Waarom het grote succes van e-books uitblijft
De adoptie van elektronische boeken komt stilaan op gang: Bol.com, de grootste webwinkel voor boeken in de Benelux, zegt dat tegen het einde van dit jaar zo"n 4 procent van zijn verkopen uit e-books zal komen, een stevige groei van de 2,5 procent uit 2012. Toch blijft het groot succes van het digitale boek voorlopig nog uit. De "early adopters" die ze wel kopen, roemen e-books vooral omwille van hun constante beschikbaarheid, hun prijs en het gemak waarmee ze kunnen worden gekocht.
Peulenschil
Het aantal verkochte e-books blijft natuurlijk nog een peulenschil in vergelijking met het papieren werk. Dat komt vooral omdat e-books pas sinds enkele jaren geleden – jazeker, door de komst van de Kindle, Sony"s e-readers en de iBooks-webwinkel van Apple – puur technologisch interessant genoeg zijn geworden. Het eerste decennium in het bestaan van e-books voldeed de technologie gewoon niet om mensen te doen overstappen van papier naar scherm.
[related_article id=”160734″]
Het hield bepaalde fabrikanten natuurlijk niet tegen om het te proberen: vijftien jaar geleden veronderstelden de machten achter de Rocket eBook en de Franklin eBookMan al dat het gedrukte boek binnen de kortste keren een reliek zou worden. Hun producten liepen wel gebukt onder een lelijk groen monochroom scherm, een povere verlichting en het feit dat je als lezer eerst nieuwe boeken moest "uploaden" via de pc, maar toch: een revolutie was op handen, meenden zowel de fabrikanten van die allereerste e-books als sommige internationale boekenuitgevers.
Dat viel dus zwaar tegen, en een eerste renaissance van e-books omstreeks 2004 – dit keer met grote internationale bedrijven als Sony die aan de kar trokken – kreeg niet de panache die de fabrikanten ervan hadden verwacht. Ondertussen was er al draadloos internet en de beschikbaarheid van een downloadwinkel, maar de belangrijkste drempel – het scherm – bleef in de weg zitten. Dat kwam pas goed toen e-ink ten tonele verscheen, een schermtechnologie die letterlijk gebaseerd is op een soort elektronische "inkt", die net als de vloeibare lcd-kristallen bij een computermonitor of een tablet in het scherm van een e-reader kan woren geprangd, en zo een beeldresolutie kan produceren die vergelijkbaar is met die van drukinkt op papier. E-ink werd al aan het einde van de jaren "90 ontwikkeld, maar belandde pakweg de afgelopen vijf jaar pas in commercieel succesvolle producten.
Amazon op kop
Daarmee was meteen de kop eraf: Amazonbaas Jeff Bezos stelde in 2008 zijn eerste Kindle voor, en ongeveer tegelijkertijd doken er nieuwe e-readers op van bedrijven als Sony (de Sony Reader is nu een van de bekendere toestellen) en Kobo. Ondertussen gingen ook andere media- en retailbedrijven hun eigen e-reader op de markt brengen: de Amerikaanse boekhandelketen Barnes & Noble lanceerde zijn Nook, en in Duitsland volgde mediagigant Bertelsmann met zijn exotisch genaamde Tolino Shine.
Het publiek is er ondertussen ook warm voor: in de westerse wereld, bijvoorbeeld, heeft ongeveer 19 procent van alle volwassenen een apparaat in huis dat e-books kan lezen. In het Nederlandse taalgebied leest vandaag ongeveer vier procent van alle lezers af en toe een boek via elektronische weg, en tegen 2015 wordt verwacht dat dat zal zijn gestegen naar meer dan zeven procent.
In de Verenigde Staten is dat het snelste gegaan: ongeveer 57 procent van de wereldwijde e-bookverkoop wordt daar gerealiseerd, en dat komt vooral door een onwaarschijnlijke opmars bij de downloadwinkels van Amazon (dat door 68 procent van de uitgevers wordt gebruikt) en Apple (wiens iBook Store eveneens door een niet misse 58 procent van de Amerikaanse uitgevers als een belangrijk verkoopskanaal wordt gezien).
Europa loopt, zoals altijd wanneer het over technologie en gadgetterie gaat, een stukje achter op de VS, maar er is volgens Boek.be, de Vlaamse vereniging van boekverkopers en -uitgevers, een enorme markt die voorlopig nog niet helemaal ontgonnen is: in de papieren boekenmarkt is Europa wereldwijd koploper, met 40 procent van alle verkochte boeken in de wereld – de VS loopt wat dat betreft achterop met 30 procent. Het komt er voor de uitgevers en technologiebedrijven dus nog op aan om Europese lezers warm te maken voor elektronisch lezen.
Versnipperde markt
De opmars van e-readers op het oude continent wordt onder meer bemoeilijkt door een danig versnipperde markt, die min of meer gelijkloopt met de taalgebieden: in tegenstelling tot een Amazon, dat zijn Kindle in één keer over de hele Verenigde Staten kon lanceren, heeft ieder Europees land zo zijn eigen voorkeuren en zijn er – zie de eigen e-reader van Bertelsmann in het Duitstalige deel van het continent – ook landsspecifieke toestellen op de markt.
Ook loopt het succes van e-boeken min of meer gelijk met dat van e-commerce: hoe groter de rol is die e-commerce speelt op een bepaalde markt, hoe meer printboeken er via die weg aan de man worden gebracht (de primaire reden waarom fysieke boekhandels het vandaag zo moeilijk hebben, zegt Boek.be, is het succes van papieren boeken die via het internet worden verkocht), en dus hoe kleiner de drempel is om over te schakelen naar e-books.
Wat de e-bookmarkt in ieder geval een enorm duwtje in de rug heeft gegeven, is de enorme opmars van de tablet. Je zou durven stellen dat dat uitgerekend slecht kan zijn voor de verkoop van gespecialiseerde e-readers, omdat je er ook boeken op kunt lezen. Maar zo simpel is het niet, en de enorme snelheid waarmee de tablet werd geadopteerd heeft de publieke gewenning aan café- en restaurantgangers die met een tabletje op tafel of op de schoot zitten geweldig snel doen vooruit gaan.
In 2012, zegt marktstudiebureau GfK, werden er in België zo"n 980.000 tablets verkocht. In 2013 moeten er daar al 1,5 miljoen zijn bijgekomen. Eén Belgisch gezin op drie heeft vandaag een tablet in huis, en gezien de snelle groei in de verkoop zal die groep wellicht nog snel toenemen. Ook interessant is wat gebruikers van zo"n tablet – althans volgens enquêtes – ermee doen: 94 procent surft, e-mailt en Facebookt er natuurlijk mee en 75 procent speelt er videogames op, maar een fatsoenlijke 38 procent gaf ook aan dat ze er boeken (of hoofdstukken eruit) op lezen – meer dan er tableteigenaars zijn die het ding gebruiken om er tv op te kijken via diensten als TV Overal en Yelo (33 procent) en bijna evenveel als er YouTubefilmpjes op kijken (42 procent). Conclusie van Boek.be: een groot aantal tableteigenaars zijn ook potentiële kopers van e-boeken.
Knelpunten
Het grote knelpunt op dit moment is het aanbod aan beschikbare e-boeken. Dat is stevig aan het groeien, maar hun volume is nog steeds niet om over naar huis te schrijven. In het najaar van 2012 was slechts 10 procent van alle Nederlandstalige boeken die te koop zijn ook beschikbaar als e-book.
Er zijn momenteel zo"n 24.000 Nederlandse e-booktitels beschikbaar, wat alles welbeschouwd niet slecht is voor een klein taalgebied als het onze: in Italië en Spanje, bijvoorbeeld, zijn slechts respectievelijk 7.000 en 4.000 e-books beschikbaar in de landstaal. Bovendien zit er een deftige groei in het aantal Nederlandstalige e-books: eind 2010 ging het nog maar om 4.800 stuks, dus dat aantal is op drie jaar tijd wel mooi verviervoudigd. Maar dat komt vooral omdat er de afgelopen jaren enorm veel nieuwe boeken zijn verschenen in België en Nederland, en die tegenwoordig allemaal meteen ook in elektronische vorm worden uitgegeven.
Het grote knelpunt zit hem in de "back catalogue": werken die voor pakweg 2010 op de markt zijn gekomen, zijn zeer zelden ook te vinden in e-bookvorm. Dat heeft niets te maken met de beschikbaarheid van het aanbod. Door initiatieven als Google Books zijn ondertussen tientallen miljoenen boeken ingescand en online doorzoekbaar gemaakt, ook in het Nederlands: enkele jaren geleden nam Google bijvoorbeeld tienduizenden boeken in de Boekentoren, de bibliotheek van de Gentse universiteit, op die manier onder handen. Maar dat de boeken trefwoordgevoelig kunnen worden doorspeurd, betekent niet dat ze in hun geheel op het internet te lezen zijn of beschikbaar zijn als e-book: daarvoor is nog een volgende horde nodig, namelijk de elektronische rechten op het boekwerk
Elektronische rechten
Bij nieuwe boeken zit de elektronische versie meestal al in het contract dat wordt ondertekend tussen de uitgeverij en de auteur, maar dat zit anders in elkaar bij boeken die al uitgegeven zijn: daar moet de schrijver zichzelf expliciet akkoord verklaren met het elektronisch uitgeven van het boek en de daarbij behorende royalties, en moet het contract dus worden vernieuwd of geamendeerd. Dat duurt eventjes, en is misschien helemaal niet rendabel: waarom zou een uitgever tijd en mankracht besteden aan het digitaliseren van een boek uit pakweg 1985, voor die vijf man en een paardenkop die het misschien elektronisch willen kopen? Ook is de huidige rechtenhouder, zeker bij oudere boeken, niet altijd zo makkelijk te vinden.
En dan is er het spook dat ook in andere digitale media rondwaart: piraterij. Net als muziek- en filmbestanden tref je elektronische versies van boeken aan op torrentsites en andere online vindplaatsen van gestolen digitaal goed. Meestal zijn ze in .pdf- of .txt-formaat, maar dat kan door de meeste e-readers worden gelezen.
De beste manier om die piraterij tegen te gaan, denken velen, is de prijs van een gemiddeld boek naar beneden te halen: Apple decimeerde jaren geleden ook muziekpiraterij door liedjes aan 1 euro aan te bieden via zijn iTunes-downloadwinkel. Op dit moment bedraagt de prijs van een Europees e-book nog steeds 80 procent van die van de papieren versie, en dat is veel: in de Verenigde Staten gaat het gemiddeld om de helft. En op welk van deze twee continenten is elektronische boekpiraterij het grootste probleem, denk je? Juist!
De adoptie van elektronische boeken komt stilaan op gang: Bol.com, de grootste webwinkel voor boeken in de Benelux, zegt dat tegen het einde van dit jaar zo"n 4 procent van zijn verkopen uit e-books zal komen, een stevige groei van de 2,5 procent uit 2012. Toch blijft het groot succes van het digitale boek voorlopig nog uit. De "early adopters" die ze wel kopen, roemen e-books vooral omwille van hun constante beschikbaarheid, hun prijs en het gemak waarmee ze kunnen worden gekocht.
Peulenschil
Het aantal verkochte e-books blijft natuurlijk nog een peulenschil in vergelijking met het papieren werk. Dat komt vooral omdat e-books pas sinds enkele jaren geleden – jazeker, door de komst van de Kindle, Sony"s e-readers en de iBooks-webwinkel van Apple – puur technologisch interessant genoeg zijn geworden. Het eerste decennium in het bestaan van e-books voldeed de technologie gewoon niet om mensen te doen overstappen van papier naar scherm.
[related_article id=”160734″]
Het hield bepaalde fabrikanten natuurlijk niet tegen om het te proberen: vijftien jaar geleden veronderstelden de machten achter de Rocket eBook en de Franklin eBookMan al dat het gedrukte boek binnen de kortste keren een reliek zou worden. Hun producten liepen wel gebukt onder een lelijk groen monochroom scherm, een povere verlichting en het feit dat je als lezer eerst nieuwe boeken moest "uploaden" via de pc, maar toch: een revolutie was op handen, meenden zowel de fabrikanten van die allereerste e-books als sommige internationale boekenuitgevers.
Dat viel dus zwaar tegen, en een eerste renaissance van e-books omstreeks 2004 – dit keer met grote internationale bedrijven als Sony die aan de kar trokken – kreeg niet de panache die de fabrikanten ervan hadden verwacht. Ondertussen was er al draadloos internet en de beschikbaarheid van een downloadwinkel, maar de belangrijkste drempel – het scherm – bleef in de weg zitten. Dat kwam pas goed toen e-ink ten tonele verscheen, een schermtechnologie die letterlijk gebaseerd is op een soort elektronische "inkt", die net als de vloeibare lcd-kristallen bij een computermonitor of een tablet in het scherm van een e-reader kan woren geprangd, en zo een beeldresolutie kan produceren die vergelijkbaar is met die van drukinkt op papier. E-ink werd al aan het einde van de jaren "90 ontwikkeld, maar belandde pakweg de afgelopen vijf jaar pas in commercieel succesvolle producten.
Amazon op kop
Daarmee was meteen de kop eraf: Amazonbaas Jeff Bezos stelde in 2008 zijn eerste Kindle voor, en ongeveer tegelijkertijd doken er nieuwe e-readers op van bedrijven als Sony (de Sony Reader is nu een van de bekendere toestellen) en Kobo. Ondertussen gingen ook andere media- en retailbedrijven hun eigen e-reader op de markt brengen: de Amerikaanse boekhandelketen Barnes & Noble lanceerde zijn Nook, en in Duitsland volgde mediagigant Bertelsmann met zijn exotisch genaamde Tolino Shine.
Het publiek is er ondertussen ook warm voor: in de westerse wereld, bijvoorbeeld, heeft ongeveer 19 procent van alle volwassenen een apparaat in huis dat e-books kan lezen. In het Nederlandse taalgebied leest vandaag ongeveer vier procent van alle lezers af en toe een boek via elektronische weg, en tegen 2015 wordt verwacht dat dat zal zijn gestegen naar meer dan zeven procent.
In de Verenigde Staten is dat het snelste gegaan: ongeveer 57 procent van de wereldwijde e-bookverkoop wordt daar gerealiseerd, en dat komt vooral door een onwaarschijnlijke opmars bij de downloadwinkels van Amazon (dat door 68 procent van de uitgevers wordt gebruikt) en Apple (wiens iBook Store eveneens door een niet misse 58 procent van de Amerikaanse uitgevers als een belangrijk verkoopskanaal wordt gezien).
Europa loopt, zoals altijd wanneer het over technologie en gadgetterie gaat, een stukje achter op de VS, maar er is volgens Boek.be, de Vlaamse vereniging van boekverkopers en -uitgevers, een enorme markt die voorlopig nog niet helemaal ontgonnen is: in de papieren boekenmarkt is Europa wereldwijd koploper, met 40 procent van alle verkochte boeken in de wereld – de VS loopt wat dat betreft achterop met 30 procent. Het komt er voor de uitgevers en technologiebedrijven dus nog op aan om Europese lezers warm te maken voor elektronisch lezen.
Versnipperde markt
De opmars van e-readers op het oude continent wordt onder meer bemoeilijkt door een danig versnipperde markt, die min of meer gelijkloopt met de taalgebieden: in tegenstelling tot een Amazon, dat zijn Kindle in één keer over de hele Verenigde Staten kon lanceren, heeft ieder Europees land zo zijn eigen voorkeuren en zijn er – zie de eigen e-reader van Bertelsmann in het Duitstalige deel van het continent – ook landsspecifieke toestellen op de markt.
Ook loopt het succes van e-boeken min of meer gelijk met dat van e-commerce: hoe groter de rol is die e-commerce speelt op een bepaalde markt, hoe meer printboeken er via die weg aan de man worden gebracht (de primaire reden waarom fysieke boekhandels het vandaag zo moeilijk hebben, zegt Boek.be, is het succes van papieren boeken die via het internet worden verkocht), en dus hoe kleiner de drempel is om over te schakelen naar e-books.
Wat de e-bookmarkt in ieder geval een enorm duwtje in de rug heeft gegeven, is de enorme opmars van de tablet. Je zou durven stellen dat dat uitgerekend slecht kan zijn voor de verkoop van gespecialiseerde e-readers, omdat je er ook boeken op kunt lezen. Maar zo simpel is het niet, en de enorme snelheid waarmee de tablet werd geadopteerd heeft de publieke gewenning aan café- en restaurantgangers die met een tabletje op tafel of op de schoot zitten geweldig snel doen vooruit gaan.
In 2012, zegt marktstudiebureau GfK, werden er in België zo"n 980.000 tablets verkocht. In 2013 moeten er daar al 1,5 miljoen zijn bijgekomen. Eén Belgisch gezin op drie heeft vandaag een tablet in huis, en gezien de snelle groei in de verkoop zal die groep wellicht nog snel toenemen. Ook interessant is wat gebruikers van zo"n tablet – althans volgens enquêtes – ermee doen: 94 procent surft, e-mailt en Facebookt er natuurlijk mee en 75 procent speelt er videogames op, maar een fatsoenlijke 38 procent gaf ook aan dat ze er boeken (of hoofdstukken eruit) op lezen – meer dan er tableteigenaars zijn die het ding gebruiken om er tv op te kijken via diensten als TV Overal en Yelo (33 procent) en bijna evenveel als er YouTubefilmpjes op kijken (42 procent). Conclusie van Boek.be: een groot aantal tableteigenaars zijn ook potentiële kopers van e-boeken.
Knelpunten
Het grote knelpunt op dit moment is het aanbod aan beschikbare e-boeken. Dat is stevig aan het groeien, maar hun volume is nog steeds niet om over naar huis te schrijven. In het najaar van 2012 was slechts 10 procent van alle Nederlandstalige boeken die te koop zijn ook beschikbaar als e-book.
Er zijn momenteel zo"n 24.000 Nederlandse e-booktitels beschikbaar, wat alles welbeschouwd niet slecht is voor een klein taalgebied als het onze: in Italië en Spanje, bijvoorbeeld, zijn slechts respectievelijk 7.000 en 4.000 e-books beschikbaar in de landstaal. Bovendien zit er een deftige groei in het aantal Nederlandstalige e-books: eind 2010 ging het nog maar om 4.800 stuks, dus dat aantal is op drie jaar tijd wel mooi verviervoudigd. Maar dat komt vooral omdat er de afgelopen jaren enorm veel nieuwe boeken zijn verschenen in België en Nederland, en die tegenwoordig allemaal meteen ook in elektronische vorm worden uitgegeven.
Het grote knelpunt zit hem in de "back catalogue": werken die voor pakweg 2010 op de markt zijn gekomen, zijn zeer zelden ook te vinden in e-bookvorm. Dat heeft niets te maken met de beschikbaarheid van het aanbod. Door initiatieven als Google Books zijn ondertussen tientallen miljoenen boeken ingescand en online doorzoekbaar gemaakt, ook in het Nederlands: enkele jaren geleden nam Google bijvoorbeeld tienduizenden boeken in de Boekentoren, de bibliotheek van de Gentse universiteit, op die manier onder handen. Maar dat de boeken trefwoordgevoelig kunnen worden doorspeurd, betekent niet dat ze in hun geheel op het internet te lezen zijn of beschikbaar zijn als e-book: daarvoor is nog een volgende horde nodig, namelijk de elektronische rechten op het boekwerk
Elektronische rechten
Bij nieuwe boeken zit de elektronische versie meestal al in het contract dat wordt ondertekend tussen de uitgeverij en de auteur, maar dat zit anders in elkaar bij boeken die al uitgegeven zijn: daar moet de schrijver zichzelf expliciet akkoord verklaren met het elektronisch uitgeven van het boek en de daarbij behorende royalties, en moet het contract dus worden vernieuwd of geamendeerd. Dat duurt eventjes, en is misschien helemaal niet rendabel: waarom zou een uitgever tijd en mankracht besteden aan het digitaliseren van een boek uit pakweg 1985, voor die vijf man en een paardenkop die het misschien elektronisch willen kopen? Ook is de huidige rechtenhouder, zeker bij oudere boeken, niet altijd zo makkelijk te vinden.
En dan is er het spook dat ook in andere digitale media rondwaart: piraterij. Net als muziek- en filmbestanden tref je elektronische versies van boeken aan op torrentsites en andere online vindplaatsen van gestolen digitaal goed. Meestal zijn ze in .pdf- of .txt-formaat, maar dat kan door de meeste e-readers worden gelezen.
De beste manier om die piraterij tegen te gaan, denken velen, is de prijs van een gemiddeld boek naar beneden te halen: Apple decimeerde jaren geleden ook muziekpiraterij door liedjes aan 1 euro aan te bieden via zijn iTunes-downloadwinkel. Op dit moment bedraagt de prijs van een Europees e-book nog steeds 80 procent van die van de papieren versie, en dat is veel: in de Verenigde Staten gaat het gemiddeld om de helft. En op welk van deze twee continenten is elektronische boekpiraterij het grootste probleem, denk je? Juist!