Virtual reality: is het kalf nu al verdronken?
Virtual reality staat voor de grote doorbraak in 2016. Vorig jaar konden liefhebbers al een ontwikkelaarsversie van de Oculus Rift kopen voor een eerste indruk, terwijl Samsung met de Gear VR en Google met Cardboard de grote massa wil wakker maken voor virtual reality. Niet echt gemakkelijk, want virtual reality communiceren naar de buitenwereld is ontzettend moeilijk. Je moet het ervaren om te begrijpen wat het is.
Voedingsbodem
Oculus heeft eigenlijk volledig zelf de VR-revolutie gestart met een Kickstarterproject op 1 augustus 2012. Een simpele oproep met een duidelijke visie heeft ervoor gezorgd dat in totaal bijna 2,5 miljoen dollar werd opgehaald. Klinkt mooi, maar weinigen geloofden in de visie van Oculus. Pas wanneer de eerste testkit werd geleverd, ging bij iedereen de ogen open. Virtual reality is mogelijk aan een schappelijke prijs. De bal ging aan het rollen. Facebook had dat ook snel door. Niet toevallig telde het een recordbedrag van 2 miljard dollar neer, twee jaar na de Kickstartercampagne.
In tussentijd hebben andere fabrikanten de boodschap begrepen en zijn Sony en HTC mee op de kar gesprongen. Allemaal hebben ze hun belangen. Sony wil VR naar PlayStation brengen, HTC wil zichzelf uit het slop halen dankzij een partnership met Steam van Valve. Allemaal zijn ze klaar voor een lancering in 2016. Oculus en HTC al in maart en april, Sony wacht tot de tweede helft van 2016.
VR-landschap
Tot zover het landschap. Er zijn drie grote concurrenten die alles of niets spelen. Mochten deze drie producten falen de komende twee jaar, is het voorbij en gaat VR opnieuw de kast in zoals dat bij 3D-tv’s ging. Je hebt wel spielerei zoals de Gear VR en de Google Cardboard, maar dat zijn enkel maar korte ervaringen die moeten tonen wat VR is.
Oculus heeft de kantjes er niet afgelopen en benut de lange ontwikkeltijd tot het maximum. HTC is aan een inhaalrace bezig, en kan niet anders dan de kantjes eraf te lopen. Hebben ze wel genoeg tijd gehad? VR heeft een flinke community nodig en veel nieuwe spellen en ervaringen. Valve heeft met Steam een mastodont in handen, maar wat weerhoudt hen om een eigen bril uit te brengen? Geld hebben ze genoeg. HTC wil er als eerste bij zijn om nieuwe inkomsten te vergaren, maar het blijft een flinke gok.
Roze wolk
Met de lancering van de Oculus Rift aan een adviesprijs van 699 euro is VR van zijn roze wolk gedonderd. De beloofde 300 euro is niet haalbaar, ondanks veelvoudige beloftes dat het toch mogelijk zou moeten zijn de afgelopen maanden en jaren. HTC heeft zijn prijs nog niet bekend gemaakt, maar met een commerciële lancering in april kan die niet lang achterwege blijven.
Luckey Palmer, CEO van Oculus, vertelt tijdens de lancering dat ze geen cent verdienen aan elke verkochte Oculus Rift. Dat is zorgwekkend, maar enigszins ook begrijpelijk. Custom OLED-panelen speciaal voor Oculus zal wel een bom geld kosten, en ze leveren ook de nodige randapparatuur mee. Oculus kan zich die zet permitteren om zonder winst te verkopen, omdat mastodont Facebook (eigenaar van Oculus) genoeg reserves heeft. HTC heeft dat niet, integendeel. Als hun VR-bril geld moet opbrengen, komen we aan 799 of 899 euro. Tenzij ze de kortste ontwikkelroute nemen en met inferieure materialen gaan werken.
Veel geld
Het mag duidelijk zijn dat VR geld gaat kosten, maar dan heb je met de bril enkel nog maar de drager. Om in de eerste levensjaren van VR het onderste uit de kan te halen, heb je een krachtige desktop nodig om spellen te kunnen spelen. Je hebt namelijk 90 beelden per seconde nodig voor de beste VR-ervaring, aan een resolutie die iets hoger is dan Full HD. Kostprijs voor zo’n computer? 1.000 euro minimum voor een basisconfiguratie. Wie het onderste uit de Oculus Rift wil halen, is het dubbele kwijt.
1.699 euro als minimumprijs voor VR, dan kan je niet anders concluderen dat de komende generatie VR-brillen voor de lucky few is weggelegd. Volgens Oculus CEO Luckey Palmer daalt die prijs snel omdat desktops bijzonder snel evolueren op grafisch vlak. Prima mogelijk, maar de spellen worden elk jaar ook mooier en veeleisender. Die race valt niet te winnen, dus de prijs van desktop pc’s die ‘VR-compatibel’ zijn, zal altijd pittig blijven.
Buitenbeentje
Buitenbeentje van het pak is PlayStation VR van Sony. Dit is de enige VR-bril die op korte termijn de grote massa zou kunnen aanspreken zonder al te zware investeringen. De PlayStation 4 is een succes met 36 miljoen verkochte exemplaren tot nu toe, wat een ontzettend grote afzetmarkt is. Bovendien is de hardware universeel: geen dure desktop met duizend verschillende mogelijk configuraties.
Ontwikkelaars kunnen alle kracht uit de PS4 optimaal benutten, en zo VR ook plug-and-play maken zonder dat je in het instellingenmenu moet duiken om grafische toeters en bellen te wijzigen. De PS4 kost ook maar 349 euro, met waarschijnlijk een prijsdaling naar 299 euro wanneer de PlayStation VR beschikbaar is in de tweede helft van 2016. Sony hoeft dan niets te verdienen aan de bril, zolang het maar op de licenties kan verdienen van VR-games. Misschien krijgen ze het wel voor elkaar om de PS4 te bundelen met de PlayStation VR voor 699 euro? Dat zou een meesterlijke zet zijn om VR voor gamers toegankelijker te maken.
Doorbraak?
Virtual reality heeft sowieso nog een heel lange weg te gaan. De voornaamste groep die VR tot massaproductie moet dwingen, zijn de gamers. 3D-werelden hebben een minimale aanpassing nodig om compatibel te zijn, wat direct bijzonder veel speelbare content oplevert. Gloednieuwe VR-ervaringen in 3D-werelden kosten iets meer tijd om te ontwikkelen, maar dat aantal zal dit jaar flink aandikken.
Ben je niet zo’n gamer? Dan heb je aan de VR-brillen van de drie grote tenoren weinig. 360°-films en -foto’s zullen in 2016 flink groeien. Daarvoor heb je geen pittige hardware nodig en is je smartphone ruim krachtig genoeg. Dan komt opnieuw de Samsung Gear VR of Google Cardboard in beeld. Die eerste omwille van de beste oplossing tot nu toe, die tweede omwille van zijn lage instapkost.
2016 wordt het jaar dat VR sterk groeit, maar van een definitieve doorbraak is nog geen sprake. Er is (voorlopig) te weinig content en de kostprijs swingt de pan uit om ook maar deftig te kunnen starten. Gamers zullen de kar moeten trekken voor het grote publiek, terwijl VR-porno ook nog een potentiële troefkaart is. Van zodra het WK voetbal in VR mogelijk is, is de trein vertrokken voor de grote massa. Nog eventjes wachten dus…
Virtual reality staat voor de grote doorbraak in 2016. Vorig jaar konden liefhebbers al een ontwikkelaarsversie van de Oculus Rift kopen voor een eerste indruk, terwijl Samsung met de Gear VR en Google met Cardboard de grote massa wil wakker maken voor virtual reality. Niet echt gemakkelijk, want virtual reality communiceren naar de buitenwereld is ontzettend moeilijk. Je moet het ervaren om te begrijpen wat het is.
Voedingsbodem
Oculus heeft eigenlijk volledig zelf de VR-revolutie gestart met een Kickstarterproject op 1 augustus 2012. Een simpele oproep met een duidelijke visie heeft ervoor gezorgd dat in totaal bijna 2,5 miljoen dollar werd opgehaald. Klinkt mooi, maar weinigen geloofden in de visie van Oculus. Pas wanneer de eerste testkit werd geleverd, ging bij iedereen de ogen open. Virtual reality is mogelijk aan een schappelijke prijs. De bal ging aan het rollen. Facebook had dat ook snel door. Niet toevallig telde het een recordbedrag van 2 miljard dollar neer, twee jaar na de Kickstartercampagne.
In tussentijd hebben andere fabrikanten de boodschap begrepen en zijn Sony en HTC mee op de kar gesprongen. Allemaal hebben ze hun belangen. Sony wil VR naar PlayStation brengen, HTC wil zichzelf uit het slop halen dankzij een partnership met Steam van Valve. Allemaal zijn ze klaar voor een lancering in 2016. Oculus en HTC al in maart en april, Sony wacht tot de tweede helft van 2016.
VR-landschap
Tot zover het landschap. Er zijn drie grote concurrenten die alles of niets spelen. Mochten deze drie producten falen de komende twee jaar, is het voorbij en gaat VR opnieuw de kast in zoals dat bij 3D-tv’s ging. Je hebt wel spielerei zoals de Gear VR en de Google Cardboard, maar dat zijn enkel maar korte ervaringen die moeten tonen wat VR is.
Oculus heeft de kantjes er niet afgelopen en benut de lange ontwikkeltijd tot het maximum. HTC is aan een inhaalrace bezig, en kan niet anders dan de kantjes eraf te lopen. Hebben ze wel genoeg tijd gehad? VR heeft een flinke community nodig en veel nieuwe spellen en ervaringen. Valve heeft met Steam een mastodont in handen, maar wat weerhoudt hen om een eigen bril uit te brengen? Geld hebben ze genoeg. HTC wil er als eerste bij zijn om nieuwe inkomsten te vergaren, maar het blijft een flinke gok.
Roze wolk
Met de lancering van de Oculus Rift aan een adviesprijs van 699 euro is VR van zijn roze wolk gedonderd. De beloofde 300 euro is niet haalbaar, ondanks veelvoudige beloftes dat het toch mogelijk zou moeten zijn de afgelopen maanden en jaren. HTC heeft zijn prijs nog niet bekend gemaakt, maar met een commerciële lancering in april kan die niet lang achterwege blijven.
Luckey Palmer, CEO van Oculus, vertelt tijdens de lancering dat ze geen cent verdienen aan elke verkochte Oculus Rift. Dat is zorgwekkend, maar enigszins ook begrijpelijk. Custom OLED-panelen speciaal voor Oculus zal wel een bom geld kosten, en ze leveren ook de nodige randapparatuur mee. Oculus kan zich die zet permitteren om zonder winst te verkopen, omdat mastodont Facebook (eigenaar van Oculus) genoeg reserves heeft. HTC heeft dat niet, integendeel. Als hun VR-bril geld moet opbrengen, komen we aan 799 of 899 euro. Tenzij ze de kortste ontwikkelroute nemen en met inferieure materialen gaan werken.
Veel geld
Het mag duidelijk zijn dat VR geld gaat kosten, maar dan heb je met de bril enkel nog maar de drager. Om in de eerste levensjaren van VR het onderste uit de kan te halen, heb je een krachtige desktop nodig om spellen te kunnen spelen. Je hebt namelijk 90 beelden per seconde nodig voor de beste VR-ervaring, aan een resolutie die iets hoger is dan Full HD. Kostprijs voor zo’n computer? 1.000 euro minimum voor een basisconfiguratie. Wie het onderste uit de Oculus Rift wil halen, is het dubbele kwijt.
1.699 euro als minimumprijs voor VR, dan kan je niet anders concluderen dat de komende generatie VR-brillen voor de lucky few is weggelegd. Volgens Oculus CEO Luckey Palmer daalt die prijs snel omdat desktops bijzonder snel evolueren op grafisch vlak. Prima mogelijk, maar de spellen worden elk jaar ook mooier en veeleisender. Die race valt niet te winnen, dus de prijs van desktop pc’s die ‘VR-compatibel’ zijn, zal altijd pittig blijven.
Buitenbeentje
Buitenbeentje van het pak is PlayStation VR van Sony. Dit is de enige VR-bril die op korte termijn de grote massa zou kunnen aanspreken zonder al te zware investeringen. De PlayStation 4 is een succes met 36 miljoen verkochte exemplaren tot nu toe, wat een ontzettend grote afzetmarkt is. Bovendien is de hardware universeel: geen dure desktop met duizend verschillende mogelijk configuraties.
Ontwikkelaars kunnen alle kracht uit de PS4 optimaal benutten, en zo VR ook plug-and-play maken zonder dat je in het instellingenmenu moet duiken om grafische toeters en bellen te wijzigen. De PS4 kost ook maar 349 euro, met waarschijnlijk een prijsdaling naar 299 euro wanneer de PlayStation VR beschikbaar is in de tweede helft van 2016. Sony hoeft dan niets te verdienen aan de bril, zolang het maar op de licenties kan verdienen van VR-games. Misschien krijgen ze het wel voor elkaar om de PS4 te bundelen met de PlayStation VR voor 699 euro? Dat zou een meesterlijke zet zijn om VR voor gamers toegankelijker te maken.
Doorbraak?
Virtual reality heeft sowieso nog een heel lange weg te gaan. De voornaamste groep die VR tot massaproductie moet dwingen, zijn de gamers. 3D-werelden hebben een minimale aanpassing nodig om compatibel te zijn, wat direct bijzonder veel speelbare content oplevert. Gloednieuwe VR-ervaringen in 3D-werelden kosten iets meer tijd om te ontwikkelen, maar dat aantal zal dit jaar flink aandikken.
Ben je niet zo’n gamer? Dan heb je aan de VR-brillen van de drie grote tenoren weinig. 360°-films en -foto’s zullen in 2016 flink groeien. Daarvoor heb je geen pittige hardware nodig en is je smartphone ruim krachtig genoeg. Dan komt opnieuw de Samsung Gear VR of Google Cardboard in beeld. Die eerste omwille van de beste oplossing tot nu toe, die tweede omwille van zijn lage instapkost.
2016 wordt het jaar dat VR sterk groeit, maar van een definitieve doorbraak is nog geen sprake. Er is (voorlopig) te weinig content en de kostprijs swingt de pan uit om ook maar deftig te kunnen starten. Gamers zullen de kar moeten trekken voor het grote publiek, terwijl VR-porno ook nog een potentiële troefkaart is. Van zodra het WK voetbal in VR mogelijk is, is de trein vertrokken voor de grote massa. Nog eventjes wachten dus…