Zijn adblockers effectief diefstal?
Vorige week toonden de online kranten in België zich bijzonder strijdlustig tegen de aan populariteit winnende adblockersoftware. Een juridisch precedent zou in de maak zijn.
Maar wat is er dan mis met deze consumentvriendelijke software? Adblockers zijn toch de oplossing bij uitstek tegen de wildgroei aan agressieve reclamepop-ups en banners, die vaak ook nog eens de computer van de gebruiker kunnen besmetten met malware? Voor de consument mag dit inderdaad een goede zaak zijn, maar aanbieders van (gratis) online journalistiek dreigen hierdoor wel een belangrijke bron van inkomsten te verliezen. De Duitse krant Bild.de heeft hiertegen al technische maatregelen genomen: wie de site met een adblocker bezoekt, zal moeten betalen om content te raadplegen. Het geld moet immers ergens vandaan komen.
Diefstal?
Maar zijn adblockers echt diefstal en hebben de kranten ook een juridisch verweer? En zo ja, tegen wie? De maker van de software? De gebruiker ervan? Ook hiervoor kunnen we naar Duitsland kijken. Rechtbanken in Hamburg, Keulen en München hebben uitgerekend in de voorbije maanden een aantal vonnissen geveld in het voordeel van Adblock Plus, de Duitse maker van een veel gebruikt adblockerprogramma.
Verschillende mediagroepen voerden aan dat het blokkeren van advertenties een schending uitmaakt van hun auteursrechten. Immers, door het gebruik van de software zouden auteursrechtelijk beschermde werken worden vervormd. En bovendien zou Adblock Plus misbruik maken van een dominante marktpositie. Een inbreuk op het mededingingsrecht dus. Reden om de staking van de commercialisering van deze software te eisen. De Duitse rechters waren echter unaniem van mening dat er geen sprake kan zijn van de beweerde inbreuken.
Makers van adblockersoftware kunnen in Duitsland dus voorlopig niet of moeilijk worden vervolgd. En internauten blijven vrij deze software te installeren. Maar niets belet uiteraard dat websites via hun algemene voorwaarden het gebruik ervan verbieden en dit verbod via technische maatregelen afdwingen, naar het voorbeeld van de krant Bild.de dus.
Moeilijk te verdedigen
In België zullen we wellicht tot een soortgelijke conclusie moeten komen zolang het gaat om software die de gebruiker installeert en beheert. Een inbreuk op auteursrechten valt dan net als in Duitsland moeilijk te verdedigen. Het is immers de gebruiker die voor eigen privé-gebruik beslist hoe hij de webpagina’s op zijn scherm in beeld brengt, namelijk zonder de advertenties. Noch de tekst van de website noch de advertentie zelf worden daarbij gewijzigd. En als er al sprake zou kunnen zijn van een (onrechtmatig) gewijzigde kopie van de website dan maakt de gebruiker die niet openbaar voor andere internauten.
Een onrechtmatige bewerking en openbaarmaking zou er wel zijn moest de aanbieder van de adblocker zelf, bij wijze van dienstverlening aan het online publiek maar voor zijn eigen commercieel voordeel, websites op reclame gaan filteren en deze vervolgens opnieuw aan dat publiek aanbieden. Maar dat lijkt bij geen van de gekende adblockers het geval. Mediagroepen die toch een juridisch gevecht willen beginnen zouden daarom alsnog moeten bewijzen dat een bepaalde aanbieder van adblockersoftware een machtspositie heeft en deze misbruikt. Dit is uiteraard niet uitgesloten maar zal wel ernstig onderzoek vereisen. Onder meer de praktijk van ‘whitelisten’, waarbij de maker van de adblocker zich laat vergoeden om bepaalde reclame op bepaalde sites tegen betaling wel te tonen en op die manier kleinere concurrenten te laten blokkeren, zou misbruikmakend kunnen zijn. Om dit hard te maken moet dan eerst de relevante markt worden afgebakend en een dominante positie worden vastgesteld.
Maatregelen
Ondertussen kunnen krantenwebsites zich alvast buigen over een aanpassing van hun algemene voorwaarden en de implementatie van technische maatregelen om gebruikers van adblockersoftware de toegang tot hun website te ontzeggen. Maar wetende dat deze software in de toekomst zichzelf zal verbeteren en wellicht moeilijk detecteerbaar zal zijn, lijkt het nog beter in te zetten op aangepaste vormen van reclame die een veilige en aangename gebruikservaring garanderen.
En tot slot kunnen websites maar beter voorzichtig zijn met welke adverteerders ze in zee gaan, want intrusieve reclame die bovendien privacy-onvriendelijke scripts achterlaat wordt door gebruikers en toezichthouders minder en minder op prijs gesteld. Op het einde van de rit zal het altijd de redelijkheid zijn die in dit soort discussies overwint, rekening houdend met de belangen van alle betrokken partijen. Adblockers zonder meer diefstal noemen is in ieder geval wat kort door de bocht.
Vorige week toonden de online kranten in België zich bijzonder strijdlustig tegen de aan populariteit winnende adblockersoftware. Een juridisch precedent zou in de maak zijn.
Maar wat is er dan mis met deze consumentvriendelijke software? Adblockers zijn toch de oplossing bij uitstek tegen de wildgroei aan agressieve reclamepop-ups en banners, die vaak ook nog eens de computer van de gebruiker kunnen besmetten met malware? Voor de consument mag dit inderdaad een goede zaak zijn, maar aanbieders van (gratis) online journalistiek dreigen hierdoor wel een belangrijke bron van inkomsten te verliezen. De Duitse krant Bild.de heeft hiertegen al technische maatregelen genomen: wie de site met een adblocker bezoekt, zal moeten betalen om content te raadplegen. Het geld moet immers ergens vandaan komen.
Diefstal?
Maar zijn adblockers echt diefstal en hebben de kranten ook een juridisch verweer? En zo ja, tegen wie? De maker van de software? De gebruiker ervan? Ook hiervoor kunnen we naar Duitsland kijken. Rechtbanken in Hamburg, Keulen en München hebben uitgerekend in de voorbije maanden een aantal vonnissen geveld in het voordeel van Adblock Plus, de Duitse maker van een veel gebruikt adblockerprogramma.
Verschillende mediagroepen voerden aan dat het blokkeren van advertenties een schending uitmaakt van hun auteursrechten. Immers, door het gebruik van de software zouden auteursrechtelijk beschermde werken worden vervormd. En bovendien zou Adblock Plus misbruik maken van een dominante marktpositie. Een inbreuk op het mededingingsrecht dus. Reden om de staking van de commercialisering van deze software te eisen. De Duitse rechters waren echter unaniem van mening dat er geen sprake kan zijn van de beweerde inbreuken.
Makers van adblockersoftware kunnen in Duitsland dus voorlopig niet of moeilijk worden vervolgd. En internauten blijven vrij deze software te installeren. Maar niets belet uiteraard dat websites via hun algemene voorwaarden het gebruik ervan verbieden en dit verbod via technische maatregelen afdwingen, naar het voorbeeld van de krant Bild.de dus.
Moeilijk te verdedigen
In België zullen we wellicht tot een soortgelijke conclusie moeten komen zolang het gaat om software die de gebruiker installeert en beheert. Een inbreuk op auteursrechten valt dan net als in Duitsland moeilijk te verdedigen. Het is immers de gebruiker die voor eigen privé-gebruik beslist hoe hij de webpagina’s op zijn scherm in beeld brengt, namelijk zonder de advertenties. Noch de tekst van de website noch de advertentie zelf worden daarbij gewijzigd. En als er al sprake zou kunnen zijn van een (onrechtmatig) gewijzigde kopie van de website dan maakt de gebruiker die niet openbaar voor andere internauten.
Een onrechtmatige bewerking en openbaarmaking zou er wel zijn moest de aanbieder van de adblocker zelf, bij wijze van dienstverlening aan het online publiek maar voor zijn eigen commercieel voordeel, websites op reclame gaan filteren en deze vervolgens opnieuw aan dat publiek aanbieden. Maar dat lijkt bij geen van de gekende adblockers het geval. Mediagroepen die toch een juridisch gevecht willen beginnen zouden daarom alsnog moeten bewijzen dat een bepaalde aanbieder van adblockersoftware een machtspositie heeft en deze misbruikt. Dit is uiteraard niet uitgesloten maar zal wel ernstig onderzoek vereisen. Onder meer de praktijk van ‘whitelisten’, waarbij de maker van de adblocker zich laat vergoeden om bepaalde reclame op bepaalde sites tegen betaling wel te tonen en op die manier kleinere concurrenten te laten blokkeren, zou misbruikmakend kunnen zijn. Om dit hard te maken moet dan eerst de relevante markt worden afgebakend en een dominante positie worden vastgesteld.
Maatregelen
Ondertussen kunnen krantenwebsites zich alvast buigen over een aanpassing van hun algemene voorwaarden en de implementatie van technische maatregelen om gebruikers van adblockersoftware de toegang tot hun website te ontzeggen. Maar wetende dat deze software in de toekomst zichzelf zal verbeteren en wellicht moeilijk detecteerbaar zal zijn, lijkt het nog beter in te zetten op aangepaste vormen van reclame die een veilige en aangename gebruikservaring garanderen.
En tot slot kunnen websites maar beter voorzichtig zijn met welke adverteerders ze in zee gaan, want intrusieve reclame die bovendien privacy-onvriendelijke scripts achterlaat wordt door gebruikers en toezichthouders minder en minder op prijs gesteld. Op het einde van de rit zal het altijd de redelijkheid zijn die in dit soort discussies overwint, rekening houdend met de belangen van alle betrokken partijen. Adblockers zonder meer diefstal noemen is in ieder geval wat kort door de bocht.