Massatest: zes 3D-printers voor thuis getest
Niet zo lang geleden waren 3D-printers alleen beschikbaar als zelfbouwkit voor de hobbyist met zeeën van geduld en tijd. Vandaag bestaat er een 3D-printer van geen 400 euro waarmee het kleinste kind aan de slag kan. Mag het iets duurder zijn, dan kan je kiezen uit een gamma van knappe 3D-printers met een haarfijne resolutie en nauwelijks beperkingen. Ik neem zes 3D-printers voor consumenten onder handen en beoordeel ze niet alleen op kwaliteit, maar ook gebruiksvriendelijkheid. Een succesvolle printer mag immers niet enkel door experts te bedienen zijn.
Aan de slag
3D-printers evolueren razendsnel. Waar er enkele jaren geleden amper een handvol zelfbouwpakketten bestonden koop je vandaag afgewerkte eindproducten met een kwaliteitsgarantie. Hoog tijd dus voor een eerste massatest.
3D-printen kan op verschillende manieren. Zo worden metalen onderdelen geprint met de hulp van poeder en lasers. Die technieken zijn echter nog niet aan de consument besteed. De vorm van additive manufacturing die het al wel tot in de huiskamer schopte werkt met gesmolten plastic, dat laagje per laagje wordt neergelegd om zo voorzichtig een vorm te maken.
Twee soorten plastic komen het meest voor: PLA en ABS. PLA is in de regel eenvoudiger om mee te printen, maar het is minder sterk dan ABS en bovendien biologisch afbreekbaar. Goede resultaten verkrijgen met ABS is iets moeilijker, al zijn de prints sterker. ABS is niet biologisch afbreekbaar en is dus geschikt om bijvoorbeeld beeldjes voor buiten af te drukken.
Laagjes
Fabrikanten pakken het printproces op verschillende manieren aan, maar de essentie van een klassieke 3D-printer blijft hetzelfde. Het plastic, filament genoemd, koop je als draad op een grote rol. Die draad wordt door een voedingssysteem naar een printkop geleid. Daar wordt het plastic gesmolten. De printkop beweegt vervolgens naar de juiste coordinaten, waar het filament gedeponeerd wordt, en vrijwel meteen terug stolt. Laag na laag wordt er zo, van onder naar boven, een figuur opgebouwd.
De printkop weer naar welke coördinaten hij moet met dank aan een slicer. Dat is een programma dat 3D-bestanden omzet in code die een 3D-printer begrijpt. In de praktijk is dat een soort wegbeschrijving voor de printkop: “ga naar de linkerhoek, beweeg dan naar rechts, vervolgens een beetje naar achteren, dan terug naar de linkerhoek, en begin dan aan de volgende laag.”
Zes plus één
Printers kunnen open source zijn, in dat geval werken ze met andere open source software, of closed source. Die laatste categorie werkt met eigen software en ruilt in de regel aanpasbaarheid in voor gebruiksgemak.
Wij nemen in deze test zes kant en klare printers onder handen. Het doel: de beste 3D-printer ontdekken voor wie vandaag aan deze nieuwe hobby wil beginnen al bezit deze test zeker ook waardevolle informatie voor wie een 3D-printer vanuit professionele overwegingen ambieert.
Niet zo lang geleden waren 3D-printers alleen beschikbaar als zelfbouwkit voor de hobbyist met zeeën van geduld en tijd. Vandaag bestaat er een 3D-printer van geen 400 euro waarmee het kleinste kind aan de slag kan. Mag het iets duurder zijn, dan kan je kiezen uit een gamma van knappe 3D-printers met een haarfijne resolutie en nauwelijks beperkingen. Ik neem zes 3D-printers voor consumenten onder handen en beoordeel ze niet alleen op kwaliteit, maar ook gebruiksvriendelijkheid. Een succesvolle printer mag immers niet enkel door experts te bedienen zijn.
Aan de slag
3D-printers evolueren razendsnel. Waar er enkele jaren geleden amper een handvol zelfbouwpakketten bestonden koop je vandaag afgewerkte eindproducten met een kwaliteitsgarantie. Hoog tijd dus voor een eerste massatest.
3D-printen kan op verschillende manieren. Zo worden metalen onderdelen geprint met de hulp van poeder en lasers. Die technieken zijn echter nog niet aan de consument besteed. De vorm van additive manufacturing die het al wel tot in de huiskamer schopte werkt met gesmolten plastic, dat laagje per laagje wordt neergelegd om zo voorzichtig een vorm te maken.
Twee soorten plastic komen het meest voor: PLA en ABS. PLA is in de regel eenvoudiger om mee te printen, maar het is minder sterk dan ABS en bovendien biologisch afbreekbaar. Goede resultaten verkrijgen met ABS is iets moeilijker, al zijn de prints sterker. ABS is niet biologisch afbreekbaar en is dus geschikt om bijvoorbeeld beeldjes voor buiten af te drukken.
Laagjes
Fabrikanten pakken het printproces op verschillende manieren aan, maar de essentie van een klassieke 3D-printer blijft hetzelfde. Het plastic, filament genoemd, koop je als draad op een grote rol. Die draad wordt door een voedingssysteem naar een printkop geleid. Daar wordt het plastic gesmolten. De printkop beweegt vervolgens naar de juiste coordinaten, waar het filament gedeponeerd wordt, en vrijwel meteen terug stolt. Laag na laag wordt er zo, van onder naar boven, een figuur opgebouwd.
De printkop weer naar welke coördinaten hij moet met dank aan een slicer. Dat is een programma dat 3D-bestanden omzet in code die een 3D-printer begrijpt. In de praktijk is dat een soort wegbeschrijving voor de printkop: “ga naar de linkerhoek, beweeg dan naar rechts, vervolgens een beetje naar achteren, dan terug naar de linkerhoek, en begin dan aan de volgende laag.”
Zes plus één
Printers kunnen open source zijn, in dat geval werken ze met andere open source software, of closed source. Die laatste categorie werkt met eigen software en ruilt in de regel aanpasbaarheid in voor gebruiksgemak.
Wij nemen in deze test zes kant en klare printers onder handen. Het doel: de beste 3D-printer ontdekken voor wie vandaag aan deze nieuwe hobby wil beginnen al bezit deze test zeker ook waardevolle informatie voor wie een 3D-printer vanuit professionele overwegingen ambieert.