Van VGA tot USB-C: welke schermaansluiting moet je gebruiken?
De analoge VGA-aansluiting heeft ondertussen bijna alle terrein verloren aan digitale aansluitingen. De gedateerde poort wordt enkel nog gebruikt om een scherm uit vervlogen tijden te koppelen. Doorheen de tijd zijn er veel alternatieven ontwikkeld, die elk hun eigen voor- en nadelen hebben. Sinds vorig jaar is USB-C ook komen piepen als keuzemogelijkheid, voornamelijk voor laptops. We nemen de verschillende schermaansluitingen onder de loep.
VGA
Het eens zo machtige VGA is al bijna twee decennia van de troon gestoten. Vroeger koppelde je elk scherm de facto met een VGA-kabel. De afkorting staat voor Video Graphics Array en werd ontwikkeld in 1987 door IBM. Nu komt deze aansluiting zelden meer voor op de nieuwste laptops en desktops. Het enige voordeel dat een VGA-poort nog biedt is dat je er een oud scherm op kan aansluiten. Tref je op je oldtimer toch toevallig een DVI-poort aan, dan laat je zijn analoge broer beter stof vergaren.
Een VGA-poort is trapeziumvormig, heeft 15 pin holes en maakt gebruik van een analoog signaal. Helaas werken alle huidige schermen digitaal. Als een LCD- scherm beelden wil uitzenden via de VGA-aansluiting, moet het de signalen eerst digitaliseren. Dit conversieproces geeft een flinke knauw aan de kwaliteit van het beeld. De technologie van IBM hoort daarom voortaan enkel nog in naslagwerken vermeld te worden.
DVI
DVI was de eerste universele digitale schermaansluiting, maar laat ondertussen ook al steken vallen ten opzichte van het populaire HDMI. In principe biedt de DVI-technologie een gelijkaardige videokwaliteit aan, maar dan wel in een erg lomp omhulsel. Bovendien kan DVI geen geluid door zijn kabels jagen. De afkorting staat voor Digital Visual Interface en werd ontwikkeld in 1999 door Digital Display Working Group (DDWG). DVI is feitelijk een koepelterm voor drie verschillende types: DVI-A (analoog signaal), DVI-D (digitaal signaal) en DVI-I (geïntegreerd analoog en digitaal signaal). In de praktijk komt vooral DVI-D voor, omdat weinig toestellen nog gebruik maken van analoge signalen.
Een DVI-poort heeft een rechthoekige vorm met maximaal 24 pin holes. Daarnaast heb je in elk type twee varianten: single-link en dual-link. Dat onderscheid bepaalt hoeveel bandbreedte de kabel kan versturen. Een single-link DVI-D of DVI-I-kabel kan gegevens aan een snelheid van 3,96 GB/sec transporteren, wat neerkomt op een resolutie van 1920×1200. Met de extra pins in een dual link-kabel worden de specificaties opgekrikt naar 7,92 GB/sec voor een maximale resolutie van 2560×1600. DVI ondersteunt dus geen 4K, maar je kan wel 1080p-beelden uitzenden aan een verversingssnelheid van 144 Hz.
HDMI
HDMI is de koning der schermaansluitingen en vind je dus terug op de meeste toestellen. Enkel de dunste laptops durven wel eens afstand doen van de populaire poort. HDMI heeft het voordeel dat het niet alleen kwalitatieve videobeelden door zijn kabels jaagt, maar ook ondersteuning biedt voor geluid. De technologie is ontwikkeld in 2002 door zes elektronicareuzen: Hitachi, Panasonic, Philips, Silicon Image, Sony en Toshiba. De afkorting staat voor High-Definition Multimedia Interface. Tegenwoordig ziet HDMI Licensing LLC, een dochteronderneming van Silicon Image, toe op de naleving en ontwikkeling ervan. Fabrikanten moeten hen een vergoeding betalen om HDMI in hun producten te mogen verwerken.
In tegenstelling tot de logge vorm van VGA en DVI, bood HDMI voor het eerst een compacte aansluiting aan zonder schroefjes. De meeste HDMI-connectoren gebruiken een methode zodat de kabel zich vastklikt in de poort. De exacte specificaties van deze schermpoort hebben al vaak een flinke update gehad. De meest recente variant is HDMI 2.1, die tot 10K-beelden ondersteunt (meer dan 10.000 pixels breed) op 120 Hz. Die zal je momenteel echter enkel aantreffen in de allernieuwste apparaten, want de meeste consumentenproducten bevatten nog versie 2.0b. Die kan 4K-beelden uitzenden aan 60 FPS met ondersteuning voor High Dynamic Range (HDR).
De poort-der-poorten bevat 19 pin holes en komt voor in drie verschillende afmetingen: standaard, mini en micro. De mini- en micro-connecties zijn populair onder mobiele apparaten zoals tablets. De meeste kabels zijn van koper, maar dit is niet vereist voor de HDMI-specificatie. Als je langere kabels wilt aanleggen, gaat je voorkeur beter uit naar een glasvezelkabel. Het grootste nadeel van een HDMI-poort ten opzichte van DisplayPort is dat het maar één videostream en audiostream tegelijkertijd ondersteunt, waardoor je maar één scherm tegelijkertijd kan gebruiken.
DisplayPort
Ook al is DisplayPort minder populair dan HDMI, is de technologie wel enkele jaren jonger. In 2006 zag deze connector het licht, die werd ontwikkeld door de Video Electronics Standards Association (VESA), een allegaartje van tientallen fabrikanten. Hoewel deze schermaansluiting specifiek ontwikkeld is voor desktops en zijn eigen voordelen heeft, tref je deze poort op vele laptops niet aan en worden alleen high-end videokaarten ermee uitgerust. In tegenstelling tot HDMI mag iedereen gratis DisplayPort in zijn producten verwerken.
DisplayPort bevat 20 pin holes en is in twee formaten verkrijgbaar: DisplayPort en Mini DisplayPort. Net zoals HDMI heeft DisplayPort een toegankelijke vorm met een interne vergrendelingsmethode. De huidige variant DisplayPort 1.4 kan net zoals HDMI sterke specificaties voorleggen en ondersteunt resoluties tot 8K op 60 Hz. De technologie van VESA kan ook audiosignalen versturen, maar in tegenstelling tot HDMI ondersteunt het geen Audio Return Channel. De ARC-functie maakt het mogelijk om het geluid van je televisie op je externe homecinemasysteem te bedienen. Net zoals bij HDMI kan je ook DisplayPort-kabels van glasvezel kopen voor langere afstanden.
Het grote voordeel dat DisplayPort biedt is dat je aan één poort meerdere schermen kan hangen dankzij daisy chaining, waarmee je meerdere monitors kunt koppelen aan elkaar via een DisplayPort-kabel. Zo hoef je maar één kabel in je computer te steken. Helaas ondersteunen enkel high-end schermen deze functionaliteit.
USB-C
[related_article id=”212227″]
In 2016 verving Apple alle poorten in zijn nieuwe MacBook met USB-C-connectoren. Sindsdien heeft de nieuwe technologie ook zijn intrede gemaakt bij schermen, zoals bij de Philips Brilliance 258B6QJEB waar we enkele weken geleden een recensie over schreven. De poort bevat 24 pin holes en werd ontwikkeld door het USB Implementers Forum, een non-profitorganisatie voor de verdere ontwikkeling van het alomtegenwoordige USB. De specificatie van deze gloednieuwe poort is DisplayPort, ook al heeft de stekker een andere vorm. USB-C biedt dus alle voordelen die we hierboven ook neerpenden.
Waar het zich van onderscheidt ten opzichte van andere schermaansluitingen is dat USB-C erg multifunctioneel is. Je kan de poort ook gebruiken om gegevens over te zetten of een toestel van stroom te voorzien. Daarnaast wordt de connector gebruikt in veel toestellen van verschillende formaten. Zo stappen heel wat smartphones stilaan over op de gloednieuwe aansluiting. Bovendien kan je de kabels nooit meer verkeerd aansluiten door de omkeerbare stekker. Al deze voordelen maken van deze nieuwe technologie een ideale multifunctionele schermaansluiting en mogelijk een bikkelharde concurrent voor HDMI in de nabije toekomst.
Overzicht
Als je scherm over meerdere schermaansluitingen beschikt, kies je het best tussen HDMI, DisplayPort en USB-C. De logge DVI- en VGA-poorten laat je beter stof vergaren. Een andere optie is Thunderbolt, maar die lieten we buiten beschouwing omdat enkel het Thunderbolt Display van Apple compatibel is. Bovendien is het Amerikaanse technologieconcern niet meer van plan om de technologie in toekomstige apparaten te gebruiken. We maakten hieronder nog een klein overzicht van de verschillende schermaansluitingen.
De analoge VGA-aansluiting heeft ondertussen bijna alle terrein verloren aan digitale aansluitingen. De gedateerde poort wordt enkel nog gebruikt om een scherm uit vervlogen tijden te koppelen. Doorheen de tijd zijn er veel alternatieven ontwikkeld, die elk hun eigen voor- en nadelen hebben. Sinds vorig jaar is USB-C ook komen piepen als keuzemogelijkheid, voornamelijk voor laptops. We nemen de verschillende schermaansluitingen onder de loep.
VGA
Het eens zo machtige VGA is al bijna twee decennia van de troon gestoten. Vroeger koppelde je elk scherm de facto met een VGA-kabel. De afkorting staat voor Video Graphics Array en werd ontwikkeld in 1987 door IBM. Nu komt deze aansluiting zelden meer voor op de nieuwste laptops en desktops. Het enige voordeel dat een VGA-poort nog biedt is dat je er een oud scherm op kan aansluiten. Tref je op je oldtimer toch toevallig een DVI-poort aan, dan laat je zijn analoge broer beter stof vergaren.
Een VGA-poort is trapeziumvormig, heeft 15 pin holes en maakt gebruik van een analoog signaal. Helaas werken alle huidige schermen digitaal. Als een LCD- scherm beelden wil uitzenden via de VGA-aansluiting, moet het de signalen eerst digitaliseren. Dit conversieproces geeft een flinke knauw aan de kwaliteit van het beeld. De technologie van IBM hoort daarom voortaan enkel nog in naslagwerken vermeld te worden.
DVI
DVI was de eerste universele digitale schermaansluiting, maar laat ondertussen ook al steken vallen ten opzichte van het populaire HDMI. In principe biedt de DVI-technologie een gelijkaardige videokwaliteit aan, maar dan wel in een erg lomp omhulsel. Bovendien kan DVI geen geluid door zijn kabels jagen. De afkorting staat voor Digital Visual Interface en werd ontwikkeld in 1999 door Digital Display Working Group (DDWG). DVI is feitelijk een koepelterm voor drie verschillende types: DVI-A (analoog signaal), DVI-D (digitaal signaal) en DVI-I (geïntegreerd analoog en digitaal signaal). In de praktijk komt vooral DVI-D voor, omdat weinig toestellen nog gebruik maken van analoge signalen.
Een DVI-poort heeft een rechthoekige vorm met maximaal 24 pin holes. Daarnaast heb je in elk type twee varianten: single-link en dual-link. Dat onderscheid bepaalt hoeveel bandbreedte de kabel kan versturen. Een single-link DVI-D of DVI-I-kabel kan gegevens aan een snelheid van 3,96 GB/sec transporteren, wat neerkomt op een resolutie van 1920×1200. Met de extra pins in een dual link-kabel worden de specificaties opgekrikt naar 7,92 GB/sec voor een maximale resolutie van 2560×1600. DVI ondersteunt dus geen 4K, maar je kan wel 1080p-beelden uitzenden aan een verversingssnelheid van 144 Hz.
HDMI
HDMI is de koning der schermaansluitingen en vind je dus terug op de meeste toestellen. Enkel de dunste laptops durven wel eens afstand doen van de populaire poort. HDMI heeft het voordeel dat het niet alleen kwalitatieve videobeelden door zijn kabels jaagt, maar ook ondersteuning biedt voor geluid. De technologie is ontwikkeld in 2002 door zes elektronicareuzen: Hitachi, Panasonic, Philips, Silicon Image, Sony en Toshiba. De afkorting staat voor High-Definition Multimedia Interface. Tegenwoordig ziet HDMI Licensing LLC, een dochteronderneming van Silicon Image, toe op de naleving en ontwikkeling ervan. Fabrikanten moeten hen een vergoeding betalen om HDMI in hun producten te mogen verwerken.
In tegenstelling tot de logge vorm van VGA en DVI, bood HDMI voor het eerst een compacte aansluiting aan zonder schroefjes. De meeste HDMI-connectoren gebruiken een methode zodat de kabel zich vastklikt in de poort. De exacte specificaties van deze schermpoort hebben al vaak een flinke update gehad. De meest recente variant is HDMI 2.1, die tot 10K-beelden ondersteunt (meer dan 10.000 pixels breed) op 120 Hz. Die zal je momenteel echter enkel aantreffen in de allernieuwste apparaten, want de meeste consumentenproducten bevatten nog versie 2.0b. Die kan 4K-beelden uitzenden aan 60 FPS met ondersteuning voor High Dynamic Range (HDR).
De poort-der-poorten bevat 19 pin holes en komt voor in drie verschillende afmetingen: standaard, mini en micro. De mini- en micro-connecties zijn populair onder mobiele apparaten zoals tablets. De meeste kabels zijn van koper, maar dit is niet vereist voor de HDMI-specificatie. Als je langere kabels wilt aanleggen, gaat je voorkeur beter uit naar een glasvezelkabel. Het grootste nadeel van een HDMI-poort ten opzichte van DisplayPort is dat het maar één videostream en audiostream tegelijkertijd ondersteunt, waardoor je maar één scherm tegelijkertijd kan gebruiken.
DisplayPort
Ook al is DisplayPort minder populair dan HDMI, is de technologie wel enkele jaren jonger. In 2006 zag deze connector het licht, die werd ontwikkeld door de Video Electronics Standards Association (VESA), een allegaartje van tientallen fabrikanten. Hoewel deze schermaansluiting specifiek ontwikkeld is voor desktops en zijn eigen voordelen heeft, tref je deze poort op vele laptops niet aan en worden alleen high-end videokaarten ermee uitgerust. In tegenstelling tot HDMI mag iedereen gratis DisplayPort in zijn producten verwerken.
DisplayPort bevat 20 pin holes en is in twee formaten verkrijgbaar: DisplayPort en Mini DisplayPort. Net zoals HDMI heeft DisplayPort een toegankelijke vorm met een interne vergrendelingsmethode. De huidige variant DisplayPort 1.4 kan net zoals HDMI sterke specificaties voorleggen en ondersteunt resoluties tot 8K op 60 Hz. De technologie van VESA kan ook audiosignalen versturen, maar in tegenstelling tot HDMI ondersteunt het geen Audio Return Channel. De ARC-functie maakt het mogelijk om het geluid van je televisie op je externe homecinemasysteem te bedienen. Net zoals bij HDMI kan je ook DisplayPort-kabels van glasvezel kopen voor langere afstanden.
Het grote voordeel dat DisplayPort biedt is dat je aan één poort meerdere schermen kan hangen dankzij daisy chaining, waarmee je meerdere monitors kunt koppelen aan elkaar via een DisplayPort-kabel. Zo hoef je maar één kabel in je computer te steken. Helaas ondersteunen enkel high-end schermen deze functionaliteit.
USB-C
[related_article id=”212227″]
In 2016 verving Apple alle poorten in zijn nieuwe MacBook met USB-C-connectoren. Sindsdien heeft de nieuwe technologie ook zijn intrede gemaakt bij schermen, zoals bij de Philips Brilliance 258B6QJEB waar we enkele weken geleden een recensie over schreven. De poort bevat 24 pin holes en werd ontwikkeld door het USB Implementers Forum, een non-profitorganisatie voor de verdere ontwikkeling van het alomtegenwoordige USB. De specificatie van deze gloednieuwe poort is DisplayPort, ook al heeft de stekker een andere vorm. USB-C biedt dus alle voordelen die we hierboven ook neerpenden.
Waar het zich van onderscheidt ten opzichte van andere schermaansluitingen is dat USB-C erg multifunctioneel is. Je kan de poort ook gebruiken om gegevens over te zetten of een toestel van stroom te voorzien. Daarnaast wordt de connector gebruikt in veel toestellen van verschillende formaten. Zo stappen heel wat smartphones stilaan over op de gloednieuwe aansluiting. Bovendien kan je de kabels nooit meer verkeerd aansluiten door de omkeerbare stekker. Al deze voordelen maken van deze nieuwe technologie een ideale multifunctionele schermaansluiting en mogelijk een bikkelharde concurrent voor HDMI in de nabije toekomst.
Overzicht
Als je scherm over meerdere schermaansluitingen beschikt, kies je het best tussen HDMI, DisplayPort en USB-C. De logge DVI- en VGA-poorten laat je beter stof vergaren. Een andere optie is Thunderbolt, maar die lieten we buiten beschouwing omdat enkel het Thunderbolt Display van Apple compatibel is. Bovendien is het Amerikaanse technologieconcern niet meer van plan om de technologie in toekomstige apparaten te gebruiken. We maakten hieronder nog een klein overzicht van de verschillende schermaansluitingen.