Test: de beste grote laptops

Een desktop-pc installeren in je studeerkamer is eigenlijk niet meer van deze tijd. Maar een thesis schrijven op een piepklein toetsenbord en scherm is dat ook niet. De oplossing: uit de kluiten gewassen laptops die alle voordelen van een pc combineren met de beste kanten van een mobiele computer.

Niet voor niets worden deze grote laptops wel eens desktopvervangers genoemd. Alleen al door de schermgrootte zijn het niet bepaald kleine apparaten. Ook het gewicht maakt ze eerder geschikt om ergens op een bureau te installeren. Reken op zo’n drie kilogram, droog aan de haak. Dat betekent dat je ze kan meenemen naar de les, maar als je er uren mee op pad gaat, zal je rug het weten.

Goed uitgerust
Aan de andere kant is dit type laptops relatief goed bedeeld qua hardware. Je beschikt dus over aardig wat rekenkracht en voor de meeste toepassingen zijn ze prima geschikt. Surfen, werken in Office, een filmpje bekijken, het is allemaal geen probleem. Ook een game moet lukken, maar verwacht daar niet te veel van.

Als je echt op gameprestaties gebrand bent, moet je toch meer budget bij elkaar sprokkelen voor een gaming-laptop, zoals Dells Alienware-monsters. Zo’n laptop onderscheidt zich meestal door een snellere processor, een goede aparte grafische kaart en – een constante, zo lijkt het wel – flashy elementen zoals toetsenborden die in verschillende kleuren oplichten en ontwerpen die ontsnapt zijn uit de dromen van een overenthousiaste autotuner.

Gemene delers
Voor deze test hebben we de lat gelegd op maximaal 799 euro. Een prijspunt waar iedereen trouwens onder blijft. Laptops die rond hetzelfde prijspeil cirkelen, delen vaak dezelfde eigenschappen. Het 17 inchscherm natuurlijk, maar ook andere zaken.

Zo tonen de geteste toestellen 1.600 x 900 pixels (op glanzende schermen, helaas), en zijn er meestal minstens drie USB-poorten, uitzonderlijk een esata-poort om een snelle externe harde schijf aan te sluiten en een HDMI-poort. Die laatste is handig als je de notebook wil gebruiken om een filmpje op een platte tv te tonen.

Maar ook om een verbinding te maken met een computerscherm. Nieuwe schermen zijn bijna altijd uitgerust met een HDMI-poort. En een simpele adapter volstaat om HDMI om te zetten naar DVI.

USB 3.0
In de test duiken ook al laptops met USB 3.0-poorten op. Zoals je wellicht al had geraden, is USB 3.0 de rappere opvolger van USB 2.0, al jaren dé manier om allerlei randapparatuur op je computer aan te sluiten.

Is USB 3.0 belangrijk? Wel, uiteindelijk is die hogere snelheid momenteel alleen maar nuttig als je ook investeert in een USB 3.0-schijf en werkelijk van plan bent om er vaak grote bestanden naar te kopiëren.

In de toekomst zal dat natuurlijk wel veranderen. Het goede nieuws is dat USB 3.0 exact dezelfde stekker gebruikt als zijn oudere broer. Bestaande USB 2.0-toestellen zullen er niet sneller door werken, maar je hoeft tenminste niet te knoeien met verschillende kabels of adapters.

Een desktop-pc installeren in je studeerkamer is eigenlijk niet meer van deze tijd. Maar een thesis schrijven op een piepklein toetsenbord en scherm is dat ook niet. De oplossing: uit de kluiten gewassen laptops die alle voordelen van een pc combineren met de beste kanten van een mobiele computer.

Niet voor niets worden deze grote laptops wel eens desktopvervangers genoemd. Alleen al door de schermgrootte zijn het niet bepaald kleine apparaten. Ook het gewicht maakt ze eerder geschikt om ergens op een bureau te installeren. Reken op zo’n drie kilogram, droog aan de haak. Dat betekent dat je ze kan meenemen naar de les, maar als je er uren mee op pad gaat, zal je rug het weten.

Goed uitgerust
Aan de andere kant is dit type laptops relatief goed bedeeld qua hardware. Je beschikt dus over aardig wat rekenkracht en voor de meeste toepassingen zijn ze prima geschikt. Surfen, werken in Office, een filmpje bekijken, het is allemaal geen probleem. Ook een game moet lukken, maar verwacht daar niet te veel van.

Als je echt op gameprestaties gebrand bent, moet je toch meer budget bij elkaar sprokkelen voor een gaming-laptop, zoals Dells Alienware-monsters. Zo’n laptop onderscheidt zich meestal door een snellere processor, een goede aparte grafische kaart en – een constante, zo lijkt het wel – flashy elementen zoals toetsenborden die in verschillende kleuren oplichten en ontwerpen die ontsnapt zijn uit de dromen van een overenthousiaste autotuner.

Gemene delers
Voor deze test hebben we de lat gelegd op maximaal 799 euro. Een prijspunt waar iedereen trouwens onder blijft. Laptops die rond hetzelfde prijspeil cirkelen, delen vaak dezelfde eigenschappen. Het 17 inchscherm natuurlijk, maar ook andere zaken.

Zo tonen de geteste toestellen 1.600 x 900 pixels (op glanzende schermen, helaas), en zijn er meestal minstens drie USB-poorten, uitzonderlijk een esata-poort om een snelle externe harde schijf aan te sluiten en een HDMI-poort. Die laatste is handig als je de notebook wil gebruiken om een filmpje op een platte tv te tonen.

Maar ook om een verbinding te maken met een computerscherm. Nieuwe schermen zijn bijna altijd uitgerust met een HDMI-poort. En een simpele adapter volstaat om HDMI om te zetten naar DVI.

USB 3.0
In de test duiken ook al laptops met USB 3.0-poorten op. Zoals je wellicht al had geraden, is USB 3.0 de rappere opvolger van USB 2.0, al jaren dé manier om allerlei randapparatuur op je computer aan te sluiten.

Is USB 3.0 belangrijk? Wel, uiteindelijk is die hogere snelheid momenteel alleen maar nuttig als je ook investeert in een USB 3.0-schijf en werkelijk van plan bent om er vaak grote bestanden naar te kopiëren.

In de toekomst zal dat natuurlijk wel veranderen. Het goede nieuws is dat USB 3.0 exact dezelfde stekker gebruikt als zijn oudere broer. Bestaande USB 2.0-toestellen zullen er niet sneller door werken, maar je hoeft tenminste niet te knoeien met verschillende kabels of adapters.