Reportage: Technologie in revalidatiecentrum Pulderbos
Bomen staan er genoeg rond het grote gebouw van revalidatiecentrum Pulderbos, geld groeit daar helaas niet aan. Dat houdt het centrum niet tegen om nieuwe technologie te integreren in de zorgverlening voor patiënten.
Algemeen directeur Steven Hazenbosch en directeur van de secundaire onderwijsafdeling Gery Smans nemen me mee doorheen het centrum en leggen uit hoe technologische ontwikkelingen een belangrijke impact hebben op het revalidatieproces van de patiënten. Blijkt dat zelfs de Nintendo Wii therapeutisch verantwoorde toepassingen heeft.
Het centrum ligt niet ver van de autosnelweg in een groene oase, net ver genoeg van de dichtbijzijnste Vlaamse lintbebouwing. Het grote maar niet al te moderne gebouw huisvest gemiddeld een kleine honderd kinderen met respiratoire of neurologische aandoeningen. 250 medewerkers zorgen naar best vermogen voor de jonge patiënten, die hier tot hun 21 terecht kunnen maar soms niet ouder dan enkele maanden zijn. “275 wanneer je daar de leerkrachten bijtelt”, weet Gery.
“De mensen zijn het allerbelangrijkste voor ons centrum”, aldus Steven. “Het personeelsbestand vergt dus de grootste investering: zo’n 85 procent van ons budget gaat naar de artsen, verpleegkundigen, opvoedkundigen, psychologen, pedagogen en therapeuten.” In de marge van dat kostenplaatje is er gelukkig nog ruimte voor enkele investeringen, zoals Tolecom.
Webcameraad
Het Tolecom-project zag het daglicht in het schooljaar van 2007-2008 en bleek een groot succes. Het project laat revaliderende leerlingen toe om virtueel aanwezig te blijven in hun klas, dankzij een scherm met een webcam, luidsprekers en een microfoon. Daarmee kan de leerkracht met de leerling in Pulderbos communiceren, en vice versa. De opstelling staat meestal achteraan in het klaslokaal, maar dat houdt medeleerlingen niet tegen om te praten met hun zieke of gewonde klasgenootje.
“Bij aanvang van de les komen vrienden en vriendinnen vaak voor de webcam hangen en praten ze met hun klasgenoot”, vertelt Steven. De virtuele aanwezigheid heeft dus een aanzienlijke sociale impact, maar hoofddoel is natuurlijk om er voor te zorgen dat patiënten geen achterstand oplopen, en daarom is een webcam niet genoeg. Gery: “Voor veel moeilijkere vakken zoals wiskunde moet je het bord goed kunnen zien en in realtime kunnen meevolgen, en daarvoor is een webcam niet voldoende.”
Een slim smartboard, verbonden met het web, laat patiënten toe om vanuit het revalidatiecentrum op het bord in de klas te schrijven.
Om dat euvel te verhelpen stelt het revalidatiecentrum naast de webcamopstelling ook een smartboard ter beschikking aan de school van een revaliderende leerling. Zo’n smartboard bestaat uit een wit bord en een projector, die niet alleen beelden straalt maar ook in de gaten houdt wat er gebeurt op het bord. Zo wordt het klassieke oude schoolbord omgetoverd in een interactieve leeromgeving. Alles wat de leerkracht er op schrijft verschijnt in realtime op een aanraakscherm dat de leerling in Pulderbos ter beschikking heeft. De leerling in kwestie kan via dat aanraakscherm ook zelf op het bord in de klas schrijven. Fysiek aanwezig zijn lukt niet, maar de technologie doet haar best om het gat dicht te rijden.
“Les volgen langs de webcam vereist veel concentratie en is niet voor iedereen weggelegd”, weet Gery. Het centrum heeft materiaal om twee leerlingen te helpen. Steven: “Geregeld werken we ook samen met Bednet, dat een gelijkaardig systeem heeft voor langdurig zieke kinderen.”
Nintendo
Het Tolecomsysteem is intussen geen spitstechnologie meer te noemen, maar het werkt nog. Hetzelfde kan gezegd worden van de Nintendo Wii. Die spelconsole is populair in de huiskamer maar heeft ook zijn plaats in het revalidatietraject van de patiënten.
We wandelen langs één van de vele kinesitherapiezalen die het centrum rijk is. “We hebben geen gecentraliseerde ruimte, maar organiseren heel het centrum in leefgroepen”, verduidelijkt Steven. “Kinderen met een gelijkaardige achtergrond en eenzelfde mentale leeftijd leven hier samen, zodat ze speelkameraden en vrienden hebben en elkaar kunnen steunen op moeilijke momenten.” Elke afdeling heeft meer weg van een schooltje dan van een ziekenhuis. Doktersjassen zie ik nergens, kleurrijke tekeningen des te meer. “Een bewuste keuze”, aldus Steven.
De kinezaal in kwestie is uitgerust met enkele matten waarop een klein meisje met plezier oefent met haar therapeut. Naast de mat staat een tv, met daarop aangesloten de Wii. De console in kwestie is uitgerust met het Balance Board: een platform dat je gewichtsverdeling registreert. Het Balance Board is niet uitgevonden met revalidatie in het achterhoofd, maar het leent zich er uitstekend toe. Ik waag mij op het bord voor een demonstratie. Het spel in kwestie plaatst een Mii, een gepersonaliseerde avatar van de speler, in een luchtbel op een rivier. Door mijn gewicht anders te verdelen over het bord moet ik mijn avatar over de rivier loodsen, zonder de rand te raken. Na de tweede bocht ben ik er al aan, de eindscore is bedroevend.
De kinderen presteren een stuk beter. “De fysieke uitdagingen die de Wii van hen vraagt verplichten hen om bewegingen te oefenen en spieren te trainen op een leuke en speelse manier. “De technologische implementaties moeten therapeutisch zijn”, zegt steven, “maar ook motiverend en stimulerend.” De Wii doet beiden, Tolecom ook.
Cloud
Sommige implementaties zijn dan weer puur functioneel, zoals Nexuz Health. Nexuz health is een soort cloudplatform, ontwikkeld door het universitair ziekenhuis van Leuven. Het systeem maakt een patiëntendossier beschikbaar voor dokters in verschillende instellingen over het hele land. “Zo hebben wij steeds de recentste informatie na onderzoek uitgevoerd aan het UZ in Leuven”, beschrijft Steven de voordelen. “Andersom kunnen ook wij het dossier bewerken.” Het revalidatiecentrum heeft immers ook eigen medische apparatuur, zoals RX-scanners en EEG-toestellen.
Het revalidatiecentrum is één van de vroege deelnemers van het Nexuzproject, dan momenteel over ziekenhuizen en centra in heel Vlaanderen wordt uitgerold. Zo’n eengemaakt dossier klinkt voor de hand liggend, maar in de praktijk spreekt het niet voor zich om een dergelijk systeem te introduceren in de medische wereld”, verzekert Steven me. Logisch: Google Drive of Dropbox volstaan immers niet wanneer het over een medisch patiëntendossier gaat.
Voor de implementatie van de cloud is de medische wereld op eigen IT-volk en eigen servers aangewezen. Steven: “Die staan in Leuven, waar personeel ze onderhoudt.” Partners financieren Nexuz door een bijdrage, maar daarmee wordt geen commerciële winst beoogt.” Iemand moet het personeel en de infrastructuur natuurlijk betalen.
Slimme bril
En geld is er nooit teveel. Het revalidatiecentrum is voor projecten erg afhankelijk van samenwerkingen en sponsors. Zo stelt Belgacom via Bednet de snelle aansluiting voor Tolecom ter beschikking. Niet ieder bedrijf is echter even meegaand: voor de smartboards betaalt Pulderbos de volle pot. Zo kom ik een vreemde mix tegen op mijn wandeling door het centrum. In de ene zaal staat een slim bord van enkele jaren oud, in de volgende kamer zie ik een moderne Samsungtablet en in de zaal daar achter staat een computer die nog is aangesloten op een CRT-scherm, al blijkt die bak wel over aanraakfunctionaliteit te beschikken. Technologie gaat langer mee in dit revalidatiecentrum dan wat we in onze consumptiemaatschappij gewoon zijn.
Toch denken Steven, Gery en hun collega’s constant na over mogelijke implementaties van splinternieuwe technologie. Een artikel over een bakker die zijn efficiëntie verhoogde met de hulp van een slimme bril zoals Google Glass trok hun aandacht.
Steven: “Momenteel kijken we samen met Thomas More Hogeschool naar mogelijke implementaties van een Smart Glass in het centrum. Concreet beslisten we nog niets, alles zit nog in een prille onderzoeksfase.” Toch hebben de twee al enkele ideeën. “Patiënten in ons centrum hebben het erg druk. Ze gaan van de ene therapiezaal naar de andere, met lessen en lunch tussendoor. Iedereen krijgt een planning op papier maar niet iedereen heeft de motoriek om daar vlot mee om te gaan.”
Het vereist niet veel inbeelding om te zien hoe een bril met een heads up display motorisch beperkte en gedeeltelijk verlamde kinderen kan helpen. Hun dagplanning kan mooi voor hun ogen verschijnen, zonder dat ze daarvoor moeilijke handelingen moeten uitvoeren.
Gery denkt nog verder: “Het is niet voor iedereen even eenvoudig om zijn weg te vinden in het revalidatiecentrum: een slimme bril zou als een binnenhuis-gps kunnen dienen.” Samen met het Mobilab van Thomas More hoopt het revalidatiecentrum binnenkort toe te werken naar een concreet pilootproject.
Het valt op hoezeer Steven en Gery nadenken over manieren om hun reeds gerenommeerd centrum nog beter te maken met de hulp van technologie. Het is vooral frappant hoe bestaande toestellen hun plaats vinden in het centrum als revalidatietool. Ik kijk alvast uit naar een concrete implementatie van de slimme bril.
Bomen staan er genoeg rond het grote gebouw van revalidatiecentrum Pulderbos, geld groeit daar helaas niet aan. Dat houdt het centrum niet tegen om nieuwe technologie te integreren in de zorgverlening voor patiënten.
Algemeen directeur Steven Hazenbosch en directeur van de secundaire onderwijsafdeling Gery Smans nemen me mee doorheen het centrum en leggen uit hoe technologische ontwikkelingen een belangrijke impact hebben op het revalidatieproces van de patiënten. Blijkt dat zelfs de Nintendo Wii therapeutisch verantwoorde toepassingen heeft.
Het centrum ligt niet ver van de autosnelweg in een groene oase, net ver genoeg van de dichtbijzijnste Vlaamse lintbebouwing. Het grote maar niet al te moderne gebouw huisvest gemiddeld een kleine honderd kinderen met respiratoire of neurologische aandoeningen. 250 medewerkers zorgen naar best vermogen voor de jonge patiënten, die hier tot hun 21 terecht kunnen maar soms niet ouder dan enkele maanden zijn. “275 wanneer je daar de leerkrachten bijtelt”, weet Gery.
“De mensen zijn het allerbelangrijkste voor ons centrum”, aldus Steven. “Het personeelsbestand vergt dus de grootste investering: zo’n 85 procent van ons budget gaat naar de artsen, verpleegkundigen, opvoedkundigen, psychologen, pedagogen en therapeuten.” In de marge van dat kostenplaatje is er gelukkig nog ruimte voor enkele investeringen, zoals Tolecom.
Webcameraad
Het Tolecom-project zag het daglicht in het schooljaar van 2007-2008 en bleek een groot succes. Het project laat revaliderende leerlingen toe om virtueel aanwezig te blijven in hun klas, dankzij een scherm met een webcam, luidsprekers en een microfoon. Daarmee kan de leerkracht met de leerling in Pulderbos communiceren, en vice versa. De opstelling staat meestal achteraan in het klaslokaal, maar dat houdt medeleerlingen niet tegen om te praten met hun zieke of gewonde klasgenootje.
“Bij aanvang van de les komen vrienden en vriendinnen vaak voor de webcam hangen en praten ze met hun klasgenoot”, vertelt Steven. De virtuele aanwezigheid heeft dus een aanzienlijke sociale impact, maar hoofddoel is natuurlijk om er voor te zorgen dat patiënten geen achterstand oplopen, en daarom is een webcam niet genoeg. Gery: “Voor veel moeilijkere vakken zoals wiskunde moet je het bord goed kunnen zien en in realtime kunnen meevolgen, en daarvoor is een webcam niet voldoende.”
Een slim smartboard, verbonden met het web, laat patiënten toe om vanuit het revalidatiecentrum op het bord in de klas te schrijven.
Om dat euvel te verhelpen stelt het revalidatiecentrum naast de webcamopstelling ook een smartboard ter beschikking aan de school van een revaliderende leerling. Zo’n smartboard bestaat uit een wit bord en een projector, die niet alleen beelden straalt maar ook in de gaten houdt wat er gebeurt op het bord. Zo wordt het klassieke oude schoolbord omgetoverd in een interactieve leeromgeving. Alles wat de leerkracht er op schrijft verschijnt in realtime op een aanraakscherm dat de leerling in Pulderbos ter beschikking heeft. De leerling in kwestie kan via dat aanraakscherm ook zelf op het bord in de klas schrijven. Fysiek aanwezig zijn lukt niet, maar de technologie doet haar best om het gat dicht te rijden.
“Les volgen langs de webcam vereist veel concentratie en is niet voor iedereen weggelegd”, weet Gery. Het centrum heeft materiaal om twee leerlingen te helpen. Steven: “Geregeld werken we ook samen met Bednet, dat een gelijkaardig systeem heeft voor langdurig zieke kinderen.”
Nintendo
Het Tolecomsysteem is intussen geen spitstechnologie meer te noemen, maar het werkt nog. Hetzelfde kan gezegd worden van de Nintendo Wii. Die spelconsole is populair in de huiskamer maar heeft ook zijn plaats in het revalidatietraject van de patiënten.
We wandelen langs één van de vele kinesitherapiezalen die het centrum rijk is. “We hebben geen gecentraliseerde ruimte, maar organiseren heel het centrum in leefgroepen”, verduidelijkt Steven. “Kinderen met een gelijkaardige achtergrond en eenzelfde mentale leeftijd leven hier samen, zodat ze speelkameraden en vrienden hebben en elkaar kunnen steunen op moeilijke momenten.” Elke afdeling heeft meer weg van een schooltje dan van een ziekenhuis. Doktersjassen zie ik nergens, kleurrijke tekeningen des te meer. “Een bewuste keuze”, aldus Steven.
De kinezaal in kwestie is uitgerust met enkele matten waarop een klein meisje met plezier oefent met haar therapeut. Naast de mat staat een tv, met daarop aangesloten de Wii. De console in kwestie is uitgerust met het Balance Board: een platform dat je gewichtsverdeling registreert. Het Balance Board is niet uitgevonden met revalidatie in het achterhoofd, maar het leent zich er uitstekend toe. Ik waag mij op het bord voor een demonstratie. Het spel in kwestie plaatst een Mii, een gepersonaliseerde avatar van de speler, in een luchtbel op een rivier. Door mijn gewicht anders te verdelen over het bord moet ik mijn avatar over de rivier loodsen, zonder de rand te raken. Na de tweede bocht ben ik er al aan, de eindscore is bedroevend.
De kinderen presteren een stuk beter. “De fysieke uitdagingen die de Wii van hen vraagt verplichten hen om bewegingen te oefenen en spieren te trainen op een leuke en speelse manier. “De technologische implementaties moeten therapeutisch zijn”, zegt steven, “maar ook motiverend en stimulerend.” De Wii doet beiden, Tolecom ook.
Cloud
Sommige implementaties zijn dan weer puur functioneel, zoals Nexuz Health. Nexuz health is een soort cloudplatform, ontwikkeld door het universitair ziekenhuis van Leuven. Het systeem maakt een patiëntendossier beschikbaar voor dokters in verschillende instellingen over het hele land. “Zo hebben wij steeds de recentste informatie na onderzoek uitgevoerd aan het UZ in Leuven”, beschrijft Steven de voordelen. “Andersom kunnen ook wij het dossier bewerken.” Het revalidatiecentrum heeft immers ook eigen medische apparatuur, zoals RX-scanners en EEG-toestellen.
Het revalidatiecentrum is één van de vroege deelnemers van het Nexuzproject, dan momenteel over ziekenhuizen en centra in heel Vlaanderen wordt uitgerold. Zo’n eengemaakt dossier klinkt voor de hand liggend, maar in de praktijk spreekt het niet voor zich om een dergelijk systeem te introduceren in de medische wereld”, verzekert Steven me. Logisch: Google Drive of Dropbox volstaan immers niet wanneer het over een medisch patiëntendossier gaat.
Voor de implementatie van de cloud is de medische wereld op eigen IT-volk en eigen servers aangewezen. Steven: “Die staan in Leuven, waar personeel ze onderhoudt.” Partners financieren Nexuz door een bijdrage, maar daarmee wordt geen commerciële winst beoogt.” Iemand moet het personeel en de infrastructuur natuurlijk betalen.
Slimme bril
En geld is er nooit teveel. Het revalidatiecentrum is voor projecten erg afhankelijk van samenwerkingen en sponsors. Zo stelt Belgacom via Bednet de snelle aansluiting voor Tolecom ter beschikking. Niet ieder bedrijf is echter even meegaand: voor de smartboards betaalt Pulderbos de volle pot. Zo kom ik een vreemde mix tegen op mijn wandeling door het centrum. In de ene zaal staat een slim bord van enkele jaren oud, in de volgende kamer zie ik een moderne Samsungtablet en in de zaal daar achter staat een computer die nog is aangesloten op een CRT-scherm, al blijkt die bak wel over aanraakfunctionaliteit te beschikken. Technologie gaat langer mee in dit revalidatiecentrum dan wat we in onze consumptiemaatschappij gewoon zijn.
Toch denken Steven, Gery en hun collega’s constant na over mogelijke implementaties van splinternieuwe technologie. Een artikel over een bakker die zijn efficiëntie verhoogde met de hulp van een slimme bril zoals Google Glass trok hun aandacht.
Steven: “Momenteel kijken we samen met Thomas More Hogeschool naar mogelijke implementaties van een Smart Glass in het centrum. Concreet beslisten we nog niets, alles zit nog in een prille onderzoeksfase.” Toch hebben de twee al enkele ideeën. “Patiënten in ons centrum hebben het erg druk. Ze gaan van de ene therapiezaal naar de andere, met lessen en lunch tussendoor. Iedereen krijgt een planning op papier maar niet iedereen heeft de motoriek om daar vlot mee om te gaan.”
Het vereist niet veel inbeelding om te zien hoe een bril met een heads up display motorisch beperkte en gedeeltelijk verlamde kinderen kan helpen. Hun dagplanning kan mooi voor hun ogen verschijnen, zonder dat ze daarvoor moeilijke handelingen moeten uitvoeren.
Gery denkt nog verder: “Het is niet voor iedereen even eenvoudig om zijn weg te vinden in het revalidatiecentrum: een slimme bril zou als een binnenhuis-gps kunnen dienen.” Samen met het Mobilab van Thomas More hoopt het revalidatiecentrum binnenkort toe te werken naar een concreet pilootproject.
Het valt op hoezeer Steven en Gery nadenken over manieren om hun reeds gerenommeerd centrum nog beter te maken met de hulp van technologie. Het is vooral frappant hoe bestaande toestellen hun plaats vinden in het centrum als revalidatietool. Ik kijk alvast uit naar een concrete implementatie van de slimme bril.