Plant eens een chip in: je lichaam als digitale sleutel
Overdag is Hannes Sjöblad ’Chief Disruption Officer’ van het digitale innovatielab Epicenter in Stockholm. In zijn vrije tijd experimenteert de Zweed met nieuwe en revolutionaire manieren om technologie te gebruiken om zijn lichaam en zintuigen te verbeteren. Sjöblad is een biohacker.
Biohacking is een grass roots beweging, waarbij in kleine labo’s op een wetenschappelijke manier wordt geëxperimenteerd met biologie en technologie, onafhankelijk van de steun en subsidies van universiteiten. Dat gaat van het manipuleren van DNA in planten om ze beter te doen groeien, tot het verbeteren van het menselijk lichaam. Sjöblad behoort tot die laatste categorie. Hij liet een kleine passieve NFC-chip in zijn hand plaatsen, vergelijkbaar met de chips die we al jaren in onze huisdieren inplanten, waar allerlei informatie op geprogrammeerd kan worden om zijn leven makkelijker te maken.
Sjöblad gebruikt de chip onder meer als alternatief voor het wachtwoord op zijn computer, zijn sleutels en de lidkaart van zijn fitnesscentrum. “De chip verlaagt de frictie bij het interageren met technologie. Het is een eenvoudige manier om te identificeren wie ik ben”, vertelt hij tijdens een presentatie op de CeBIT Preview in Hannover. Met de opkomst van het Internet of Things ziet Sjöblad alleen maar meer mogelijkheden voor zijn gechipte hand om te communiceren met alle slimme apparaten in zijn omgeving.
Wat met veiligheid?
Hoewel Sjöblad vol enthousiasme spreekt over het inplanten van NFC-chips in het menselijk lichaam, erkent hij dat de technologie ook nieuwe veiligheidszorgen met zich meebrengt. Sjöblad onderscheidt er zelf drie.
Een eerste zorg is tracking. Als iedereen is uitgerust met een chip in zijn lichaam, speelt dat dan niet in de kaart van organisaties zoals de NSA, die maar wat graag ons doen en laten overal willen kunnen volgen? Volgens Sjöblad is deze zorg niet echt gegrond. “De chip is passief en heeft een erg kort bereik van ongeveer 1 centimeter. Iemand die de chip wil traceren, moet dus letterlijk naast jou staan.”
Hacking is een groter probleem. Wat als iemand toegang krijgt tot de chip en de informatie uitleest of aanpast? Daar heeft de biohackinggemeenschap momenteel nog geen goed antwoord op, geeft Sjöblad toe. “Om je hiertegen te beschermen, kan je best geen informatie op de chip wegschrijven die je ook niet op een T-shirt zou dragen wanneer je in het openbaar over straat wandelt.”
Een derde risico is identiteitsdiefstal door het klonen van de chip. Het antwoord daarop is volgens Sjöblad multifactorauthenticatie, dat nu ook al veelvuldig gebruikt wordt om het gebruik van wachtwoorden veiliger te maken. “Voor een hoger niveau van beveiliging, kan je de chip in combinatie met bijvoorbeeld een pincode gebruiken”, vertelt de biohacker.
Rommelige biologie
Waarom zou je iets onnatuurlijks zoals een NFC-chip laten inplanten, terwijl er momenteel ook grote stappen vooruit worden gemaakt op het vlak van biometrie? Stem-, iris- en vingerafdrukherkenning duiken tegenwoordig steeds vaker op in nieuwe technologieën, en staan ook steeds meer op punt. Toch zal biometrie volgens Sjöblad altijd inferieur blijven aan de chip in zijn hand.
“Biologie is een rommeltje voor computers. Je stem klinkt ‘s ochtends anders dan na een lange werkdag, of wanneer je verkouden bent. Dat maakt het moeilijker voor de computer om te interpreteren, terwijl chips de taal van de computer spreken.”
Bovendien is een chip volgens Sjöblad ook veiliger dan biometrie, ondanks de eerder genoemde risico’s. “Je kan je gezicht niet verbergen of encrypteren. Je stem en vingerafdrukken zijn altijd publiek beschikbaar. Een chip kan je wel encrypteren.”
Nieuwe interface
Sjöblad denkt dat we aan het begin staan van een “nieuw interface-moment in de technologiewereld”. Het begon ooit met de eerste Windows- en Apple-desktops die computers toegankelijk maakten voor het grote publiek. Nadien volgden webbrowsers als poort naar het internet, en recent de touch interface die eerst werd gepopulariseerd door de iPhone.
Elke nieuwe interface maakte technologie weer een beetje toegankelijker, en opende de deuren voor nieuwe innovaties. In de visie van Sjöblad is het inplanten van chips in ons lichaam de logische volgende stap.
Of het echt zo’n vaart zal lopen, valt nog af te wachten. Al heeft Sjöblad wel over één ding gelijk: het is zeker niet nieuw om vreemde objecten in ons lichaam in te planten. “Tandartsen doen het nu al, maar de voorwerpen die ze in onze mond plaatsen zijn dom en dienen alleen om te helpen kauwen. Slimme objecten kunnen ons lichaam en zintuigen beter maken dan onze biologie toelaat”, besluit Sjöblad.
Overdag is Hannes Sjöblad ’Chief Disruption Officer’ van het digitale innovatielab Epicenter in Stockholm. In zijn vrije tijd experimenteert de Zweed met nieuwe en revolutionaire manieren om technologie te gebruiken om zijn lichaam en zintuigen te verbeteren. Sjöblad is een biohacker.
Biohacking is een grass roots beweging, waarbij in kleine labo’s op een wetenschappelijke manier wordt geëxperimenteerd met biologie en technologie, onafhankelijk van de steun en subsidies van universiteiten. Dat gaat van het manipuleren van DNA in planten om ze beter te doen groeien, tot het verbeteren van het menselijk lichaam. Sjöblad behoort tot die laatste categorie. Hij liet een kleine passieve NFC-chip in zijn hand plaatsen, vergelijkbaar met de chips die we al jaren in onze huisdieren inplanten, waar allerlei informatie op geprogrammeerd kan worden om zijn leven makkelijker te maken.
Sjöblad gebruikt de chip onder meer als alternatief voor het wachtwoord op zijn computer, zijn sleutels en de lidkaart van zijn fitnesscentrum. “De chip verlaagt de frictie bij het interageren met technologie. Het is een eenvoudige manier om te identificeren wie ik ben”, vertelt hij tijdens een presentatie op de CeBIT Preview in Hannover. Met de opkomst van het Internet of Things ziet Sjöblad alleen maar meer mogelijkheden voor zijn gechipte hand om te communiceren met alle slimme apparaten in zijn omgeving.
Wat met veiligheid?
Hoewel Sjöblad vol enthousiasme spreekt over het inplanten van NFC-chips in het menselijk lichaam, erkent hij dat de technologie ook nieuwe veiligheidszorgen met zich meebrengt. Sjöblad onderscheidt er zelf drie.
Een eerste zorg is tracking. Als iedereen is uitgerust met een chip in zijn lichaam, speelt dat dan niet in de kaart van organisaties zoals de NSA, die maar wat graag ons doen en laten overal willen kunnen volgen? Volgens Sjöblad is deze zorg niet echt gegrond. “De chip is passief en heeft een erg kort bereik van ongeveer 1 centimeter. Iemand die de chip wil traceren, moet dus letterlijk naast jou staan.”
Hacking is een groter probleem. Wat als iemand toegang krijgt tot de chip en de informatie uitleest of aanpast? Daar heeft de biohackinggemeenschap momenteel nog geen goed antwoord op, geeft Sjöblad toe. “Om je hiertegen te beschermen, kan je best geen informatie op de chip wegschrijven die je ook niet op een T-shirt zou dragen wanneer je in het openbaar over straat wandelt.”
Een derde risico is identiteitsdiefstal door het klonen van de chip. Het antwoord daarop is volgens Sjöblad multifactorauthenticatie, dat nu ook al veelvuldig gebruikt wordt om het gebruik van wachtwoorden veiliger te maken. “Voor een hoger niveau van beveiliging, kan je de chip in combinatie met bijvoorbeeld een pincode gebruiken”, vertelt de biohacker.
Rommelige biologie
Waarom zou je iets onnatuurlijks zoals een NFC-chip laten inplanten, terwijl er momenteel ook grote stappen vooruit worden gemaakt op het vlak van biometrie? Stem-, iris- en vingerafdrukherkenning duiken tegenwoordig steeds vaker op in nieuwe technologieën, en staan ook steeds meer op punt. Toch zal biometrie volgens Sjöblad altijd inferieur blijven aan de chip in zijn hand.
“Biologie is een rommeltje voor computers. Je stem klinkt ‘s ochtends anders dan na een lange werkdag, of wanneer je verkouden bent. Dat maakt het moeilijker voor de computer om te interpreteren, terwijl chips de taal van de computer spreken.”
Bovendien is een chip volgens Sjöblad ook veiliger dan biometrie, ondanks de eerder genoemde risico’s. “Je kan je gezicht niet verbergen of encrypteren. Je stem en vingerafdrukken zijn altijd publiek beschikbaar. Een chip kan je wel encrypteren.”
Nieuwe interface
Sjöblad denkt dat we aan het begin staan van een “nieuw interface-moment in de technologiewereld”. Het begon ooit met de eerste Windows- en Apple-desktops die computers toegankelijk maakten voor het grote publiek. Nadien volgden webbrowsers als poort naar het internet, en recent de touch interface die eerst werd gepopulariseerd door de iPhone.
Elke nieuwe interface maakte technologie weer een beetje toegankelijker, en opende de deuren voor nieuwe innovaties. In de visie van Sjöblad is het inplanten van chips in ons lichaam de logische volgende stap.
Of het echt zo’n vaart zal lopen, valt nog af te wachten. Al heeft Sjöblad wel over één ding gelijk: het is zeker niet nieuw om vreemde objecten in ons lichaam in te planten. “Tandartsen doen het nu al, maar de voorwerpen die ze in onze mond plaatsen zijn dom en dienen alleen om te helpen kauwen. Slimme objecten kunnen ons lichaam en zintuigen beter maken dan onze biologie toelaat”, besluit Sjöblad.