8 tips om meer uit Google Analytics te halen
Op donderdag 8 september 2016 organiseert ZDNet samen met Business Meets IT een training in Google Analytics. Meer informatie vind je hier.
Meten is weten. Heb je een eigen website, of die van je vereniging of bedrijf in beheer, dan wil je natuurlijk graag weten hoe vaak die site bezocht wordt en welke pagina’s het meest worden bekeken. Die informatie is erg waardevol om je website verder te verbeteren en meer bezoekers aan te trekken. Google Analytics is hier al lang een populaire tool voor en de kans is groot dat ook jij het reeds gebruikt, maar haal je er wel alles uit? Misschien komen deze negen tips je nog van pas.
Tip 1: Maak aantekeningen
Als je iets verandert aan een website, kun je daar een aantekening van maken in Analytics. Dankzij deze kleine reminders, weet je op een later tijdstip nog wat je op een bepaalde datum hebt veranderd. Zie je na die datum een verandering in de bezoekcijfers, dan kun je dus ook snel de oorzaak achterhalen.
Het maken van zo’n annotatie is een fluitje van een cent. Klik onder de overzichtsgrafiek het pijltje naar beneden en kies uiterst rechts voor “Nieuwe annotatie maken”. Omschrijf de gebeurtenis en klik op ‘Opslaan’.
Tip 2: Mobiele bezoekers
Google Analytics meet standaard hoeveel mobiele bezoekers een site krijgt. Je vindt de cijfers door te klikken op ‘Doelgroep’, ‘Mobiel’. Daar krijg je de verdeling van je bezoekers te zien, opgesplitst in desktop, mobile en tablet. Analytics serveert je zowel absolute waarden als percentages.
Wil je bijvoorbeeld voor een specifieke pagina achterhalen hoe vaak die mobiel wordt bezocht, dan kan je ook met segmenten werken. In ons voorbeeld gaan we naar ‘Gedrag’, ‘Site-inhoud’, ‘Alle pagina’s’, en kiezen er vervolgens een pagina uit. Klink nu boven de grafiek op ‘Segment toevoegen’ en vink bij ‘Systeem’ de optie ‘Mobiel verkeer’ aan. Bevestig met ‘Toepassen’ en de grafiek toont je het aantal mobiele weergaven ten opzichte van het totaal voor de specifieke pagina.
Tip 3: Traceer browsergebruik
Net zoals het interessant is om het percentage mobiele bezoekers te kennen, is het ook nuttig om te weten welke browsers je bezoekers voornamelijk gebruiken. Als je weet dat een site vaak met Firefox wordt bekeken, is het belangrijk om extra goed te letten op de weergave in deze browser. Ook komt het voor dat het bouncepercentage hoger is in een bepaalde browser. Als dat zo is, noopt dat tot actie.
Ga opnieuw naar ‘Doelgroep’ en kies deze keer onder ‘Technologie’ voor ‘Browser en besturingssysteem’. Vergelijkbaar met de weergave van het aantal mobiele bezoekers, kan je hier de verdeling per browser zien. Via tabs kan je ook sorteren op besturingssysteem, schermresolutie, schermkleuren en Flash-versie. Al die informatie is interessant voor de optimalisatie van je website, en kan eveneens in segmenten worden gegoten.
Tip 4: Cijfer jezelf weg
Zorg ervoor dat bezoekcijfers niet vervuild raken door het bezoek vanuit de eigen organisatie. Maak hiervoor een filter aan. Dat kan alleen als je bent ingelogd als beheerder van het account. Klik in het menu bovenaan op ‘Beheerder’. Kies onder ‘Account’ of ‘Weergave’ voor ‘(Alle) filters’, afhankelijk of je de filter op alle websites in je account of slechts op één specifieke site wilt toepassen.
Geef het filter een naam en bepaal de voorwaarde ‘Uitsluiten van verkeer van de IP-adressen die gelijk zijn aan’. Vul daarna het IP-adres in. Het eigen IP-adres vind je onder meer via www.whatismyip.com. Doe hetzelfde voor andere IP-adressen die jouw organisatie of medewerkers gebruiken. Bevestig met ‘Opslaan’.
Tip 5: Effectieve landingspagina’s?
Veel sites verwijzen door naar bepaalde landingpagina’s, bijvoorbeeld in nieuwsbrieven of reclamecampagnes. Om de effectiviteit te meten, is het nuttig te weten waar het bezoek aan die landingpagina’s vandaan kwam. Welke nieuwsbrief was het effectiefst? Welke verwijzing leverde het meeste verkeer op? Dat is makkelijk te achterhalen.
Ga eerst naar het tabblad ‘Rapportage’. Via ‘Gedrag’, ‘Site-inhoud’ kom je bij ‘Bestemmingspagina’s’ (oftewel landingpagina’s). Klik boven de tabel op ‘Secundaire dimensie’ en typ ‘Bron’. In de tabel verschijnt nu een extra kolom met gegevens over de herkomst van het bezoek.
Tip 6: Maak zelf widgets
Het dashboard geeft in een oogopslag de prestaties van een site weer. Het toont het dagelijkse aantal bezoekers, waar de bezoekers vandaan komen en hoe ze op de site terecht zijn gekomen.
Om het dashboard wat functioneler te maken, kun je zelf widgets toevoegen aan het dashboard. Zo wil je misschien zien wat de conversieratio van je webshop is. Klik in het dashboard op ‘Widget toevoegen’ en selecteer de betreffende widget.
Handig: je kunt ook meerdere dashboards aanmaken. Maak bijvoorbeeld een speciaal dashboard met alle gegevens over de conversie en een ander dashboard over de prestaties van je Adwords-campagne.
Tip 7: Stel doelen
Elke site heeft een doel, zoals producten verkopen aan zoveel mogelijk mensen of mensen verleiden zich in te schrijven voor een nieuwsbrief. Om te meten hoe vaak dit doel wordt bereikt, kun je in Analytics doelen instellen.
Ga naar ‘Conversies’ en kies ‘Doel-URL’s’ onder ‘Doelen’. Door te klikken op ‘Aanpassen’ kun je opgeven waar je een bezoeker wilt hebben. Bij een webwinkel zal dat de pagina zijn met het bedankje voor de bestelling. Het kan ook de pagina zijn waarop wordt bedankt voor de inschrijving op een nieuwsbrief. Vul de url’s van deze pagina in en voortaan meet Analytics hoe vaak jouw doel wordt bereikt.
Tip 8: Sociale media in kaart
Hoeveel verkeer komt er binnen via sociale media als Twitter, Facebook en LinkedIn? Ook dat kun je meten met Analytics. Kies daarvoor onder ‘Acquisitie’ voor ‘Sociaal’. Je vindt hier een overzicht van de verschillende sociale media vanwaar mensen naar je website werden gelokt. Klik je op een medium, dan kan je zien welke pagina’s vanaf dat sociale netwerk het meest werden bezocht. Je kan dit ook weer bereiken door een aangepast segment aan te maken waar je één of meer sociale media in verzamelt.
Op donderdag 8 september 2016 organiseert ZDNet samen met Business Meets IT een training in Google Analytics. Meer informatie vind je hier.
Meten is weten. Heb je een eigen website, of die van je vereniging of bedrijf in beheer, dan wil je natuurlijk graag weten hoe vaak die site bezocht wordt en welke pagina’s het meest worden bekeken. Die informatie is erg waardevol om je website verder te verbeteren en meer bezoekers aan te trekken. Google Analytics is hier al lang een populaire tool voor en de kans is groot dat ook jij het reeds gebruikt, maar haal je er wel alles uit? Misschien komen deze negen tips je nog van pas.
Tip 1: Maak aantekeningen
Als je iets verandert aan een website, kun je daar een aantekening van maken in Analytics. Dankzij deze kleine reminders, weet je op een later tijdstip nog wat je op een bepaalde datum hebt veranderd. Zie je na die datum een verandering in de bezoekcijfers, dan kun je dus ook snel de oorzaak achterhalen.
Het maken van zo’n annotatie is een fluitje van een cent. Klik onder de overzichtsgrafiek het pijltje naar beneden en kies uiterst rechts voor “Nieuwe annotatie maken”. Omschrijf de gebeurtenis en klik op ‘Opslaan’.
Tip 2: Mobiele bezoekers
Google Analytics meet standaard hoeveel mobiele bezoekers een site krijgt. Je vindt de cijfers door te klikken op ‘Doelgroep’, ‘Mobiel’. Daar krijg je de verdeling van je bezoekers te zien, opgesplitst in desktop, mobile en tablet. Analytics serveert je zowel absolute waarden als percentages.
Wil je bijvoorbeeld voor een specifieke pagina achterhalen hoe vaak die mobiel wordt bezocht, dan kan je ook met segmenten werken. In ons voorbeeld gaan we naar ‘Gedrag’, ‘Site-inhoud’, ‘Alle pagina’s’, en kiezen er vervolgens een pagina uit. Klink nu boven de grafiek op ‘Segment toevoegen’ en vink bij ‘Systeem’ de optie ‘Mobiel verkeer’ aan. Bevestig met ‘Toepassen’ en de grafiek toont je het aantal mobiele weergaven ten opzichte van het totaal voor de specifieke pagina.
Tip 3: Traceer browsergebruik
Net zoals het interessant is om het percentage mobiele bezoekers te kennen, is het ook nuttig om te weten welke browsers je bezoekers voornamelijk gebruiken. Als je weet dat een site vaak met Firefox wordt bekeken, is het belangrijk om extra goed te letten op de weergave in deze browser. Ook komt het voor dat het bouncepercentage hoger is in een bepaalde browser. Als dat zo is, noopt dat tot actie.
Ga opnieuw naar ‘Doelgroep’ en kies deze keer onder ‘Technologie’ voor ‘Browser en besturingssysteem’. Vergelijkbaar met de weergave van het aantal mobiele bezoekers, kan je hier de verdeling per browser zien. Via tabs kan je ook sorteren op besturingssysteem, schermresolutie, schermkleuren en Flash-versie. Al die informatie is interessant voor de optimalisatie van je website, en kan eveneens in segmenten worden gegoten.
Tip 4: Cijfer jezelf weg
Zorg ervoor dat bezoekcijfers niet vervuild raken door het bezoek vanuit de eigen organisatie. Maak hiervoor een filter aan. Dat kan alleen als je bent ingelogd als beheerder van het account. Klik in het menu bovenaan op ‘Beheerder’. Kies onder ‘Account’ of ‘Weergave’ voor ‘(Alle) filters’, afhankelijk of je de filter op alle websites in je account of slechts op één specifieke site wilt toepassen.
Geef het filter een naam en bepaal de voorwaarde ‘Uitsluiten van verkeer van de IP-adressen die gelijk zijn aan’. Vul daarna het IP-adres in. Het eigen IP-adres vind je onder meer via www.whatismyip.com. Doe hetzelfde voor andere IP-adressen die jouw organisatie of medewerkers gebruiken. Bevestig met ‘Opslaan’.
Tip 5: Effectieve landingspagina’s?
Veel sites verwijzen door naar bepaalde landingpagina’s, bijvoorbeeld in nieuwsbrieven of reclamecampagnes. Om de effectiviteit te meten, is het nuttig te weten waar het bezoek aan die landingpagina’s vandaan kwam. Welke nieuwsbrief was het effectiefst? Welke verwijzing leverde het meeste verkeer op? Dat is makkelijk te achterhalen.
Ga eerst naar het tabblad ‘Rapportage’. Via ‘Gedrag’, ‘Site-inhoud’ kom je bij ‘Bestemmingspagina’s’ (oftewel landingpagina’s). Klik boven de tabel op ‘Secundaire dimensie’ en typ ‘Bron’. In de tabel verschijnt nu een extra kolom met gegevens over de herkomst van het bezoek.
Tip 6: Maak zelf widgets
Het dashboard geeft in een oogopslag de prestaties van een site weer. Het toont het dagelijkse aantal bezoekers, waar de bezoekers vandaan komen en hoe ze op de site terecht zijn gekomen.
Om het dashboard wat functioneler te maken, kun je zelf widgets toevoegen aan het dashboard. Zo wil je misschien zien wat de conversieratio van je webshop is. Klik in het dashboard op ‘Widget toevoegen’ en selecteer de betreffende widget.
Handig: je kunt ook meerdere dashboards aanmaken. Maak bijvoorbeeld een speciaal dashboard met alle gegevens over de conversie en een ander dashboard over de prestaties van je Adwords-campagne.
Tip 7: Stel doelen
Elke site heeft een doel, zoals producten verkopen aan zoveel mogelijk mensen of mensen verleiden zich in te schrijven voor een nieuwsbrief. Om te meten hoe vaak dit doel wordt bereikt, kun je in Analytics doelen instellen.
Ga naar ‘Conversies’ en kies ‘Doel-URL’s’ onder ‘Doelen’. Door te klikken op ‘Aanpassen’ kun je opgeven waar je een bezoeker wilt hebben. Bij een webwinkel zal dat de pagina zijn met het bedankje voor de bestelling. Het kan ook de pagina zijn waarop wordt bedankt voor de inschrijving op een nieuwsbrief. Vul de url’s van deze pagina in en voortaan meet Analytics hoe vaak jouw doel wordt bereikt.
Tip 8: Sociale media in kaart
Hoeveel verkeer komt er binnen via sociale media als Twitter, Facebook en LinkedIn? Ook dat kun je meten met Analytics. Kies daarvoor onder ‘Acquisitie’ voor ‘Sociaal’. Je vindt hier een overzicht van de verschillende sociale media vanwaar mensen naar je website werden gelokt. Klik je op een medium, dan kan je zien welke pagina’s vanaf dat sociale netwerk het meest werden bezocht. Je kan dit ook weer bereiken door een aangepast segment aan te maken waar je één of meer sociale media in verzamelt.