst op een compatibele USB-C- poort. De bliksemsnelle technologie ondersteunt snelheden tot 40 gigabit per seconde, vergelijkbaar met een PCIe 3.0 x4-slot. Dat is vier keer sneller, met twee keer meer videobandbreedte dan welke kabel ook. De oudere usb-poorten daarentegen ondersteunen geen Thunderbolt en kunnen dus minder grote datapakketjes sturen, waardoor het gebruik van een externe gpu niet ideaal was. Sinds de intrede van USB-C zijn deze uitwendige grafische kaartjes een pak interessanter geworden.
Ben je zelf geen begiftigd knutselaar, dan heb je maar twee componenten nodig: een behuizing en een grafische kaart. Omdat de technologie nog maar recent doorbrak, zijn de kosten wel erg hoog: voor een case leg je al snel 500 euro neer. Populaire behuizingen zijn bijvoorbeeld de Razer Core, MSI GUS en Akitio Node. Vooral deze laatste is interessant omdat hij een pak goedkoper is (300 dollar), maar je kan hem niet eenvoudig in België vinden. Wil je het kostenplaatje drukken, dan kan je ook je eigen eGPU ineen stellen, mits kennis van zaken.
Een leuke kanttekening is de laatste update van Appless besturingssysteem. macOS High Sierra bevat nu de nodige drivers om Thunderbolt 3 te ondersteunen, waardoor virtual reality mogelijk wordt op een Mac. Bovendien kondigde Valve aan dat het SteamVR voor Mac in bèta beschikbaar maakt.
Barebones
Ontbreekt de nodige USB-C-poort voor een eGPU, en spreekt cloud gaming je niet aan? Zonde, je zal je buidel moeten opentrekken en een nieuw systeem aanschaffen. Maar wat koop je het best: een desktop of een laptop? Wil je crème-de-la-crème prestaties, dan zal een desktopsysteem je voorkeur genieten. Toch verkiezen vele gamers een laptop, want een vaste computer versleur je bijvoorbeeld niet eenvoudig naar een LAN-party. Daarvoor maak je wel enkele opofferingen. Zo is het haast onmogelijk om zelf een laptop ineen te steken, en is het niet eenvoudig om hem nadien open te breken en componenten te vervangen. Voor je het weet is je setup gedateerd, en moet je opnieuw in een kersverse build investeren. Een dure grap.
Met een blik op de toekomst is het niet onverstandig om te snuffelen in de markt van zogenaamde barebone laptops. Dit zijn doe-het-zelf-kitjes: op het eerste zicht krijg je een volwaardige laptop, maar onder de motorkap ontbreken nog enkele componenten. Een barebone bevat (meestal) enkel de behuizing, toetsenbord, scherm en moederbord. Andere componenten, zoals een processor of grafische kaart, steek je er nadien zelf in. Wil je later je infrastructuur upgraden, dan hoef je enkel de componenten te verwijderen en te vervangen. Bovendien zijn barebone notebooks over het algemeen goedkoper dan laptops van bekende merken zoals Lenovo of Asus, en heb je meer vrijheid onder de motorkap. In de meeste gaminglaptops steekt bijvoorbeeld een Intel Core i7-cpu, maar voor de doorsnee gamer is die overkill: zijn goedkopere broer Intel Core i5 volstaat in de meeste gevallen.
Barebones komen in allerlei geuren en kleuren, dus best kijk je even naar de specificaties. Niet alle behuizingen voorzien immers ruimte voor een gpu of extra harde schijf. Hou er daarnaast rekening mee dat deze laptopskeletten meestal geen voorgeïnstalleerd besturingssysteem bevatten; dat zal je zelf moeten aanschaffen (of bijvoorbeeld Linux installeren). Bovendien zijn barebones een pak logger dan voorgebouwde systemen. Deze bouwpakketten hebben dus afgelijnde voor- en nadelen, maar wil je binnen enkele jaren een nieuwe grafische kaart aanschaffen zonder een hele nieuwe laptop te kopen, dan zijn barebones een interessante optie.