Hoe word je een succesvolle app-ontwikkelaar?
Appstrakt is een jong bedrijf, in alle betekenissen van het woord. Niet alleen is het bedrijf zelf amper vier jaar oud, het gros van de ondertussen veertig medewerkers kijkt nog angstvallig uit naar zijn of haar dertigste verjaardag. Toch hebben ze bergen ervaring aan boord, die ze inzetten voor grote klanten als Spotify, Coca-Cola en AB InBev. Maar hoe word je nu zo’n succesvolle app-ontwikkelaar? Managing Director Tom Vroemans licht het verhaal van Appstrakt toe en geeft zijn visie op hoe je een succesvolle app-ontwikkelaar kan worden.
“Eigenlijk zijn we geen app-ontwikkelaar, of toch niet in de strikte zin van het woord.” Het interview met Tom Vroemans, die ook een van de vier oprichters van het bedrijf is, begint meteen goed. “We willen een complete technologische partner zijn voor onze klanten en hen de juiste oplossing bieden voor hun specifieke situatie. Op dit moment zal dat vaak met een app zijn, maar dat zal wellicht niet altijd zo blijven.” De eerste woorden van Tom leggen al meteen een eerste pijler van het succes van Appstrakt bloot: een zeer bewuste langetermijnvisie. En die zit er al van in het begin in.
[related_article id=”161563″]
Appstrakt ontsproot aan het einde van 2009 aan de breinen van vier jonge twintigers, die met een ander bedrijfje in de reclamewereld zaten. Dankzij hun voorliefde voor ‘all things digital’ zagen ze al snel meer mogelijkheden in de steeds digitaler wordende wereld. “Op dat moment waren die technologieën voor iedereen nog nieuw”, vertelt Tom. “Niemand had een voorsprong, dus iedereen streed met gelijke wapens.” Al snel vonden de vrienden enkele klanten – die nu trouwens nog steeds aan boord zijn – en bouwden stap voor stap hun bedrijfje uit. “Belangrijk daarbij is dat we geen investeerders wilden”, zegt Tom. “We financierden alles met het geld dat binnenkwam van de klanten. Zo hielden we alles netjes onder controle en gaven we onszelf de tijd om organisch te groeien, om fouten te maken en er uit te leren.”
In amper vier jaren is het personeelsbestand vertienvoudigd, is er een kantoor in New York (met voorlopig één Amerikaanse Belg, om korter op de bal te kunnen spelen voor Amerikaanse klanten) en blijft Appstrakt groeien. Wat is de reden van dat succes? Tom: “Dat weet je natuurlijk nooit zeker, maar ik ben ervan overtuigd dat onze passie voor wat we doen een belangrijke factor is. We werken met jonge, ambitieuze mensen die weten waar ze mee bezig zijn, en die ondanks hun leeftijd al de nodige ervaring hebben. We hebben nooit bewust jonge mensen aangeworven, maar het is natuurlijk wel een troef dat we allemaal ‘digital natives’ zijn: de meesten van ons zijn opgegroeid met de technologieën die een steeds grotere rol spelen in ons leven en kennen dus ook de kant van de gebruiker erg goed. Dat is cruciaal om een goed product te maken: je app mag technisch perfect in elkaar steken, als je niet denkt aan de kant van de gebruiker faal je waarschijnlijk toch.”
Meer dan apps alleen
Hoewel er in de naam van het bedrijf een duidelijke verwijzing zit naar apps, haast Vroemans zich om te benadrukken dat Appstrakt niet louter en alleen apps ontwikkelt. “We proberen om bij het denkproces van onze klanten betrokken te worden, nog voor de eigenlijke briefing plaatsvindt. We kijken naar het doel van de klant en proberen dan te definiëren wat de relevantste oplossing is. Afhankelijk van de opzet of het doelpubliek kan het immers zijn dat een mobiele applicatie niet het ideale pad is om te bewandelen, en dan gaan we op zoek naar andere mogelijkheden.”
Appstrakt ontwikkelt niet alleen apps, maar gaat ook op zoek naar de beste oplossing voor klanten.
Zo raken we al even aan de kernvraag van dit verhaal: hoe word je een goede app-ontwikkelaar? Tom: “Je wordt een goeie app-ontwikkelaar door geen app-ontwikkelaar te zijn. Onze filosofie is dat we een open blik moeten houden op de nieuwe technologieën en de mogelijkheden ervan. Als je jezelf nu positioneert als een app-designer, wat doe je dan binnen tien jaar? Klanten die op zoek gaan naar een technologisch product zullen enkel naar jou komen als ze weten dat je mee bent met de heersende technologie van het moment. Op dit moment zijn dat voornamelijk apps, maar binnen een jaar is er misschien iets anders. En dan moet je zorgen dat je niet enkel als app-ontwikkelaar bekendstaat, maar wel als een flexibele en bekwame partner.”
Hoe maak je een app?
Apps zijn op dit moment nog erg populair, maar hoe maak je nu precies zo’n app? Tom: “Zoals gezegd proberen we zo vroeg mogelijk in het traject van de klant betrokken te zijn, om snel zicht te krijgen op wat er mogelijk en – vooral – niet mogelijk is. We kijken wat de klant wil bereiken en op basis daarvan schrijven we een oplossing uit vanuit het perspectief van de gebruiker. Al die mogelijkheden noemen we ‘user stories’. Een voorbeeld van een user story is: “ik log in met mijn Facebook-account”. Vervolgens ordenen we die user stories in volgorde van prioriteit van ontwikkeling en zoeken we uit hoeveel user stories we nodig hebben om een zogenaamd ‘minimal viable product’ te hebben, een product dat genoeg biedt aan de gebruikers om het al aan hen aan te bieden.”
De app voor VTM werd in amper drie weken ontwikkeld en nadien steeds verder uitgebreid.
Een app wordt dus niet helemaal doorontwikkeld tot ze helemaal af is, voor ze beschikbaar wordt? Tom: “We gooien natuurlijk geen kladversies in de app-winkels, maar vaak zitten er inderdaad nog niet alle functies in. Wij werken liever met meerdere releasecycli, zeg maar updates van een product, zodat we al snel in het ontwikkelproces kunnen zien wat er goed zit en wat eventueel niet. Daar kunnen we dan rekening mee houden bij de verdere ontwikkeling en kunnen we aan de gebruiker regelmatig meer features aanbieden. Als je eerst zes maanden achter gesloten deuren zit te programmeren en je merkt bij het lanceren van je definitieve product pas dat de gebruikservaring helemaal fout zit, dan heb je heel veel kostbare tijd verloren.”
Zo’n eerste versie van een app is verrassend snel klaar. De VTM-app, die meer dan 400.000 gebruikers heeft, werd bijvoorbeeld ontwikkeld in amper drie weken tijd. Tom: “Dat was de deadline waarop er iets beschikbaar moest zijn. We hebben bekeken wat er minimaal nodig was en dat ontwikkeld, en na de launch zijn we gewoon blijven ontwikkelen en features blijven toevoegen.”
Hoeveel mensen werken er dan aan zo’n app? Tom: “Aan de app van VTM wordt continu ontwikkeld, en afhankelijk van de nood groeit en krimpt het team. In dit geval werken er maximaal zeven à acht mensen aan het project, en zit er soms maar een drietal mensen op te werken, meestal een designer en twee ontwikkelaars. Zowel het programmeren als het ontwerpen doen we zelf. We willen niet afhankelijk zijn van externe leveranciers, net zoals we vroeger niet afhankelijk wilden zijn van het geld
Android versus iOS
Mobiele platformen zijn er genoeg; behalve Android, iOS en Windows Phone heb je bijvoorbeeld ook nog Symbian en BlackBerry. Vaak verschijnen apps minstens op die eerste twee platformen, maar die hebben wel elk hun eigen programmeertaal. Worden de verschillende versies van een app gelijktijdig ontwikkeld of wordt de ene versie afgeleid van de andere? Tom: “We werken meestal in hetzelfde traject bijvoorbeeld zowel voor Android als iOS, maar het ene platform neemt een voorsprong op het andere. Zo heeft de iOS-versie bijvoorbeeld een week voorsprong op de app voor Android. Dat heeft als voordeel dat je bepaalde problemen maar één keer hoeft aan te pakken, en de oplossing ervan meteen in de nakomer kan verwerken.”
Op het tweemaandelijkse Café Appstrakt wisselen de werknemers kennis en ervaringen uit.
Onder mensen die gepassioneerd zijn door apps en mobiele toepassingen heeft iedereen ongetwijfeld zijn eigen voorkeuren. De Android-liefhebbers van Appstrakt staan hun iOS-collega’s gelukkig niet naar het leven. Tom: “Er is bij ons een gezonde concurrentie tussen de ontwikkelaars van de verschillende platformen. Er is wat speelse rivaliteit, maar ook heel wat kruisbestuiving. Dat zie je bijvoorbeeld op Café Appstrakt, een intern evenement dat we om de twee maanden organiseren. Iedereen kan er het podium bestijgen om kennis en ervaringen te delen. Onlangs kwamen de hoofdontwikkelaars van iOS en Android samen de standaarden van hun platformen presenteren, en je merkte dat ze er op voorhand al uitgebreid met elkaar over gesproken hadden.
Wie bepaalt er eigenlijk op welk platform een app zal uitkomen? Gebeurt dat op vraag van de klanten of bepaalt Appstrakt op welk platform een bepaalde app het beste zal werken? Tom: “Als we een app gaan ontwikkelen, kan het platform bijvoorbeeld bepaald worden aan de hand van het doelpubliek, maar dikwijls worden apps op zowel iOS als Android ontwikkeld. iOS is meestal wel het primaire platform.”
De vloek van Windows Phone bestaat dus echt: er zijn weinig apps op het platform omdat weinig mensen Windows Phone hebben, en weinig mensen willen Windows Phone omdat er zo weinig apps op zijn? Tom: “Ik vrees van wel. Aan mogelijkheden geen gebrek, hoor. Wij hebben vier ontwikkelaars die apps voor Windows Phone kunnen maken; eentje ervan is zelfs bijna een Windows Phone-evangelist. Trouwens, er is voor een ontwikkelaar geen beter platform om apps voor te maken dan Windows Phone: de ontwikkelomgeving en tools ervoor zijn ‘top of the bill’.”
Succesrecept
Maar terug naar de kernvraag van ons verhaal: hoe kun je succesvol worden als app-ontwikkelaar of als technologische partner? Tom: “In ons geval hadden we een stevige basis met het team waarmee het begon: de vier oprichters vullen elkaar qua competenties perfect aan en wilden zich ook allemaal uit de naad werken om het doel te bereiken. Mensen die zelf ambitie hebben, zou ik het advies geven om goed naar zichzelf te kijken en uit te zoeken welke competenties ze bezitten. Omring je dan met mensen die even gepassioneerd zijn als jij en die competenties bezitten die jij niet hebt. Met zo’n dreamteam als basis ben je al vertrokken, al moet je wel blijven zorgen dat je mee evolueert met de technologieën.”
En wat mogen we in de toekomst nog van Appstrakt verwachten? Tom: “We willen in het speerpunt van de innovatie terechtkomen en door iedereen als ideale partij gezien worden om die innovatie te realiseren. Op dit moment zijn we een hardwareafdeling aan het opstarten, omdat we ervaring en expertise willen opbouwen in die wereld van ‘connected hardware’. Denk bijvoorbeeld ook aan toepassingen als Nike+, sporthorloges en domotica, en wat men ‘the internet of things’ noemt.”
“Mobiele applicaties zullen blijven bestaan, maar wij willen blijven streven naar de relevantie voor de gebruiker binnen de context waarin hij zich bevindt: vandaag wil hij op zijn smartphone kunnen zien welke programma’s er straks op tv zijn, maar morgen wil hij misschien dat zijn speeksel na het tandenpoetsen door de wastafel wordt geanalyseerd en dat zijn badkamerspiegel hem meteen projecteert hoe het met zijn gezondheid zit. De mobiele golf waar we nu op meesurfen hebben we zelf niet gecreëerd, maar we hebben wel de verdienste dat we op tijd de juiste opportuniteiten hebben gezien en er volop mee aan de slag zijn gegaan. En dat willen we blijven doen.”
Appstrakt is een jong bedrijf, in alle betekenissen van het woord. Niet alleen is het bedrijf zelf amper vier jaar oud, het gros van de ondertussen veertig medewerkers kijkt nog angstvallig uit naar zijn of haar dertigste verjaardag. Toch hebben ze bergen ervaring aan boord, die ze inzetten voor grote klanten als Spotify, Coca-Cola en AB InBev. Maar hoe word je nu zo’n succesvolle app-ontwikkelaar? Managing Director Tom Vroemans licht het verhaal van Appstrakt toe en geeft zijn visie op hoe je een succesvolle app-ontwikkelaar kan worden.
“Eigenlijk zijn we geen app-ontwikkelaar, of toch niet in de strikte zin van het woord.” Het interview met Tom Vroemans, die ook een van de vier oprichters van het bedrijf is, begint meteen goed. “We willen een complete technologische partner zijn voor onze klanten en hen de juiste oplossing bieden voor hun specifieke situatie. Op dit moment zal dat vaak met een app zijn, maar dat zal wellicht niet altijd zo blijven.” De eerste woorden van Tom leggen al meteen een eerste pijler van het succes van Appstrakt bloot: een zeer bewuste langetermijnvisie. En die zit er al van in het begin in.
[related_article id=”161563″]
Appstrakt ontsproot aan het einde van 2009 aan de breinen van vier jonge twintigers, die met een ander bedrijfje in de reclamewereld zaten. Dankzij hun voorliefde voor ‘all things digital’ zagen ze al snel meer mogelijkheden in de steeds digitaler wordende wereld. “Op dat moment waren die technologieën voor iedereen nog nieuw”, vertelt Tom. “Niemand had een voorsprong, dus iedereen streed met gelijke wapens.” Al snel vonden de vrienden enkele klanten – die nu trouwens nog steeds aan boord zijn – en bouwden stap voor stap hun bedrijfje uit. “Belangrijk daarbij is dat we geen investeerders wilden”, zegt Tom. “We financierden alles met het geld dat binnenkwam van de klanten. Zo hielden we alles netjes onder controle en gaven we onszelf de tijd om organisch te groeien, om fouten te maken en er uit te leren.”
In amper vier jaren is het personeelsbestand vertienvoudigd, is er een kantoor in New York (met voorlopig één Amerikaanse Belg, om korter op de bal te kunnen spelen voor Amerikaanse klanten) en blijft Appstrakt groeien. Wat is de reden van dat succes? Tom: “Dat weet je natuurlijk nooit zeker, maar ik ben ervan overtuigd dat onze passie voor wat we doen een belangrijke factor is. We werken met jonge, ambitieuze mensen die weten waar ze mee bezig zijn, en die ondanks hun leeftijd al de nodige ervaring hebben. We hebben nooit bewust jonge mensen aangeworven, maar het is natuurlijk wel een troef dat we allemaal ‘digital natives’ zijn: de meesten van ons zijn opgegroeid met de technologieën die een steeds grotere rol spelen in ons leven en kennen dus ook de kant van de gebruiker erg goed. Dat is cruciaal om een goed product te maken: je app mag technisch perfect in elkaar steken, als je niet denkt aan de kant van de gebruiker faal je waarschijnlijk toch.”
Meer dan apps alleen
Hoewel er in de naam van het bedrijf een duidelijke verwijzing zit naar apps, haast Vroemans zich om te benadrukken dat Appstrakt niet louter en alleen apps ontwikkelt. “We proberen om bij het denkproces van onze klanten betrokken te worden, nog voor de eigenlijke briefing plaatsvindt. We kijken naar het doel van de klant en proberen dan te definiëren wat de relevantste oplossing is. Afhankelijk van de opzet of het doelpubliek kan het immers zijn dat een mobiele applicatie niet het ideale pad is om te bewandelen, en dan gaan we op zoek naar andere mogelijkheden.”
Appstrakt ontwikkelt niet alleen apps, maar gaat ook op zoek naar de beste oplossing voor klanten.
Zo raken we al even aan de kernvraag van dit verhaal: hoe word je een goede app-ontwikkelaar? Tom: “Je wordt een goeie app-ontwikkelaar door geen app-ontwikkelaar te zijn. Onze filosofie is dat we een open blik moeten houden op de nieuwe technologieën en de mogelijkheden ervan. Als je jezelf nu positioneert als een app-designer, wat doe je dan binnen tien jaar? Klanten die op zoek gaan naar een technologisch product zullen enkel naar jou komen als ze weten dat je mee bent met de heersende technologie van het moment. Op dit moment zijn dat voornamelijk apps, maar binnen een jaar is er misschien iets anders. En dan moet je zorgen dat je niet enkel als app-ontwikkelaar bekendstaat, maar wel als een flexibele en bekwame partner.”
Hoe maak je een app?
Apps zijn op dit moment nog erg populair, maar hoe maak je nu precies zo’n app? Tom: “Zoals gezegd proberen we zo vroeg mogelijk in het traject van de klant betrokken te zijn, om snel zicht te krijgen op wat er mogelijk en – vooral – niet mogelijk is. We kijken wat de klant wil bereiken en op basis daarvan schrijven we een oplossing uit vanuit het perspectief van de gebruiker. Al die mogelijkheden noemen we ‘user stories’. Een voorbeeld van een user story is: “ik log in met mijn Facebook-account”. Vervolgens ordenen we die user stories in volgorde van prioriteit van ontwikkeling en zoeken we uit hoeveel user stories we nodig hebben om een zogenaamd ‘minimal viable product’ te hebben, een product dat genoeg biedt aan de gebruikers om het al aan hen aan te bieden.”
De app voor VTM werd in amper drie weken ontwikkeld en nadien steeds verder uitgebreid.
Een app wordt dus niet helemaal doorontwikkeld tot ze helemaal af is, voor ze beschikbaar wordt? Tom: “We gooien natuurlijk geen kladversies in de app-winkels, maar vaak zitten er inderdaad nog niet alle functies in. Wij werken liever met meerdere releasecycli, zeg maar updates van een product, zodat we al snel in het ontwikkelproces kunnen zien wat er goed zit en wat eventueel niet. Daar kunnen we dan rekening mee houden bij de verdere ontwikkeling en kunnen we aan de gebruiker regelmatig meer features aanbieden. Als je eerst zes maanden achter gesloten deuren zit te programmeren en je merkt bij het lanceren van je definitieve product pas dat de gebruikservaring helemaal fout zit, dan heb je heel veel kostbare tijd verloren.”
Zo’n eerste versie van een app is verrassend snel klaar. De VTM-app, die meer dan 400.000 gebruikers heeft, werd bijvoorbeeld ontwikkeld in amper drie weken tijd. Tom: “Dat was de deadline waarop er iets beschikbaar moest zijn. We hebben bekeken wat er minimaal nodig was en dat ontwikkeld, en na de launch zijn we gewoon blijven ontwikkelen en features blijven toevoegen.”
Hoeveel mensen werken er dan aan zo’n app? Tom: “Aan de app van VTM wordt continu ontwikkeld, en afhankelijk van de nood groeit en krimpt het team. In dit geval werken er maximaal zeven à acht mensen aan het project, en zit er soms maar een drietal mensen op te werken, meestal een designer en twee ontwikkelaars. Zowel het programmeren als het ontwerpen doen we zelf. We willen niet afhankelijk zijn van externe leveranciers, net zoals we vroeger niet afhankelijk wilden zijn van het geld
Android versus iOS
Mobiele platformen zijn er genoeg; behalve Android, iOS en Windows Phone heb je bijvoorbeeld ook nog Symbian en BlackBerry. Vaak verschijnen apps minstens op die eerste twee platformen, maar die hebben wel elk hun eigen programmeertaal. Worden de verschillende versies van een app gelijktijdig ontwikkeld of wordt de ene versie afgeleid van de andere? Tom: “We werken meestal in hetzelfde traject bijvoorbeeld zowel voor Android als iOS, maar het ene platform neemt een voorsprong op het andere. Zo heeft de iOS-versie bijvoorbeeld een week voorsprong op de app voor Android. Dat heeft als voordeel dat je bepaalde problemen maar één keer hoeft aan te pakken, en de oplossing ervan meteen in de nakomer kan verwerken.”
Op het tweemaandelijkse Café Appstrakt wisselen de werknemers kennis en ervaringen uit.
Onder mensen die gepassioneerd zijn door apps en mobiele toepassingen heeft iedereen ongetwijfeld zijn eigen voorkeuren. De Android-liefhebbers van Appstrakt staan hun iOS-collega’s gelukkig niet naar het leven. Tom: “Er is bij ons een gezonde concurrentie tussen de ontwikkelaars van de verschillende platformen. Er is wat speelse rivaliteit, maar ook heel wat kruisbestuiving. Dat zie je bijvoorbeeld op Café Appstrakt, een intern evenement dat we om de twee maanden organiseren. Iedereen kan er het podium bestijgen om kennis en ervaringen te delen. Onlangs kwamen de hoofdontwikkelaars van iOS en Android samen de standaarden van hun platformen presenteren, en je merkte dat ze er op voorhand al uitgebreid met elkaar over gesproken hadden.
Wie bepaalt er eigenlijk op welk platform een app zal uitkomen? Gebeurt dat op vraag van de klanten of bepaalt Appstrakt op welk platform een bepaalde app het beste zal werken? Tom: “Als we een app gaan ontwikkelen, kan het platform bijvoorbeeld bepaald worden aan de hand van het doelpubliek, maar dikwijls worden apps op zowel iOS als Android ontwikkeld. iOS is meestal wel het primaire platform.”
De vloek van Windows Phone bestaat dus echt: er zijn weinig apps op het platform omdat weinig mensen Windows Phone hebben, en weinig mensen willen Windows Phone omdat er zo weinig apps op zijn? Tom: “Ik vrees van wel. Aan mogelijkheden geen gebrek, hoor. Wij hebben vier ontwikkelaars die apps voor Windows Phone kunnen maken; eentje ervan is zelfs bijna een Windows Phone-evangelist. Trouwens, er is voor een ontwikkelaar geen beter platform om apps voor te maken dan Windows Phone: de ontwikkelomgeving en tools ervoor zijn ‘top of the bill’.”
Succesrecept
Maar terug naar de kernvraag van ons verhaal: hoe kun je succesvol worden als app-ontwikkelaar of als technologische partner? Tom: “In ons geval hadden we een stevige basis met het team waarmee het begon: de vier oprichters vullen elkaar qua competenties perfect aan en wilden zich ook allemaal uit de naad werken om het doel te bereiken. Mensen die zelf ambitie hebben, zou ik het advies geven om goed naar zichzelf te kijken en uit te zoeken welke competenties ze bezitten. Omring je dan met mensen die even gepassioneerd zijn als jij en die competenties bezitten die jij niet hebt. Met zo’n dreamteam als basis ben je al vertrokken, al moet je wel blijven zorgen dat je mee evolueert met de technologieën.”
En wat mogen we in de toekomst nog van Appstrakt verwachten? Tom: “We willen in het speerpunt van de innovatie terechtkomen en door iedereen als ideale partij gezien worden om die innovatie te realiseren. Op dit moment zijn we een hardwareafdeling aan het opstarten, omdat we ervaring en expertise willen opbouwen in die wereld van ‘connected hardware’. Denk bijvoorbeeld ook aan toepassingen als Nike+, sporthorloges en domotica, en wat men ‘the internet of things’ noemt.”
“Mobiele applicaties zullen blijven bestaan, maar wij willen blijven streven naar de relevantie voor de gebruiker binnen de context waarin hij zich bevindt: vandaag wil hij op zijn smartphone kunnen zien welke programma’s er straks op tv zijn, maar morgen wil hij misschien dat zijn speeksel na het tandenpoetsen door de wastafel wordt geanalyseerd en dat zijn badkamerspiegel hem meteen projecteert hoe het met zijn gezondheid zit. De mobiele golf waar we nu op meesurfen hebben we zelf niet gecreëerd, maar we hebben wel de verdienste dat we op tijd de juiste opportuniteiten hebben gezien en er volop mee aan de slag zijn gegaan. En dat willen we blijven doen.”